Plan: | Sint-Michielsgestel, Centrum Sint-Michielsgestel 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0845.BP2010SMGCENTRM100-OH02 |
Flora en faunaonderzoek
In het kader van de herinrichting van het centrum heeft de gemeente Sint-Michielsgestel opdracht verleend aan BTL om een flora- en faunaonderzoek uit te voeren. Dit onderzoek is in juli 2003 afgerond (Flora- en faunaonderzoek Sint-Michielsgestel, 23 juli 2003, BTL Planburo BV).
Aanvullend onderzoek
In januari 2004 is een aanvullend onderzoek naar de waarden in het centrum voor vleermuizen verricht (De waarden van het centrum van Sint-Michielsgestel voor vleermuizen, Peter Twisk, januari 2004). Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat het (huidig) bebouwde deel van het centrumgebied geen potentieel belangrijk foerageergebied is. Dit geldt echter wel voor de (oevers van de) Dommel en het gebied ten zuiden van de Schijndelseweg. Ook kent het centrumgebied een aantal belangrijke oude bomen. In het gehele plangebied is het mogelijk dat vleermuizen in gebouwen (met name de kerktoren) verblijven.
Vleermuizenonderzoek
Door BTL Planburo B.V. is in augustus 2004 het Vleermuisonderzoek centrumplan gemeente Sint-Michielsgestel afgerond. Daaruit blijkt dat in het plangebied 5 streng beschermde vleermuissoorten voorkomen: gewone dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis, ruige dwergvleermuis en watervleermuis. Binnen het plangebied zijn tijdens het onderzoek vaste rust- en verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en rosse vleermuis vastgesteld. In de oude brandweerkazerne aan de Ceintuurweg 3a is in de zomer van 2004 een kraamkolonie van 10 tot 20 exemplaren van de gewone dwergvleermuis vastgesteld. In de Adrianushoeve is in het voorjaar van 2004 een rust- en verblijfplaats van 1 of 2 exemplaren gewone dwergvleermuis aangetroffen. In de zuidoosthoek van het plangebied zijn ten minste 2 locaties aangetroffen, die door rosse vleermuis gebruikt worden als baltsplaats. Voor het afbreken van de gebouwen aan de Ceintuurweg 3a en de Adrianushoeve is ontheffing nodig van de Flora- en faunawet. Van deze gebouwen maakt de streng beschermde vleermuissoort, gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus, gebruik als vaste verblijfplaats. De Adrianushoeve is inmiddels gesloopt.
Met het afbreken van één of beide gebouwen wordt artikel 10 'het is verboden beschermde diersoorten te verstoren in hun vaste rust- en verblijfplaatsen' en artikel 11 'het is verboden vaste rust- en verblijfplaats van beschermde diersoorten te vernietigen' van de Flora- en faunawet overtreden. Afhankelijk van tijdstip en duur van het af van één of beide gebouwen wordt mogelijk ook artikel 9 'het is verboden beschermde dieren te doden, te verwonden, te vangen te bemachtigen of op te sporen' van de Flora- en faunawet overtreden.
Voor het verwijderen van de bomen/lanen, welke gebruikt worden als verblijfplaats van rosse vleermuis, Nyctalus noctula, moet rekening gehouden worden met het overtreden van de artikelen 9 tot en met 11 uit de Flora- en faunawet. Een en ander is afhankelijk van tijdstip, periode en aard van de werkzaamheden.
In principe valt de Dommel en bijbehorende oevers buiten de invloedssfeer van het centrumplan. Voor het uitvoeren van ingrijpende ruimtelijke maatregelen aan de Dommel of langs de Dommeloevers, inclusief de landschappelijke beplanting, moet rekening gehouden worden met het overtreden van de artikelen 9 tot en met 11 uit de Flora- en faunawet. Een en ander is afhankelijk van tijdstip, periode en aard van de werkzaamheden.
Aanbevolen wordt voor het overtreden van verbodsartikelen (artikel 8 tot en met 13) uit de Flora- en faunawet ontheffing aan te vragen op grond van artikel 75, lid 4, sub C, ruimtelijke ingrepen. Bij de ontheffingsaanvraag dient een projectplan te worden bijgevoegd. In het projectplan dient rekening te worden gehouden met de periode waarin gebouwen worden gesloopt die voor vleermuizen belangrijk zijn. Afgeraden wordt om zulke gebouwen te slopen in de voor vleermuizen meest kwetsbare perioden. Het verdient aanbeveling bepaalde werkzaamheden uit te voeren buiten de voor vleermuizen gevoelige perioden in de kraamtijd (juni en juli) en overwintering (november tot en met maart).
Ontheffing
In de brief van 8 juni 2005 heeft het Ministerie van LNV ontheffing als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet verleend onder vermelding van algemene voorwaarden. Een ontheffing geldt voor een periode van vijf jaar, verlenging van de ontheffing zal derhalve aangevraagd moeten worden.
Ten opzichte van de in 2003 en 2004 uitgevoerde beoordelingen is de Flora- en faunawet gewijzigd. Voor algemene soorten, die staan vermeld in tabel 1, behoeft geen ontheffing aangevraagd te worden. Voor de soorten van tabel 2 (overige soorten) en tabel 3 (bijzondere soorten) is dit wel noodzakelijk. Voor het overgrote deel van de soorten behoeft nu geen ontheffing meer aangevraagd te worden. Ook voor soorten die alleen staan vermeld op de Rode Lijst en niet zijn opgenomen in de tabellen van de Flora- en faunawet geldt geen beschermde status. Ontheffing is alleen nodig voor vleermuizen. De groeiplaats van de lange ereprijs langs de Dommel wordt niet aangetast. Hiervoor is dus ook geen ontheffing nodig.
Naverkenning
Op 11 juni 2009 heeft een naverkenning plaatsgevonden. Hierbij is geconcludeerd dat de huidige situatie in ruimtelijk opzicht en beheerstoestand gelijk is aan die van 2004. Naar verwachting hebben er dus geen wijzigingen plaatsgevonden in de samenstelling van de flora en fauna in het plangebied. Geadviseerd wordt om de inventarisatie van vleermuizen te actualiseren voor die gebouwen die worden gesloopt of verbouwd en tevens voor grote bomen die worden gerooid. Ter plaatse van de bouwlocatie aan de Heesakkerstraat en de mogelijke ontwikkelingslocatie aan de noordzijde van het Spijt, zijn geen relevante waarden aangetroffen.
De Dommel
Inrichtingsvisie De Dommel
De gemeente Sint-Michielsgestel, het Waterschap De Dommel en de Brabantse Milieufederatie, hebben opdracht gegeven aan Taken Landschapsplanning BV voor het opstellen van de Inrichtingsvisie Dommel in Sint-Michielsgestel inclusief oeverlanden (31 mei 2000). Doelstelling hiervan was het opstellen van een integrale visie met accent op inrichtingsmaatregelen. Een belangrijk onderdeel van het project vormde het aangeven van randvoorwaarden, vanuit zowel ecologisch als visueel-ruimtelijk oogpunt, voor de bouwlocaties tussen het Adrianustracé en de Dommel.
De ecologische verbindingszone langs de Dommel
Door Grontmij is het plan vervaardigd 'De ecologische verbindingszone langs de Dommel'. Voor de ecologische verbindingszone worden natuurvriendelijke oevers op sommige plaatsen verbreed en flauw afgegraven. Ter hoogte van het centrum, waar de ruimte beperkt is, worden muren toegepast om de Dommel met oevers zoveel mogelijk de ruimte te geven. Waar afgraven van de Dommel niet mogelijk is, wordt de Dommel versmald. De natuurlijke oever wordt binnen het bestaande profiel ingepast. Door daarnaast plaatselijk oude Dommelmeanders eenzijdig aan te takken of nieuwe aantakkingen te graven, ontstaan nieuwe milieus die de diversiteit in het gebied sterk verhogen. Voorts worden poelen gegraven op plaatsen waar ruimte is. Door ecologisch beheer is veel winst te behalen voor de natuurwaarden van het gebied.
De oeverzone van de Dommel ter hoogte van het centrum vormt een bijzonder gedeelte van de ecologische verbindingszone. De rand van het centrum wordt met een muur afgescheiden van de Dommel. Hierdoor wordt de ecologische verbindingszone zo breed mogelijk. Bovendien kan op deze manier een aantal prachtige plekken worden gemaakt met uitzicht over de Dommel.
Ten noorden van de brug wordt bij het gebouw met een winkelblok met appartementen, gekozen voor een kademuur, deel uitmakend van het gebouw. Zodoende blijft er zoveel mogelijk ruimte over voor de Dommel. De uitstulping aan de zuidzijde zorgt voor een 'balkon'. Dit is tegelijk de locatie waar een brug voor langzaam verkeer over de Dommel wordt aangelegd. Naar het zuiden sluit de muur aan op een tweede gebouw. Door een ommuurd terras wordt de aansluiting met de bestaande brug over de Dommel bereikt.
De brug krijgt aan weerszijden trappen, zodat hier het natuurvriendelijk ingerichte gebied langs de Dommel gemakkelijk kan worden bereikt. Door geen pad aan te leggen krijgt de natuur volop de ruimte. Wandelaars krijgen wel de ruimte. Ten zuiden van de brug heeft de muur een grotere aaneengesloten lengte met ook een balkon.