direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: Nijnsel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0846.BP2011NIJ02NIJNSEL-vg01

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in milieucategorie 2 en 3.1 van de Lijst van bedrijven;
  • b. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning;
  • d. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - rubberrecycling' en 'bedrijf van categorie 4' een bedrijf handelend in het recyclen van rubber in milieucategorie 4;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - expeditie- en transportbedrijf' een expeditie- en transportbedrijf in milieucategorie 3.2;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', buitenopslag;
  • g. bedrijfsverzamelgebouwen waarbinnen tevens bedrijven van milieucategorie 1 zijn toegestaan uit de Lijst van bedrijven, met een maximale oppervlakte van 500 m² per bedrijf;
  • h. voorzieningen van algemeen nut;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfswoning op verdieping' is een bedrijfswoning op de verdieping toegestaan;

met de daarbijbehorende:

  • k. terreinen;
  • l. groenvoorzieningen.

5.1.2 Parkeernormen
  • a. Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden, waarbij voldaan wordt aan de volgende parkeernormen:

Bedrijfsactiviteit   minimaal aantal parkeerplaatsen per 100 m² bvo  
  Minimaal  
arbeids- en bezoekersextensieve bedrijven (loodsen, opslag, en transportbedrijf)   0,9  
arbeidsintensieve en bezoekersextensieve bedrijven (industrie, laboratorium, werkplaats)   2,8  
arbeidsextensieve en bezoekersintensieve bedrijven   1,8  
bedrijfsverzamelgebouw   1,7  
perifere detailhandel   8  
bouwmarkt, tuincentra, kringloopwinkel   2,7  
showroom   1,8  
kantoren (zonder baliefunctie)   2,0  

  • b. Van het bepaalde in sub a kan worden afgeweken indien op andere wijze afdoende in de parkeerbehoefte wordt voorzien.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen, gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd indien er geen bebouwingspercentage is aangeduid;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingspercentage' geldt het aangeduide bebouwingspercentage;
  • d. de minimale afstand van een gebouw tot een perceelsgrens bedraagt 4 meter;
  • e. de afstand tussen gebouwen onderling dient tenminste 4 meter te bedragen.

5.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen, bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen en voorzieningen van algemeen nut gelden de volgende regels:

  • a. ten aanzien van de maximale goot- en bouwhoogte gelden de aanduidingen;
  • b. een dakopbouw is toegestaan met een goothoogte van maximaal 12 meter, een diepte van maximaal 15 meter van het bedrijfsgebouw en over maximaal 2/3 van de breedte van het bedrijfsgebouw, met inachtneming van het bepaalde in sub c;
  • c. in afwijking van het bepaalde in sub b zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dakopbouw uitgesloten' geen dakopbouwen toegestaan.

5.2.3 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen, gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfswoning op verdieping';
  • b. de maximale goothoogte van een bedrijfswoning op de begane grond bedraagt 6 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van een bedrijfswoning op de begane grond bedraagt 10 meter;
  • d. de minimale inhoud bedraagt 350 m³;
  • e. de maximale inhoud bedraagt 750 m³;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfwoning op verdieping' gelden de regels zoals vervat in artikel 5.2.2.

5.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen de volgende regels:

  • a. de maximale goothoogte bedraagt 3 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 5 meter;
  • c. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bedraagt 50 m² ;
  • d. de minimale afstand tot de voorgevellijn van de bedrijfswoning bedraagt 2 meter.

5.2.5 Voorzieningen van algemeen nut

Voor het bouwen van voorzieningen van algemeen nut bedraagt de maximale goothoogte 3 meter.

5.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van vlaggenmasten en antennes bedraagt 8 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van verlichting bedraagt 12 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken binnen het bouwvlak bedraagt 8 meter en buiten het bouwvlak maximaal 2 meter.

5.2.7 Overig

Voor buitenopslag gelden de volgende regels:

  • a. buitenopslag is alleen toegestaan ter plaatse van de nadere aanduiding 'opslag';
  • b. de maximale toegestane hoogte voor buitenopslag bedraagt 10 meter.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.6 ten behoeve van de bouw van silo's, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de silo dient noodzakelijk te zijn voor het productieproces van het bedrijf;
  • b. er zijn maximaal 2 silo's per bouwperceel toegestaan;
  • c. de silo mag uitsluitend worden gerealiseerd achter het hoofdgebouw, waarbij een minimale afstand van 25 meter achter de voorgevelrooilijn aangehouden dient te worden;
  • d. de minimale afstand van de silo tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens bedraagt 4 meter;
  • e. de maximale oppervlakte per silo bedraagt 20 m²;
  • f. de maximale hoogte van een silo bedraagt 11 meter.

5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. zelfstandige kantoren;
  • c. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in artikel 5.1.1 sub c;
  • d. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel als bedoeld in artikel 5.1.1 sub b en reeds bestaande perifere detailhandel ten tijde van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;
  • e. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • f. prostitutie en/of seksinrichtingen;
  • g. opslag - of bergplaats van gebruikte, afgedankte c.q. aan de oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen, voorwerpen en/of materialen;
  • h. het opslaan van gerede of ongerede goederen;
  • i. voor het storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen.

5.5.2 Buiten toepassing strijdig gebruik

Het bepaalde in 5.5.1 sub h, i en j is niet van toepassing voor zover het betreft:

  • a. tijdelijke opslag van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangegeven bestemming;
  • b. tijdelijke opslag van goederen ten behoeve van de in 5.1 toegestane bedrijfsvoering;
  • c. open opslag in het kader van het normale onderhoud van de gronden.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 ten behoeve van:

  • a. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een naast hogere categorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 1 en 2 indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 1 of 2, niet in de Lijst van bedrijven wordt genoemd;
  • b. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 1 of 2, niet in de Lijst van bedrijven wordt genoemd;
  • c. bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.

5.6.2 Opslag

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in 5.5.1 sub h en i juncto 5.5.2 sub a en b, voor permanente opslag van goederen, materialen en werktuigen ten behoeve van een efficiënte bedrijfsvoering, met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van de opslag maximaal 5 meter mag bedragen;
  • b. de opslag achter de voorgevellijn dient plaats te vinden;
  • c. de vergunning slechts wordt verleend indien het straatbeeld daardoor ruimtelijk niet wordt aangetast, de verkeerssituatie zich daartegen niet verzet, en hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.6.3 Zelfstandige kantoren

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.1sub b, voor het toestaan van zelfstandige kantoren, onder de volgende voorwaarden:

  • a. er is een aantoonbare behoefte voor een zelfstandig kantoor;
  • b. de brutovloeroppervlakte van het kantoor mag niet meer bedragen dan 250 m² per bouwperceel;
  • c. door middel van specifiek onderzoek dient te worden aangetoond, dat voldaan wordt aan de relevante (milieuhygiënische) wet- en regelgeving;
  • d. er mag geen sprake zijn van een onevenredige beperking voor de reeds gevestigde bedrijven;
  • e. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij voldaan wordt aan de parkeernorm zoals opgenomen in 5.1.2.

5.6.4 Detailhandel perifeer

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.1sub d, voor het toestaan van perifere detailhandel, onder de volgende voorwaarden:

  • a. dit leidt niet tot een duurzame ontwrichting van de distributie-planologische structuur van de gemeente Sint-Oedenrode;
  • b. er mag geen aantasting van een normale afwikkeling van het verkeer mag ontstaan;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij voldaan wordt aan de parkeernorm zoals opgenomen in 5.1.2.

5.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduidingen als bedoeld in artikel 5.1 sub d te verwijderen indien de activiteit ter plaatse gedurende een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet.