direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Frederiksweg 45
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0815.BPL10012HMI-VA01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'nieuwe woning' voor (een) nieuwe woning(en) tot het maximum aantal zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • b. aan huis verbonden beroepen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven, water(voorzieningen), voet- en fietspaden en parkeervoorzieningen (zie hiertoe mede artikel12.1) .

5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'vrijstaand' aan beide zijden minimaal 3 m;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • e. de minimale en maximale breedte van een hoofdgebouw is ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'vrijstaand' 7 m respectievelijk 15 m;
  • f. de dakhelling dient minimaal 20° en maximaal 65° te zijn tenzij op de verbeelding een andere dakhelling is opgenomen in welk geval ter plaatse van de aanduiding 'dakhelling' deze dakhelling geldt met een variatie van 5°;
  • g. de inhoud mag niet meer dan 1.500 m3 bedragen.
5.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- uit- en bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. goothoogte maximaal 3 m;
  • b. bouwhoogte maximaal 6 m met dien verstande dat:
    • 1. tot 1 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 4 m bedraagt, en
    • 2. tot 2 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 5 m bedraagt;
    • 3. een uitzondering geldt voor die situaties waarin de kapconstructie in het verlengde ligt van het hoofdgebouw. In dat geval geldt als maximale bouwhoogte de hoogte van het hoofdgebouw minus 1,5 m. De eisen als hiervoor gegeven over de afstand uit de perceelsgrens blijven hierbij wel van kracht;
  • c. minimaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw met dien verstande dat:
    • 1. uitbouwen (zoals erkers) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de:
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
      • horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;

(zie ook de bouwregels in de bestemming Tuin in artikel 4.2.1 waarin, onder voorwaarden, deze gebouwen mogen worden voortgezet)

    • 1. overkappingen (zoals carports) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de bouwhoogte maximaal 3m bedraagt;
      (zie ook de bouwregels in de bestemming Tuin in artikel 4.2.2 waarin, onder voorwaarden, deze gebouwen mogen worden voortgezet)
    • 2. ter plaatste van de aanduiding 'vrijstaand' geldt ook dat één zijde naast het hoofdgebouw vrij van gebouwen moet blijven over een strook van minimaal 3 m breed tot 8 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • d. gezamenlijke oppervlakte buiten bouwvlak per hoofdgebouw op bouwpercelen met een oppervlakte:
van   tot   maximaal  
0 m²   250 m²   75 m²  
250 m²   500 m²   100 m²  
500 m²   1.000 m²   125 m²  
1.000 m²   > 1.000 m²   150 m²  
5.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:
    • 1. bij erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m (zie ook de bouwregels in de bestemming Tuin in artikel 4.2.3 waarin, onder voorwaarden, deze bouwwerken mogen worden voortgezet);
    • 2. bij overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 3 m;
    • 3. vlaggenmasten tot maximaal 6 m;
  • b. reclamenuitingen bij een aan huis verbonden beroep en een aan huis verbonden bedrijf mogen uitsluitend aan de gevel worden geplaatst tot een oppervlakte van 0,2 m².
5.3 Specifieke gebruiksregels

Een aan huis verbonden beroep moet voldoen aan de volgende regels:

  • a. maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van in totaal 75 m²;
  • b. degene die de activiteiten uitvoert, is bewoner van de woning;
  • c. er is geen detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop als onderschikte activiteit en wel in verband met die activiteit.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen toestemming verlenen om af te wijken van het bepaalde in artikel 5.1:

  • a. ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf in een gedeelte van het hoofdgebouw en/of een uit-, aan- of bijgebouw;
  • b. ten behoeve van het gebruik als afhankelijke woonruimte in een gedeelte van een hoofdgebouw en/of een uit-, aan- of bijgebouw mits:
    • 1. aangetoond wordt dat inwoning in de woning redelijkerwijs niet mogelijk is;
    • 2. mantelzorg noodzakelijk is, hetgeen dient te blijken uit een advies van een onafhankelijke, deskundige instantie;
    • 3. mantelzorg een tijdelijke situatie is en aangegeven wordt tot welk moment de afwijking noodzakelijk is;
    • 4. de afhankelijke woonruimte zich op de begane grond bevindt en niet groter is dan 80 m²;
    • 5. de afhankelijke woonruimte een functionele en visuele relatie heeft met de op het perceel aanwezige woning.
5.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 5.4.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijken voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.