direct naar inhoud van Artikel 9 Tuin
Plan: Kom Nieuw-Vossemeer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0851.nvBPkomnv2012-v001

Artikel 9 Tuin

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;
  • b. parkeren;
  • c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Erkers

Uitsluitend bijbehorende bouwwerken in de vorm van erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen mogen worden gebouwd, mits:

  • a. de horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
  • b. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt;
  • c. voor zover de erker wordt gebouwd tegen een gevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
  • d. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m.

9.2.2 bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde:

  • a. erfscheidingen maximaal 1 m;
  • b. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 2 m.

9.3 Afwijken van de bouwregels

9.3.1 Afwijking bijbehorende bouwwerken

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2.1 voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken behorend bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, mits:

  • a. het bepaalde in artikel 12.2.2 onder c, d en e en in artikel 13.2.2 onder d en e met betrekking tot de oppervlakte van toepassing is;
  • b. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • c. de bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw - 2 m bedraagt, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.

9.3.2 Vereisten afwijking

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.