5.5 Waterparagraaf
Het bestemmingsplan valt binnen het werkgebied van het Waterschap Aa en Maas. Het Waterschap heeft een waterbeheerplan 2010 - 2015 (november 2009, Waterschap Aa en maas) en een Beleidsnota 'Uitgangspunten watertoets waterschap Aa en Maas', waarin acht centrale uitgangspunten geformuleerd zijn. Deze uitgangspunten zijn:
- Wateroverlastvrij bestemmen;
- gescheiden houden van vuilwater en schoon hemelwater;
- doorlopen van de afwegingsstappen: hergebruik - infiltratie - buffering - afvoer; hydrologisch neutraal bouwen;
- water als kans;
- meervoudig ruimtegebruik;
- voorkomen van vervuiling;
- waterschapsbelangen:
-
1. ruimteclaims voor waterberging;
-
2. ruimteclaims voor de aanleg van natte Ecologische Verbinding Zones en beekherstel;
-
3. aanwezigheid en ligging watersysteem;
-
4. aanwezigheid en ligging waterkering;
-
5. aanwezigheid en ligging van infrastructuur en ruimteclaims ten behoeve van de afvalwaterketen in beheer van het waterschap.
Onderzoek
De waterparagraaf vormt de schriftelijke weerslag van de watertoets, het overleg met de betrokken waterbeheerders, waartoe gemeenten op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.1. Bro) zijn verplicht.
- In het plangebied vinden geen ingrijpende wijzigingen plaats op het gebied van de waterhuishouding.
- Het in stand houden van een goed functionerend rioolstelsel is uitgangspunt van het gemeentelijk rioleringsplan. De in het gemeentelijk rioleringsplan aangegeven aanpassingen binnen het bestaande rioolstelsel zijn onlangs of worden binnenkort uitgevoerd.
- Het huidige gemengde rioolstelsel voldoet aan de eisen, die door ondermeer het Waterschap, aan een dergelijk rioolsysteem worden gesteld.
- Nieuwe woningen en voorzieningen worden zoveel mogelijk aangesloten op gescheiden systemen. Bij de toepassing daarvan wordt relatief schoon regenwater niet via het riool afgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie, maar direct geïnfiltreerd in de bodem. In voorkomende gevallen wordt in overleg met het Waterschap bekeken of door middel van het realiseren van aanvullende voorzieningen (zoals infiltratievoorzieningen) de afvoer van afvalwater naar de rioolzuiveringsinstallatie kan worden beperkt. Dit is tevens ter voorkoming van verdroging.
- In het plangebied liggen leggerwaterlopen en schouwwatergangen. Deze zijn aangegeven op de verbeelding met de bestemming Water.
Conclusie
Het plan is nagenoeg geheel conserverend van aard met uitzondering van de wijzigingsgebieden en enkele wijzigingsbevoegdheden naar Wonen. Er wordt niet verwacht dat er planelementen zijn die in strijd zijn met het waterschapsbelang. De overlegreactie van het Waterschap is opgenomen en voorzien van een gemeentelijke reactie in bijlage 3.