Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied Someren
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0847.BP02011002-VS02

Artikel 30 Waterstaat - Waterbergingsgebied/ Waterstaat- Reserveringsgebied waterberging

 
Toelichting
De dubbelbestemmingen Waterstaat- Waterbergingsgebied en Waterstaat- reserveringsgebied waterberging zijn gezien hun nauwe samenhang in één artikel opgenomen. Het waterbergingsgebied omvat het bestaand inundatiegebied terwijl het reserveringsgebied is opgenomen voor die gronden die in de toekomst mogelijk in aanmerking komen om te worden ingericht als waterbergingsgebied. Binnen het bestaand inundatiegebied staat de functie waterberging voorop en is het zaak te voorkomen dat het waterbergend vermogen wordt aangetast. Het bouwen ten behoeve van de waterberging is rechtstreeks toegestaan, het bouwen voor de andere bestemmingen is alleen toegestaan na ontheffing. Verder is voorzien in een specifiek aanlegvergunningstelsel. Hiermee wordt voldaan aan artikel 5.2. Verordening ruimte provincie Noord- Brabant.
Voor het reserveringsgebied gelden deze beperkingen niet. Binnen dit gebied kan volgens artikel 5.3 van de Verordening worden volstaan met een verantwoording in de toelichting over de wijze waarop de geschiktheid van het gebied voor toekomstige waterberging behouden blijft indien een bestemmingsplan voorziet in de volgende nieuwe ontwikkelingen:
  • Een stedelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied
  • Een hervestiging van of omschakeling naar intensieve veehouderij
  • Een nieuwvestiging van of omschakeling naar een glastuinbouwbedrijf
  • Een nieuwvestiging van een grondgebonden bedrijf
  • Een VAB- vestiging of uitbreiding van een complex van recreatiewoningen.
 
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waterstaat- Waterberging’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daaraan toegekende bestemmingen, mede bestemd voor de tijdelijke opvang van water voor zo ver de gronden nader zijn aangeduid als ‘bestaand inundatiegebied’ en als reserveringsgebied voor de tijdelijke opvang van water voor zo ver de gronden zijn aangeduid als ‘reserveringsgebied’.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
 
30.2 Bouwregels
 
30.2.1 Bestaand inundatiegebied
In afwijking van wat elders in deze regels is bepaald met betrekking tot de toegestane bebouwing binnen de andere bestemmingen, mogen er op de gronden binnen deze bestemming met de nadere aanduiding ‘bestaand inundatiegebied’ uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming. De hoogte mag maximaal 2m¹ zijn.
 
30.2.2 Reserveringsgebied
Op de gronden met de nadere aanduiding ‘reserveringsgebied’ mag worden gebouwd conform de regels van de andere bestemmingen.
 
30.2.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 30.2.1 om bebouwing toe te staan ten dienste van de andere bestemmingen. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
  1. Het bebouwing mag niet leiden tot een onevenredige vermindering of verslechtering van het waterbergend vermogen van de gronden.
  2. Het bevoegd gezag wint het advies in van het betrokken waterschap.
 
30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden.
Het is verboden op de gronden met de nadere aanduiding ‘bestaand inundatiegebied’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
- het ophogen van gronden en het aanbrengen of wijzigen van kaden
 
30.4.1 Uitzondering
Een omgevingsvergunning als hiervoor aangegeven is niet vereist voor:
  1. werken of werkzaamheden die vallen onder het normale onderhoud en beheer van de gronden overeenkomstig de overige bestemmingen dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.
  2. werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn dan wel op het tijdstip dat het bestemmingsplan van kracht wordt, nog mogen worden uitgevoerd op basis van een eerder verleende vergunning.
 
30.4.2 Uitzondering op vergunningvereiste
Het bepaalde onder 30.4 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen zowel ten aanzien van de onderhavige bestemming als ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemmingen.
 
30.4.3 Toelaatbaarheid
  1. De onder 29.4 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de desbetreffende werken en/ of werkzaamheden niet strijdig zijn met de belangen van de functie waterberging.
  2. Het bevoegd gezag wint het advies in van het betrokken waterschap.