Plan: | Liesdaal 2e en 3e fase |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0808.BPliesdaalmrk-VG01 |
het bestemmingsplan 'Liesdaal 2e en 3e fase' van de gemeente Lith.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0808.BPliesdaalmrk-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
een beroep dat in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd;
indien er niet sprake is van een achterste grens van een bouwvlak dan wel geen bouwvlak is aangegeven: de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan;
een vrijstaand bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de bijbehorende woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het bieden van overnachtingaccommodatie in een woonhuis door de hoofdbewoner in de vorm van een toeristisch en kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt en/of avondmaaltijd;
de uitoefening van opslag-, handels-, transport- en industriële en ambachtelijke bedrijven, een en ander met uitsluiting van agrarische bedrijven, detailhandel, horeca, dienstverlening, zelfstandige kantoren, maatschappelijke voorzieningen en voorzieningen op het gebied van cultuur en ontspanning;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep c.q. een bedrijf, kantoor of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
woonruimte waarin, al dan niet zelfstandige, woningen zijn opgenomen met gemeenschappelijke voorzieningen, zoals een bejaardenhuis, woonzorgcomplex of daarmee gelijk te stellen voorziening;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen;
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een dakconstructie, vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, bestemd voor het overdekt stallen van auto's;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
de bouwlaag op de begane grond;
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
activiteiten ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een geheel of nagenoeg geheel ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk;
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
de lijst van handels- en bedrijfsactiviteiten, die onderdeel uitmaakt van de regels, waarin deze activiteiten naar milieucategorie zijn onderscheiden;
beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband houden met bedrijfsactiviteiten, die als hoofdfunctie worden uitgeoefend;
een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende, dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing;
de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan;
de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg of ander openbaar gebied en waarop de bebouwing is georiënteerd;
Wet van 6 november 2008 (Stb. 496), houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van dit plan.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
een gebouw dat één woning omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
de oppervlakte, die met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming;
bij het bepalen van de oppervlakte van een bouwperceel waarop een of meer woningen mogen worden gebouwd, wordt de oppervlakte van de bij de woning behorende bestemming 'Tuin' meegerekend;
de oppervlakte wordt altijd in gehele getallen bepaald;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of daarbij gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
In afwijking van het bepaalde in lid 3.2.1 mogen op deze gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen bij de woning behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1 mogen op deze gronden carports worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 5.2.1 mogen op deze gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
De voor 'Wonen - Halfvrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven
oppervlakte bouwperceel | bebouwingspercentage |
bouwperceel tot en met 300 m² | 55% |
bouwperceel van 301 tot en met 400 m² | 55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte |
bouwperceel van 401 m² en groter | 50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte |
met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports niet meer mag bedragen dan 100 m².
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken:
Burgemeester en wethouders trekken de onder lid 6.4 sub d verleende omgevingsvergunning in, indien de bij de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. Indien de bewoning van een vrijstaand bijgebouw plaatsvindt door degene, die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de omgevingsvergunning pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw hebben verlaten.
De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven.
oppervlakte bouwperceel | bebouwingspercentage |
bouwperceel tot en met 300 m² | 55% |
bouwperceel van 301 tot en met 400 m² | 55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte |
bouwperceel van 401 m² en groter | 50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte |
met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports niet meer mag bedragen dan 100 m².
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2' nadere eisen stellen aan de hoogte van de goot en de nok van de woning aslmede aan de dakhelling. Bij het stellen van nadere eisen nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken:
Burgemeester en wethouders trekken de onder lid 7.5 sub d verleende omgevingsvergunning in, indien de bij de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. Indien de bewoning van een vrijstaand bijgebouw plaatsvindt door degene, die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de omgevingsvergunning pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw hebben verlaten.
De voor 'Wonen - Woonhuizen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven
oppervlakte bouwperceel | bebouwingspercentage |
bouwperceel tot en met 150 m2 | 65% gerekend over de hele oppervlakte van het bouwperceel |
bouwperceel van 151 tot en met 200 m2 | 65% voor de oppervlakte tot 150 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte |
bouwperceel van 201 tot en met 300 m22 | 60% voor de oppervlakte tot 200 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte |
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2 | 55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte |
bouwperceel van 401 m2 en groter | 50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte |
met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports niet meer mag bedragen dan 100 m2.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken:
Burgemeester en wethouders trekken de onder lid 8.4 sub d verleende omgevingsvergunning in, indien de bij de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. Indien de bewoning van een vrijstaand bijgebouw plaatsvindt door degene, die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de omgevingsvergunning pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw hebben verlaten.
De voor 'Waarde - Archeologie aandachtgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en verkenning van de aanwezige archeologische waarden.
Binnen deze dubbelbestemming mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd met uitzondering van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in 9.1 omschreven gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, vanaf een diepte van 0,5 m onder het maaiveld met een oppervlakte groter dan of gelijk aan 100 m²:
Het onder 9.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de onder 9.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk doen aan het belang van het doel 'bescherming en veiligstelling van archeologische waarden'.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat het bestemmingsplan wordt gewijzigd door één of meerdere bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie aandachtgebied" te verwijderen, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de ontwikkeling van de waterbergende functie.
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op of in deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van waterstaatkundige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die noodzakelijk zijn in verband met de waterhuishouding en/of de regeling van het verkeer te water.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels in Hoofdstuk 2 mag de bebouwingsgrens door bouwdelen worden overschreden. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Tuin', 'Verkeer – Verblijf', 'Wonen - Halfvrijstaand', 'Wonen - Vrijstaand' en 'Wonen – Woonhuizen' aangewezen gronden zijn, voor zover dit niet reeds is aangegeven, tevens bestemd voor parkeervoorzieningen.
In aanvulling op het bepaalde in de andere voorkomende bestemming gelden de volgende regels;
Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' is om geurhinder te voorkomen nieuwbouw niet toegestaan van woningen en daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande, dat dit verbod niet van toepassing is op:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'beschermingszone watergang' mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen bouwwerken worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.1 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge de voor deze gronden geldende bestemmingen, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de watergang.
Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen winnen burgemeester en wethouders advies in bij de waterbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in lid a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de watergang en nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de watergang.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.1 teneinde bouwen binnen de geurzone toe te staan indien de geurhinder veroorzakende activiteit wordt beeindigd, danwel indien uit veranderde wetgeving of door het nemen van technische maatregelen blijkt dat de aan te houden afstand kan worden verkleind.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen:
Burgemeester en wethouders zijn ingevolge artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde (een gedeelte van) de "milieuzone - geurzone" te verwijderen indien de geurhinder veroorzakende activiteit wordt beeindigd, danwel indien uit veranderde wetgeving of door het nemen van technische maatregelen blijkt dat de aan te houden afstand kan worden verkleind.
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luiden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerpbestemmingsplan, met uitzondering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, waarvoor wordt uitgegaan van de datum van terinzagelegging van het vastgestelde bestemmingsplan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Liesdaal 2e en 3e fase'.
SBI-2008 | nummer | OMSCHRIJVING | CATEGORIE |
58 | - | UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA | |
581 | Uitgeverijen (kantoren) | 1 | |
1814 | A | Grafische afwerking | 1 |
182 | Reproduktiebedrijven opgenomen media | 1 | |
31 | - | VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. | |
9524 | 2 | Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 | 1 |
45, 47 | - | HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS | |
45204 | B | Autobeklederijen | 1 |
46 | - | GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING | |
461 | Handelsbemiddeling (kantoren) | 1 | |
47 | - | DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN | |
952 | Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) | 1 | |
50, 51 | - | VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT | |
50, 51 | A | Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) | 1 |
52 | - | DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER | |
5222 | Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) | 1 | |
791 | Reisorganisaties | 1 | |
5229 | Expediteurs, cargadoors (kantoren) | 1 | |
53 | - | POST EN TELECOMMUNICATIE | |
61 | A | Telecommunicatiebedrijven | 1 |
61 | B0 | zendinstallaties: | |
61 | B2 | - FM en TV | 1 |
61 | B3 | - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig) | 1 |
64, 65, 66 | - | FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN | |
64, 65, 66 | A | Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen | 1 |
41, 68 | - | VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED | |
41, 68 | A | Verhuur van en handel in onroerend goed | 1 |
62 | - | COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE | |
62 | A | Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. | 1 |
72 | - | SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK | |
722 | Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek | 1 | |
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 | - | OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING | |
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 | A | Overige zakelijke dienstverlening: kantoren | 1 |
82992 | Veilingen voor huisraad, kunst e.d. | 1 | |
84 | - | OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN | |
84 | A | Openbaar bestuur (kantoren e.d.) | 1 |
86 | - | GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG | |
8621, 8622, 8623 | Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven | 1 | |
8691, 8692 | Consultatiebureaus | 1 | |
94 | - | DIVERSE ORGANISATIES | |
941, 942 | Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) | 1 | |
59 | - | CULTUUR, SPORT EN RECREATIE | |
9101, 9102 | Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. | 1 | |
96 | - | OVERIGE DIENSTVERLENING | |
96013 | B | Wasserettes, wassalons | 1 |
9602 | Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten | 1 | |
9603 | 0 | Begrafenisondernemingen: | |
9603 | 1 | - uitvaartcentra | 1 |
9609 | B | Persoonlijke dienstverlening n.e.g. | 1 |