Plan: | Wereld van de Efteling |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0809.BPWvdEfteling2013-VG01 |
Kaatsheuvel wordt als eerst vermeld is het jaar 1506, de plaats wordt hier genoemd als Ketshovel. Dit buurtschap behoorde tot de heerlijkheid Venloon, later Loon op Zand genaamd. De oorspronkelijke bewoners leefden van de turfwinning.
In 1933 pakken Kapelaan Rietra en Pastoor De Klijn het plan op een sportpark aan te leggen ten zuiden van Kaatsheuvel. Op 19 mei 1935 wordt, op initiatief van de plaatselijke pastoor, het R.K. Sport- en Wandelpark officieel geopend. Dit park bestaat dan uit een hoofdvoetbalveld, twee oefenvelden en een speelweide. Naast het sportpark verrijst in 1936 een speeltuin met onder andere een draaimolen, een hoge glijbaan, een kabelbaan en een echte ponybaan. Tentoonstelling De Schoen '49 is de aanzet tot de uitbreiding van het sportpark. De poort die voor deze tentoonstelling wordt gebouwd doet jarenlang dienst als toegang tot het sportpark en de latere Efteling. In 1950 richten de heren R.J.Th. van der Heijden (burgemeester), Peter Reijnders en Anton Pieck de Stichting Natuurpark de Efteling op. De Stichting heeft als doel: 'De lichamelijke ontwikkeling en ontspanning van de inwoners der gemeente Loon op Zand en de bevordering van het toerisme naar en binnen de gemeente, een en ander in katholieke geest'. Op 25 augustus gaat de eerste spade de grond in voor een grote vijver. Ook legt men dat jaar paden, parkeervelden, tennisbanen en sportvelden aan. Op 11 mei 1951 is de officiële opening van het Theehuis en van de vernieuwde speeltuin. Daarin staan zo'n 16 verschillende speeltoestellen. Er passeren zo'n 50.000 bezoekers de poort. Op 31 mei 1952 wordt het Sprookjesbos geopend. Op de 65 ha natuur die de Efteling dan omvat, zijn waterpartijen, een speeltuin, tennis- en voetbalvelden en tien sprookjes gerealiseerd. De sprookjes van het eerste uur zijn: het kasteel van Doornroosje, Sneeuwwitje en de zeven Dwergen, de Kikkerkoning, de magische Klok, de Chinese nachtegaal, de sprekende Papegaai, Langnek, de Kabouterhuisjes, de put van Vrouw Holle en de Kleine Boodschap. Anton Pieck tekent de ontwerpen en Peter Reijnders brengt deze technisch tot leven. Er komen 222.941 bezoekers, die 80 cent (€ 0,36) voor een toegangskaartje betalen. Sindsdien heeft het attractiepark zich voortdurend uitgebreid. Inmiddels domineert, ten gevolge van de aanwezigheid van De Efteling, de toeristenindustrie het economisch klimaat en is de schoenindustrie naar de achtergrond verdwenen, alhoewel deze nog wel merkbaar aanwezig is.
Het attractiepark is op de cultuurhistorische waardenkaart 2010 (figuur 4.4) aangeduid als cultuurhistorisch landschap Loonse en Drunense Duinen. Dit zijn Brabants grootste stuifzandgebieden. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt bezien liggen de waarden in de elementen en structuren uit verschillende perioden, die tezamen een beeld geven van de geschiedenis van bewoning en gebruik van dit bijzondere gebied en de strijd die geleverd moest worden tegen de natuurlijke krachten, die dorpen en akkers bedreigden.
In het plangebied bevinden zich cultuurhistorisch waardevolle gebouwen. Het gaat hier om de bouwwerken in het sprookjesbos. Als criteria voor opname op de Cultuurhistorische Waardenkaart zijn gebruikt de wetenschappelijke en/of cultuurhistorische betekenis, schoonheid en ouderdom. Voor het criterium ouderdom is aansluiting gezocht bij de termijn van 50 jaar, die ook in de Monumentenwet is opgenomen. Aan het sprookjesbos is ook een zeer hoge historisch stedenbouwkundige waarde toegekend.
Figuur 4.4 Cultuurhistorische Waardenkaart 2010