direct naar inhoud van Artikel 22 Verkeer
Plan: Buitengebied Rucphen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.9000B0001-GU02

Artikel 22 Verkeer

22.1 Bestemmingsomschrijving
22.1.1 Bestemming

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en instandhouding van:
    • 1. interregionale wegen;
    • 2. interlokale wegen;
    • 3. lokale verharde wegen;
    • 4. onverharde wegen;
    • 5. wandel- en fietspaden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – onverharde weg': uitsluitend een onverharde weg;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – halfverharde weg': uitsluitend een onverharde dan wel halfverharde weg;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie': tevens dagrecreatie;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': tevens een zend-/ontvangsinstallatie;
  • f. groen- en speelvoorzieningen, infrastructurele voorzieningen, geluidwerende voorzieningen, openbare nutsvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

22.1.2 Toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 22.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Gebouwen

Gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de oppervlakte bedraagt maximaal 15 m², met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' de oppervlakte maximaal 25 m² bedraagt;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,5 meter.

22.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, bedraagt maximaal voor:
    • 1. openbare nutsvoorzieningen: 3,5 meter;
    • 2. masten: 8 meter;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': 40 meter;
    • 4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 meter.

22.3 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
22.3.1 Omgevingsvergunningsvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaand en/of diepwortelende beplanting, waaronder houtgewas;
  • b. het vellen van houtgewas.

22.3.2 Uitzonderingsregel

Het in lid 22.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;

22.3.3 Voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 22.3.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:

  • a. is aangetoond dat uitoefening van de werken en/of werkzaamheden niet strijdig is met de belangen van de bestemming;
  • b. schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen in verband met de bestemming niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.

22.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Verkeer' te wijzigen voor het verharden van onverharde wegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' dan wel de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - halfverharde weg', met dien verstande dat:

  • a. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van in de omgeving aanwezige landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, bodem- en waterhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden.