direct naar inhoud van 4.3 Wonen en werken
Plan: Geerpark
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.BPgeerpark-OH01

4.3 Wonen en werken

Algemeen

De ambitie voor een unieke groene duurzame wijk in de overloop naar het open landschap biedt uitgelezen kansen voor het ontwikkelen van het nieuwe wonen in Vlijmen. Vanuit oogpunt van volkshuisvesting zijn er volop mogelijkheden om te experimenteren met duurzaamheidsaspecten, identiteit en collectief en particulier opdrachtgeverschap.

Geerpark is een proeftuin. Dit betekent dat er ruimte is om voortschrijdend inzicht ten aanzien van duurzaamheid, architectuur, en woonvormen te implementeren.

  • De primaire functie in Geerpark is wonen.
  • Een wijk met louter woonfuncties kan leiden tot een doodse slaapwijk op door de weekse dagen. Het streven is daarom gericht op het stimuleren van woon/werk combinaties (aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven).
  • Duurzaamheid betekent onder andere streven naar een gedifferentieerd aanbod met voldoende levensloopbestendige woningen.
  • Er is een toenemende behoefte aan huisvesting voor kleine huishoudens met één of twee bewoners.

Het programma voorziet in maximaal 800 woningen. Ten behoeve van het masterplan is een proefverkaveling opgesteld. De proefverkaveling voorziet in 800 woningen.

Het masterplan is tot stand gekomen in een proces van rekenen en tekenen. Het ruimtegebruik is gerelateerd aan typologieverdeling en bijbehorende parkeernormen. Het masterplan en daarmee het bestemmingsplan bieden, al naar gelang de fase, ruimte voor aanpassingen van typologieverdeling en woning, woon/werkaantallen.

Uitgangspunten bestemmingsplan

Voor het bestemmingsplan gelden de volgende uitgangspunten.

  • Het raamwerk, bestaande uit de hoofdinfrastructuur, de waterslinger en de centrale parkkamer is direct vastgelegd in Groen en verkeer, al dan niet met aanduidingen.
  • De eerste fase is direct vastgelegd. hiervoor bestaan twee systematieken:
    • 1. een gedetailleerde regeling voor die delen die als eerst ontwikkeld worden. Op kavelniveau is vastgelegd hoe het masterplan wordt vertaald in een rechtzekere juridisch-planologische regeling;
    • 2. een globale regeling voor die delen die aan het eind van de eerste fase worden gerealiseerd. Op hoofdlijnen is verbaal vastgelegd hoe het eindbeeld zal worden. het aantal woningen is met een gebiedsaanduiding geregeld;
  • De tweede en derde fase zijn door middel van een uit te werken bestemming vastgelegd. Hier geldt geen direct bouwrecht.

Door deze getrapte wijze van bestemmen beschikt de gemeente over ruime flexibiliteit om binnen de vastgestelde randvoorwaarden te komen tot een op de marktgerichte invulling van het plangebied. De ruimtelijke kwaliteit is door de essentiële elementen juridisch-planologisch vast te leggen geborgd.