direct naar inhoud van Artikel 11 Wonen
Plan: Kern Biest-Houtakker
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0798.BPBiestHoutakker-VA01

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Algemeen

De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen met:

  • a. ter plaatse van de aanduiding “aaneengebouwd”: minimaal 3 aaneengebouwde woningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “gestapeld”: gestapelde woningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding 1”: vrijstaande en dubbele woningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - 2”: een vrijstaande woning;
  • e. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - 3”: vrijstaande en dubbele woningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding “vrijstaand”: vrijstaande woningen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding “water”, zijn de gronden tevens aangewezen voor waterhuishoudkundige doeleinden;

alsmede voor:

  • h. aan huis verbonden beroepen;
  • i. erven en tuinen;

en tevens voor:

  • j. ter plaatse van de aanduiding: 'karakteristiek': de bestemming van karakteristieke, cultuurhistorische waarden;
  • k. ter plaatse van de aanduiding: 'specifieke vorm van bedrijf - aan huis verbonden bedrijf': de bestemming van een aan huis verbonden bedrijf;

met bijbehorende:

  • l. hoofdgebouwen;
  • m. onderbouwen;
  • n. aan- en uitbouwen;
  • o. bijgebouwen;
  • p. overkappingen;
  • q. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.1.2 Dubbelbestemmingen
  • a. Voor zover aan gronden de dubbelbestemming “Leiding - Gas” is toegekend, zijn de gronden tevens aangewezen voor de bescherming van de buisleiding en het woon- en leefklimaat in verband met de leiding.

  • b. Voor zover aan gronden de dubbelbestemming “Leiding - Riool” is toegekend, zijn de gronden tevens aangewezen voor de bescherming van de rioolpersleiding.

  • c. Voor zover aan gronden de dubbelbestemming “Waarde - Archeologische verwachting hoog” of de dubbelbestemming “Waarde - Archeologische verwachting middelhoog” is toegekend, zijn de gronden tevens aangewezen voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde voorkomende of te verwachten archeologische waarden.

  • d. Voor zover aan gronden de dubbelbestemming “Waterstaat - Beschermingszone Natte Natuurparel” is toegekend, zijn de gronden tevens aangewezen voor de bescherming van de waterhuishouding in verband met de nabijgelegen ecologische verbindingszone.

  • e. Voor zover aan gronden de dubbelbestemming “Waterstaat-Reservering waterberging” is toegekend, zijn de gronden tevens aangewezen voor reservering ten behoeve van waterberging.

11.1.3 Beperkingen

Ten aanzien van de in artikel 11.1.1 genoemde functies gelden de volgende beperkingen:

  • a. het aantal woningen per bouwperceel mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal, hieronder niet begrepen woningen die zijn gebouwd in strijd met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen het overgangsrecht van dat plan;
  • b. nieuw te bouwen woningen zijn uitsluitend toegestaan daar waar dat met een aanduiding “maximum aantal wooneenheden” is aangegeven, met dien verstande dat het aantal nieuw te bouwen woningen maximaal het middels deze aanduiding aangegeven aantal mag bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' geldt in aanvulling op lid b dat de ter plaatse aanwezige woningen eerst moeten worden gesloopt alvorens de woningen als bedoeld in lid b mogen worden gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' geldt in aanvulling op lid b dat twee vrijstaande woningen niet zijn toegestaan, tevens geldt dat een dubbele woning binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd dient te worden.
11.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 11.1.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

  • a. de voorgevel van hoofdgebouwen mag uitsluitend in de (voor)gevellijn worden gebouwd;
  • b. de diepte van het hoofdgebouw mag ten hoogste 13 m bedragen;
  • c. de inhoud van een hoofdgebouw dient ten minste 350 m³ te bedragen;
  • d. onderbouwen zijn uitsluitend toegestaan onder de bovengrondse bebouwing en met inachtneming van het bepaalde in artikel 20.3;
  • e. bij vrijstaande hoofdgebouwen, twee aaneengebouwde hoofdgebouwen en bij aaneengebouwde woningen de hoofdgebouwen van eindwoningen dient de afstand aan de niet aaneengebouwde zijde tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 2,5 m te bedragen;
  • f. aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 3 m achter de (voor)gevellijn van hoofdgebouwen worden gebouwd;
  • g. het gezamenlijk te bebouwen oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 50% van het bouwperceel bedragen tot een maximum van 100 m², met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 25 m² van het zij- en achtererf onbebouwd en onoverdekt dient te blijven;
  • h. de diepte van aan- en uitbouwen en overkappingen aan de achtergevel van het hoofdgebouw mag ten hoogste 4 m bedragen, met dien verstande dat de diepte van het hoofdgebouw en de aan- en uitbouwen en overkappingen gezamenlijk niet meer dan 17 m mag bedragen;
  • i. overkappingen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • j. op het bouwen van tot het hoofdgebouw behorende ondergeschikte bouwdelen, zoals erkers, is tevens artikel 20.4 van toepassing;
  • k. de goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste bedragen de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte” aangegeven maten;
  • l. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen voor:

  goothoogte   bouwhoogte  
aan- en uitbouwen   3 m   5,5 m;  
bijgebouwen   3 m   5,5 m;  
overkappingen   -   3 m;  
erfafscheidingen voor de voorgevel   -   1 m;  
erfafscheidingen achter de voorgevel   -   2 m;  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   3 m.  

11.3 Afwijking van de bouwregels
11.3.1 Afwijkingsmogelijkheid grotere diepte

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2, onder b, en artikel 11.2, onder h, voor een grotere diepte, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de afstand van de achtergevel tot de achterste grens van het bouwperceel dient minimaal 5 m te bedragen;
  • b. de totale diepte van hoofdgebouwen en aan- en/of uitbouwen en overkappingen mag ten hoogste 17 m bedragen;
  • c. de belangen van de rechthebbenden op de aan het bouwperceel grenzende gronden mogen niet onevenredig worden geschaad.

11.3.2 Afwijkingsmogelijkheid zijdelingse perceelsgrens

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2, onder e, voor het bouwen van het hoofdgebouw op een kortere afstand tot de zijdelingse perceelgrens, met inachtneming van de voorwaarde dat de afstand tot het op het naastgelegen perceel gelegen hoofdgebouw ten minste 3 m dient te bedragen.

11.4 Afwijking van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.1.1 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf, mits:

  • a. het ten behoeve van het aan huis verbonden bedrijf in gebruik te nemen bedrijfsvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de erfbebouwing, met dien verstande dat de woonfunctie primair en in ruimtelijke zin gehandhaafd blijft;
  • b. het aan huis verbonden bedrijf voorkomt in de milieucategorie 1 of 2 in de Staat van bedrijfsactiviteiten of kan, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën;
  • c. het gebruik geen onevenredige afbreuk veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
  • d. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis verbonden bedrijf;
  • e. de aard en de activiteiten van het bedrijf niet leiden tot een onevenredige afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.