direct naar inhoud van Artikel 28 Waarde - Natte natuurparel
Plan: Buitengebied 2010, bestuurlijke lus
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPBGfase12010-VG03

Artikel 28 Waarde - Natte natuurparel

28.1 Bestemmingsomschrijving
28.1.1

De voor Waarde - natte natuurparel aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. het behoud, beheer en herstel van de waterhuishoudkundige situatie binnen de natte natuurparels met bijbehorende beschermingszones;
  • b. het verbeteren van de condities voor de natuurwaarden;

alsmede voor:

  • c. extensief recreatief medegebruik;
  • d. agrarisch gebruik gericht op natuurbeheer;

met de bij a tot en met d behorende:

  • e. voorzieningen.
28.2 Bouwregels

28.2.1 In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van extensief recreatieve voorzieningen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.

Bij toename van het verhard oppervlakm is "hydrologisch neutraal bouwen" het uitgangspunt. Voor een toename van het verharde oppervlak . 250 m2 is een advies van de waterbeheerder vereist.

28.5.2 Het bepaalde in 28.2.1 geldt niet voor het bouwen binnen een bouwvlak.

28.3 Ontheffing van de bouwregels

28.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 28.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits geen sprake is van ondergronds bouwen en geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waarden die de Natte natuurparel moet beschermen.

Alvorens ontheffing wordt verleend dient advies gevraagd te worden aan de waterbeheerder.

28.4 Aanlegvergunning

28.4.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven en afgraven van de gronden;
  • b. het ophogen van gronden;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
  • e. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainage of bronbemaling;
  • f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.


28.4.2 Het in artikel 28.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. oppervlaktes kleinder dan 100 m2;
  • b. welke het normale onderhoud betreffen;
  • c. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
  • d. die worden uitgevoerd binnen een bouwvlak of bestemmingsvlak waar gebouwen zijn toegestaan.


28.4.3 De in artikel 28.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in artikel 28.1.1 genoemde waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

Alvorens een aanlegvergunning wordt verleend dient advies gevraagd te worden aan de waterbeheerder.