direct naar inhoud van Artikel 12 Leiding - Brandstof
Plan: Moorland-west
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPOIMRLWEST201000-VAST

Artikel 12 Leiding - Brandstof

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Brandstof aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  • a. een brandstofleiding met een diameter van 6";

met de daarbijbehorende:

  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels

Op de in 12.1. bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de leiding.

12.2.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

12.2.2 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

12.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:

  • a. Op de gronden mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de doeleinden omschreven in 12.1.
12.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de nutsleiding, ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in 12.2.1 en 12.2.3. en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
    • 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
12.4 Aanlegvergunning
12.4.1 Aanlegvergunningplichtige werken

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het diepwoelen en diepploegen van de bodem;
  • b. het afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem;
  • c. het beplanten van gronden met houtgewas (in het kader van boomteelt, sierteelt en fruitteelt);
  • d. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen;
  • e. het aanbrengen van verhardingen en kavelpaden.
12.4.2 Uitzonderingen

Het onder 12.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke betreffen het normale beheer en/of onderhoud van de leidingen.
12.4.3 Verlening

De onder 12.4.1. bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien en voor zover geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen ontstaat of kan ontstaan.

12.4.4 Strafbaarstelling

Overtreding van het bepaalde in de lid 12.4.1. is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 van de Wet op de economische delicten.