direct naar inhoud van Artikel 8 Maatschappelijk
Plan: Boskant
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0846.BP2008BOS01Boskant-oh02

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1   Bestemmingsomschrijving  
  De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:  
  a.   het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder:  
    -   gezondheidszorg; en/of  
    -   zorg en welzijn; en/of  
    -   jeugd/kinderopvang; en/of  
    -   onderwijs; en/of  
    -   religie; en/of  
    -   uitvaart/begraafplaats; en/of  
    -   bibliotheken; en/of  
    -   openbare dienstverlening; en/of  
    -   verenigingsleven; en/of  
    -   gevangeniswezen; en/of  
    -   defensie/militaire zaken; en/of  
  b.   ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', een begraafplaats;  
     
  met daaraan ondergeschikt:  
  c.   een kantine;  
   
  met de daarbij behorende:  
  d.   wegen en paden;  
  e.   groenvoorzieningen;  
  f.   parkeervoorzieningen.  
     
8.2   Bouwregels  
8.2.1   Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:  
  a.   gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, behoudens het bepaalde in sub e;  
  b.   het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;  
  c.   ten aanzien van de maximale goot- en/of bouwhoogte van gebouwen gelden de aanduidingen;  
  d.   bij een kapconstructie bedraagt de dakhelling minimaal 15°en maximaal 65°;  
  e.   buiten het bouwvlak zijn gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut toegestaan met een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m2.  
     
8.2.2   Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:  
  a.   de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van verlichting, speelvoorzieningen, vlaggenmasten alsmede kunstobjecten bedraagt maximaal 8 meter;  
  b.   de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte 1 meter bedraagt indien gelegen voor de voorgevellijn van het hoofdgebouw;  
  c.   de bouwhoogte voor overige bouwwerken bedraagt maximaal 2 meter.  
     
8.3   Nadere eisen  
  Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:  
  a.   ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;  
  b.   ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;  
  c.   ter waarborging van de verkeersveiligheid;  
  d.   ter waarborging van de sociale veiligheid;  
  e.   ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.  
     
8.4   Specifieke gebruiksregels  
  Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor seksinrichtingen.