direct naar inhoud van Artikel 22 Wonen - 2
Plan: Oisterwijk Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002

Artikel 22 Wonen - 2

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, op voormalige agrarische bedrijfslocaties;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein': een kampeerterrein voor ten hoogste 15 seizoensgebonden standplaatsen met bijbehorende voorzieningen voor dienstverlening en beheer;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' en 'specifieke bouwaanduiding - 1': verblijfsrecreatie in groepsaccommodaties en één vakantiewoning;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' en 'specifieke bouwaanduiding - 2': ten hoogste 8 verblijfsrecreatieve eenheden met bijbehorende voorzieningen voor dienstverlening en beheer;
  • e. de uitoefening van nevenfuncties, ondergeschikt aan het wonen met inachtneming van 22.4 en 22.5;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': de opslag van goederen, vergelijkbaar met op- en overslag behorende tot maximaal categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water.

22.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen hoofdgebouwen (woningen) met bijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. op de gronden met de aanduiding 'erf' mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • c. bijgebouwen en overkappingen op de gronden met de aanduiding 'erf' mogen niet worden vergroot;
  • d. per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan, tenzij anders is aangegeven;
  • e. de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en / of inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte   inhoud  
hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen)   7 m   11 m     600 m³  
bijgebouwen en overkappingen   3,5 m   6 m   ten hoogste 40% van het zij- en achtererf met een maximum van 100 m²    
groepsaccommodaties en één vakantiewoning op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1'       vergroting is niet toegestaan   vergroting is niet toegestaan  
verblijfsrecreatieve eenheden met bijbehorende voorzieningen voor dienstverlening en beheer op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2'       500 m2    
erfafscheidingen voor de voorgevel     1 m      
erfafscheidingen elders     2 m      
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 m      

  • f. de goothoogte van woningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 meter bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 meter bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van de woning ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de woning ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt.

22.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 onder e voor het vergroten van de maximaal toelaatbare oppervlakte bijgebouwen ten behoeve van het stallen van (klein)vee of de opslag van materieel ten behoeve van het onderhoud van het perceel tot een gezamenlijk oppervlakte van de bijgebouwen van ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 120 m².

22.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn in het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) en in bijgebouwen toegestaan; de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 40 % van de vloeroppervlakte van hoofd- en bijgebouwen met een maximum van 80 m²;
  • b. het gebruik van een gebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  • c. zelfstandige bewoning van bijgebouwen is niet toegestaan;
  • d. permanente bewoning van verblijfsrecreatieve eenheden is niet toegestaan;
  • e. bij een paardenbak is het gebruik maken van een geluidsinstallatie, of verlichting door middel van lichtmasten niet toegestaan;
  • f. de handel en/of verkoop van goederen, het ter plaatse uitvoeren van onderhoud en/of reparatie alsmede de be- of verwerking van goederen is ter plaatse van de aanduiding 'opslag' niet toegestaan;
  • g. met betrekking tot de toegestane nevenfuncties, zoals genoemd in 22.1 onder e, is tabel 22.1 van toepassing, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend de genoemde nevenfuncties zijn toegestaan waarbij uitsluitend de bestaande bebouwing – al dan niet met inpandige bouwactiviteiten - benut mag worden tot de omvang zoals vermeld in tabel 22.1;
    • 2. op de gronden met de aanduiding 'erf' zijn geen nevenfuncties toegestaan met uitzondering van hobbymatige paardrijactiviteiten en hobbymatig houden van vee;
    • 3. nevenfuncties aangeduid met een + op de betreffende gronden rechtstreeks zijn toegestaan;
    • 4. voor nevenfuncties aangeduid met een O of O* het bepaalde in 22.5.2 van toepassing is;
    • 5. nevenfuncties aangeduid met een O* uitsluitend op percelen met monumenten of cultuurhistorische waardevolle gebouwen, zoals opgenomen in bijlage 4 behorende bij de regels, zijn toegestaan;
    • 6. nevenfuncties aangeduid met een – op de betreffende gronden niet zijn toegestaan;
    • 7. per nevenfunctie is aangegeven in welke 'wro-zone - ontheffingsgebied' deze is toegestaan;
    • 8. bij een combinatie van nevenfuncties mag de bestaande bebouwing ten behoeve van de nevenfuncties worden benut tot de totaal opgetelde maximum oppervlakte van de betreffende nevenfuncties aangegeven in tabel 22.1, tot een maximum van 500 m², met dien verstande dat bij een combinatie van opslag en stalling van niet-agrarische producten, goederen en werktuigen met andere nevenfuncties, ten hoogste 1.000 m² van de bestaande bebouwing ten behoeve van de nevenfuncties mag worden benut.

Tabel 22.1

nevenfunctie   op de gronden met de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied 1.1 t/m 5.1'   op de gronden met de aanduiding 'wro-zone - ontheffings-
gebied 6.3'  
op de overige gronden   maximale omvang binnen bestaande bebouwing  
verbrede landbouw  
verkoop aan huis van (eigen) agrarische producten   +
1.1 t / m 5.1  
+   +   100 m² vloeroppervlakte  
verkoop aan huis van boerderij- en streekproducten   +
1.1 t / m 5.1  
+   +   100 m² vloeroppervlakte  
agrarisch natuur- en landschapsbeheer   +
1.1 t / m 5.1  
+   +   -  
agrarisch waterbeheer (blauwe diensten)   +
1.1 t / m 5.1  
+   +   -  
sociale functie (resocialisatie therapie, zorgboerderij)   O
1.1 t / m 5.1  
O   O
met dien verstande dat deze nevenactiviteit niet is toegestaan op de gronden met de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied 3'  
500 m²  
agrarisch verwante bedrijfsactiviteiten  
vis-, escargots- of wormenkwekerij   +
1.1 t / m 5.1  
+   -   500 m²  
agrarisch handels- en exportbedrijf vergelijkbaar met categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   O
1.1 t / m 5.1  
-   -   500 m²  
agrarisch hulp- en nevenbedrijf in categorie 1, 2 of 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   O
1.1 t / m 5.1  
-   -   500 m²  
kenniscentrum, laboratorium verbonden aan de agrarische sector   +
1.1,2.1,3.1  
-   -   500 m²  
opslag en stalling van agrarische producten, goederen, werktuigen of materialen in de bestaande bebouwing   +
1.1 t / m 5.1  
+   +   500 m²  
agrarische loonbedrijven in categorie 1, 2 of 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   O
1.1 t / m 5.1  
-   -   500 m²  
veehandelsbedrijven, foeragehandel   O
1.1 t / m 5.1  
O   O   500 m²  
veearts, hoefsmederij   O
1.1 t / m 5.1  
-   -   500 m²  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (zoals kaasmakerij, vleesverwerking, palingrokerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) vergelijkbaar met categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   O
1.1 t / m 5.1  
O   -   500 m²  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (vergelijkbaar met categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten) en de verkoop ervan   O
1.1 t / m 5.1  
O   -   500 m², met maximaal 100 m² vloeroppervlakte voor verkoop  
hoveniersbedrijf, boomverzorgingsbedrijf   O
1.1 t / m 5.1  
-   -   500 m²  
opslag en stalling van niet-agrarische producten, goederen, werktuigen of materialen (bijv. boten, caravans) vergelijkbaar met categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in de bestaande bebouwing   O
1.1 t / m 5.1  
O   O   1.000 m²  
overige bedrijven in de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten   O
1.1,2.1,3.1  
-   -   500 m²  
recreatieve functies  
kinderboerderij / speelboerderij   O
1.1,4.1,5.1  
O   O*   500 m²  
hobbymatige paardrijactiviteiten   +
1.1 t / m 5.1  
+   +   500 m²  
hobbymatig houden van vee   +
1.1 t/m 5.1  
+   +   500 m²  
manege / rijschool   O
1.1 t / m 5.1  
O   -   500 m²  
kano- of roeibootverhuur   -   O   O*   500 m²  
fietsenverhuur   O
1.1 t / m 5.1  
O   O   500 m²  
wandel,- fiets,- of ruiterpaden over het terrein   +
1.1 t / m 5.1  
+   +   -  
kleinschalige horecagelegenheid (waaronder theetuin, boerderijterras)   O
1.1 t / m 5.1  
O   O*   100 m²  
verblijfsrecreatieve eenheden in woningen (logies met ontbijt, maximaal 4 kamers)   +
1.1 t / m 5.1  
+
 
+
met dien verstande dat deze nevenactiviteit niet is toegestaan op de gronden met de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied 3'  
100 m²  
verblijfsrecreatieve eenheden in (voormalige) agrarische bedrijfsbebouwing tot maximaal 4 kamers per gebouw   O
4.1,5.1  
O   O
met dien verstande dat afwijking niet verleend kan worden voor de gronden met aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied 3'  
200 m²  
georganiseerde activiteiten (zoals survivalactiviteiten, kinderfeestjes, boerengolf)   +
1.1 t / m 5.1  
+   +   500 m²  
kampeerboerderij   O
4.1,5.1  
O   O*   500 m²  
overige dienstverlening  
verzorging van mens of dier (zoals kapsalon, schoonheidssalon, trimsalon)   O
1.1 t / m 5.1  
-   -   100 m²  
natuur- en milieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen   +   +   +   100 m²  
museum / tentoonstellingsruimte   O
1.1 t / m 5.1  
O   O*   500 m²  
niet-agrarisch verwante detailhandel (bijv. kunst- en antiekhandel)   O
1.1 t / m 5.1  
-   O*   200 m²  
dierenpension, hondenfokkerij   -   -   O   500 m²  

22.5 Afwijken van de gebruiksregels
22.5.1 Afwijking mantelzorg

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.4 voor het bieden van mantelzorg in een woning, aan- of uitbouw of een bijgebouw, met in achtneming van het volgende:

  • a. afwijking wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • b. afwijking wordt slechts verleend indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is;
  • c. per woning is slechts 1 aan- of uitbouw of bijgebouw tot een maximale omvang van 80 m² als ruimte voor mantelzorg toegestaan;
  • d. de afstand van de woning tot het bijgebouw dat voor mantelzorg wordt gebruikt bedraagt niet meer dan 30 meter;
  • e. in samenhang met de afwijking voor het gebruik is bouwen toegestaan mits in overeenstemming met het bepaalde in 22.2;
  • f. afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

22.5.2 Afwijking ten behoeve van nevenfuncties

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van het gebruik van gronden voor de in tabel 22.1 voor de betreffende gronden met een O of O* aangegeven nevenfuncties met inachtneming van het volgende:

  • a. de bestaande bebouwing – al dan niet met inpandige bouwactiviteiten - mag worden benut tot de omvang zoals vermeld in tabel 22.1 waarbij de overtollige bebouwing dient te worden gesloopt;
  • b. de nevenfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • c. afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • d. de wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid worden niet negatief beïnvloed;
  • e. zorg wordt gedragen voor een goede landschappelijke inpassing;
  • f. zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf;
  • g. zorg wordt gedragen voor het behoud van het monument of het cultuurhistorische waardevolle gebouw zoals vermeld in bijlage 4 behorende bij de regels;
  • h. op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • i. de opslag van goederen, anders dan in gebouwen is niet toegestaan;
  • j. in afwijking van het bepaalde onder i is voor de nevenfuncties agrarisch loonbedrijf en hoveniersbedrijf een buitenopslag van 100 m² toegestaan;
  • k. bij een combinatie van nevenfuncties mag de bestaande bebouwing ten behoeve van de nevenfuncties worden benut tot de totaal opgetelde maximum oppervlakte van de betreffende nevenfuncties, aangegeven in de tabel, tot een maximum van 500 m², met dien verstande dat bij een combinatie van opslag en stalling van niet-agrarische producten, goederen en werktuigen met andere nevenfuncties, ten hoogste 1.000 m² van de bestaande bebouwing ten behoeve van de nevenfuncties mag worden benut;
  • l. afwijking wordt slechts verleend indien een privaatrechtelijke overeenkomst wordt gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.

22.5.3 Afwijking ten behoeve van uitbreiding kleinschalig kamperen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van de uitbreiding van kleinschalig kamperen voor de gronden met de aanduiding 'kampeerterrein' gelegen aan de Oirschotseweg, met inachtneming van het volgende:

  • a. er zijn ten hoogste 25 seizoensgebonden standplaatsen toegestaan;
  • b. ten behoeve van sanitair en ondersteunende voorzieningen ten behoeve van het kleinschalig kamperen mag ten hoogste 200 m² van de bestaande bebouwing worden gebruikt, al dan niet gecombineerd met inpandige bouwactiviteiten;
  • c. nieuwbouw ten behoeve van het kleinschalig kamperen tot maximaal 100 m² is uitsluitend toegestaan indien de bestaande bebouwing niet geschikt is;
  • d. het kleinschalig kamperen dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • e. de afstand tussen de minicamping en de meest nabij gelegen woning van derden bedraagt ten minste 50 meter;
  • f. afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • g. voorzien wordt in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 5 meter;
  • h. zorg wordt gedragen voor een ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf;
  • i. medewerking wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst wordt gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst;
  • j. de wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid worden niet negatief beïnvloed;
  • k. er wordt op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid voorzien, waarbij geldt dat het aantal parkeerplaatsen ten minste 110% van het aantal standplaatsen bedraagt.

22.6 Wijzigingsregels
22.6.1 Extra wooneenheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het maximum aantal wooneenheden van een bestemmingsvlak te vergroten ten behoeve van de splitsing van één hoofdgebouw van meer dan 900 m³in twee wooneenheden, met dien verstande dat:

  • a. wijziging uitsluitend wordt verleend indien de bestaande bouwmassa van het hoofdgebouw in stand blijft en met het toekennen van een bouwaanduiding wordt gewaarborgd;
  • b. wijziging uitsluitend wordt verleend indien overtollige bijgebouwen worden gesloopt;
  • c. wijziging wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • d. wijziging wordt niet verleend voor gronden met de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied 3';
  • e. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

22.6.2 Extra wooneenheid in monumenten of cultuurhistorisch waardevolle panden

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het maximum aantal wooneenheden van een bestemmingsvlak te vergroten, ten behoeve van de splitsing van één, in bijlage 4 als gemeentelijk monument, rijksmonument of cultuurhistorische waardevol pand aangeduid hoofdgebouw in twee wooneenheden ten behoeve van het behoud van het monument met inachtneming van het volgende:

  • a. wijziging wordt uitsluitend verleend voor zover het karakter van het pand in stand blijft;
  • b. in geval van een cultuurhistorische waardevol pand wordt wijzing uitsluitend verleend indien de bestaande bouwmassa van het hoofdgebouw in stand blijft en met het toekennen van een bouwaanduiding wordt gewaarborgd;
  • c. wijziging uitsluitend wordt verleend indien overtollige niet - cultuurhistorische waardevolle bijgebouwen worden gesloopt;
  • d. na splitsing bedraagt de inhoud per wooneenheid ten minste 400 m³;
  • e. het bepaalde onder a wordt beoordeeld door de gemeentelijke monumentencommissie;
  • f. wijziging wordt niet verleend voor gronden met de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied 3';
  • g. wijziging wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • h. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

22.6.3 Hervestiging agrarische bedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen - 2 wijzigen in een bouwvlak met de bestemming Agrarisch, of Agrarisch met waarden - Landschap, natuur en cultuurhistorie-1 ten behoeve van de (her)vestiging van een grondgebonden agrarisch bedrijf, met inachtneming van het volgende:

  • a. de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt ten hoogste 2 ha;
  • b. wijziging wordt slechts toegepast voor een volwaardig agrarisch bedrijf; alvorens wijziging toe te passen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de agrarisch deskundige;
  • c. wijziging wordt slechts toegepast als voorzien wordt in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 5 meter;
  • d. zorg wordt gedragen voor een ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf;
  • e. medewerking wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst wordt gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst;
  • f. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende bestemmingen optreden voor wat betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden;
  • g. er mogen geen onevenredige gevolgen voor het waterbeheer optreden.