direct naar inhoud van Artikel 7 Natuur
Plan: Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0844.BPBedrijventerrein-VG02

Artikel 7 Natuur

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. natuurgebied;
  • b. voet- en fietspaden
  • c. het behoud of herstel van de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

één en ander met bijbehorende voorzieningen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

7.3 Specifieke gebruiksregels
7.3.1 Strijdig gebruik

In aanvulling op het bepaalde van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:

  • a. voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. voor lawaaisporten;
  • c. voor verblijfsrecreatie.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4.1 Algemeen

Het is verboden op de gronden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de navolgende werken en / of werkzaamheden te verrichten, te doen of te laten verrichten:

  • a. het kappen van bomen;
  • b. het aanleggen van verhardingen / halfverhardingen;
  • c. het ontginnen, egaliseren, afgraven, aanvullen of ophogen van gronden;
  • d. het winnen van mos of bosstrooisel;
  • e. het opslaan van goederen daaronder begrepen het opslaan van afvalstoffen.
7.4.2 Uitzondering

Het onder 7.4.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning of omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud en beheer.
7.4.3 Verlening

De in 7.4.1. bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het natuurgebied.