direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Hooghei II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.2585KO001-DEF1

3.2 Provinciaal en regionaal beleid

3.2.1 Provinciale benadering 'Ruimte voor Ruimte'-regeling

De provincie Noord-Brabant heeft als voorwaarde aan de 'Ruimte voor Ruimte'-regeling gesteld dat de ontwikkeling van kavels direct dient te worden gerelateerd aan concreet te slopen staloppervlak. Zoals gesteld, mag er voor de sloop van 1.000 m² stal 1 kavel worden ontwikkeld.

Om aan te tonen dat er inderdaad per te ontwikkelen woningbouwkavel 1.000 m² stallen gesloopt zijn, stelt de provincie conform afspraken met de ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte dossiernummers ter beschikking van aanvragen voor sloopsubsidie in het kader van de beëindigingsregeling.

De benodigde dossiernummers voor het plangebied zijn opgenomen in tabel 3.1. Het betreft dossiernummers voor in totaal twee 'Ruimte voor Ruimte'-bouwcontingenten. De totale nieuwbouwontwikkeling bestaat uit vijf ruime kavels van meer dan 1.000 m2, zes aaneengesloten woningen en één woning op een kleinere kavel. Daarnaast zijn er in dit bestemmingsplan een vijftal woningen meegenomen die in het recente verleden in de vorm van een vrijstellingsbesluit mogelijk zijn gemaakt. Het totale plangebied bestaat zodoende uit 17 kavels.

Tabel 3.1: Dossiernummers RBV

afbeelding "i_NL.IMRO.0840.2585KO001-DEF1_0005.jpg"

3.2.2 Structuurvisie

Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Noord-Brabant in werking getreden. Provinciale Staten hebben deze op 1 oktober 2010 vastgesteld. De Structuurvisie is op 1 januari 2011 in werking getreden. De Structuurvisie geeft aan welke ambities de provincie heeft op het gebied van het provinciale ruimtelijke beleid tot 2025.
De structuurvisie is opgebouwd uit twee delen en een uitwerking. Het eerste deel bevat de hoofdlijnen van het beleid. Hierin heeft de provincie haar belangen gedefinieerd en ruimtelijke keuzes gemaakt. Deze belangen en keuzes zijn gebaseerd op trends en ontwikkelingen. Ook beschrijft de provincie vanuit welke filosofie ze haar doelen wil bereiken. Die filosofie is: ‘samenwerken aan kwaliteit’. De provincie realiseert haar doelen op vier manieren: door regionaal samen te werken, te ontwikkelen, te beschermen en te stimuleren.
In het andere deel beschrijft de provincie vier ruimtelijke structuren. Voor iedere structuur formuleert de provincie ambities en beleid. Per beleidsdoel is aangegeven welke instrumenten de provincie inzet om haar doelen te bereiken. De Structuurvisie wordt nader uitgewerkt in gebiedspaspoorten en in de Verordening Ruimte.

Op de Structurenkaart is het gebied aangewezen als gemengd landelijk gebied. Dit brengt geen belemmeringen met zich mee voor wat betreft de planvorming. Het beleid van de Structuurvisie voor wonen stelt voor kleine kernen dat het uitgangspunt moet zijn dat er wordt gebouwd voor migratiesaldo nul. De landelijke gebieden dienen te beschikken over vitale kernen en meer kleinschalige woon- en werkmilieus. Leefbaarheid is een aandachtspunt. Getracht wordt om samen met de bewoners te zoeken naar mogelijkheden om gemeenschappelijke voorzieningen te behouden. Het project Hooghei II omvat diverse woningtypologieën, voor verschillende prijscategorieën, waardoor er in de kern Zegge ruimte is voor mensen met een grote diversiteit aan woonwensen.

3.2.3 Verordening Ruimte 2012

De Verordening Ruimte is per 1 maart 2011 in werking getreden. In de Verordening Ruimte worden regels gesteld die doorvertaald moeten worden in het bestemmingsplan. Het plan Hooghei II is gelegen op de rand van stedelijk en landelijk gebied. Het gebied is gedeeltelijk aangewezen als zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling, waardoor het als eerste in beeld is voor een stedelijke uitbreiding.

Op 1 juni 2012 is een geactualiseerde versie van de Verordening Ruimte in werking getreden. Aanleidingen voor deze actualisatie waren het koersdocument Transitie Stad en Platteland, de uitkomst van de evaluatie van de Verordening Ruimte 2011 en het nieuwe natuurbeleid. Voor de ontwikkeling van het plan Hooghei II heeft deze actualisatie geen consequenties.

Conclusie

De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de Verordening Ruimte 2012 vormen geen belemmeringen voor de ontwikkeling van het plangebied ten behoeve van woningbouw.

3.2.4 Bevordering van ruimtelijke kwaliteit

Omdat Hooghei II een uitleglocatie betreft, moet in het kader van de provinciale regeling 'bevordering van ruimtelijke kwaliteit' de aantasting van de kwaliteit van het buitengebied door de bouw van nieuwe woningen gecompenseerd worden. Dit geldt uitsluitend voor woningen die buiten de Ruimte voor Ruimte-regeling vallen. In Hooghei II worden 12 woningen gerealiseerd, waarvan voor 2 een Ruimte voor Ruimte titel wordt afgedragen. Voor de reguliere contingenten is de regeling ter bevordering van ruimtelijke kwaliteit van toepassing. Voor deze woningen wordt een kwaliteitsimpuls in het buitengebied gegenereerd door aan de rand van het plangebied een groene afronding van de dorpsrand vorm te geven. Om te bewerkstelligen dat deze groenstructuur beschermd wordt, krijgt dit groen een groenbestemming met hieraan gekoppeld de noodzaak om een omgevingsvergunning aan te vragen voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden, zoals kappen, grondverstoring, rooien van houtopstanden etc.

3.2.5 Beleid ten aanzien van water

De locatie Hooghei II is niet gelegen in een attentiegebied of grondwaterbeschermingsgebied volgens de Verordening Waterhuishouding Noord-Brabant 2005. Volgens de Provinciale Milieu Verordening Noord-Brabant is de locatie niet gelegen in een beschermingszone ten behoeve van de drinkwaterwinning en valt het niet binnen de boringsvrije zone.

Waterschap Brabantse Delta

In het kader van het huidige overheidsbeleid (4e nota Waterhuishouding) en het beleid van waterschap Brabantse Delta dient invulling te worden gegeven aan “duurzaam stedelijk waterbeheer”. Dit betekent dat het actuele grondwaterregime gehandhaafd dient te blijven en er 'waterneutraal' gebouwd dient te worden. Dit heeft tot gevolg dat gebiedseigen hemelwater vastgehouden dient te worden en dat er een afwateringssysteem met maximale afkoppeling dient te komen. 'Schoon' hemelwater wordt niet naar een rioolwaterzuivering afgevoerd, maar via een alternatief systeem opgevangen en afhankelijk van de kwaliteit van het hemelwater afgevoerd naar het grond- dan wel oppervlaktewater.

Verder geldt dat negatieve effecten van ingrepen in het watersysteem niet mogen worden afgewenteld of afgeschoven.

Indien in het plangebied het verhard oppervlak toeneemt met 2000 m2 of meer, dan wordt retentie van het hemelwater geëist. Het plangebied moet voldoende berging bevatten om een statistische bui met een herhalingstijd van 1 keer in de 100 jaar te kunnen bergen.

De voorkeursvolgorde voor het realiseren van de retentiebehoefte is:

  • Infiltreren;
  • Retentie aanleggen binnen het plangebied;
  • Retentie aanleg buiten het plangebied;
  • Berging zoeken in bestaand watersysteem.

In de nota “Beleidsregel hydraulische randvoorwaarden 2009” is het waterschapsbeleid nader uitgewerkt in technische voorwaarden aan de hand waarvan het waterschap de ingrepen in het watersysteem beoordeeld.

Beschermde gebieden keur

In de keur zijn beschermde gebieden vastgesteld waarbinnen voor elke vorm van water aan- en -afvoer lozing of onttrekking (vanaf 0 m3/h) een vergunning noodzakelijk is. Het plangebied is echter niet gelegen binnen een dergelijk gebied.