Plan: | Jacobskamp |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0845.BP2010DDNJCBSKM100-OH01 |
De Wet geurhinder en veehouderij (hierna: Wgv) vormt het toetsingskader als het gaat om geurhinder vanwege dierenverblijven van veehouderijen. Hierbij zijn veehouderijen zogenaamde inrichtingen die krachtens een in de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoren tot en bestemd zijn voor het fokken, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren.
Met de Wgv geldt één toetsingskader voor heel Nederland. Er is sprake van een helder, eenvoudig en eenduidig beoordelingskader zodat vooraf bekend is of een milieuvergunning kan worden verleend. In de Wet wordt onderscheid gemaakt tussen dieren met en zonder een geuremissiefactor.
Dieren met een geuremissiefactor
De normstelling in de Wgv is zo gekozen dat de uitbreidingsmogelijkheden voor de veehouderijsector niet wijzigen. In de Wgv is de maximale geurbelasting op een geurgevoelig object vastgelegd in odour-units (ouE/m³).
Wettelijk gezien mag binnen de bebouwde kom op nieuwe geurgevoelige objecten de geurbelasting maximaal 3 odour units per kubieke meter lucht (ouE/m³) bedragen. Buiten de bebouwde kom is deze waarde maximaal 14 ouE/m³. Bij dieren met een geuremissiefactor wordt de geuremissie berekend op een geurgevoelig object.
Dieren zonder een geuremissiefactor
Naast dieren waarvoor een geuremissiefactor is onherroepelijk zijn er ook dieren waarvoor geen geuremissiefactor is onherroepelijk (zoals melkkoeien en paarden). Voor deze dieren gelden zogenaamde vaste afstanden. De afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor geen geuremissiefactor is onherroepelijk, en een geurgevoelig object bedraagt:
Anders dan op basis van de voorheen geldende regelgeving/beleidskaders kan de gemeenteraad gelet op lokale omstandigheden een afwijkende waarde of afstand vaststellen. Dit moet gebeuren in een gemeentelijke verordening. De motivering moet te herleiden zijn tot de gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied in relatie tot de huidige en de te verwachten geurhinder. Dit kan blijken uit bijvoorbeeld een bestemmingsplan.
De gemeenteraad van Sint-Michielsgestel heeft de geurverordening 'Verordening geurhinder en veehouderij Sint-Michielsgestel 2008' onherroepelijk op 10 juli 2008. In deze geurverordening zijn de vaste afstanden gehalveerd. De afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor geen geuremissiefactor is onherroepelijk, en een geurgevoelig object bedraagt:
Plangebied
In onderstaande figuur 7 zijn de hindercirkels van de omliggende bedrijven weergegeven. De paarse cirkels hebben betrekking op veehouderijen. Voor de overige inrichtingen in en in de omgeving van het plangebied (nr.1, 3, 4, 8, 10, 11 en 12) wordt verwezen naar paragraaf 5.7 bedrijven en milieuzonering. De kwekerij op nr. 7 is niet meer in gebruik.
Figuur 7 Kaart met hindercirkels. Nr. 2 is Paterstraat 46, nr. 5 is Hooidonksestraat 1B, nr. 6 Hooidonksestraat 2, nr. 9 Hooidonksestraat 15 |
In de omgeving van het plangebied liggen de volgende veehouderijen:
De aan te houden afstand tot de melkrundveehouderijen bedraagt 25 meter. De daadwerkelijke afstand van het plangebied tot de Paterstraat 46 is circa 85 meter. De daadwerkelijke afstand van het plangebied tot de Hooidonksestraat 1B is circa 50 meter. De sportvelden worden echter niet gezien als een geurgevoelig object, omdat hier geen mensen verblijven in een gebouw. De afstand tot een geurgevoelig object, zoals een woning of de sportkantine bedraagt meer dan 50 meter.
Het bedrijf aan de Hooidonksestraat 2 behoort tot het plangebied. Echter dit bedrijf heeft haar activiteiten beëindigd en het perceel wordt bestemd tot 'Wonen'.
In figuur 7 is ook de berekende hindercirkel van de Hooidonksestraat 15 opgenomen. Binnen deze hindercirkel worden geen nieuwe geurgevoelige objecten mogelijk gemaakt.
Conclusie
Op het gebied van geurhinder zijn geen belemmeringen voor de ontwikkeling van het plangebied.