direct naar inhoud van 4.4 Duurzaamheid
Plan: Dillenburg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.BPdillenburg-OH01

4.4 Duurzaamheid

4.4.1 Gemeentelijke uitgangspunten

Met het oog op de belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde van het plangebied wordt veel aandacht besteed aan het kwalitatief programma. Duurzaam bouwen verhoogt de gebruikswaarde (functioneel), belevingswaarde (vorm) en de toekomst (tijd) voor de bebouwde omgeving. Duurzaam bouwen is in dit geval te onderscheiden in stedenbouwkundig (woonkwaliteit) en bouwkundig duurzaam bouwen.

Stedenbouwkundig duurzaam (woonkwaliteit) komt tot uitdrukking in de ruimtelijke opzet van het stedenbouwkundig plan voor het gebied en valt daarmee binnen de brede interpretatie van de duurzaamheids-doelstelling. Belangrijke woonkwaliteitsthema's zijn onder meer: flexibel/aanpasbaar bouwen en (sociale)veiligheid. Daarnaast is een duurzame stedenbouwkundige structuur en architectonische kwaliteit een belangrijk aandachtspunt. Voor het behouden van de stedenbouwkundige structuur en een architectonische kwaliteit is in een later stadium een gebiedsspecifiek welstandsbeleid gewenst.

Flexibiliteit en aanpasbaarheid

Ten aanzien van de flexibiliteit en de aanpasbaarheid is het wenselijk een breder scala aan woningtypen te realiseren dan enkel de traditionele eengezinswoning. De voorkeur gaat uit naar typen die op verschillende manieren en door verschillende doelgroepen kunnen worden bewoond. Flexibiliteit draagt positief bij aan de (fysieke en maatschappelijke) duurzaamheid van de gebouwde omgeving. De stedenbouwkundige opzet van de wijk voorziet in een zo gedifferentieerd mogelijk woonmilieu. Uitgangspunt is dat het bouwen gericht moet zijn op het realiseren van verschillende woningtypen voor verschillende doelgroepen en op (de mogelijkheid tot) het aanpassen en voortdurend wijzigende leef- en woonomstandigheden.

Sociale veiligheid

Naast een toegankelijke en aanpasbare woonomgeving zal de woonomgeving vooral ook (sociaal) veilig in het gebruik moeten zijn. De factoren die kunnen bijdragen aan (het gevoel van) meer veiligheid zijn: informeel toezicht op de openbare ruimte, persoonlijke controle over de ("eigen") omgeving en het imago van het gebied. Toegespitst op het plangebied betekent dit, dat door inrichting en beheer van de openbare ruimte een goede sociale controle mogelijk dient te zijn. Een aantal aspecten waarmee in de planvorming rekening is gehouden, zijn:

  • stedenbouwkundige inrichting: adequate relatie openbaar-privé, menging tuin- en straatgericht wonen, overzichtelijkheid van stratenpatronen en parkeervoorzieningen, openbare verlichting;
  • vrijliggende groenvoorzieningen: vooral waarborging overzichtelijkheid;
  • langzaam verkeerroutes: primaire routes zijn zoveel mogelijk begeleid door woonbebouwing;
  • buurtbeheer: optredende gebreken als gevolg van dagelijks gebruik adequaat en snel herstellen;
  • jeugdopvang: creëren van adequate speel- en ontmoetingsplekken.

Bouwkundig duurzaam bouwen

Duurzaamheid van het bouwen en wonen wordt geconcretiseerd aan de hand van verschillende thema's zoals: gebruik van duurzame materialen, spaarzaam omgaan met water, energiezuinig bouwen in relatie tot benutting van passieve- en actieve zonne-energie en benutting van stadsverwarming.

Energie-'misbruik' wordt voorkomen door in het plan te zorgen voor een goede zonoriëntatie van de woningen, zodat optimaal gebruik kan worden gemaakt van (passieve) zonne-energie. Door goede zonering, compartimentering, aan(een)bouwen en goede isolatie kan de niet-compacte bouwvorm redelijk gecompenseerd worden.

4.4.2 Uitwerking Dillenburg

Zowel in de ontwikkeling van het stedenbouwkundig plan als in de uitwerking van de architectuur en de openbare ruimte, vormen de verschillende duurzaamheidaspecten belangrijke uitgangspunten. Duurzaamheid is meer dan duurzaam bouwen of energiebesparing. Het gaat om de ontwikkeling van een totaal nieuwe, duurzame omgeving, waarvan de bebouwing en de openbare ruimte slechts onderdeel zijn. Binnen het begrip duurzaamheid is onderscheid te maken in verschillende onderdelen, die hierna worden toegelicht.

Geerpark Vlijmen

De duurzaamheidsvisie die de gemeente Heusden voor de in ontwikkeling zijnde locatie Geerpark Vlijmen heeft uitgewerkt, fungeert als referentiekader voor Dillenburg. In de planvorming voor de Dillenburglocatie worden de duurzaamheidsagenda en -ambitie van Geerpark als voorbeeld gehanteerd.

Water

Water verhoogt de kwaliteit van de leefomgeving en verbetert de belevingswaarde van het gebied, of het nu gaat om een woonwijk, een bedrijventerrein of een recreatiepark. Het vergroten van wateroppervlak levert een belangrijke bijdrage met betrekking tot piekopvang of extreme droogte. De retentiecapaciteit vergroot gelijkmatig afvoeren van het water. Door het toepassen van helofyten (rietfilter) verbetert de waterkwaliteit in het gebied (natuurlijke zuivering).

De volgende duurzaamheidsaspecten worden toegepast:

  • wateroppervlak vergroten;
  • retentiegebieden toevoegen;
  • integreren in bestrating.

Groen / Landschap

Groengebieden zijn waardevol voor de leefomgeving van de mens. Het levert een bijdrage aan de gezondheid (schone lucht, stimulatie recreëren en sporten en verbetert de gemoedstoestand) en sociale samenhang (ontmoeten, gezamenlijke activiteiten, en dergelijke). Daarnaast zijn groengebieden waardevol voor de ecologie, flora en fauna en de toename in biodiversiteit. Een duurzaam groengebied is een gebied met voldoende maat, rijkdom aan biodiversiteit, is selfsupporting en wordt milieubewust gebruikt.

De volgende duurzaamheidsaspecten worden toegepast:

  • behouden en verbeteren bestaande groenstructuren;
  • biodiversiteit vergroten;
  • aantakken op structuren in de omgeving en daarmee het oppervlak vergroten;
  • groene daken en gevels gebruiken ten behoeve van integratie bebouwing in park.

Mobiliteit

Mobiliteit wordt steeds belangrijker voor de maatschappij op economisch en sociaal vlak. Een duurzame mobiliteit wordt bereikt wanneer de CO2-uitstoot van het transport wordt verminderd en het gebruik van alternatieve energiebronnen en vervoerwijzen (zoals openbaar vervoer en fiets) en milieubewustere uitvoeringen van auto- en vrachtverkeer worden ingezet.

De volgende duurzaamheidsaspecten worden toegepast:

  • goede OV voorzieningen;
  • stimuleren fietsgebruik;
  • reductie verhard oppervlak;
  • oplaadpunten elektrisch vervoer.

Afval

Het reduceren van de afvalberg en het milieubewust afhandelen van afval moet het doel zijn van bewoners, bedrijven en andere gebruikers. Het upcycelen van het afval behoort tot het cradle to cradle-principe dat als uitgangspunt genomen kan worden in deze wijk. Cradle to Cradle is een nieuwe kijk op duurzaam ontwerpen, die naar voren is gebracht in het boek Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things (2002) van William McDonough.

De volgende duurzaamheidsaspecten worden toegepast:

  • cradle to cradle principe hanteren tijdens bouw, gebruik en sloop;
  • afvalscheiding in de wijk tijdens gebruik. In de openbare ruimte zijn mogelijkheden voorzien voor het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers, waar afval gescheiden kan worden aangeboden.

Energie

Duurzaam omgaan met energie staat voor het tegengaan van verspilling en inefficiënt gebruik. Bewustwording van zorgvuldig gebruik is hierbij essentieel. De wijk kan veel doen aan het terugwinnen van energie en het minimaliseren van gebruik.

De volgende duurzaamheidsaspecten worden toegepast:

  • groene energie;
  • WKO-installatie;
  • pv cellen;
  • oriëntatie van de woningen en bijbehorende gevelopeningen;
  • een mogelijkheid die onderzocht wordt is de combinatie van de vraag en het aanbod van energie van het in de nabijheid gelegen bedrijventerrein met het nieuwe woongebied en bijvoorbeeld gebruik van restwarmte.

Stedenbouw

Naast het faciliteren van de eerder genoemde ruimtevragers wordt het stedelijk gebied duurzamer wanneer er in de stedenbouwkundige opzet rekening wordt gehouden met de volgende aspecten.

Oriëntatie op zon

Wanneer in de opzet rekening is gehouden met de oriëntatie op de zon kan optimaal gebruik gemaakt worden van schaduwwerking van bomen en het optimaal toepassen van gevelopeningen ten behoeve van een energiezuinig plan.

Flexibiliteit

Aanpasbaarheid in tijd en het vermogen om mee te groeien met veranderende eisen van de maatschappij geeft de mate van flexibiliteit weer. Dit plan moet voorzien in de huidige eisen maar moet ook op de lange termijn het vermogen bezitten te kunnen veranderen.

Omliggende landschap/ bebouwing en (onderliggende) structuren

Het ontwerp heeft rekening gehouden met het omliggende landschap/ de bebouwing en de onderliggende structuren (landschap, historie), waardoor het plan goed verankerd is op de plek.

Openbare ruimte

Evenals de toepassingen van duurzame materialen en producten op gebied van architectuur en interieur, zijn die er ook voor de openbare ruimte, zoals:

  • toepassen van ledverlichting, gecombineerd met bewegingssensoren;
  • cradle to cradle stedelijk interieur (banken van hergebruikt materiaal)
  • hufterproof en duurzame materialen en producten;
  • gebruik van lokale materialen en hergebruik van bestaande materialen
  • stimuleren betrokkenheid, door zichtbaar maken van duurzame oplossingen, educatieprogramma's, betrokkenheid bewoners/ gebruikers vergroten en ze 'mede-eigenaar' laten zijn/ voelen van de openbare ruimte.

Architectuur

In het plangebied van de Dillenburglocatie wordt de bebouwde omgeving bepaald door de volgende elementen:

  • school;
  • MFA;
  • zorg;
  • woongebied;
  • werkgebied.

Voor de architectuur zijn naast veel algemene duurzaamheidsaspecten (duurzaam bouwen) nog meer maatregelen of ingrepen toepasbaar op het vlak van bijvoorbeeld energie en inpassing in het landschap, zoals:

  • gevelopeningen op juiste plekken;
  • toepassen van bouwproducten met een lage milieubelasting en een rijke patina;
  • positie bebouwing ten opzichte van omgeving en elkaar.