direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Oudheusden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.BPOudheusden-OH01

2.2 Provinciaal en regionaal beleid

Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) (vastgesteld 1 oktober 2010, in werking 1 januari 2011)

Beleidskader

De provincie geeft in de structuurvisie de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie geeft een ruimtelijke vertaling van de opgaven en doelen uit de Agenda van Brabant. Daarnaast ondersteunt de structuurvisie het beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals:

  • economie;
  • mobiliteit
  • sociale zaken;
  • cultuur;
  • milieu- en natuur.

Voorafgaand aan de structuurvisie is geconcludeerd dat het vigerende ruimtelijke beleid nog steeds actueel is en daarom ongewijzigd blijft. Voorbeelden daarvan zijn:

  • het principe van concentratie van verstedelijking;
  • zorgvuldig ruimtegebruik;
  • het verantwoord omgaan met de natuurlijke basis, het streven naar robuuste en aaneengeschakelde natuurgebieden;
  • het concentratiebeleid voor glastuinbouw en intensieve veehouderijen.

In het provinciaal beleid wordt bij de opgave voor wonen en werken het accent sterker verlegd naar de te ontwikkelen kwaliteiten, de inzet op herstructurering en het beheer van het bestaand stedelijk gebied.

De structuurvisie bestaat uit vier delen. Voor dit project zijn deel A en B relevant.

  • Deel A. Deel A bevat de hoofdlijnen van het beleid. Op basis van trends en ontwikkelingen heeft de provincie haar ruimtelijke belangen gedefinieerd en ruimtelijke keuzes gemaakt. In haar sturing biedt zij gemeenten meer ruimte om afwegingen te maken in een aantal vooraf gestelde kaders. Daarnaast zet de provincie zelf een aantal ontwikkelingen in gang.
  • Deel B. In deel B staan de ambities, het beleid en de uitvoering voor de vier ruimtelijke structuren: de groenblauwe structuur, het landelijk gebied, de stedelijke structuur en de infrastructuur.

Toetsing

Het bestemmingsplan Oudheusden betreft een consoliderend bestemmingsplan. Er worden beperkt ontwikkelingen door middel van inbreiding in bestaand stedelijk gebied voorgestaan en beperkte uitbreiding in een zoekgebied voor verstedelijking. Het bestemmingsplan voldoet aan de uitgangspunten van de Structuurvisie.

Verordening ruimte, fase 1 en 2

Beleidskader

Per 1 juni 2010 geldt de Verordening ruimte, fase 1 van de provincie Noord-Brabant. Dit is het belangrijkste provinciale instrument om de ruimtelijke ontwikkeling van de steden, dorpen en buitengebied te sturen. In de verordening zijn instructieregels voor bestemmingsplannen en projectbesluiten opgenomen. De verordening bestaat uit tekst en kaartmateriaal. In de eerste fase van de verordening ruimte zijn beleidspunten uit de eerdere Interimstructuurvisie opgenomen die niet veranderd zijn, namelijk:

  • stedelijke ontwikkeling;
  • wonen en bedrijventerreinen;
  • ecologische hoofdstructuur;
  • ontwikkelmogelijkheden van intensieve veehouderij;
  • ruimte-voor-ruimte-regeling;
  • concentratiebeleid glastuinbouw;
  • teeltondersteunende voorzieningen;
  • regionale waterbergingsgebieden.

In de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) is voor de te bereiken doelen en ambities per onderwerp aangegeven welke instrumenten de provincie wil inzetten. In een (beperkt) aantal gevallen is gekozen voor het instrument planologische verordening. Als uitwerking daarvan heeft de provincie de Verordening Ruimte, fase 2, vastgesteld. Dit is een aanvulling op de Verordening ruimte fase 1.

Toetsing

Op basis van de verordening zijn de volgende vermeldingen relevant:

  • kern in landelijk gebied;
  • zoekgebied voor verstedelijking kernen in landelijk gebied (locatie De Oosters, deel naast de provinciale weg).

Op basis van de Verordening Dis stedelijke ontwikkeling mogelijk in bestaand stedelijk gebied en in de zoekgebieden voor stedelijke functies. Voor de zoekgebieden geldt aanvullend dat ontwikkeling pas mogelijk is als:

  • de toelichting hiervoor een verantwoording bevat;
  • er mogelijkheden ontbreken voor inbreiding en ontwikkeling in bestaand stedelijk gebied;
  • de ontwikkeling aansluit op bestaand stedelijk gebied;
  • er rekening wordt gehouden met de stedenbouwkundige en landschappelijke structuren en kwaliteiten in het plangebied en de context daarvan.

Het locatie De Oosters voorziet in deel van de kwantitatieve woningbouwopgave van de regio. De ontwikkeling is geborgd in provinciaal en gemeentelijk beleid. Het project voldoet daarmee aan de Verordening.