direct naar inhoud van Artikel 6 Groen
Plan: Molenstraat e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0844.BPMolenstraat-VG01

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden met de bestemming ‘Groen’ zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. verhardingen, fiets- en voetpaden;
  • d. (dag)recreatief medegebruik;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. hondenuitlaatvoorzieningen;
  • g. bestaande inritten en parkeervoorzieningen;
  • h. bestaande nutsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De hoogte van afrasteringen mag niet meer bedragen dan 1 m.
  • b. De hoogte van verlichtingsmasten, vlaggenmasten en kunstwerken mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • c. De hoogte van speelvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 m.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afrastering

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 onder a voor een afrastering rond een trapveldje waar doelen zijn opgesteld, met een hoogte van niet meer dan 5 m.

6.3.2 Speelvoorzieningen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 onder c voor het oprichten van speeltoestellen met een hoogte van niet meer dan 5 m.

6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Strijdig gebruik

Als gebruik in strijd met de bestemming wordt aangemerkt:

  • a. Het gebruik van gronden en bouwwerken voor enigerlei vorm van erotische dienstverlening.
  • b. Het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel en horeca.
  • c. Het opslaan van verpakte en onverpakte stoffen, materialen en goederen.
  • d. Het gebruik van gronden als parkeervoorziening, met uitzondering van bestaande parkeervoorzieningen.
  • e. Het gebruik van gronden voor het stallen van aanhangers, tenten, campers, caravans, voer- en vaartuigen en andere verblijfsmiddelen.

6.5 Wijzigingsbevoegdheid
6.5.1 Wijziging naar "Wonen' of 'Tuin'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen door de bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Wonen’ of ‘Tuin’, mits:

  • a. aan de gronden ter plaatse van het wijzigingsgebied geen bouwvlak wordt toegekend;
  • b. de regels behorende bij de nieuwe desbetreffende bestemming van toepassing worden verklaard.