direct naar inhoud van 5.6 Overige milieu-aspecten
Plan: Nieuwkuijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.Bpnieuwkuijk-VG01

5.6 Overige milieu-aspecten

5.6.1 Bodem

Onderzoek

Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd.

  • Voorliggende actualisering van het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Er is dan ook geen bodemonderzoek nodig.
  • In geval van het toepassen van wijzigingsbevoegdheden is in de regels bepaald dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functies.

Conclusie

Bodemkwaliteit vormt geen belemmering.

5.6.2 Akoestisch onderzoek (wegverkeerslawaai)

Onderzoek

Woningen en appartementen worden door de Wet geluidhinder (hierna Wgh) als geluidsgevoelige functie aangemerkt. Een nieuwe geluidsgevoelige bestemming dient te voldoen aan bepaalde wettelijke normen uit de Wgh.

  • Voorliggend bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen, derhalve is geen akoestisch onderzoek uitgevoerd naar wegverkeerslawaai.
  • Vigerende bouwmogelijkheden voor woningen zijn overgenomen. Nieuw akoestisch onderzoek is niet nodig. Het betreft woningen aan de:
    • 1. Pastoor Becxstraat (tussen 12 en 20) (1 vrijstaande woning);
    • 2. Eikeweg (tussen 1 en 9) 2 woningen);
  • In geval van het toepassen van wijzigingsbevoegdheden is in de regels bepaald dat de sprake dient te zijn van een aanvaardbaar akoestisch milieu voor de beoogde functies.

Conclusie

De Wgh staat de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan niet in de weg.

5.6.3 Luchtkwaliteit

Onderzoek

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet luchtkwaliteit (Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang.

Ter plaatse van de functiewijzigingen kan op basis van de Grootschalige Concentratiekaarten Nederland (achtergrondconcentratie beschikbaar gesteld via de geodatasite van RIVM) in combinatie met de afwezigheid van substantiële lokale bronnen worden geconcludeerd dat de concentraties stikstofdioxide en fijn stof onder de betreffende grenswaarden liggen. Ook de prognoses voor 2015 en 2020 voorspellen geen overschrijdingen (informatie RIVM april 2011).

  • Voorliggend bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen. Berekeningen zijn daarom achterwege gelaten.
  • In geval van het toepassen van wijzigingsbevoegdheden is in de regels bepaald dat sprake dient te zijn van een aanvaardbaar luchtkwaliteitsniveau. Gelet op de aard en omvang van de locaties wordt verwacht dat ruimschoots wordt voldaan aan de criteria zoals benoemd in het Besluit niet in betekenende mate.

Conclusie

De Wlk vormt geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.

5.6.4 Leidingen en telecommunicatieverbindingen

Onderzoek

Planologisch relevante leidingen dienen in het bestemmingsplan te worden bestemd. Tevens dienen relevante zones te worden aangegeven, waarbinnen mogelijke beperkingen gelden. Planologisch relevante leidingen zijn leidingen waarin de navolgende producten worden vervoerd:

  • gas, olie, olieproducten, chemische producten, vaste stoffen / goederen;
  • defensiebrandstoffen;
  • warmte en afvalwater, ruwwater of halffabricaat voor de drink- en
  • industriewatervoorziening met een diameter groter of gelijk aan 18".

Daarnaast dienen optisch vrije paden in het bestemmingsplan te worden opgenomen.

In het plangebied ligt één planologisch relevante leiding, te weten de aardgasleiding (zie hiervoor paragraaf 5.3).

Daarnaast liggen in het plangebied diverse niet planologisch relevante leidingen (rioolleidingen, leidingen nutsvoorzieningen, drainageleidingen). Deze kabels en leidingen zijn veelal aangelegd langs / in combinatie met aanwezige infrastructuur.

Conclusie

Leidingen en telecommunicatieverbindingen vormen geen belemmering voor dit bestemmingsplan.

5.6.5 Zones langs wegen

Aan de noordzijde van het plangebied is de A59 's-Hertogenbosch-Waalwijk gesitueerd. Het rijk en de provincie hebben langs wegen die in hun beheer zijn, bebouwingsvrije zones vastgesteld. Langs de A59 betreft dit een vrijwaringszone tot 50 meter vanaf de rand van de verharding. In deze zone kan alleen worden gebouwd na toestemming van de wegbeheerder, in dit geval Rijkswaterstaat. Op de verbeelding en in de regels is deze zone opgenomen. Voor deze zone is een bouwverbod opgenomen met een afwijkingsbevoegdheid. Deze afwijking kan pas worden verleend, nadat de wegbeheerder is gehoord.