direct naar inhoud van 4.5 Flora en Fauna
Plan: Bestemmingsplan Lubberstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPSPLUBBERST201000-VAST

4.5 Flora en Fauna

Er heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de natuurwaarden ter plaatse van het plangebied (Locatieonderzoek natuurwaarden Ruimte voor Ruimte-locatie Lubberstraat, Grontmij Nederland bv, Eindhoven, 30 mei 2006, rapportnr. 208344.ehv.211.FF03).

Op basis van de beschikbare inventarisatiegegevens, aangevuld met de resultaten uit het veldbezoek, kan het volgende worden geconcludeerd:

  • Het plangebied is geen onderdeel van gebieden die zijn begrensd in de Habitat- en/of Vogelrichtlijn.
  • Het plangebied is geen onderdeel van de EHS of GHS.
  • Het plangebied is in het vigerende bestemmingsplan als "agrarisch gebied met landschappelijke waarden (AHS)" bestemd.
  • Binnen het plangebied komen geen beschermde plantensoorten voor.
  • Binnen plangebied en in de directe omgeving hiervan broeden diverse algemene vogelsoorten.
  • Het plangebied is waarschijnlijk onderdeel van het leefgebied van diverse, algemeen voorkomende, beschermde soorten grondgebonden zoogdieren. Voor deze soorten geldt ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling.
  • Het plangebied wordt mogelijk als foerageergebied door enkele vleermuissoorten gebruikt. Mogelijk bevatten de houtwal aan de oostzijde van de locatie en de aanwezige bouwwerken vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen. Tevens wordt deze houtwal mogelijk als migratieroute gebruikt.
  • Binnen het plangebied zijn de bruine kikker, groene kikker, kleine watersalamander en gewone pad waargenomen, voor deze soorten geldt een vrijstelling van de Flora en Faunawet.
  • Binnen het plangebied komen geen beschermde vissoorten voor.
  • Binnen het plangebied komen geen andere beschermde diersoorten voor.

Ten behoeve van de verdere planontwikkeling, dienen de volgende stappen doorlopen te worden:

  • De te slopen bouwwerken dienen eveneens vooraf te worden geïnventariseerd op de aanwezigheid van vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen.
  • Indien uit deze inventarisaties blijkt dat binnen het plangebied bijzondere (beschermingscategorie 2 en 3) beschermde soorten voorkomen (vleermuizen), dient het compensatiebeginsel (volgens het 'nee-tenzij-principe') te worden uitgewerkt voor het plegen van ruimtelijke ingrepen binnen en in de omgeving van het leefgebied van beschermde diersoorten.
  • Indien uit de uitwerking van het compensatiebeginsel blijkt dat aanwezige bijzondere beschermde soorten negatieve effecten ondervinden van de voorgenomen planontwikkeling, dient hiervoor een ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd.
  • Bij de planning van werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels (15 maart-15 juli).

Uit een actualisatie van het voornoemde onderzoek (Grontmij,februari 2010) blijkt dat er indicaties gevonden zijn, dat het plangebied mogelijk onderdeel uitmaakt van het leefgebied van de Steenuil en Kerkuil en dat er mogelijk jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen aanwezig zijn. Om dit nader te onderzoeken heeft begin 2010 nader onderzoek plaatsgevonden naar de aanwezigheid van beide uilsoorten (Grontmij Nederland bv, Eindhoven, 18 november 2010), documentnummer: 208344.ehv.211.N001). Uit dit onderzoek blijkt dat zich met zekerheid een jaarrond beschermde rustplaats van een Kerkuil in de opslagruimte aan de Lubberstraat 4 bevindt. Gezien de versheid van de aanwezige sporen (veldwerk verricht in febuari 2010) is de opslagruimte in gebruik als jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaats. Er zijn geen aanwijzingen om aan te nemen dat het plangebied een leefgebied vormt voor Steenuilen. Ook is er geen aanwijzing voor de aanwezigheid van vaste rust- en verblijfplaatsen voor deze soort.

De voorgenomen ingreep richt zich onder andere op het slopen van de veestallen en opslagruimtes en de inrichting van het plangebied met bebouwing. Het is van belang dat er rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van een jaarrond beschermde vaste rustplaats van een Kerkuil in de opslagruimte aan de Lubberstraat 4. Vaste rust- en verblijfplaatsen van de Kerkuil genieten een jaarrond bescherming conform Artikel 11; Categorie 3 Flora- en Faunawet. Deze bescherming wordt vertaald in maatregelen ter bevordering van de vaste rust- en verblijfplaats (nestkassen) en maatregelen ter bevordering van het instandhouden van het foerageergebied (beplantingskeuze). Deze maatregelen zijn nader uitgewerkt in een mitigatieplan (Mitigatieplan Kerkuil Ruimte voor Ruimtelocatie Lubberstraat, gemeente Oirschot, 208344.ehv.211.N002 revisie 1).