direct naar inhoud van Artikel 21 Wonen - 1
Plan: Oisterwijk Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002

Artikel 21 Wonen - 1

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'atelier': tevens een atelier;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – landhuis': het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, in een landhuis;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie': ten hoogste 8 verblijfsrecreatieve eenheden met bijbehorende voorzieningen voor dienstverlening en beheer;
  • e. de uitoefening van nevenfuncties, ondergeschikt aan het wonen met inachtneming van 21.3 en 21.4;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water.

21.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen hoofdgebouwen (woningen) met bijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. op de gronden met de aanduiding 'erf' mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • c. bijgebouwen en overkappingen op de gronden met de aanduiding 'erf' mogen niet worden vergroot;
  • d. per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan, tenzij anders is aangegeven;
  • e. de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en / of inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte   inhoud  
hoofdgebouwen (inclusief aan- en uitbouwen) en bijbehorende overkappingen op de gronden aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - landhuis' ter plaatse van Hildsven 10 en ter plaatse van Oisterwijkseweg 75         900 m³  
hoofdgebouwen (inclusief aan- en uitbouwen) en bijbehorende overkappingen op de gronden aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - landhuis' ter plaatse van Tilburgseweg 57.         3.200 m³  
hoofdgebouwen (inclusief aan- en uitbouwen) en bijbehorende overkappingen op de gronden aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - landhuis' ter plaatse van Hooge Braaken, Stokeind 15         1.250 m³  
hoofdgebouwen (inclusief aan- en uitbouwen) en bijbehorende overkappingen op de gronden aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - landhuis' ter plaatse van Moergestelseweg 58.         1.360 m³  
hoofdgebouwen (inclusief aan- en uitbouwen) en bijbehorende overkappingen op de gronden aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - landhuis' ter plaatse van Moergestelseweg 52         930 m³  
extra aanbouw op de gronden aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - landhuis' ter plaatse van Moergestelseweg 52   3,5 m     150 m²    
hoofdgebouwen (inclusief aan- en uitbouwen) en bijbehorende overkappingen op de gronden aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - landhuis' ter plaatse van Oirschotseweg 12         2.250 m³  
hoofdgebouwen (inclusief aan- en uitbouwen) en bijbehorende overkappingen op de gronden aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - landhuis' ter plaatse van Allemansven 1         1.510 m³  
hoofdgebouwen (inclusief aan- en uitbouwen) en bijbehorende overkappingen op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - inhoud'   6 m   10 m     750 m³  
bijgebouwen en overkappingen bij de woning op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - inhoud'   3,5 m   6 m   125 m²    
hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) en bijbehorende overkappingen op de gronden niet aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - landhuis'   6 m   10 m     600 m³  
bijgebouwen en overkappingen bij de woning op de gronden niet aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - landhuis'   3,5 m   6 m   ten hoogste 40% van het zij- en achtererf met een maximum van 100 m²    
bijgebouwen en overkappingen bij de woning op de gronden aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - landhuis'   3,5 m   6 m   ten hoogste 40% van het zij- en achtererf met een maximum van 150 m²    
gebouwen ten behoeve van het atelier op gronden met de aanduiding 'atelier'   2 m   6,5 m      
verblijfsrecreatieve eenheden met voorzieningen voor dienstverlening en beheer op de gronden met de aanduiding 'verblijfsrecreatie'       925 m2    
erfafscheidingen voor de voorgevel     1 m      
erfafscheidingen elders     2 m      
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 m      

  • f. de goothoogte van woningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 meter bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 meter bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van de woning ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de woning ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt.

21.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn in het hoofdgebouw (inclusief aan- en uitbouwen) en in bijgebouwen toegestaan; de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 40% van de vloeroppervlakte van hoofd- en bijgebouwen met een maximum van 80 m²;
  • b. op de gronden met de aanduiding 'atelier' mag de vloeroppervlakte in gebruik ten behoeve van het atelier ten hoogste 125 m2 bedragen;
  • c. ten behoeve van logies met ontbijt mogen ten hoogste 4 kamers worden benut;
  • d. zelfstandige bewoning van bijgebouwen is niet toegestaan;
  • e. permanente bewoning van verblijfsrecreatieve eenheden is niet toegestaan;
  • f. het gebruik van een gebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  • g. bij een paardenbak is het gebruik maken van een geluidsinstallatie, of verlichting door middel van lichtmasten niet toegestaan;
  • h. met betrekking tot de toegestane nevenfuncties, zoals genoemd in 21.1 onder e, is tabel 21.1 van toepassing, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend de genoemde nevenfuncties zijn toegestaan waarbij uitsluitend de bestaande bebouwing – al dan niet met inpandige bouwactiviteiten – benut mag worden tot de omvang zoals vermeld in tabel 21.1;
    • 2. op de gronden met de aanduiding 'erf' zijn geen nevenfuncties toegestaan met uitzondering van hobbymatige paardrijactiviteiten en hobbymatig houden van vee;
    • 3. nevenfuncties aangeduid met een + op de betreffende gronden rechtstreeks zijn toegestaan;
    • 4. voor nevenfuncties aangeduid met een O het bepaalde in 21.4.2 van toepassing is;
    • 5. nevenfuncties aangeduid met een – op de betreffende gronden niet zijn toegestaan;
    • 6. bij een combinatie van nevenfuncties mag de bestaande bebouwing ten behoeve van de nevenfuncties worden benut tot de totaal opgetelde maximum oppervlakte van de betreffende nevenfuncties aangegeven in tabel 21.1, tot een maximum van 100 m²;

Tabel 21.1

nevenfunctie   op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – landhuis' of op percelen met een monument of cultuurhistorisch waardevol gebouw zoals vermeld in bijlage 4 behorende bij de regels   op de overige gronden   maximale omvang binnen bestaande bebouwing  
kinderboerderij / speelboerderij   O   -   100 m²  
hobbymatige paardrijactiviteiten   +   +   100 m²  
hobbymatig houden van vee   +   +   100 m²  
kano- of roeibootverhuur   O   -   100 m²  
kleinschalige horecagelegenheid (waaronder theetuin, boerderijterras)   O   -   100 m²  
opslag en stalling van niet-agrarische producten, goederen, werktuigen of materialen (bijv. boten, caravans) vergelijkbaar met categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in de bestaande bebouwing   O   O   500 m²  
verblijfsrecreatieve eenheden in woningen (logies met ontbijt, maximaal 4 kamers)   +   +
met dien verstande dat deze nevenactiviteit niet is toegestaan op de gronden met de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied 2'  
100 m²  
kampeerboerderij   O   -   100 m²  
museum / tentoonstellingsruimte   O   -   100 m²  
niet-agrarisch verwante detailhandel (bijv. kunst- en antiekhandel)   O   -   200 m²  

21.4 Afwijken van de gebruiksregels
21.4.1 Afwijking mantelzorg

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.3 voor het bieden van mantelzorg in een woning, aan- of uitbouw of een bijgebouw, met in achtneming van het volgende:

  • a. afwijking wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • b. afwijking wordt slechts verleend indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is;
  • c. per woning is slechts 1 aan- of uitbouw of bijgebouw tot een maximale omvang van 80 m² als ruimte voor mantelzorg toegestaan;
  • d. de afstand van de woning tot het bijgebouw dat voor mantelzorg wordt gebruikt bedraagt niet meer dan 30 meter;
  • e. in samenhang met de afwijking voor het gebruik is bouwen toegestaan mits in overeenstemming met het bepaalde in 21.2;
  • f. afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

21.4.2 Afwijking ten behoeve van nevenfuncties

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van het gebruik van gronden voor de in tabel 21.1 voor de betreffende gronden met een O aangegeven nevenfuncties met inachtneming van het volgende:

  • a. de bestaande bebouwing – al dan niet met inpandige bouwactiviteiten – mag worden benut tot de omvang zoals vermeld in tabel 21.1 waarbij de overtollige bebouwing dient te worden gesloopt;
  • b. de nevenfunctie dient milieuhygiënische inpasbaar te zijn;
  • c. afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen ;
  • d. de wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid worden niet negatief beïnvloed;
  • e. zorg wordt gedragen voor een goede landschappelijke inpassing;
  • f. zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf;
  • g. zorg wordt gedragen voor het behoud van het landhuis, monument of het cultuurhistorische waardevolle gebouw zoals vermeld in bijlage 4 behorende bij de regels;
  • h. op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • i. de opslag van goederen, anders dan in gebouwen is niet toegestaan;
  • j. bij een combinatie van nevenfuncties mag de bestaande bebouwing ten behoeve van de nevenfuncties worden benut tot de totaal opgetelde maximum oppervlakte van de betreffende nevenfuncties, aangegeven in de tabel, tot een maximum van 500 m²;
  • k. afwijking wordt slechts verleend indien een privaatrechtelijke overeenkomst wordt gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst.

21.5 Wijzigingsregels
21.5.1 Extra wooneenheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het maximum aantal wooneenheden van een bestemmingsvlak te vergroten ten behoeve van de splitsing van één hoofdgebouw van meer dan 900 m³in twee wooneenheden met dien verstande dat:

  • a. wijziging uitsluitend wordt verleend indien de bestaande bouwmassa van het hoofdgebouw in stand blijft en met het toekennen van een bouwaanduiding wordt gewaarborgd;
  • b. wijziging uitsluitend wordt verleend indien overtollige bijgebouwen worden gesloopt;
  • c. wijziging wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • d. wijziging wordt niet verleend voor gronden met de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied 2';
  • e. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

21.5.2 Extra wooneenheid in monumenten of cultuurhistorisch waardevolle panden

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het maximum aantal wooneenheden van een bestemmingsvlak te vergroten, ten behoeve van de splitsing van één, in bijlage 4 als gemeentelijk monument, rijksmonument of cultuurhistorische waardevol pand aangeduid hoofdgebouw in twee wooneenheden ten behoeve van het behoud van het monument of pand met inachtneming van het volgende:

  • a. wijziging wordt uitsluitend verleend voor zover het karakter van het pand in stand blijft;
  • b. in geval van een cultuurhistorische waardevol pand wordt wijziging uitsluitend verleend indien de bestaande bouwmassa van het hoofdgebouw in stand blijft en met het toekennen van een bouwaanduiding wordt gewaarborgd;
  • c. wijziging uitsluitend wordt verleend indien overtollige niet - cultuurhistorische waardevolle bijgebouwen worden gesloopt;
  • d. na splitsing bedraagt de inhoud per wooneenheid ten minste 400 m³;
  • e. het bepaalde onder a wordt beoordeeld door de gemeentelijke monumentencommissie;
  • f. wijziging wordt niet verleend voor gronden met de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied 2';
  • g. wijziging wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • h. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.