22.1 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan, al dan niet in het kader van een omgevingsvergunning, nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, bouwmassa, afmetingen en visuele karakteristieken van bouwwerken. De nadere eisen regeling wordt toegepast ter voorkoming van onevenredige aantasting van:
-
a. de woonsituatie
het in stand houden c.q. garanderen van een goede woonsituatie binnen de vigerende bestemming, voorzover van toepassing, en andere bestemmingen, in het bijzonder met het oog op:
-
1. de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van (bebouwing op) aangrenzende gronden;
-
2. het uitzicht;
-
3. de aanwezigheid van voldoende privacy;
-
b. het straat- en bebouwingsbeeld
in het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige en architectonische inpassing met aandacht voor:
-
1. een goede verhouding tussen bouwmassa's en gevelbeelden;
-
2. de samenhang met nabij gelegen bebouwing;
-
3. de hoogtedifferentiatie;
-
4. een goede verhouding tussen bouwmassa en inrichting van de omgeving;
-
c. de verkeersveiligheid
ter waarborging van de verkeersveiligheid en in het bijzonder de benodigde uitzichthoeken van wegen;
-
1. de sociale veiligheid:
-
2. ter waarborging van een ruimtelijke situatie die overzichtelijk, herkenbaar en sociaal controleerbaar is;
-
d. de gebruiksmogelijkheden
-
1. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken.