11.2 Voorwaarden
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.1 kan slechts worden verleend, mits:
-
a. de bezonning van de omliggende percelen niet onevenredig wordt verminderd;
-
b. de privacy van de gebruikers/eigenaren van de omliggende percelen niet onevenredig worden verminderd;
-
c. het uitzicht van de gebruikers/eigenaren van de omliggende percelen niet onevenredig worden verminderd;
-
d. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
-
e. bij de afwijking geen bestemmingsgrenzen worden overschreden.