direct naar inhoud van 8.3 Bodem
Plan: Oisterwijk Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002

8.3 Bodem

Normstelling en beleid

Op basis van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) is, in verband met de uitvoerbaarheid van het plan, een onderzoek naar de milieuhygiënische bodemkwaliteit van het plangebied verplicht. Een bodemverontreiniging kan een belemmering vormen voor het realiseren van bouwplannen. Mocht bij functiewijziging een vermoeden van bodemverontreiniging aanwezig zijn, dan dient door middel van een verkennend bodemonderzoek te worden onderzocht in hoeverre de milieuhygiënische bodemkwaliteit op deze locatie geschikt is voor de nieuwe functie. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

De provincie hanteert de richtlijn dat bij de beoordeling van ruimtelijke plannen ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, moet worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.

Onderzoek en conclusie

In dit bestemmingsplan worden de volgende ontwikkelingen rechtstreeks mogelijk gemaakt: de bouw van windturbines en de realisatie van mestvergistingsinstallaties. Op basis van jurisprudentie is een bodemonderzoek vereist indien sprake is van een ruimte waar per dag meer dan 2 uur mensen verblijven. Daarnaast is een bodemonderzoek vereist indien uit de gemeentelijke of provinciale administratie blijkt dat er sprake is van een verontreinigde situatie. Er zijn geen aanwijzingen dat van een dergelijke verdenking sprake is.

In de planregels zijn een aantal mogelijkheden voor afwijkingen en wijzigingen opgenomen, waarmee nieuwe bouwmogelijkheden gecreëerd worden. Op het moment dat deze ontwikkelingen zich voordoen, zal een onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse, plaatsvinden.

Het aspect bodemkwaliteit vormt derhalve geen belemmering voor voorliggend bestemmingsplan.