direct naar inhoud van Artikel 20 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2
Plan: Buitengebied Steenbergen
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0851.bgBPstbgeheel-v002

Artikel 20 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie – Verblijfsrecreatie – 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van activiteiten gericht op verblijfsrecreatie;
  • b. maximaal 36 twee-aaneengebouwde zomerhuizen klasse ZH2;
  • c. bijbehorende bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tuin';
  • d. bijbehorende recreatieve voorzieningen voor het uitoefenen van tennis en jeu de boules ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
  • e. paden en wegen ter plaatse van de aanduiding 'verkeer';
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is een bedrijfswoning niet toegestaan;
  • g. kwaliteitsverbetering van het landschap;

met de daarbij behorende:

  • h. tuinen, erven en terreinen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. voorzieningen van algemeen nut;
  • k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. voor het bouwen geldt dat uitsluitend gebouwen, bijbehorende bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd die ten dienste staan van de bestemming;
  • b. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

20.2.2 Zomerhuizen klasse ZH2

Voor het bouwen van zomerhuizen klasse ZH2 gelden de volgende bepalingen:

  • a. de inhoud per zomerhuis dient minimaal 80 m³ te bedragen;
  • b. de breedte per zomerhuis dient minimaal 10 meter te bedragen;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een zomerhuis mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3 meter en 8,5 meter;
  • d. de dakhelling van een zomerhuis bedraagt minimaal 20° en maximaal 50°.

20.2.3 Bijbehorende bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'tuin'

Voor het bouwen van bijbehorende bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. per zomerhuis klasse ZH 2 mag slechts één bijbehorend bijgebouw worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte van een bijbehorend bijgebouw mag niet meer bedragen dan 6 m²;
  • c. de goothoogte van een bijbehorend bijgebouw mag niet meer bedragen dan 2,75 meter;
  • d. de bouwhoogte van een bijbehorend bijgebouw mag niet meer bedragen dan 4,75 meter;
  • e. bijbehorende bijgebouwen worden voorzien van een kap;
  • f. de dakhelling van een bijbehorend bijgebouw bedraagt minimaal 30° en maximaal 55°.

20.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'tuin'

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 meter;
  • b. de hoogte van een muur mag niet meer bedragen dan 0,6 meter;
  • c. de bouwhoogte van een pergola mag niet meer bedragen dan 2,75 meter.

20.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • f. ter verbetering van de landschappelijke inrichting en/of positionering van de bebouwing.

20.4 Afwijken van de bouwregels
20.4.1 Hoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toestaan voor speel- en recreatievoorzieningen tot een maximale bouwhoogte van 3,5 meter.

20.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid sub c Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor, in gebruik geven voor en/of het doen laten gebruiken voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. permanente bewoning, al dan niet door tijdelijke medewerkers;
  • c. uitoefening van enige vorm van handel of bedrijf;
  • d. (ondergeschikte) detailhandel met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
  • e. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • f. seksinrichtingen;
  • g. het gebruik van (vrijstaande) bijbehorende bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • h. een inrichting als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), tenzij dit op de verbeelding of in de regels expliciet is toegestaan.