direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Moorland actualisatie 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPOIMOORLND201300-VAST

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplanting;
  • c. paden;
  • d. sport- en speelvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. bergbezinkbassin;
  • g. waterbergingsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' waarbij de totale oppervlakte van de waterbergingsvoorzieningen binnen de bestemming 'Verkeer' en de bestemming 'Groen' tezamen minimaal 1665m3 bedraagt;
  • h. geluidwerende voorzieningen in de vorm van een geluidwal ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal';
  • i. eikenwal ter plaatse van de aanduiding 'houtwal';
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. kunstobjecten;

met daaraan ondergeschikt:

  • l. verhardingen;
  • m. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende

  • n. bouwwerken geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd met dien verstande dat gebouwen een maximale oppervlakte van 15 m² mogen hebben.

4.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt:

  • a. van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer dan 8 m; In het bestaande bestemmingsplan zit er een verschil tussen verkeergeleiding en verlichting voor wat betreft bouwhoogte tussen verkeer en groen,. Logischer om dit gelijk te stellen cf hoogst toegelaten bouwhoogte
  • b. van terreinverlichting maximaal 10 m;
  • c. van geluidwerende voorzieningen maximaal 4 m. Hierbij wordt in afwijking van het bepaalde in artikel 2, gemeten vanaf het peil van de Kempenweg;
  • d. van kunstwerken maximaal 4 m;
  • e. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 4 m.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1

Het is verboden op de als 'houtwal’ aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden het volgende werk of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen of rooien van hoogopgaande beplantingen of bomen;
  • b. het wijzigen van het bodemniveau;
  • c. het diepwoelen of diepploegen van de bodem;
  • d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op een andere wijze drijven van voorwerpen in de grond;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse leidingen of andere ondergrondse constructies.
4.3.2

Het onder 4.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het werk of de werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan reeds een omgevingsvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen aanlegvergunning vereist was;
  • c. welke noodzakelijk zijn ten behoeve van het beheer/onderhoud van de eikenwal;
4.3.3

De in 4.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien door het werk of de werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke en landschappelijke waarden van de eikenwal niet in gevaar wordt of kan worden gebracht.