direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen
Plan: Geerpark
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.BPgeerpark-OH01

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. tuinen, erven en verhardingen;
  • f. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvak worden gebouwd;
  • b. de goothoogten van een gebouw mag niet meer bedragen dan 7 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogten' een andere hoogte is aangegeven;
  • c. bij het bepalen van de goothoogten dient minimaal ¾ van de totale gootlengte te voldoen aan de goothoogten;
  • d. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 11 m , tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' een andere hoogte is aangegeven;
  • e. gestapelde woningen zijn toegestaan, binnen de gegeven afmetingen voor hoofdgebouwen.
  • f. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.

8.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvak worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd buiten het bouwvak, mag niet meer bedragen dan 60 m²;
  • c. voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan meer bedraagt dan 300 m² mag de onder b geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 150 m²;
  • d. de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen voor maximaal 50% worden bebouwd;
  • e. bij vrijstaande hoofdgebouwen dient één der zijstroken vrij van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te blijven tot de lijn evenwijdig aan en op een afstand van 25 m achter de voorgevellijn;
  • f. de goothoogten mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • g. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.

8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd binnen en buiten het bouwvak;
  • b. de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen voor maximaal 50% worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • d. met betrekking tot overkappingen gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de bebouwde oppervlakte aan overkappingen mag niet meer bedragen dan 30 m²;
    • 2. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

8.2.4 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m²;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is:

  • a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  • b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid;
  • d. voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding ' specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' en 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument';
  • e. ter voorkoming dat bebouwing gelegen is binnen de veiligheidszone van een inrichting in de zin van het BEVI;
  • f. ter voorkoming dat bebouwing onevenredige belemmeringen oplevert voor de bedrijfsvoering van en/of ontwikkelingsmogelijkheden van de in de omgeving liggende inrichtingen in de zin van het BEVI/bedrijven;
  • g. ter voorkoming dat bebouwing de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en inrichtingen, woningen en bouwwerken onevenredig aantast.

8.4 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.2.1 sub e ten behoeve van een hoger aantal woningen, mits:

  • a. een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing is gewaarborgd;
  • b. de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld is gewaarborgd;
  • c. geen sprake is van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid is gewaarborgd;
  • e. voor aaneengebouwde woningen mogen per woning niet minder dan 1,8 parkeerplaatsen worden gerealiseerd, waarvan niet minder dan 1,0 parkeerplaats in de openbare ruimte;
  • f. voor hoekwoningen mogen per woning niet minder dan 2,0 parkeerplaatsen worden gerealiseerd, waarvan niet minder dan 1,0 parkeerplaats in de openbare ruimte en in 'de hoven' wordt niet minder dan 2,0 parkeerplaatsen in de openbare ruimte gerealiseerd;
  • g. voor halfvrijstaande woningen mogen per woning niet minder dan 2,0 parkeerplaatsen worden gerealiseerd, waarvan niet minder dan 1,0 parkeerplaats in de openbare ruimte;
  • h. voor vrijstaande woningen mogen per woning niet minder dan 2,0 parkeerplaatsen worden gerealiseerd op eigen terrein;
  • i. voor gestapelde woningen mogen per woning niet minder dan 1,8 parkeerplaatsen worden gerealiseerd, waarvan niet minder dan 0,8 parkeerplaatsen in de openbare ruimte.

8.5 Specifieke gebruiksregels
8.5.1 Aan-huisverbonden beroep of bedrijf

Voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²;
  • b. er dient minimaal 1 parkeerplaats per 12 m2 van de onder a genoemde gezamenlijke vloeroppervlakte te worden gerealiseerd op eigen terrein;
  • c. detailhandel is niet toegestaan;
  • d. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

8.5.2 Waterberging

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende bepalingen:

  • a. omgevingsvergunning voor bouwen wordt niet verleend indien op eigen terrein niet wordt voorzien in niet minder dan 1,5 m³ waterberging.

8.6 Wijzigingsbevoegdheid
8.6.1 wro-zone - wijzigingsgebied - 2

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied -2' de bestemming Wonen geheel of gedeeltelijk wijzigen in Gemengd ten einde buitenschoolse opvang van kinderen, kinderdagopvang, kantoren en cultureel en maatschappelijke voorzieningen mogelijk te maken, met in­achtneming van de volgende regels:

  • a. het behoud van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding ' specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' is gewaarborgd;
  • b. een dienstwoning is niet toegestaan;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangeven;
  • d. ten behoeve van de functies binnen het wijzigingsgebied dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen voor de te projecteren functies ;
  • e. planwijziging is alleen mogelijk indien is aangetoond dat zich voor de te projecteren functies en als gevolg van de te projecteren functie geen onevenredige milieubelemmeringen voordoen;
  • f. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
  • g. in het wijzigingsplan worden de regels van het artikel Gemengd opgenomen.

8.6.2 wro-zone - wijzigingsgebied - 2

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied -2' de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' wijzigen ten behoeve van de realisering van appartementen binnen de bestemming Wonen, met in­achtneming van de volgende regels:

  • a. het behoud van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' is gewaarborgd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangeven;
  • c. ten behoeve van de appartementen dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen;
  • d. planwijziging is alleen mogelijk indien is aangetoond dat zich voor de te projecteren appartementen en als gevolg van de te projecteren appartementen geen onevenredige milieubelemmeringen voordoen;
  • e. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.;
  • f. het aantal woningen dient te passen in de gemeentelijke woningbouwprogrammering;
  • g. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid leidt niet tot een overschrijding van het in artikel 17, onder lid 17 lid 3 opgenomen maximum aantal woningen voor Geerpark.