direct naar inhoud van Artikel 8 Natuur
Plan: Nuenen-Noordwest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0820.BPNuenenNoordwest-D002

Artikel 8 Natuur

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  • c. behoud, herstel en ontwikkeling van archeologische waarden;
  • d. behoud en bescherming van aardkundig waardevol gebied ;
  • e. extensief recreatief medegebruik;
  • f. waterhuishoudkundige doeleinden,

een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. Op de tot 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van de in artikel 8.1 genoemde bestemming, met uitzondering van erfafscheidingen;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 2,00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van bouwwerken ten behoeve van informatievoorzieningen, entreevoorzieningen dan wel schuilvoorzieningen maximaal 3,00 meter en de oppervlakte maximaal 4 m2 mag bedragen.
8.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor en/of als:

  • a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. lawaaisporten;
  • c. verblijfsrecreatie;
  • d. het aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen;
  • e. het plaatsen van erfafscheidingen en het aanleggen van dichte hagen/heggen, uitgezonderd vlechtheggen .
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
8.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de als 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verwijderen van houtopstanden;
  • b. het diepploegen en diepwoelen van de bodem;
  • c. het graven, ophogen en egaliseren van de bodem;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half verhardingen;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse leidingen;
  • f. het verzetten van grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 60 cm onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning is vereist in het kader van de Ontgrondingenwet;
  • g. de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage;
  • h. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
  • i. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk of anders dan ter ontsluiting van de tot het landgoed behorende woning.
8.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 8.4.1 is niet van toepassing voor:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn of krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd.
8.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 8.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind. De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 8.4.1 onder f tot en met i zijn bovendien slechts toelaatbaar nadat het betrokken waterschapsbestuur is gehoord.