Plan: | Oisterwijk Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002 |
De toelichting van het bestemmingsplan is opgebouwd uit een analysegedeelte (wat zijn de kenmerken en kwaliteiten van het buitengebied?), een gebiedsvisie (wat is het gemeentelijk beleid voor het buitengebied?) en een vertaling van de visie in een bestemmingsregeling (hoe wordt de beleidsvisie vertaald in bestemmingen en regels?).
De kern van de toelichting bestaat uit de gebiedsvisie, deze is beschreven in hoofdstuk 5. In paragraaf 5.1. worden doel en opzet van de gebiedsvisie toegelicht. In paragraaf 5.2. wordt de hoofddoelstelling voor de ruimtelijke ontwikkeling en inrichting van het landelijk gebied geformuleerd en beschreven. In paragraaf 5.3. is deze hoofddoelstelling uitgewerkt tot een gebiedsvisie. In aanvulling op de gebiedsvisie worden in hoofdstuk 6 een aantal beleidsthema's verder uitgediept.
De informatie die is gebruikt om tot de gebiedsvisie te komen, staat weergegeven in het analysedeel, de hoofdstukken 2, 3 en 4. Hoofdstuk 2 bevat een korte beschrijving (kenschets) van het plangebied. In hoofdstuk 3 worden de voor het gebied belangrijkste beleidsvoornemens uit het geldend beleid van rijk, provincie en gemeente samengevat. Met name de doorwerking van Interimstructuurvisie "Brabant in ontwikkeling'' en Paraplunota 2008, StructuurvisiePlus en de reconstructieplannen namen een belangrijke plaats in bij het opstellen van het voorontwerp- en ontwerpbestemmingsplan. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan is de provinciale Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de Verordening Ruimte doorvertaald in het plan. Hoofdstuk 4 beschrijft de functies die in het plangebied voorkomen. Van elke functie worden beschreven de huidige situatie, het toekomstperspectief en de bouwstenen voor beleid c.q. de opgave waarvoor de gemeente staat met betrekking tot de betreffende functie. Daarbij is nog niet beoordeeld of de wensbeelden / opgaven onderling strijdig zijn, elkaar juist versterken of in overeenstemming zijn met het geschetste beleidskader. Deze afweging is beschreven in hoofdstuk 5.
De wijze waarop de vertaling van de gebiedsvisie (met thema-uitwerking) in regels en plankaart heeft plaatsgevonden, is beschreven in hoofdstuk 7. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de gekozen planvorm, de toegepaste bestemmingsmethodiek en de belangrijkste regels.
In hoofdstuk 8 vindt een sectorale toetsing plaats van de ontwikkelingen die met het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. In hoofdstuk 9 wordt ingegaan op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van (onderdelen) van het bestemmingsplan. In hoofdstuk 10 komt de wijze waarop het plan zal worden uitgevoerd, toegepast en gehandhaafd aan de orde. In hoofdstuk 11 tenslotte wordt een kort overzicht gegeven van de belangrijkste wijzigingen die bij de vaststelling in het bestemmingsplan zijn aangebracht.