Plan: | Bestemmingsplan Hooidonk |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0845.BP2010DGNHOOID-OH01 |
Het plangebied ligt in een gebied waar een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde geldt. In een dergelijk gebied bestaat er een grote kans dat er archeologische waarden aanwezig zijn. In januari 2010 is daarom een archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek verkennende fase uitgevoerd (Archeologisch onderzoek plangebied Hooidonk, te Den Dungen. Grontmij Nederland B.V., Roermond, 22 juni 2010, doc. nr. 274762/RM/GAR880/ij). Vervolgens is in november 2010 een innventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd (Archeologisch Onderzoek plangebied Hooidonk te Den Dungen Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven plangebied Hooidonk te Den Dungen, gemeente Sint-Michielsgestel. Grontmij Nederland B.V., Roermond, 15 maart 2011, doc. nr. 301756.rm.344/GAR 1027).
Bureauonderzoek
Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) geldt er voor het plangebied een hoge of middelhoge tot hoge trefkans voor het aantreffen van archeologische waarden. Uit de concept archeologische verwachtingskaart van de gemeente Sint-Michielsgestel heeft het plangebied een lage verwachtingswaarde omdat de bodem mogelijk verstoord is.
Op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) zijn geen monumenten in of nabij het plangebied weergegeven. In het ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS2) zijn binnen een straal van een kilometer van het plangebied twee vindplaatsen bekend (zwaard en een stenen bijl) en acht onderzoeksmeldingen.
Uit het bureauonderzoek blijkt dat een middelhoge verwachting geldt voor het aantreffen van archeologische vindplaatsen uit de Middeleeuwen en een hoge verwachtingswaarde voor vindplaatsen uit de Nieuwe Tijd.
Inventariserend veldonderzoek
In het plangebied zijn handmatig 59 boringen uitgevoerd om inzicht te krijgen in de profielopbouw en de eigenschappen van de bodem. Uit de boringen blijkt dat de bodem in het plangebied grotendeels bestaat uit hoge zwarte enkeerdgronden. De bodem in het plangebied is onverstoord, de mogelijke aanwezigheid van intacte archeologische resten is daardoor groot.
Proefsleuvenonderzoek
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werd onherroepelijk dat er geen sprake is van hoge zwarte enkeerdgronden, maar van vaaggronden (ontwikkeld op zand). Er is weinig tot geen sprake van bodemvorming. Door middel van 19 proefsleuven van 4 x 25 m zijn twee archeologische vindplaatsen aangetroffen uit de Nieuwe tijd. De gaafheid en conservering van de vindplaatsen lijken matig tot goed te zijn, maar worden wel aangetast door een sterk fluctuerende grondwaterstand.De vindplaatsen zijn gewaardeerd als niet behoudenswaardig. Naar verwachting zal er als gevolg van de geplande werkzaamheden dan ook geen verstoring van archeologische waarden optreden. Derhalve worden géén aanbevelingen ten aanzien van behoud van archeologische waarden of vervolgonderzoek gedaan.
Conclusie
Wat betreft archeologie kan het plangebied vrijgegeven worden voor verdere ontwikkeling.
Mochten tijdens de graafwerkzaamheden in niet onderzochte terreindelen alsnog archeologische waarden worden aangetroffen, dient hiervan melding te worden gemaakt conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988. Melding van archeologische waarden dient zo spoedig mogelijk plaats te vinden bij de minister.