direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buurtschap Kruisstraat 2016
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002304-1401

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op basis van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening dient een bestemmingsplan elke tien jaar opnieuw te worden vastgesteld. Het vigerende bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat' is vastgesteld door de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch op 4 oktober 2005 en grotendeels goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 9 mei 2006. Het bestemmingsplan Buurtschap Kruisstraat is vervolgens op 4 juli 2006 in werking getreden. Het bestemmingsplan voor dit gebied dient daarom opnieuw te worden vastgesteld.

In de jaren na de vaststelling van het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat' is er meermaals gebruik gemaakt van de verschillende wijzigingsbevoegdheden die voor enkele percelen zijn opgenomen in het vigerende plan. Om versnippering te voorkomen zijn deze ontwikkelingen van de afgelopen jaren gebundeld in dit nieuwe geactualiseerde plan.

1.2 Plangebied

De actualisatie van het bestemmingsplan voor buurtschap Kruisstraat heeft betrekking op het hart van de buurtschap, daar waar de twee wegen elkaar kruisen. De buurtschap ligt ten oosten van Rosmalen en is historisch gelegen aan de oude dijk op de rand van de Beerse Overlaat. De buurtschap is één van de oudste delen van Rosmalen en is van oudsher een lintdorp. De omgeving van het plangebied is te kenmerken als een open agrarisch gebied, wat (steeds meer) in het invloedsgebied van de bebouwing van de kernen Rosmalen en 's-Hertogenbosch ligt. In het plangebied zijn afwisselend enkele (agrarische) bedrijven en burgerwoningen aanwezig.

De grenzen van het plangebied worden grofweg gevormd door de perceelsgrenzen aan de achterzijde van de percelen gelegen aan de Kruisstraat, aan de Vliertwijksestraat, aan de Eikenhof en aan de Grintweg voor zover gelegen binnen de bebouwde kom. Op afbeelding 1.1 is de ligging en begrenzing van het plangebied weergegeven. De precieze begrenzing van het plangebied is te vinden op de verbeelding van het bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0001.png"

Afbeelding 1.1. Weergave plangebied

1.3 Vigerende bestemmingsplannen

Voor het grootste gedeelte van het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat'. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch op 4 oktober 2005, grotendeels goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 9 mei 2006 en op 4 juli 2006 in werking getreden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0002.png"

Afbeelding 1.2 Verbeelding bij bestemmingsplan Buurtschap Kruisstraat (2006)

Daarnaast gelden binnen dit plangebied de volgende bestemmings- en wijzigingsplannen:

- het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat'. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Rosmalen op 5 juli 1979 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 12 februari 1980. Dit bestemmingsplan geldt voor zover Gedeputeerde Staten op 9 mei 2006 haar goedkeuring heeft onthouden aan het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat' uit 2006 voor gedeelten van de bestemming Bedrijfsdoeleinden, te weten de adressen Kruisstraat 39, Vliertwijksestraat 2, Vliertwijksestraat 26/28 en Vliertwijksestraat 33C. Deze gronden kennen op dit moment de bestemming 'Voortuin'.

- Wijzigingsplan Kruisstraat 42, vastgesteld door het college van B&W op 7 november 2006

- Wijzigingsplan Kruisstraat tussen 9c - 11, vastgesteld door het college van B&W op 24 april 2007

- Bestemmingsplan Kruisstraat 39a, vastgesteld door de gemeenteraad op 21 september 2010

- Bestemmingsplan Grintweg 7a, vastgesteld door de gemeenteraad op 13 december 2011

- Bestemmingsplan Kruisstraat 28a, vastgesteld door de gemeenteraad op 24 januari 2012

- Wijzigingsplan Kruisstraat 43, vastgesteld door het college van B&W op 8 juli 2014
- Wijzigingsplan Vliertwijksestraat 9, vastgesteld door het college van B&W op 13 juli 2016

Hoofdstuk 2 Beschrijving van het plangebied

2.1 Ruimtelijke-functionele structuur

2.1.1 Relatie plangebied met omgeving

De buurtschap Kruisstraat is een kleinschalige historische lintbebouwing aan de oostzijde van Rosmalen. De ligging in het buitengebied van Rosmalen en de begrenzing aan het bedrijventerrein Kruisstraat zijn bepalend voor de karakteristiek van het gebeid en de kwaliteit van de overgangen. De diversiteit aan landschapsvormen en structuren van de aangrenzende omgeving draagt bij aan het ontstaan van interessante fysieke en functionele relaties van de buurschap met de omgeving maar ook voor diversiteit en afwisseling van overgangen

Aan de west- en zuidwestzijde van de buurtschap ligt het waardevolle landschap van het Sprokkelbosch. Het landschap van Sprokkelbosch is een oorspronkelijke en gemeenschappelijke kamp die nog bewaard is gebleven en welke van hoge kwaliteit is. Deze begrenzing zorgt voor een kwalitatieve overgang van de buurtschap richting het buitengebied van Rosmalen. Sprokkelbosch fungeert als een belangrijke verbindingszone tussen het buurtschap en Rosmalen. Tevens is dit een belangrijk uitloopgebied voor de inwoners van de buurtschap Kruisstraat. Het zuidwestelijk gelegen gebied heeft een agrarisch karakter en is nagenoeg onbebouwd. De lintbebouwing van het buurtschap Kruisstraat is onderdeel van een groter historische bebouwingslijn welke Rosmalen via de buurtschap fysiek met de oostelijk gelegen woonkernen van Nuland en Geffen verbindt.

De relatie met het noordelijk gelegen polderlandschap komt tot uiting door de aanwezige openheid in de lintbebouwing en waardevolle doorkijklijnen. Om een aaneengesloten landschappelijk raamwerk te kunnen realiseren dient deze openheid in de toekomst behouden te blijven en waar mogelijk sterker te worden. Bij verder ontwikkeling van het buurtschap is het belangrijk dat deze openheid versterkt wordt en de bestaande doorzichten naar zowel het zuiden als het noorden behouden blijven.

De zuidelijke begrenzing van het gebied wordt gemarkeerd door het industriële karakter van het bedrijventerrein Kruisstraat. Ondanks de fysieke relatie hebben deze twee gebieden functioneel geen relatie.

2.1.2 Ruimtelijke situatie

Het huidige bebouwingsbeeld van Buurtschap Kruisstraat dateert grotendeels uit de periode 1875-1945. De historische ontwikkeling is nog goed zichtbaar. De lintbebouwing is duidelijk herkenbaar gebleven.
De structuur van het buurtschap Kruisstraat bestaat slechts uit twee hoofdstraten, de Kruisstraat en de Vliertwijksestraat. De bebouwingsstructuur in de vorm van de individuele lintbebouwing is herkenbaar gebleven, echter voor wat de opzet van de bebouwing betreft zijn de twee linten zeer verschillend.

Langs de Kruisstraat, waar de bebouwing van oorsprong voornamelijk een agrarische functie had, bestond deze vanaf de zeventiende eeuw voornamelijk uit zogenaamde kruk- en T-boerderijen. Hiervan is een gedeelte bewaard gebleven. Op enkele plaatsen is de relatie tussen de lintbebouwing en de omringende open landbouwgrond intact gebleven en levert dit mooie vergezichten op. De bebouwing kenmerkt zich door losse schakels die schijnbaar willekeurig zijn gesitueerd. Er is geen sprake van een strakke rooilijn, maar meer van een willekeurig verloop. Dit heeft te maken met het feit dat het beloop van de weg Kruisstraat aanvankelijk werd bepaald door natuurlijke omstandigheden. De weg is later rechtgetrokken, waardoor de woningen anders ten opzichte van de weg zijn komen te staan.

Bijzonder is verder dat de boerderijen in het plangebied op enige afstand van de weg zijn gelegen. Zij zijn van oorsprong aan de dijk gelegen. De dijk is in de loop der jaren afgegraven, maar de woningen zijn op relicten van de dijk blijven staan. Nu lijkt het daarom alsof ze als het ware op terpen in het landschap staan. Aan de Kruisstraat was tevens de kapel gelegen die later een functie als school heeft gehad. De kapel verdween, waardoor Kruisstraat nu één van de weinige kerkloze buurtschappen is.

De Vliertwijksestraat bevindt zich van oorsprong achter de dijk. De huidige Vliertwijksestraat en voormalige Kruisstraatse Dijk had voornamelijk een vervoersfunctie tussen de Maas en de Graafsebaan/Napoleonsroute. Enkele panden temidden van dit lint vormen momenteel door hun éénlaagse bebouwing met mansarde-kap een uitzondering maar referen aan de oorspronkelijke bebouwing en functie. Na 1945 is de lintbebouwing verdicht. De bebouwing is in vergelijking met de Kruisstraat meer in één lijn gesitueerd. Hoewel het hier bijna uitsluitend particuliere bebouwing betreft is er een sterke overeenkomst tussen de panden uit de zestiger jaren. Het merendeel van de losse bebouwing wijkt qua voorgevelrooilijn, goothoogte, dakvlak en omvang nauwelijks van elkaar af.

In noordelijke richting gaat de Vliertwijksestraat over in de Grintweg. Hieraan zijn slechts enkele, deels karakteristieke, woningen gelegen. Ook hier is sprake van verdichting. Na de bebouwing volgt het weidse uitzicht over de polder.

In westelijke richting is later de nieuwbouwwijk Eikenhof gebouwd. Deze wijk is echter nooit in volle omvang gerealiseerd. De ontwikkeling die in de nabije toekomst bij de nieuwbouwwijk Eikenhof zal plaatsvinden, is echter niet meegenomen in deze actualisatie. Hiervoor zal te zijner tijd een apart plan worden opgesteld.

Naast de wijk Eikenhof ligt sportpark Eikenhage met bijbehorend clubgebouw. Het komgebied aan de noordzijde heeft ondanks de ruilverkaveling nog steeds een open grasland karakter met smalle langgerekte percelen haaks op de dijk.

Aan de zuidzijde is het karakter meer aangetast door de aanleg van het bedrijventerrein en het verdwijnen van de houtwallen. De omgeving van de buurtschap Kruisstraat wordt gekenmerkt door zijn relatief grootschalige bedrijventerrein dat ten zuiden van het woongebied ligt. Dit bedrijventerrein valt buiten het plangebied van dit bestemmingsplan. Op het bedrijventerrein hebben zich vele lokale ondernemers gevestigd. Helaas is de uitstraling van het bedrijventerrein richting de buurtschap van geringe kwaliteit. Dit heeft enerzijds te maken met de omvang van de bebouwing, maar ook met de buitenopslag. Hierdoor is sprake van aantasting van de karakteristieke rand. Door de aanwezigheid van dit bedrijventerrein is er aan de zuidzijde van de buurtschap geen sprake meer van vergezichten. Afgezien van het bedrijventerrein in het zuiden is het karakter van de bebouwing grotendeels intact gebleven. Langs de Kruisstraat bevinden zich diverse waardevolle boerderijcomplexen, maar ook karakteristieke dorpsbebouwing.

2.1.3 Functionele situatie
2.1.3.1 Wonen

Buurtschap Kruisstraat bestaat met name uit percelen met een woonbestemming. Om tot woningbouwbeleid voor Kruisstraat te komen, dienen de kenmerken van de bevolking en de woningvoorraad in ogenschouw te worden genomen.

  Kruisstraat   Gemeente  
Bevolking      
Aantal inwoners   549   151.000  
Leeftijdsopbouw
0 t/m 19 jaar
20 t/m 34 jaar
35 t/m 49 jaar
50 t/m 64 jaar
65 jaar en ouder  
2000
153
87 (15,5%)
159
78
84 (15%)  
2015
126
99 (18%)
112
140
72 (13%)  
2015
22%
20%
22%
20%
16%  
Toe/afname bevolking 2000-2015   – 12 (abs)    
Wonen      
Aantal huishoudens
Aandeel 1 persoonshuishoudens
Aandeel 2 persoonshuishoudens
Aandeel 3 persoonshuishoudens  
189
12%
34%
54%  

34%
34%
32%  
Eigendomssituatie
Koop
Huur (corporaties)  

93%
5% (7%)  

59%
35% (41%)  

Tabel 2.1. Statistische gegevens Kruisstraat - gehele gemeente per 1-1-2015

Uit deze gegevens blijkt het volgende:

  • In Kruisstraat wonen relatief veel gezinnen met kinderen;
  • In Kruisstraat staan relatief gezien veel (dure) koopwoningen.

In het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat' uit 2006 is geconcludeerd dat er binnen de buurtschap bebouwingsmogelijkheden zijn, omdat het buurtschap, als onderdeel van de gemeente 's-Hertogenbosch, is aangemerkt als stedelijke regio. Vanuit het beleid van zowel de hogere overheden als vanuit het gemeentelijk beleid is verder bepaald dat, mede door haar bijzondere cultuurhistorische waarde, de buurtschap als stedenbouwkundige entiteit voor de lange termijn gewaarborgd dient te blijven.

Functioneel blijft de buurtschap een kleine nederzetting met beperkte woningbouwmogelijkheden. De omvang van de woningbouw is niet taakstellend, maar blijft beperkt tot inbreidingen die de structuur versterken, dan wel geen afbreuk doen aan de structuur.

Een van de doelstellingen van het woonbeleid is om de inwoners van de stad voldoende keuzemogelijkheden te bieden in de vorm van een gedifferentieerd woningaanbod met een eigen identiteit en karakter. Zowel in bestaande als in nieuwe wijken moeten mensen kunnen kiezen uit verschillende prijs- en kwaliteitsniveaus en verschillende woningtypen. Nieuwbouw, maar ook verbouw en herbouw kunnen worden ingezet om dit doel te bereiken.

Nieuwe woningbouwlocaties in Kruisstraat, uitgezonderd van de toekomstige ontwikkeling aan de Eikenhof, zijn niet of nauwelijks meer aanwezig. Belangrijk is om zorgvuldig om te gaan met de vrijkomende locaties. Bij nieuwbouw in Kruisstraat dient dan 'aanvullend' te worden gebouwd; nieuwbouw moet niet leiden tot meer van hetzelfde, maar juist tot een verbreding van het bestaande woningaanbod.

Van het aantal inwoners in Kuisstraat bestaat 18% uit jongeren in de leeftijdsgroep 20-34 jaar. Het is dan ook van belang om in deze buurt bijzondere aandacht te besteden aan de huisvestingsmogelijkheden voor jongeren die in Kruisstraat wonen. Jongeren moeten de kans krijgen om ook in Kruisstraat te kunnen blijven wonen. De bouw van goedkopere koopwoningen kan in deze behoefte voorzien.

In Kruisstraat is tevens sprake van een duidelijke vergrijzing van de bevolking. De bouw van zogenaamde nultredenwoningen (alle woonfuncties gelijkvloers, zonder trappen) kan in deze behoefte voorzien.

2.1.3.2 Overige functies binnen het plangebied

In het plangebied worden verder de volgende niet-woonfuncties van elkaar onderscheiden:


- Bedrijf;
- Agrarisch;

- Agrarisch bedrijf;
- Horeca;
- Maatschappelijk;

- Sport;

- Gemengd.

De overig ondersteunende bestemmingen zijn:

- Groen;

- Bedrijf - nutsvoorziening;

- Verkeer;

De bebouwing binnen de buurtschap heeft zich in de loop der jaren niet alleen verdicht. De van oorsprong overwegende agrarische functie is ook voor een groot deel getransformeerd naar een woonfunctie. Diverse functies, waaronder de bakkerij, de kruidenier en de school zijn verdwenen. In de buurtschap zijn geen detailhandel en onderwijsvoorzieningen meer aanwezig. Aan de Kruisstraat zijn een restaurant/café en een snackbar gevestigd. Langs de Kruisstraat, de Vliertwijksestraat en de Grintweg zijn diverse bedrijven gevestigd, waarvan een gering aantal nog steeds agrarisch. De verschillende bedrijven komen verspreid langs deze straten voor.

2.2 Wegenstructuur

Van oorsprong kenmerkt de ontsluitingsstructuur van Rosmalen zich door een structuur gebaseerd op de linten evenwijdig met de oostwestgerichte landschappelijke onderlegger. De weg Kruisstraat vormt van oorsprong één van de belangrijkste wegen in het rivierengebied.

Voor fietsverkeer vormt de weg Kruisstraat een belangrijke verbinding tussen 's-Hertogenbosch en Nuland-Oss. De Vliertwijksestraat heeft inmiddels een belangrijke verkeersfunctie. Deze weg vormt een rechtstreekse verbinding tussen Kruisstraat en de A59. Via de A59 is er sprake van een goede aansluiting op het landelijke snelwegennetwerk. In noordelijke richting loopt de Vliertwijksestraat over in de Grintweg. Via de Grintweg is geen directe verbinding met Empel en 's-Hertogenbosch-noord mogelijk. Naast de twee hoofdwegen heeft de buurtschap slechts één woonstraat, namelijk Eikenhof, die de aanliggende woonbebouwing van dit straatje ontsluit.

Buurtschap Kruisstraat wordt gekenmerkt door haar woonfunctie. Door de huidige, relatief hoge verkeersintensiteit zijn de straten echter niet als woonstraat in gebruik. Met name verkeer van en naar het nabij gelegen bedrijventerrein en naar de weegbrug in de Paddegraafweg, zijn hier sterk debet aan.

In de Kruisstraat en Vliertswijksestraat zijn enkele verkeersdrempels aangelegd om de snelheid van het verkeer af te remmen. Recent is het gedeelte van de Vliertwijksestraat, dat binnen de 30 km/uur-zone ligt, opnieuw ingericht. Daarbij is een visuele rijbaanversmalling gemaakt door het voormalige langsparkeren op de rijbaan te verhogen naar trottoirniveau.

Binnen de gemeenschap van het buurtschap Kruisstraat leeft al jarenlang de wens een vrijliggend tweerichtings-fietspad aan te leggen langs de weg Kruisstraat. Hiertoe zijn geen reële fysieke mogelijkheden aanwezig. Door de aanleg, enkele jaren gelden, van een goede fietsvoorziening pal zuidelijk en evenwijdig met het spoor, kan in behoorlijke mate in deze behoefte voorzien worden.

2.3 Groen- en waterstructuur

In de buurtschap is geen samenhangende groenstructuur aanwezig. De historische groenstructuur langs de wegen is voor een groot deel verdwenen. Vroeger was er sprake van een bomenstructuur langs de Kruisstraat. Door de toename van het verkeer en de omvang van het zware vrachtverkeer dat voor een deel voor de bevoorrading in de buurtschap aanwezig moet zijn, heeft een deel van de laanbeplanting plaats moeten maken voor de verkeersfunctie. Nog enkele fragmenten van de oorspronkelijke laanbeplanting zijn zichtbaar, maar het grootste deel van de bomen is verdwenen. Een fraai relict van het kampenlandschap wordt gevormd door het laantje voorbij Kruisstraat 33 loodrecht op de Kruisstraat. 

Met name het zuidelijk gelegen deel van de Vliertwijksestraat richting Mariaoord, dat buiten het plangebied valt, wordt door een eikenlaan begeleid.

In het overige deel van de Vliertwijksestraat, binnen het plangebied is wel sprake van een bomenstructuur met een beperkte omvang, vanwege de inrichting van het profiel met langsparkeren. Aan beide zijden van de weg zijn bomen aanwezig.

In de buurtschap zijn enkele grotere groenelementen aanwezig. Het belangrijkste groenelement van de buurtschap is het sportpark Eikenhage dat is omgeven door houtwallen. Het aanliggende kampenlandschap ten zuiden van de buurtschap heeft een kleinschalige verkaveling met landschapselementen die soms nog zichtbaar doorlopen in het plangebied. Dit is vooral te zien aan de noord-zuidlopende verkaveling met kavelgrenzen welke zijn voorzien van beplanting. De beplanting rond het sportveldencomplex is op basis hiervan landschappelijk fraai ingericht. Grenzend aan het sportpark is een openbaar speelplekje van beperkte omvang gelegen.

Verder is er een aantal groene open terreinen waar te nemen, die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn, zoals een groenstrook tussen de bebouwing aan de Vliertwijksestraat en de voetbalvelden. Het groene karakter van de buurtschap wordt vooral gevormd door de open bebouwingsstructuur, met een de lage dichtheid in combinatie met de vergezichten. Het groen is overwegend in particulier eigendom.

2.4 Ecologie

Bepalend voor de ecologische structuur van de buurtschap is de ligging op de overgang van het rivierengebied naar het dekzandgebied. Op de grens van de hogere zandgronden en het rivierengebied is sprake van een overgangszone tussen hoog en laag, droog en nat, voedselarm en voedselrijk. Met name het gebied tussen het buurtschap en de noordelijk gelegen Blokkenweg heeft bijzondere ecologische kenmerken. Regenwater, dat op de zandgronden valt, stroomt ondergronds naar de lager gelegen overgangszone waar het plaatselijk weer aan de oppervlakte komt (kwel). Dit water is afkomstig van enkele kilometers afstand tot aan de Belgische grens. De kwel is normaliter kalkrijk en voedselarm, waardoor een specifieke flora kan ontstaan. Hoe langer de kwel in de grond blijft, des te beter is de kwaliteit.

Als gevolg van de grondwateronttrekking ten behoeve van industrie en drinkwater is diepe en schone kwel merendeels vervangen door ondiepe en vervuilde kwel. Dit heeft effect op de samenstelling van de vegetatie. Dotterbloemhooilanden zijn schaars geworden en vervangen door vegetaties van een meer voedselrijke situatie. Hier en daar groeien kwelindicatoren als waterviolier, gekroesd, doorgroeid en rossig fonteinkruid, holpijp en bosbies. In de bermen komt plaatselijk nog grote pimpernel voor.

Uit het verleden zijn broedgevallen bekend van steenuil, roodborsttapuit, zwarte roodstaart, bosrietzanger en grasmus. Het gaat hier om soorten van halfopen landschappen met veel struwelen en ruigtes. De laatstgenoemde soorten zullen waarschijnlijk nog aanwezig zijn.

Een verder verdichting van het plangebied en een verdere intensivering van het ruimtegebruik zorgen voor een achteruitgang van geschikte biotopen voor soorten die hier van oorsprong voorkomen. De aanwezige en te handhaven dichte beplanting rond het sportpark, die aansluit op de structuren van het buitengebied, gecombineerd met een relatief lage bebouwingsdichtheid, zorgen voor een groene dooradering van het gebied. Verwacht wordt dat cultuurvolgers zoals de boerenzwaluw, grasmus en wellicht de kerkuil hiervan kunnen profiteren. Formeel dient voor alle ruimtelijke ingrepen die mogelijk leiden tot verstoring of vernietiging van beschermde soorten ontheffing te worden aangevraagd op grond van de Flora en faunawet.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Milieu

Op 13 maart 2012 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. Met deze structuurvisie brengt het rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij burgers en bedrijven, laat het meer over aan gemeenten en provincies en komen de burgers en bedrijven centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectieve inzet van rijksbeleid op 13 nationale belangen. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid:

  • 1. een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio’s met een concentratie van topsectoren;
  • 2. ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie;
  • 3. ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen;
  • 4. efficiënt gebruik van de ondergrond;
  • 5. een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio’s inclusief de achterlandverbindingen;
  • 6. betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor en vaarwegen;
  • 7. het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen;
  • 8. verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico’s;
  • 9. ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling;
  • 10. ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten;
  • 11. ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten;
  • 12. ruimte voor militaire terreinen en activiteiten;
  • 13. zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.

Het laatstgenoemde nationaal belang houdt in dat bij stedelijke ontwikkelingen de ladder van duurzame verstedelijking (zoals opgenomen in artikel 3.1.6 lid 2 Bro) dient te worden gemotiveerd.

Het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat 2016' is in overeenstemming met de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu. De actualisatie van het bestemmingsplan heeft geen ontwikkelingen tot gevolg en treft geen nationale belangen.

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Structuurvisie 2010 - partiële herziening 2014

De structuurvisie 2010 - partiële herziening 2014 (Sv 2014) betreft een herziening van de op 1 oktober 2010 vastgestelde Structuurvisie ruimtelijke ordening. De partiële herziening is door Provinciale Staten van Noord-Brabant op 7 februari 2014 vastgesteld en is in werking getreden op 19 maart 2014.

De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 weer, met een doorkijk naar 2040. De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie is in de partiële herziening doorvertaald in de regels van de Verordening ruimte 2014 (Vr 2014). Daarnaast ondersteunt de structuurvisie het beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals het economisch-, mobiliteits, sociaal-, cultureel-, milieu- en natuurbeleid.

Deel A Hoofdlijnen

Geledigingszone

In het stedelijke kralensnoer op de overgang van zand naar klei en in het verstedelijkte gebied zet de provincie in op behoud en ontwikkeling van groene geledingszones tussen de grote stedelijke kernen. De geledingszones hebben als doel de openheid tussen de stedelijke gebieden te garanderen. Dit wil de provincie bereiken door in te zetten op de verbetering van de groene en recreatieve kwaliteiten van deze gebieden. Dit draagt bij aan een gezond, schoon en aantrekkelijk vestigings- en leefklimaat van Noord-Brabant.

Deel B Ruimtelijke structuren

Stedelijk concentratiegebied

De provincie vindt het belangrijk dat er in Noord-Brabant verschil blijft tussen de steden en de kernen in het landelijk gebied. De provincie wil dat er verschillende kwaliteiten worden ontwikkeld voor wonen en werken rond de steden en in het landelijk gebied. Om zo bij te dragen aan een onderscheidend leef- en vestigingsklimaat ter versterking van de kenniseconomie in Brabant. Bij de opgave voor wonen en werken wordt het accent sterker verlegd naar de te ontwikkelen kwaliteiten, de inzet op herstructurering en het beheer van het bestaand stedelijk gebied.

In het landelijk gebied bieden vitale kernen landelijke en meer kleinschalige woon- en werkmilieus. Ontwikkelingen voor wonen, werken en voorzieningen zijn gericht op de eigen behoefte. Voor de opvang van de woningbouwbehoefte geldt het principe van bouwen voor migratiesaldo-nul. Om de leefomgeving aantrekkelijk te houden, verplaatsen bedrijven die hier qua aard, schaal en functie niet meer bij passen naar werklocaties rond de steden. De leefbaarheid is een belangrijk aandachtspunt. Samen met de bewoners wordt gezocht naar mogelijkheden om gemeenschappelijke voorzieningen voor de kernen te behouden.

Karakteristieke verschillen tussen dorpen en steden vervagen. Uitbreidingswijken en werklocaties in steden en dorpen gaan steeds meer op elkaar lijken. De provincie wil dat nieuwe ontwikkelingen meer inspelen op het karakter en de kwaliteit van de plek. Door bij stedelijke ontwikkelingen uit te gaan van het verschil in omvang en karakter van de verschillende kernen, wordt het contrast tussen stad en dorp behouden. Dit versterkt de identiteit en aantrekkelijkheid van kernen en hun relatie met het omliggende landschap. In de gebiedspaspoorten is aangegeven welke regionale kwaliteiten de provincie belangrijk vindt.

Het stedelijk concentratiegebied heeft een bovenlokale opvangtaak voor verstedelijking. De gemeenten maken in regionaal verband en met de provincie afspraken over de verdeling van het verstedelijkingsprogramma in de regionale ruimtelijke overleggen (RRO's). Zorgvuldig ruimtegebruik en toepassing van de Ladder voor duurzame verstedelijking (Bro) zijn voorwaarden bij het maken van regionale afspraken.

Accentgebied agrarische ontwikkeling

Het accentgebied agrarische ontwikkeling is hier aangegeven omdat deze gebieden worden gekenmerkt door mogelijkheden om de positie van de aanwezige sectoren te versterken. De inzet van de provincie richt zich daarbij op behoud en versterking van de economische positie van de aanwezige agrarische sector. Ontwikkelingen zijn gericht op een verdere verduurzaming en meerwaardecreatie. In deze gebieden ziet de provincie ook ontwikkelingsmogelijkheden voor activiteiten die gelieerd zijn aan de in het gebied voorkomende agrarische sector mits daarmee een bijdrage wordt geleverd aan de duurzaamheidsdoelen. Het gaat daarbij onder andere om mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van energie, mestverwerking, opslag en transport, bewerking van producten en het centraliseren van kennis(ontwikkeling).

Zoekgebied verstedelijking - Gemengd landelijk gebied

Voor het zoekgebied verstedelijking wordt voor gebieden waar nog geen verstedelijking heeft plaatsgevonden verwezen naar het gemengd landelijk gebied. Voor het overige wordt verwezen naar het verstedelijkingsbeleid, zoals hierboven beschreven bij het stedelijk concentratiegebied. Er wordt daarnaast extra aandacht gevraagd voor het beperken van de ontwikkelingsmogelijkheden van functies die een toekomstige stedelijke ontwikkeling kunnen bemoeilijken.

De provincie beschouwt het hele landelijk gebied als een gebied waarbinnen een menging van functies aanwezig is: het gemengd landelijk gebied. De mate van menging varieert daarbij van de gebieden waarbinnen meerdere functies in evenwicht naast elkaar bestaan tot gebieden waar de land- en tuinbouw de dominante functie is. Binnen het gemengd landelijk gebied is multifunctioneel gebruik uitgangspunt. Uitzondering hierop zijn de primair agrarische gebieden, die door de gemeente zijn vastgelegd. Binnen die gebieden, waartoe in ieder geval de vestigingsgebieden glastuinbouw behoren, worden (stedelijke) functies die de ruimte voor agrarische ontwikkeling beperken of functies die strijdig zijn met de landbouwfunctie geweerd.

Het gemengd landelijk gebied is een veelzijdige gebruiksruimte. Ontwikkelingen, zoals wonen, werken, (historische) landgoederen, recreatie en toerisme, passen qua aard, schaal en functie bij de omgeving en houden rekening met de omgevingskwaliteiten. De ontwikkeling van functies is in beginsel alleen mogelijk op vrijkomende locaties. Er wordt rekening gehouden met (ontwikkelingsmogelijkheden van) omliggende bestaande functies, zoals volwaardige agrarische bedrijven, recreatiebedrijven of woonfuncties.

3.2.2 Verordening ruimte 2014

In de Verordening ruimte 2014 zijn regels opgenomen waarvan de provincie het belangrijk vindt dat deze door iedere gemeente worden toegepast bij ruimtelijke besluiten. Deze verordening vervangt de Verordening ruimte 2012 en de sindsdien vastgestelde wijzigingsverordeningen. Naast diverse beleidsinhoudelijke veranderingen is ook de opzet van de verordening fors gewijzigd. In dit deel van de toelichting worden functie, inhoud en opbouw van de Verordening nader toegelicht.

De Verordening ruimte 2014 is voor het eerst in maart 2014 vastgesteld. Halverwege 2015 is bezien of de regels aanpassing vragen. Dat heeft op onderdelen geleid tot wijziging van de regels. De Verordening ruimte 2014 is in juli 2015 daarom geheel opnieuw vastgesteld.

Bestaand stedelijk gebied

De provincie onderscheidt binnen de stedelijke structuur de stedelijk concentratiegebieden en kernen in het landelijk gebied. Voor het gebied buurtschap Kruisstraat spreken we van een kern in het landelijk gebied.

Het bundelingsbeleid van de provincie Noord-Brabant heeft directe gevolgen voor de groeimogelijkheden in de kernen in het landelijke gebied. In en rondom deze kernen staat het voorkomen van verdere aantasting van het buitengebied centraal. Voor deze kernen geldt in het algemeen dat er nieuwe woningen alleen mogelijk zijn als dat nodig is voor de natuurlijke bevolkingsgroei. Dat wil zeggen dat nieuwkomers in de kernen en vertrekkende huidige inwoners niet meetellen (migratiesaldo-nul). Ook kunnen kernen plaats bieden aan kleinschalige en middelgrote bedrijvigheid. Bedrijven die doorgroeien tot een groot bedrijf behoren in beginsel thuis in een stedelijk concentratiegebied.

Binnen het bestaand stedelijke gebied is de gemeente in het algemeen vrij om te voorzien in stedelijke ontwikkeling; uiteraard binnen de grenzen van wetgeving en de regionale afspraken. Wel is een aantal bepalingen opgenomen over zorgvuldig ruimtegebruik en de verantwoording die de provincie daarover vraagt aan gemeenten.

Buiten het bestaand stedelijk gebied geldt als uitgangspunt dat er alleen nieuwe stedelijke ontwikkeling mag plaatsvinden indien deze ontwikkeling niet binnen bestaand stedelijk gebied van de betreffende kern of in een andere kern van een gemeente mogelijk is. De provincie vraagt om dit in de toelichting van het bestemmingsplan -zowel in stedelijke concentratiegebieden als in kernen in landelijk gebied- te verantwoorden. Deze verantwoording is gebaseerd op onderzoek, dan wel op concreet beleid vastgelegd in een gemeentelijke structuurvisie.

In het bestaand stedelijk gebied is nog voor enkele percelen een wijzigingsbevoegheid uit het bestemmingsplan uit 2006 overgenomen. Deze wijzigingsbevoegheden worden overgenomen, maar worden nog niet concreet tot uitvoer gebracht. Het valt dus te verwachten dat er in de toekomst ontwikkelingen binnen het bestaand stedelijk gebied aan het buurtschap Kruisstraat gaan voordoen, maar deze ontwikkelingen zijn niet rechtstreeks mogelijk gemaakt met dit actualisatieplan.

Zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling

Uitgangspunt van zorgvuldig ruimtegebruik is dat de ruimte binnen het bestaand stedelijk gebied zo goed mogelijk wordt benut. Als er toch nieuw ruimtebeslag nodig is dan kan dit in afwijking van het verbod op nieuwvestiging alleen in de zoekgebieden voor stedelijke ontwikkeling. De zoekgebieden voor stedelijke ontwikkeling zijn gebieden waar, gelet op de ruimtelijke kwaliteiten, verantwoorde uitbreidingsmogelijkheden liggen.

Binnen het zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling is in dit bestemmingsplan de ontwikkeling aan de Eikenhof niet meegenomen. In de nabije toekomst zal er naar verwachting wel een ontwikkeling binnen het zoekgebied plaatsvinden. In deze actualisatie worden verder geen ontwikkelingen in het zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling meegenomen.

Gemengd landelijk gebied

Binnen het gemengd landelijk gebied wordt onderscheid gemaakt tussen een gemengde plattelandseconomie en een in hoofdzaak agrarische economie. In dit gebied is, naast ruimte voor land- en tuinbouw, ook ruimte voor niet-agrarische functies. In beginsel is hier meer ruimte voor in een gemengde plattelandseconomie dan in een hoofdzakelijk agrarische economie. In de Verordening wordt onder andere aandacht besteed aan het gemengd landelijk gebied in relatie tot landbouw, veeteelt, wonen en niet-agrarische functies.

In deze actualisatie wordt geen ontwikkeling meegenomen in het gemengd landelijk gebied.

Cultuurhistorisch vlak

De cultuurhistorische vlakken binnen de provincie verdienen specifieke aandacht vanwege de onvervangbaarheid ervan. De provincie wil de onvervangbare waarden beschermen in de Verordening. Het gaat om de cultuurhistorische vlakken in de cultuurhistorische landschappen zoals aangegeven op onderstaande integrale plankaart.

Plannen, projecten of handelingen zijn niet toegestaan indien zij de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied aantasten. Alle verschillende waarden en kenmerken in de cultuurhistorische vlakken, kunnen worden ondergebracht in een zevental hoofdcategorieën. Het gaat hier onder andere om historische bebuwing, water en openheid. Met betrekking tot het plangebied is met name de historische openheid in de richting van de Beerse Overlaat van belang.

Het cultuurhistorisch vlak is voor een tweetal percelen gelegen in dit plangebied van belang. Het gaat om Kruisstraat 30b en Kruisstraat 52, beide agrarische bedrijven. Aan de achterzijde van deze percelen ligt een gedeelte van de bebouwing in het cultuurhistorisch vlak.

Het bestemmingsplan is een beheersplan, waarin we bestaande rechten respecteren. Voor de specifieke percelen is in vigerende bestemmingsplan buurtschap Kruisstraat een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Op het moment dat wordt gestopt met het agrarisch bedrijf, is het mogelijk om het bestemmingsplan voor dat perceel te wijzigen en een extra woning(en) toe te staan. Vooralsnog moeten we echter de bestaande rechten respecteren.

Voor wat betreft de stroken agrarisch gebied die gelegen zijn naast deze percelen, worden in het bestemmingsplan geen bouwmogelijkheden mogelijk gemaakt. Het cultuurhistorisch vlak blijft daardoor gewaarborgd.

Rechtstreek werkende regel voor sanerings- en verplaatsingslocatie

De rechtstreeks werkende regel (artikel 35 Vr) voorkomt dat opnieuw bebouwing wordt opgericht voor het type bedrijf dat eerder met subsidie is gesaneerd of verplaatst omdat er nog geen passende herbestemming in werking is getreden. Dit artikel hangt samen met artikel 31 Vr, waarin locaties met de aanduiding 'Sanerings- en verplaatsingslocatie' passend herbestemd moeten wroden.

De rechtstreeks werkende regel uit artikel 35 Vr moet bij een aanvraag voor omgevingsvergunning betrokken worden. Met het opnemen van een rechtstreekse regel wordt de afwegingsruimte van de gemeente vergaand beperkt. Gebleken is dat er soms jaren verstrijken tussen de sanering en de aanpassing van het bestemmingsplan. Zolang een bestemmingsplan niet is aangepast, kan de functie eenvoudig opnieuw aangevraagd worden.

Binnen het plangebied is vanuit de provincie voor een drietal locaties de rechtstreeks werkende regel toegepast, namelijk voor Kruisstraat 30C, 35 en 42. Kruisstraat 35 valt buiten het bestemmingsplangebied (gelegen in het zuidoostelijke deel van het buurtschap). De agrarische bestemmingen aan Kruisstraat 42 en Kruisstraat 30C zijn in het verleden al omgezet naar de bestemming Wonen en deels naar de bestemming Agrarisch gebied. Omdat het gaat om een beheersplan worden deze bestemmingen overgenomen en wordt daarmee voldaan aan de eisen die de provincie stelt in de Vr.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0003.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0004.png" Bestaand stedelijk gebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0005.png" Zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling en gemengd landelijk gebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0006.png" Cultuurhistorisch vlak en gemengd landelijk gebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0007.png" Rechtstreeks werkende regel voor sanerings- en verplaatsingslocatie

Afbeelding 3.1 Integrale plankaart behorende bij Vr 2014 - plangebied buurtschap Kruisstraat

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0008.png"

Afbeelding 3.2 Sanerings- en verplaatsingslocaties (Verordening ruimte 2014)

Veehouderijbeleid

Uit artikel 25 van de Verordening Ruimte blijkt dat voor de bestaande veehouderijen aan de Kruisstraat 30B en 52 de aanduiding 'Beperkingen veehouderij' van toepassing is. In dergelijke gebieden gelden sinds 1 oktober 2010 (vergaande) beperkingen voor intensieve veehouderijen, ook wel bekend als het 'slot op de muur'. De regels binnen het gebied Beperkingen veehouderij gelden in tegenstelling tot de extensiveringsgebieden voor alle veehouderijen. Ook binnen de melkrundveehouderij, die van oudsher als extensief werd aangemerkt, is een tendens waar te nemen naar toenemende intensivering. Doel van de aanduiding is om een verdere intensivering vanwege ontwikkelingen in de veehouderij in de aangeduide gebieden tegen te gaan. Binnen het gebied wordt een uitzondering gemaakt voor grondgebonden veehouderijen.

In lid 1 van dit artikel is opgenomen dat binnen de aanduiding 'Beperkingen veehouderij' geen mogelijkheden zijn voor de vestiging, uitbreiding en omschakeling ten behoeve van een veehouderij en dat er geen toename mag plaatsvinden van de bestaande oppervlakte van gebouwen of bouwwerken, het zogenaamde 'slot op de muur'.

In dit bestemmingsplan is in artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf, rekening gehouden met artikel 25 van de Verordening Ruimte. De bestaande veehouderijen aan de Kruisstraat 30B en 52 zijn positief bestemd, echter is het uitgangspunt het 'slot op de muur' waardoor dat vestiging, uitbreiding en omschakeling ten behoeve van een veehouderij is uitgesloten.

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Ruimtelijke structuurvisie 's-Hertogenbosch

In juni 2003 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de Ruimtelijke Structuurvisie vastgesteld, met de ondertitel 'Stad tussen stromen'. De Ruimtelijke Structuurvisie geeft richting aan de ruimtelijke ambities van de stad. Op 28 januari 2014 heeft de gemeenteraad de actualisatie van de structuurvisie uit 2003 vastgesteld. In deze geactualiseerde structuurvisie integreert gemeente het provinciaal beleid. De geactualiseerde structuurvisie bevat een integrale visievorming voor lange termijn, 10 jaar met een doorkijk naar 15 à 20 jaar. De structuurvisie bestaat uit het Ruimtelijk Casco, een visie geformuleerd op het plangebied. Een ruimtelijke analyse van de stad en het gemeentelijk beleid vormen de input voor deze visie. De visie formuleert de ontwikkelingskoers, beschrijft een wensbeeld van de stad voor de lange termijn en biedt het casco voor concrete projecten en plannen. Het is een toetsingskader, en tegelijkertijd ook een inspiratiekader voor ruimtelijke ontwikkeling. Zo wordt bepaald waar strakke contouren ter bescherming van kwetsbare waarden liggen en kansen voor ontwikkeling. En worden locaties aangeduid waar deze ontwikkeling tegen randvoorwaarden mogelijk zijn en afweegbare gebieden voor uitbreidingen en intensiveringen aangewezen. Het ‘ruimtelijk motto’ van compacte, complete en contrastrijke stad als het uitgangspunt voor de ruimtelijke ontwikkeling voor de stad blijft gehanteerd, in de overtuiging dat dit de juiste basis biedt voor een duurzame ruimtelijk hoofdstructuur.

De RSV vermeldt dat het buurtschap Kruisstraat onderdeel uitmaakt van één van de historische dorpskernen die 's-Hertogenbosch rijk is en daarmee een beschermd dorpsgezicht is. Ook wordt in de RSV over het buurtschap Kruisstraat gesproken in relatie tot landbouwontwikkeling. Hoewel de provincie een leidende en beleidsbepalende rol heeft in relatie tot verdere ontwikkelingen van de veehouderij, kan de ligging van het buurtschap Kruisstraat de mogelijkheid van de ontwikkeling van het lint Kruisstraat beperken.

Het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat 2016' betreft een beheersplan en maakt in beginsel geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk.

3.3.2 Nota Wonen

Het woonbeleid van de gemeente 's-Hertogenbosch is vastgelegd in de Nota Wonen 2012 die is vastgesteld door de gemeenteraad op 11 september 2012. De ambitie voor het woonbeleid van 's-Hertogenbosch is het creëren van een evenwichtige woningmarkt met een gedifferentieerd en aantrekkelijk aanbod van woningen en woonmilieus zodat mensen naar tevredenheid in onze stad kunnen wonen en leven. Er wordt gestreefd naar een stad waar voldoende, betaalbare en passende woningen zijn en voldoende keuzemogelijkheden in gevarieerde en sterke buurten waarin mensen zich thuis kunnen voelen.

Deze ambitie is in de nota Wonen 2012 uitgewerkt in vier speerpunten van beleid: voldoende woningen, betaalbaar wonen, passend wonen, in sterke en vitale buurten.

De beleidsinzet van de gemeente voor woningbouw is dan als volgt:

  • voorzien in de toekomstige woningbehoefte door te streven naar de realisatie van gemiddeld 700 (met een bandbreedte van 500 tot 800) nieuwe woningen per jaar in de periode tot 2030;
  • voorzien in de behoefte aan voldoende betaalbaar wonen voor specifieke doelgroepen door minimaal 25% van de nieuwbouw in het sociale segment (huur en koop) te realiseren. Dit percentage kan per woningbouwlocatie verschillen, van maatwerk kan sprake zijn;
  • het vergroten van de woningdifferentiatie en -variatie in buurten en wijken, waardoor enerzijds het soms eenzijdige woningaanbod in buurten wordt doorbroken en anderzijds de keuzemogelijkheden voor woonconsumenten worden vergroot.
  • het innemen van een positieve en proactieve houding t.o.v. (kansrijke) initiatieven, door (binnen wettelijke kaders) meer ruimte te bieden, meer flexibiliteit en maatwerk te leveren bij bouwplanontwikkeling;
  • woonconsumenten meer mogelijkheden geven om hun woonwensen te realiseren door middel van o.a. (collectief) particulier opdrachtgeverschap.

Het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat 2016' betreft een beheersplan en maakt in beginsel geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Bestaande woningen zijn positief bestemd. Voor de leefbaarheid van het buurtschap is woonontwikkeling noodzakelijk. Bestaande wijzigingsbevoegdheden worden overgenomen en kunnen dus in de toekomst in deze woonontwikkeling voorzien.

3.3.3 Beleidsplan horeca

In het Beleidsplan Horeca 1994 is aangegeven dat de mogelijkheden voor uitbreiding van het horeca-aanbod in de wijken buiten de binnenstad beperkt zijn. De bestaande horecabedrijven moeten in staat worden geacht aan de potentiële vraag te kunnen voldoen. In buurtschap Kruisstraat wordt dan ook een consolidatiebeleid gevoerd. Er worden geen vestigingsmogelijkheden voor nieuwe horecabedrijven geboden.

In dit bestemmingsplan zijn de bestaande horecavestigingen positief bestemd, maar wordt geen nieuwe horeca mogelijk gemaakt.

3.3.4 Nota parkeernormen

Voor ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ordening heeft de gemeente 's-Hertogenbosch een eigen parkeernormenbeleid vastgesteld. Dit beleid is vastgelegd in de nota Parkeernormen 2003. De nota geeft aan hoeveel parkeerplaatsen per functie en per gebied gerealiseerd dienen te worden bij nieuwbouw.

In het bestemmingsplan is het beleid uit de Nota Parkeernormen indirect vertaald. In het bestemmingsplan zijn regels gesteld dat voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid. Hierbij worden de normen van de Nota Parkeernormen gehanteerd.

3.3.5 Nota grondbeleid

In de Nota Grondbeleid 2010 stelt de gemeenteraad primair de kaders vast voor het door het college te voeren grondbeleid. Grondbeleid wordt door de gemeente 's-Hertogenbosch gezien als het beleid dat streeft naar het creëren van ruimte voor wonen, werken, winkelen en recreëren in zowel uitleggebieden als bestaand stedelijk gebied. Door het oppakken of ondersteunen van concrete ontwikkelinitiatieven worden gemeentelijke doelstellingen bereikt op het gebied van ruimtelijke ordening.

In de Nota Grondbeleid zijn vastgelegd: de kaders voor actief en passief grondbeleid, het prijsbeleid, de financiële grondslagen, het risicomanagement en de mate waarin voorzieningen worden opgenomen in de grondexploitatie.

Het door de gemeentegraad vast te stellen bestemmingsplan voor een gebied bepaalt specifiek wat de kaders zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied zelf. Bij de besluitvorming over een bestemmingsplan maakt de gemeenteraad een afweging tussen alle gemeentelijke doelstellingen ten aanzien van het gebied en het beoogde financiële resultaat.

In hoofdstuk 9 Economische uitvoerbaarheid wordt aandacht besteed aan de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan.

3.3.6 Welstandsnota

In de Welstandsnota (actualisering 2011) is in het deelgebied Rosmalen Centrum/Noord welstandsbeleid opgenomen voor het plangebied. De Kruisstraat wordt voornamelijk bepaald door het historisch bebouwingslint de Kruisstraat. Hieruit is de geschiedenis van het buurtschap duidelijk af te lezen. Niet alleen de structuur van het lint, maar ook de bebouwing die hier gevestigd is, is over het algemeen cultuurhistorisch zeer waardevol. Voor het historische lint Kruisstraat geldt daarom een bijzonder welstandsniveau. Het bijzonder welstandsniveau dient ter bescherming van de herkenbaarheid van de (historische) structuur en het daarmee gepaard gaande karakter van de bebouwing.

3.3.7 Waterplan

Het doel van het Waterplan "Waterstad 's-Hertogenbosch" (14 juli 2009) is het bereiken van een veilig en een duurzaam watersysteem in en om 's-Hertogenbosch, waarbij zo goed mogelijk aan de wensen van alle belanghebbenden tegemoet wordt gekomen. Het Waterplan betreft een koepelplan voor alle waterzaken. Het gaat daarbij om de gewenste inrichting en het beheer van oppervlaktewater en grondwater, als ook om de afvoer van hemelwater en afvalwater.

Het Waterplan omvat het gemeenschappelijk beleid van gemeente en de waterschappen. Dit gemeenschappelijke beleid moet leiden tot een klimaatbestendig, robuust en mooi watersysteem in de Groene Delta. De bijdrage aan energiebesparing vanuit het watersysteem zijn verkend met het oog op de doelstelling om in 2050 als stad klimaatneutraal te zijn. Ambities zijn hierbij verwoord naar beleid op hoofdlijnen. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGrp) is het beleid ten aanzien van afvalwater, regenwater en grondwater verder uitgewerkt.

Het waterplan bevat een uitvoeringsprogramma met concrete projecten. Dit uitvoeringsprogramma is aan de hand van de volgende tien speerpunten samengesteld:

- per deelgebied een visie op het watersysteem (waterstructuurplan);

- gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef helderheid in taken partijen (NBW);

- klimaatsadaptieve stadsontwikkeling;

- water maakt 's-Hertogenbosch mooi;

- visie op de ondergrond;

- actieve participatie in regionale ontwikkelingen;

- benutten van kansen in het watersysteem voor de energieneutrale stad;

- uitvoeren van maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan;

- uitvoeren overige maatregelen uit de waterprogramma's van het gebiedsproces;

- werken aan water in West (de schop in de grond).

In hoofdstuk 6 Waterparagraaf worden de belangrijkste beleidsuitgangspunten voor het plangebied benoemd.

Hoofdstuk 4 Planuitgangspunten

Het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat 2016' betreft voornamelijk een beheersplan dat voorziet in vastlegging van de situatie, zoals deze nu grotendeels feitelijk bestaat (qua gebruik en bebouwing) en planologisch mogelijk is. Dat betekent dat in het bestemmingsplan geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.

Hoewel er geen nieuwe ontwikkelingen rechtstreeks mogelijk worden gemaakt, blijven de wijzigingsbevoegdheden die in het vorige bestemmingsplan zijn geïntroduceerd en waar nog geen gebruik van is gemaakt, van kracht. In deze paragraaf worden de wijzigingsbevoegdheden nogmaals uitgebreid beschreven zodat deze in de toekomst als handvat gebruikt kunnen worden bij nadere ontwikkeling.

Van belang is dat de woningen zich qua maat, schaal en bebouwingsstructuur voegen in de omgeving. In het bijzonder dient rekening te worden gehouden met het cultuurhistorisch karakter van het buurtschap en het bijzonder welstandsniveau dat geldt. Bij verdere ontwikkeling zal inpassing in de omgeving van belang zijn.

Belangrijk is dat, alvorens een omgevingsvergunning voor de bouw van de betreffende ontwikkeling wordt verleend, een ruimtelijke procedure gevoerd zal moeten worden. Deze zal pas worden opgestart als er een anterieure overeenkomst is gesloten tussen de gemeente en initiatiefnemer met betrekking tot kostenverhaal. Daarnaast moet er per locatie een aantal onderzoeken worden uitgevoerd. Gedacht kan worden aan onder andere onderzoeken voor geluid, archeologie, bodem en water. Per locatie kunnen aanvullende onderzoeken vereist zijn.

De wijzigingsbevoegdheden zijn in verschillende categorieën ingedeeld, waarbij voor iedere wijzigingsbevoegdheid verschillende regels gelden.

In vergelijking met het bestemmingsplan uit 2006 is voor zes percelen al gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheden. Dit houdt in dat enkele wijzigingsbevoegdheden voor percelen die de wijzigingsbevoegdheid A, E en F bevatten, niet meer zijn meegenomen in dit plan.

Daarnaast wordt wijzigingsbevoegdheid G niet meegenomen omdat er een apart bestemmingsplan voor de ontwikkeling aan de Eikenhof gemaakt zal worden, waardoor dit gedeelte buiten het plangebied valt.

4.1 Toekomstige ontwikkelingen door middel van wijzigingsbevoegdheden

4.1.1 Wetgevingszone - wijzigingsgebied 1

Op de volgende locaties is middels een wetgevingszone - wijzigingsgebied 1 (voorheen: wijzigingsbevoegdheid A) een ontwikkelingsmogelijkheid opgenomen, in de vorm van selectieve verdichting. In deze gevallen is het mogelijk om één vrijstaande grondgebonden woning per wijzigingsbevoegdheid te realiseren:

- ten oosten van Kruisstraat 11;

- achterzijde Kruisstraat 15;

- ten oosten van Kruisstraat 33A.

Regels - wijzigingsgebied 1

- de diepte van de kavel dient minimaal 25 meter te bedragen waarbij in beginsel wordt uitgegaan van een voortuin van ten minste 5 meter maar de situering van de voortuin wordt mede gerelateerd aan de voorgevelrooilijn van omliggende bebouwing;

- een bouwstrookdiepte van 10 meter en een bijbehorend erf van 10 meter;

- de breedte van de kavel dient ter hoogte van de voorgevelrooilijn, ten minste 16 meter te bedragen waarbij er aan weerszijden 3 meter vrij dient te blijven en de breedte van het hoofdgebouw, inclusief het bijgebouw, ten hoogste 10 meter mag bedragen; de oppervlakte van het kavel bedraagt derhalve minimaal 400 m²;

- de goothoogte bedraagt maximaal 4 meter. De maximale bouwhoogte bedraagt 9 meter;

- de woning dient direct vanaf de openbare weg ontsloten te worden en dient zich te oriënteren op de openbare ruimte;

- per woning dienen twee parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig te zijn.

Aandachtspunten

Ten oosten van Kruisstraat 11

Bij de ontwikkeling dient rekening gehouden te worden met de ligging van de sportvelden met bijbehorende activiteiten en richtafstanden. In dit geval is er sprake van een bestaande situatie en wordt de richtafstand aangehouden.

Verder is voor deze locatie de mogelijke licht- en geluidshinder van de sportvelden van belang. De sportvelden zijn voorzien van veldverlichting. Instraling van licht als gevolg van deze veldverlichting kan hinder opleveren. Tevens speelt bij sportactiviteiten geluid een rol. Hinder moet worden voorkomen en belangen van de sportvereniging mogen niet geschaad worden door de komst van geluidsgevoelige objecten zoals woningen.

Om de potentiële hinder te bekijken kunnen aanvullende onderzoeken met betrekking tot licht en geluid op deze locatie gewenst zijn.

Achterzijde Kruisstraat 15

Bij deze locatie is het hierbovengenoemde aspect lichtbelasting van de sportvelden van belang. Verder dient er rekening te worden gehouden met de herinrichting van de bestaande parkeerplaats in relatie tot de toegankelijkheid van de woning. Daarnaast dient er rekening te worden gehouden met een richtafstand van 10 meter ten opzichte van het trafostation. Deze afstand moet hinder voorkomen.

4.1.2 Wetgevingszone - wijzigingsgebied 2

Het betreft de volgende locaties met de aanduiding Wetgevingszone - wijzigingsgebied 2 (Voorheen: wijzigingsbevoegdheid B):

- Kruisstraat 40A;

- Kruisstraat 44.

Bij beide percelen gaat het om een groot kavel, waarop in de huidige situatie slechts één woning is geprojecteerd. Hierbij geldt dezelfde voorwaarde als bij Wetgevingszone - wijzigingsgebied 1, namelijk dat er één grondgebonden woning toegevoegd mag worden.

Voor wat betreft Kruisstraat 40A staat de bestaande woning echter dusdanig dominant op de kavel dat deze geheel of gedeeltelijk gesloopt moet worden voordat kavelsplitsing mogelijk is. Middels deze wijzigingsbevoegdheid wordt dus de mogelijkheid gegeven voor nieuwbouw van twee vrijstaande woningen; de bestaande woning mag worden teruggebouwd en er mag één grondgebonden woning aan toegevoegd worden.

Regels - wijzigingsgebied 2

De regels, zoals omschreven in Wetgevingszone - wijzigingsgebied 1 zijn van toepassing op Wetgevingszone - wijzigingsgebied 2.

Aandachtspunten

Kruisstraat 40A

De afstand tot het bouwvlak van het bedrijf in autohandel en -reparatie Grintweg 7a is ongeveer gelijk aan de richtafstand (categorie 2 bedrijf, 30 meter). Er zijn geen redenen om onaanvaardbare hinder van dit bedrijf te verwachten.

4.1.3 Wetgevingszone - wijzigingsgebied 3

Het betreft de locatie op de hoek Kruisstraat - Vliertwijksestraat, eerder omschreven als wijzigingsbevoegdheid C. Deze wijziging kan beschouwd worden als een structuurversterkende ontwikkeling wanneer hieraan uitvoering wordt.

Op de hoek van de Vliertwijksestraat en de Kruisstraat bevindt zich een voormalige kleuterschool die al jaren in gebruik is als woning. Deze kavel kan gesplitst worden tot twee kavels voor de bouw van twee vrijstaande woningen.

Regels wijzigingsgebied 3

De woning aan de Kruisstraat kan gerealiseerd worden in het verlengde van Kruisstraat 15 en zal qua massa en vormgeving aan moeten sluiten bij de oorspronkelijke bebouwingsstructuur van de Kruisstraat met een lagere goothoogte (4 meter), evenwijdig met de straat. De maximale bouwhoogte bedraagt 8 meter.

De tweede woning dient zich te richten naar de Vliertwijksestraat en dient aansluiting te zoeken bij de bebouwing van de Vliertwijksestraat, die een meer eigentijds karakter kan vertonen met een goothoogte van maximaal 6 meter. De maximale bouwhoogte bedraagt 11 meter.

Aandachtspunten

Bij de ontwikkeling van dit perceel dient, naast het regulier onderzoek, rekening gehouden te worden met de ligging van kabels en leidingen. De bestaande nutsgebouwen hebben een richtafstand van 10 meter om hinder te voorkomen. Gekeken moet worden naar de daarbij behorende erfdienstbaarheden. Ten aanzien van het café-restaurant aan de Kruisstraat 38 is de geluidsbelasting voor de woningen van belang en dient er bij een nieuwe ontwikkeling voldoende afstand gecreëerd te worden om hinder te voorkomen.

4.1.4 Wetgevingszone - wijzigingsgebied 4

Het betreft de locatie Kruisstraat 30B (voorheen: wijzigingsbevoegdheid D). De opstelling van de bebouwing op het perceel 30B heeft een boerenerf karakter dat typerend is voor de oorspronkelijke agrarische bebouwing. Indien het agrarisch bedrijf verdwijnt en de bedrijfsgebouwen, inclusief noodwoning worden gesloopt, is het mogelijk het gedeelte dat onderdeel uitmaakt van de langgevelboerderij om te zetten naar wonen. De continuïteit van de gevelvlak, de doorgetrokken gootlijnen en de dakvorm benadrukken de oude situatie. Naast de boerderij is een karakteristieke schuur gelegen. De setting van de gebouwen met de boerderij evenwijdig aan de straat en het bijgebouw loodrecht hierop, is typerend voor de oorspronkelijke agrarische bebouwing. In beginsel wordt uitgegaan van handhaving van dit gebouw. Eerst dient onderzocht te worden of dit bijgebouw gehandhaafd kan blijven. Dit bijgebouw mag omgevormd worden naar twee tot drie woningen. Aandachtspunt hierbij is het behouden en versteken van de noord-zuid georiënteerde doorzichtlijnen en de spontane afwisseling van bebouwing en openheid van het lint.

Regels - wijzigingsgebied 4

Met het oog op de bebouwingskarakteristiek van de buurtschap dient het ensemble: boerderij met bijgebouw intact te blijven. Dit betekent dat bij de omvorming van het bijgebouw de situering loodrecht op de straat, de bestaande goot- en bouwhoogte en de materialisatie intact moet blijven.

Door de bijzondere setting is na omvorming tot woningen een beperkte bijgebouwenregeling van toepassing. Per wooneenheid mag binnen het daarvoor aangewezen bestemmingsvlak maximaal 20 m² erfbebouwing worden opgericht met een maximale goothoogte van 3 en een maximale bouwhoogte van 4,5 meter. Inpandig moet hierin worden voorzien. Zowel de verkeersontsluiting als het parkeren dient zorgvuldig te worden ontworpen.

4.1.5 Wetgevingszone - wijzigingsgebied 5

Indien het agrarisch bedrijf op de locatie Kruisstraat 52 (voorheen: wijzigingsbevoegdheid H), verdwijnt en de bedrijfsbebouwing wordt gesloopt zijn er twee situaties mogelijk.

Regels - wijzigingsgebied 5

Het is mogelijk de bestaande boerderij te splitsen in twee tot drie wooneenheden inclusief het bestaande voorhuis als het agrarisch bedrijf verdwijnt en de bedrijfsbebouwing wordt gesloopt . Ook is sloop - nieuwbouw van de bestaande boerderij een optie onder dezelfde voorwaarden.

Als zowel de boerderij als de bedrijfsbebouwing worden gesloopt is het mogelijk om ter plaatse twee vrijstaande woningen te realiseren conform de maatvoering zoals opgenomen in de regels van Wetgevingszone - wijzigingsgebied 1. In geval van nieuwbouw kan de voorgevelrooilijn gesitueerd worden in de bestaande rooilijn, danwel in de voorgevelrooilijn van de bestaande bebouwing van Kruisstraat 50 - 52A.

In beide gevallen is het mogelijk om achter de woningbouw te voorzien in éénlaagse bebouwing ten behoeve van een aan huis verbonden beroep- of bedrijfsactiviteit in de categorie 1 en 2. Per woning of wooneenheid is, exclusief de bijgebouwenregeling, bebouwing ten behoeve van de aan huis verbonden beroep- of bedrijfsactiviteit met een oppervlakte van maximaal 75 m² mogelijk, met een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale bouwhoogte van 4,5 meter. Het parkeren dient conform de gemeentelijke parkeernorm op eigen terrein te worden opgelost.

Aandachtspunten

Bij toekomstige woningbouw of het splitsen van de boerderij dient rekening gehouden te worden met het bedrijf in landbouwwerktuigen aan de Kruisstraat 39A. Belangrijk is dat hinder door bedrijvigheid bij de nieuwe woningen wordt voorkomen. Daarnaast mogen de belangen van het bedrijf niet worden geschaad en zal het bedrijf moeten kunnen blijven voldoen aan de geldende hindernormen.

Hoofdstuk 5 Milieu-aspecten

5.1 Algemeen

In dit hoofdstuk worden de relevante milieu-aspecten aan de orde gesteld. Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien de beleidsvelden naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling, dient onderzocht te worden welke milieuaspecten daarbij een rol kunnen spelen. Het is daarnaast van belang om milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden ten opzichte van milieugevoelige functies zoals woningen. Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.

Het bestemmingsplan is een beheerplan, wat inhoudt dat geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in dit plan mogelijk worden gemaakt. In hoofdstuk 4 zijn echter wel een aantal toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden vermeld. Wanneer voor deze ontwikkelingsmogelijkheden een ruimtelijke procedure wordt opgestart, zal een afzonderlijke milieutechnische toets plaatsvinden. Voor de reeds bestaande situaties vindt geen afweging plaats ten aanzien van de diverse milieu-items. Wel is het beheerplan gebaseerd op de meest actuele toepasselijke milieuregelgeving en richtlijnen. Landelijke regels (zoals het 'Besluit externe veiligheid voor inrichtingen' of 'Besluit externe veiligheid buisleidingen') de kunnen in de loop der tijd zodanig zijn gewijzigd of van kracht zijn geworden dat ze een doorwerking hebben in vigerende bestemmingsplannen. Indien dit het geval is worden deze bij de aspecten nader beschouwd.

5.2 Geluid

De beoordeling van het aspect geluid in ruimtelijke plannen vindt zijn grondslag in de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer. Daarnaast vindt de beoordeling zijn grondslag in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op grond van een 'goed woon- en leefklimaat'. Het aspect geluid kent voor een aantal bestemmingen (zoals wonen) in combinatie met een aantal typen geluidsbronnen een wettelijk kader die van belang zijn bij het nieuwe ontwikkelingen in ruimtelijke plannen.

Omdat er in het plan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, is het niet noodzakelijk akoestisch onderzoek te verrichten. In deze paragraaf is een kwalitatieve beschrijving van de akoestische situatie opgenomen.

5.2.1 Geluid afkomstig van bedrijven

Het plangebied omvat de kern van “Kruisstraat” binnen gemeente 's-Hertogenbosch, waarin naast vele woningen diverse functies als horeca en lichte en agrarische bedrijvigheid aanwezig zijn. Deze aanwezige functies brengen de nodige levendigheid en zijn passend in dit gemengde gebied. De geluidsbelasting in dit gebied door de aanwezige functies is kenmerkend voor lintbebouwing in/aan het agrarische gebied en wordt via de milieuwetgeving gereguleerd.

5.2.2 Geluid wegverkeer

Geluid als gevolg van verkeersbewegingen komt met name van het verkeer over de Kruisstraat en Vliertwijksestraat. Echter, geldt in het grootste deel van dit gebied een snelheidsregime van 30 km/h dat (naast de verkeersveiligheid) de geluidsbelasting ten goede komt. In dit bestemmingsplan zijn geen ontwikkelingen opgenomen, die een nadere afweging van de akoestische belasting vereisen.

Het spreekt voor zich dat in het geval van toekomstige functiewijzigingen, de geluidsbelasting onderdeel uitmaakt van de beoordeling van dergelijke initiatieven. Voor dergelijke initiatieven worden de daarvoor nodige procedures en wettelijke bepalingen gevolgd.

5.3 Bodem

Bij het opstellen van bestemmingsplannen of het wijzigen daarvan is altijd de hoofdvraag of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het huidige of toekomstige gebruik van die bodem en hoe deze optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Uitgangspunt is dat de bodemkwaliteit als gevolg van aanwezige bodemverontreiniging geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem. Bovendien mag de bodemkwaliteit niet verslechteren door grondverzet (bijvoorbeeld graafwerkzaamheden).

In het plangebied is sprake van voormalige en actuele bodembedreigende activiteiten. In het gebied zijn diverse onderzoeken en bodemsaneringen uitgevoerd. Op basis van de in januari 2016 beschikbare informatie zijn er geen aanwijzingen die zouden wijzen op relevante bodemverontreiniging binnen het plangebied. Wel is er sprake van verhoogde achtergrondgehaltes in het grondwater en plaatselijk in de grond. Op die delen waar nieuwbouw plaats zal vinden is in beginsel het uitvoeren van een bodemonderzoek verplicht in het kader van een omgevingsvergunning voor nieuwbouw. Indien in verband met de voorgenomen herinrichting van het gebied grondverzet zal plaatsvinden, dient deze grond te worden behandeld conform het Besluit bodemkwaliteit.

5.4 Externe veiligheid

Externe veiligheid heeft betrekking op het beheersen van risico's die samenhangen met activiteiten en handelingen met gevaarlijke stoffen. Het kan hierbij gaan om inrichtingen (bedrijven) waarin gevaarlijke stoffen worden gebruikt of opgeslagen, maar ook door het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, water, spoor of ondergrondse buisleidingen.

5.4.1 Toetsingskader

De normering van risico's is tweeledig, namelijk een grenswaarde (strikte wettelijke norm) voor het Plaatsgebonden risico (PR) en de oriëntatiewaarde van het Groepsrisico (GR). Zowel het PR als GR is een maat voor de veiligheidsrisico's op de leefomgeving, waarbij het PR is te vertalen naar een veiligheidsafstand waarbij wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarde van 1 kans op de 1 miljoen jaar dat overlijden plaatsvindt als gevolg van een calamiteit of ramp met gevaarlijke stoffen. Het GR is de kans dat grotere groepen slachtoffers vallen en daarmee geldt dit als maat voor maatschappelijke ontwrichting. Voor het GR geldt een oriënterende waarde van 1. Een toename of overschrijding van de zogenaamde oriëntatiewaarde van het groepsrisico dient verantwoord te worden.

5.4.2 Bedrijven

Binnen het plangebied zijn geen bedrijven aanwezig die risicovol of relevant zijn met betrekking tot handelingen met gevaarlijke stoffen. Buiten het plangebied, op circa 200 meter ten oosten aan de Friezenstraat 6, bevindt zich een transportbedrijf met een ondergrondse dieselopslag van 30.000 liter. Op ongeveer 500 meter ten noordwesten buiten het plangebied bevindt zich aan de Rompertweg een aantal agrarische bedrijven met bovengrondse propaantanks. Voor al deze locaties geldt dat de PR-contour ver buiten het plangebied ligt. Verder zijn geen inrichtingen aanwezig waar wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen die effect kunnen hebben op het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0009.png"

Afbeelding 5.1 Uitsnede risicokaart, situatie januari 2016

5.4.3 Transport

Buiten het plangebied bevinden zich twee transportroutes van gevaarlijke stoffen, namelijk op circa 200 meter ten zuiden van het plangebied het spoor (traject Den Bosch – Nijmegen) en op 1700 meter ten zuiden van het plangebied de snelweg A59. Zowel het spoor als de A59 kent geen PR die buiten het tracé komt. Hieruit blijkt dat er geen belemmeringen gelden vanuit deze transportroutes met gevaarlijke stoffen. Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied bevinden zich geen ondergrondse risicovolle buisleidingen die relevant zijn voor het bestemmingsplan.

Geconcludeerd kan worden dat ter plaatse van het plangebied wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarden voor het PR.

5.4.4 Groepsrisico

Binnen het plangebied vinden geen ontwikkelingen plaats die het GR zouden kunnen beïnvloeden. Het GR binnen het plangebied ligt momenteel onder de oriënterende waarde van 1. Aangezien er geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt met onderhavig plan hoeft geen onderzoek of verantwoording van het GR plaats te vinden. Opgemerkt wordt dat het invloedsgebied vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor gedeeltelijk over het plangebied valt. Dit heeft echter geen consequenties voor het onderhavige plan: bij eventuele toekomstige ontwikkelingen waarbij sprake is van een significante toename van het aantal personen op een locatie, zal het GR worden beschouwd. Indien zulke initiatieven zich voordoen, worden de daarvoor nodige procedures en wettelijke bepalingen gevolgd.

De externe veiligheid vormt geen belemmering voor onderhavig conserverend bestemmingsplan.

5.5 Luchtkwaliteit

Bij lucht gaat het zowel om de productie van luchtverontreiniging als om het gevolg van nieuwe plannen waarop de luchtkwaliteitseisen van de Wet Milieubeheer van toepassing zijn. Tevens gaat het om de zorg van kwetsbare functies in luchtbelaste zones uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening. Via wet- en regelgeving wordt een goede luchtkwaliteit gereguleerd om burgers te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van luchtverontreiniging. Hiertoe zijn normen opgenomen die gelden bij gevoelige objecten zoals woningen. De normen voor luchtkwaliteit staan in de Wet milieubeheer onder titel 5.2 (luchtkwaliteitseisen).

Binnen het plangebied worden geen directe ontwikkelingen mogelijk gemaakt, zodat een luchtonderzoek of toets aan de geldende grenswaarden hier niet aan de orde is. Voor wat betreft de kwaliteit van de lucht blijkt uit het gemeentelijk luchtsoftware programma 'PROMIL-Spatial' dat de aanwezige concentraties van de 2 relevantie stoffen NO2 (stikstofdioxide) en PM10 (fijnstof) voor beiden onder 25 microgram/m³ (jaargemiddeld) liggen. Hiermee liggen de concentraties ver onder de wettelijke grenswaarden (van 40 microgram/m³). De luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied is voor wat betreft de stoffen NO2 en PM10 daarmee goed te noemen voor de bestaande woningen.

5.6 Bedrijvigheid en geur

Binnen het plangebied zijn diverse bedrijfsmatige activiteiten bestemd. Het gaat hier om diverse lichte en (agrarische) bedrijvigheid, alsmede drie horecagelegenheden. De aard van de bestaande en toelaatbare bedrijvigheid wordt passend geacht in deze omgeving van buurtschap Kruisstraat. Daarbij gelden voor bedrijfsactiviteiten diverse regels en normen (volgens het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) om hinder en milieugevaar te voorkomen. Nieuwe bedrijfsmatige activiteiten worden met dit plan niet mogelijk gemaakt.

Bij de uitwerking van de opgenomen wijzigingsbevoegdheden zal beschouwing van de relevante hinderaspecten van de omliggende bedrijvigheid (zoals de sportvelden en een aannemersbedrijf) onderdeel uitmaken van het initiatief. Uitgangspunt hierbij is dat hinder nabij toekomstige woningen voorkomen dient te worden en de belangen van nabij gelegen bedrijven niet worden geschaad, c.q. de bedrijven kunnen blijven voldoen aan de gangbare milieuvoorschriften.

De binnen en buiten het plangebied aanwezige agrarische bedrijvigheid veroorzaakt geur in meer of mindere mate. In onderhavig plan worden niet meer of andere ontwikkelingen mogelijk gemaakt dan reeds bestemd, zodat een toetsing van het aspect geur aan normen of richtlijnen niet aan de orde is. Wel wordt hier de mate van woon- en leefklimaat beschreven. Voor de bestemmingplanprocedure voor het aangrenzende buitengebied is in 2011 de geurbelasting in beeld gebracht (achtergrond) van alle aanwezige Bossche agrarische bedrijvigheid. Dit in het kader van een uitgevoerde milieueffectrapportage (MER). Hieruit blijkt dat het huidige woon- en leefklimaat ten aanzien van geur binnen het plangebied matig tot redelijk goed te noemen is. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen bij agrarische bedrijven zullen de wettelijke bepalingen en nodige procedures worden gevolgd alsook worden aangesloten bij het gemeentelijke geurbeleid.

Geur vormt geen belemmering voor onderhavig conserverend plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0010.png"

Afbeelding 5.2 Uitsnede kaart woon- en leefklimaat huidige situatie (uit: MER bestemmingsplan Buitengebied 2011)

Hoofdstuk 6 Waterparagraaf

Watertoets
Ruimte maken voor water: dat is de kern van het waterbeleid voor de 21e eeuw. Met de ondertekening van de 'Startovereenkomst Waterbeheer' door verschillende overheden, is de watertoets van toepassing op ruimtelijke plannen. Vanaf 1 november 2003 is deze juridisch vastgelegd in het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro).

De watertoets moet ingevuld worden als een procedure. Het omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Het doel van de watertoets is het evenwichtig meewegen van de waterbelangen in het planvormingsproces. Hierbij wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. Zowel waterkwantiteits- als waterkwaliteitsaspecten zijn daarbij belangrijk. Kansen worden benut en functies zoveel mogelijk gecombineerd.

De beleidsdoelen voor integraal waterbeheer zijn door de gemeente vastgesteld in het Waterplan 2 (2009). Hierin staat dat we in 's-Hertogenbosch een mooi, robuust en klimaatbestendig watersysteem willen creëren. In het Waterstructuurplan (2012) is het hemelwaterbeleid vastgelegd. Dit is gebiedsspecifiek gedaan, kijkend naar de watersystemen en de uitgangspunten per wijk.

De afspraken uit de watertoets worden in deze waterparagraaf vastgelegd. In deze waterparagraaf is toegelicht hoe het waterbeleid is vertaald naar waterhuishoudkundige inrichting in dit bestemmingsplan. De waterparagraaf is tot stand gekomen na diverse overlegmomenten tussen waterschap en gemeente. Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.

Uitgangspunten voor integraal waterbeheer
De uitgangspunten bij het toetsen van ruimtelijke plannen zijn:

- gescheiden houden van vuil (afval)water en schoon hemelwater;
- voorkomen van vervuiling van water;

- schoon hemelwater kan volgens de voorkeursvolgorde worden verwerkt:

  • hergebruik;
  • infiltratie/bergen;
  • afvoeren.

- hydrologisch neutraal ontwikkelen (HNO), zodat een ontwikkeling niet leidt tot een hydrologische achteruitgang zowel in als buiten het plangebied. Ook mogen er geen hydrologische knelpunten ontstaan voor huidige en vastgelegde toekomstige landgebruiksfuncties. Dit betekent dat:

  • de afvoer uit het gebied niet groter wordt dan in de referentiesituatie;
  • de grondwateraanvulling in het plangebied gelijk blijft of toeneemt;
  • grond- en oppervlaktewaterstanden in de omgeving gelijk blijven, of verbeteren voor de huidige en toekomstige landgebruiksfuncties;
  • (grond)waterstanden in het plangebied aansluiten op de (nieuwe) functie(s) van het plangebied;
  • het plangebied zo wordt ingericht dat de hydrologische gevolgen van vastgestelde toekomstige ontwikkelingen in de omgeving niet leiden tot knelpunten in het plangebied.

Daarnaast zien we water als kans voor meervoudig ruimtegebruik en vergroting van de beleving van water.

Deze uitgangspunten dragen bij aan een mooi, robuust en klimaatbestendig watersysteem.

Aan de hand van deze waterparagraaf wordt toegelicht hoe het waterbeleid is vertaald naar waterhuishoudkundige inrichting in dit bestemmingsplan. Binnen het plan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt, daartoe is dit plan in waterhuishoudkundig opzicht klein en eenvoudig van opzet.


Huidige situatie
Buurtschap Kruisstraat is een kleine bebouwingskern op een verhoging in het maaiveld op de overgang van zand naar klei. De bebouwing ligt voornamelijk langs de Kruisstraat (oost-west) en de Grintweg/Vliertwijksestraat. Aan de zuidwestzijde liggen sportvelden. Het plangebied ligt buiten de beschermingszones van de drinkwaterwinningen en buiten de beschermde gebieden waterhuishouding.

Onder de wegen ligt riolering. Dit is deels een gemengd stelsel, drukriolering en een infiltratieriool voor hemelwater.

De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) ligt hier op circa 0,6 tot 1,2 m onder maaiveld (bron: http://kaartbank.brabant.nl). In het gebied ligt nauwelijks oppervlaktewater.

Tot slot
Het betreft een consoliderend bestemmingsplan. Er worden met dit plan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De hoeveelheid verharding wijzigt niet. Er is dus ook geen opgave voor waterberging. Bij eventuele ontwikkelingen hanteren we het het actuele hemelwaterbeleid van de gemeente en de op dat moment geldende Keur van het waterschap.

Hoofdstuk 7 Cultuurhistorische paragraaf

7.1 Inleiding

Met de invoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) d.d. 1 september 2007 en de Wet modernisering van de monumentenzorg (MoMo) behoren nieuwe bestemmingsplannen te omschrijven hoe omgegaan dient te worden met cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplangebied. Ten behoeve van het bestemmingsplan Buurtschap Kruisstraat is een cultuurhistorische paragraaf opgesteld waarin de cultuurhistorische achtergronden en kenmerken van dit plangebied worden toegelicht.

7.2 Landschappelijke informatie

Het bestemmingsplangebied Buurtschap Kruisstraat ligt landschappelijk gezien op een dekzandrug. Deze dekzandrug, die vanaf 's-Hertogenbosch met onderbrekingen doorloopt via Rosmalen naar Oss, is in feite een soort zandduin dat is gevormd in de laatste ijstijd. In deze periode was er nauwelijks begroeiing aanwezig om het zand vast te houden. Het losse zand kon door de wind worden meegevoerd en er ontstond een reliëfrijk dekzandlandschap. Richting het noorden loopt de dekzandrug geleidelijk af naar een zone met dekzandwelvingen. Dit vormt een overgangsgebied waar het rivierenlandschap en het dekzandlandschap samenkomen. Aan de zuidwestzijde gaat de dekzandrug over in een dekzandvlakte. De dekzandwelvingen zijn in de loop van de tijd afgedekt door veen en later door klei en zand van de Maas. Hoewel de Maas al in de 14e eeuw werd bedijkt, stond het gebied ten zuiden van de Maas nog tot 1942 regelmatig onder water. Tot die tijd kon bij zeer hoge waterstanden van de Maas water worden ingelaten in het voormalige komgebied dat hiermee dus als tijdelijke bedding fungeerde, de zogenaamde Beerse Overlaat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0011.png"

Afbeelding 7.1 De landschapskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in het rood de globale grens van het bestemmingsplangebied Buurtschap Kruisstraat. 1: Dekzandrug, 2: Dekzandwelving, 3: Dekzandvlakte, 4: Oeverwal op dekzandwelving.

Om te voorkomen dat overstromingswater van de Maas de bewoning op de dekzandrug bedreigde werd al in de Middeleeuwen (vermoedelijk al in de 14e eeuw) een dijk aangelegd op de overgang van de dekzandrug naar het komgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0012.png" 

Afbeelding 7.2 Uitsnede uit kaart 3 van Raap rapport 32 met daarop de dijk die is aangelegd ten noorden van de Kruisstraat.

Langs deze dijk vond na verloop van tijd ook bewoning plaats zodat een langwerpig bewoningslint ontstond: de Kruisstraat. Ondanks de aanwezigheid van de dijk werden huizen en erven vaak nog wel op een verhoging aangelegd zodat men bij overstromingen en dijkdoorbraken droge voeten hield. De directe dreiging van de Maas verdween toen in 1942 het overlaatsysteem van de Beerse Overlaat werd gesloten.

Op basis van de bodemkundige informatie kan worden afgeleid dat in het deel van het plangebied ten zuiden van de Kruisstraat sprake is (of is geweest) van hoge zwarte enkeerdgronden. Dit houdt in dat in het gebied een door mensen opgebracht cultuurdek van minstens 50 cm dikte aanwezig is. Deze ophoging is geleidelijk ontstaan door de bemesting van de akkers met een mengsel van dierenmest en heideplaggen. Deze vorm van bemesting zorgde niet alleen voor een verhoging van de vruchtbaarheid maar ook voor een verhoging van het maaiveld. Door menselijk ingrijpen zijn veel elementen van het oorspronkelijke landschap intussen grotendeels verdwenen of aangetast. Hoge zandkoppen werden vaak gebruikt als zandwinningslocaties of zijn tijdens de naoorlogse ruilverkaveling geëgaliseerd.

7.3 Bewoningsgeschiedenis

De dekzandruggen zijn door hun relatief hogere ligging altijd een aantrekkelijke locatie voor bewoning geweest. Gezien de ouderdom van de dekzandruggen kan deze bewoning teruggaan tot het Laat-Paleolithicum (vanaf circa 15.000 jaar geleden) maar sporen uit deze periode zijn nog maar weinig bekend in de gemeente 's-Hertogenbosch. In het bestemmingsplangebied zijn geen concrete aanwijzingen voor bewoning uit de Steentijd of Vroege Bronstijd. Wel liggen op de dekzandrug langs de Kruisstraat een aantal (n=15) vindplaatsen uit de periode Late Bronstijd tot en met IJzertijd. Uit de omgeving zijn ook enkele vindplaatsen uit de Romeinse tijd bekend (n=4); deze liggen alle ten zuidwesten van het bestemmingsplangebied nabij Sprokkelbosch. Uit de eerste helft van de Vroege Middeleeuwen (periode 450 tot 750 na Chr.) zijn uit de omgeving van het bestemmingsplangebied geen vindplaatsen bekend. Dit is niet verwonderlijk aangezien deze vindplaatsen in 's-Hertogenbosch en het Brabantse dekzandlandschap in het algemeen relatief weinig voorkomen; pas vanaf het laatste deel van de Vroege Middeleeuwen lijkt het gebruik van het gebied weer toe te nemen. Op de dekzandrug langs de Kruisstraat liggen verschillende vindplaatsen uit de Vroege Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd.

Een belangrijk element in het bestemmingsplangebied is de voormalige dijk die ten noorden van de Kruisstraat lag. Over de datering van de dijk is weinig bekend, maar het is mogelijk dat delen ervan al in de 14e eeuw bestonden. De oude doorgaande weg in dit gebied is de Kruisstraat. Langs de dijk en de weg, die op de overgang van het dekzandgebied in het zuiden naar het komgebied in het noorden ligt, zijn de dorpjes Bruggen, Kruisstraat en Heeseind ontstaan. De bebouwing bestond vanaf de 17e eeuw voornamelijk uit zogenaamde kruk- en T-boerderijen. Deze boerderijtypen, geëvolueerd vanuit het algemeen gangbare driebeukige hallenhuis-type, worden vooral aangetroffen in rivierkleigebieden, waar het gemengde agrarische bedrijf gangbaar was. Mede onder invloed van de stedelijke cultuur nam de behoefte aan woonruimte toe en werd het woonhuis uitgebreid. Dit gebeurde eerst in één richting, waardoor de krukboerderij ontstond. Later werd het huis in beide richtingen uitgebreid en ontstond de T-boerderij. Typologisch is, met name in de loop van de 19e eeuw de langgevelboerderij in deze streek tot ontwikkeling gekomen. Hierbij zijn de meeste toegangen tot de boerderij (zowel in het bedrijfs- als het woongedeelte) in de lage zijgevel geplaatst. Dergelijke boerderijen zijn dan ook vaak evenwijdig aan de weg georiënteerd. Op historische kaarten uit het begin van de 19e eeuw concentreert de bewoning in plangebied Buurtschap Kruisstraat zich in het gebied tussen de Kruisstraat en de dijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0013.png" Afbeelding 7.3. Uitsnede van minuutplan 1832, links het gebied ten westen van de Vliertwijksestraat, rechts het gebied ten oosten van diezelfde straat.

Rond 1350 was Kruisstraat in het bezit van een kapel. Deze kapel, die ook wel 'Kapel tot Heese' (Heeseind) genoemd werd, was gewijd aan Onze Lieve Vrouw. Vanaf 1648 mochten er in de Kapel van Kruisstraat geen katholieke erediensten meer gehouden worden en werd de kapel ingericht als school.

Deze functie zou de kapel tot in de 18e eeuw behouden.

In Kruisstraat lag ook een landgoed (Langenhuizen). Het wordt onder andere vermeld in 1770. Het bestond naast een flink huis uit onder meer een boomgaard, een tuin, duifhuis, pomp, akkerland, weilanden en bossen. Het gebied ten noorden van de dijk staat, met uitzondering van een smalle strook langs de dijk zelf, op vrijwel alle historische topografische kaarten als wei- of hooiland aangegeven. Het gebied rondom de dijk en ten zuiden ervan bestaat voornamelijk uit akkerland.1 

7.4 Archeologische waarden en verwachtingen

In 2008 is een archeologische verwachtingskaart opgesteld voor het deel van de gemeente buiten de middeleeuwse stadskern van 's-Hertogenbosch.2 

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0014.png"

Afbeelding 7.4. De archeologische verwachtingskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in het oranje gearceerd de globale grens van het bestemmingsplangebied Buurtschap Kruisstraat.

1. Zone met een hoge verwachting, 2. Zone met een middelhoge verwachting. De nummers verwijzen naar vindplaatsen in de omgeving. Blauwe stip, vindplaats uit de IJzertijd; Paarse stip, vindplaats uit de Vroege Middeleeuwen; Rode stip, vindplaats uit de Late Middeleeuwen.

De archeologische verwachtingskaart bevat niet alleen de reeds bekende archeologische vindplaatsen, maar geeft ook een overzicht van de gebieden waar archeologische vindplaatsen verwacht kunnen worden: de zogenaamde verwachtingsgebieden. Gebieden waar de kans op het aantreffen van archeologie hoog is, worden aangeduid als gebieden met een hoge archeologische verwachting. Verder wordt nog een onderscheid gemaakt in gebieden met een middelhoge en gebieden met een lage archeologische verwachting. Of er ook daadwerkelijk archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, moet archeologisch onderzoek uitwijzen, maar de verwachtingsgebieden geven al wel aan in welke mate men met mogelijke archeologische resten rekening moet houden. Voor deze kaart is gebruik gemaakt van gedetailleerde en beschikbare bodemkundige en geo(morfo)logische gegevens zodat de archeologische verwachtingszones zo gedetailleerd mogelijk zijn begrensd.

De dekzandruggen hebben een hoge archeologische verwachting. De lagere delen van het dekzandgebied de dekzandwelvingen hebben een middelhoge archeologische verwachting. De dekzandvlaktes hebben een lage verwachting.

Voor plangebied Buurtschap Kruisstraat kunnen vindplaatsen vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd worden aangetroffen. De archeologische vindplaatsen uit de periode Laat-Paleolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen bevinden zich in het dekzandgebied in de top van het dekzand. Deze top bevindt zich naar verwachting, afhankelijk van het dekzandreliëf en de dikte van een plaggendek of bouwvoor, tussen 0,3 en 1,0 m beneden het maaiveld. In de lager gelegen delen van het dekzandgebied kunnen oude bewoningsniveaus zijn afgedekt door veen en/of kleilagen. Sporen uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd kunnen aan of direct onder het maaiveld voorkomen of op enige diepte in het plaggendek.

In 2011 is voor het vaststellen van het bestemmingsplan 'Buitengebied-Noord', dat rondom het huidige bestemmingsplangebied ligt, een uitgebreid archeologisch onderzoek uitgevoerd.3 Om de bodemopbouw en archeologische verwachting te toetsen zijn in verschillende noord-zuid-gerichte raaien boringen gezet. Drie raaien liggen in de nabijheid van het huidige bestemmingsplangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0015.png"

Afbeelding 7.5 De locatie van de boorraaien G, H en I. Het huidige bestemmingsplangebied Buurtschap Kruisstraat ligt binnen de rode rechthoek.

De tijdens het onderzoek aangetroffen bodemprofielen komen grotendeels overeen met hetgeen staat aangegeven op de kaart van landschappelijke eenheden van de gemeente 's-Hertogenbosch4 en de bodemkaart van de Maaskant.5 

In het gebied ten noorden van het bestemmingsplangebied Buurtschap Kruisstraat liggen komafzettingen aan het oppervlak met daaronder dekzand. In het komgebied liggen soms kleine dekzandkoppen die eveneens vrij van komafzettingen zijn. Uit de boringen blijkt dat het gebied al voordat de komklei werd afgezet relatief nat was. In de top van het dekzand heeft zich namelijk geen podzolprofiel ontwikkeld, maar is sprake van een humeuze A-horizont die meteen op de C-horizont ligt. Daar waar dekzand aan het oppervlak ligt, is meestal sprake van een dun esdek. Dit geldt met name voor een smalle strook net ten noorden van de Kruisstraat en het gebied ten zuiden van de Kruisstraat. Nabij de Kruisstraat stijgt het dekzandreliëf en komen geen komafzettingen meer voor. Aanwijzingen voor verstoringen en egalisatie die in verband te brengen zijn met de ruilverkaveling, zijn mogelijk alleen in raai G (westelijke boorraai) aangetroffen. Voor plaatsen waar dekzandruggen aan het oppervlak liggen, geldt een hoge archeologische verwachting. De dekzandwelvingen liggen ook wat hoger in het landschap, maar niet zo hoog als de dekzandruggen. Hiervoor geldt, zoals aangegeven op de archeologische verwachtingskaart, een middelhoge archeologische verwachting.

Voor dekzandwelvingen die afgedekt zijn met komafzettingen kan de middelhoge verwachting van de archeologische verwachtingskaart naar laag worden bijgesteld. Tijdens het booronderzoek is namelijk gebleken dat vóór de afzetting van de klei ook al relatief natte omstandigheden overheersten, waardoor dit geen aantrekkelijke vestigingslocaties waren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0016.png"

Afbeelding 7.6. Kaart met verstoringen van de gemeente 's-Hertogenbosch met in het oranje de globale grens van het bestemmingsplangebied Buurtschap Kruisstraat. De blauwe vlakken zijn verstoord.

De verwachting van het bestemmingsplangebied blijft op basis van de resultaten van dit onderzoek onverminderd hoog. Genoemde vindplaatsen in onderstaande alinea zijn terug te vinden op de archeologische verwachtingskaart, afbeelding 7.4.

In de omgeving van het bestemmingsplangebied zijn verschillende vindplaatsen bekend, waarvan drie binnen het bestemmingsplangebied. Allereerst behoorde het gebied langs de Kruisstraat bij een oude bewoningskern. Daarnaast stond in de Kruisstraat rond 1350 een kapel (nr. 445). Deze kapel, die ook wel 'Kapel tot Heese' (Heeseind) genoemd werd, was gewijd aan Onze Lieve Vrouw. In 1648 mochten er in de Kapel van Kruisstraat geen katholieke erediensten gehouden worden en is de kapel ingericht als school. Deze functie zou de kapel tot in de achttiende eeuw behouden. De school die toen bij de kapel werd gebouwd, sloot in 1960 haar deuren.

Op de oudste kadastrale kaart uit 1832 staat in Kruisstraat ook een rosmolen aangegeven (nr. 442). Over de ouderdom hiervan is niets bekend.

Ten oosten van het bestemmingsplangebied lag in Kruisstraat ook een landgoed genaamd Langenhuizen (nr. 451). Het wordt onder andere vermeld in 1770. Het bestond naast een flink huis uit onder meer een boomgaard, een tuin, duifhuis, pomp, akkerland, weilanden en bossen.6 

7.5 Algemeen archeologiebeleid gemeente 's-Hertogenbosch

De archeologische verwachtingskaart vormt de basis voor het archeologiebeleid van de gemeente. Dit beleid is in juni 2010 vastgesteld. Ten behoeve van het beleid zijn voor archeologische waarden en archeologische verwachtingsgebieden binnen de gemeentegrenzen specifieke eisen of voorwaarden opgesteld en verwerkt tot een archeologische beleidskaart.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0017.png"

Afbeelding 7.7. De archeologische beleidskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in het oranje de globale grens van het bestemmingsplangebied Buurtschap Kruisstraat.

De aanpassingen op basis van het archeologisch onderzoek zijn hierin nog niet verwerkt. 1.Categorie 5A Hoge verwachting; 2. 5B Hoge verwachting; 3.Categorie 4E kernen 1832; 4. Categorie 4D Molen (1500 tot 1900); 5. Categorie 4D Kapel (1350 tot in ieder geval 2005)

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0018.png"

Afbeelding 7.8. Legenda met grenzen behorende bij de beleidskaart archeologie van de gemeente 's-Hertogenbosch. De laatste kolom is aangepast op het bestemmingsplangebied Buurtschap Kruisstraat.

De zones met een hoge en middelhoge archeologische verwachting zijn op de beleidskaart vertaald in zones waar verspreide nederzettingen en grafvelden uit de prehistorie, Romeinse tijd en Middeleeuwen aanwezig zijn (al dan niet afgedekt door een recent ophogingspakket). Daarnaast zijn op deze kaart de kernen uit 1832 verwerkt, evenals de molens en kapellen.

7.5.1 Archeologiebeleid bestemmingsplan Buurtschap Kruisstraat 2016

In de archeologische beleidsnota van de gemeente is aangegeven, dat bij het opstellen van elk bestemmingsplan zal worden bekeken in hoeverre de zones met een hoge en middelhoge verwachting nader kunnen worden uitgewerkt door het uitvoeren van aanvullend archeologisch onderzoek. Voor bestemmingsplangebied Buurtschap Kruisstraat geldt dat op basis van archeologisch onderzoek uit de afgelopen jaren en historische informatie voldoende informatie is verkregen over de archeologische verwachtingswaarden en dat de verwachtingswaarden voldoende onderbouwd zijn.

Indien in de toekomst blijkt, dat de archeologische verwachting voor (delen van) het plangebied niet aansluit bij de bestaande verwachting dan zal worden bekeken hoe deze verwachting kan worden bijgesteld zodat een meer realistisch verwachtingsbeeld ontstaat.

In zijn algemeenheid geldt dat, indien tijdens werkzaamheden geïsoleerde, zogenaamde 'losse' archeologische vondsten worden gedaan, men wettelijk verplicht is dergelijke vondsten te melden aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Ook de gemeentelijk archeoloog wordt in dit geval op de hoogte gebracht.

7.6 Bouwhistorische waarden

De buurtschap wordt typologisch gekenmerkt door de lintbebouwing aan weerszijden van de Kruisstraat, de oude doorgaande weg in oost-westelijke richting langs de dijk, in aansluiting op de naastgelegen kernen Bruggen en Heeseind. Als kern van de buurtschap (en het plangebied) kan worden beschouwd het kruispunt van deze doorgaande weg met die in noord-zuidelijke richting, respectievelijk de Grintweg naar het noordelijke komgebied bij de kern Het Wild, de Vliertwijksestraat in zuidelijke richting naar het dekzandgebied bij Sprokkelbosch.

Structuurbepalende elementen, beschermd als gemeentelijk monument zijn het boerderij-café Vliertwijksestraat 38, de toenmalige dorpsschool (sterk verbouwd omstreeks 1950 en later), beide objecten in oorsprong daterend uit het begin van de 20ste eeuw en enkele langgevelboerderijen uit het eind van 19e, vroege 20ste eeuw (Kruisstraat 42, uit 1896 en Kruisstraat 30, uit 1902). Andere, als gemeentelijk monument aangewezen boerderijen langs de Kruisstraat bevinden zich buiten het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0019.png"

Afbeelding 7.9 In het groen de vier in het plangebied aanwezige gemeentelijk monumenten.

7.7 Overige cultuurhistorische elementen

Behalve de archeologische en bouwhistorische kenmerken van het bestemmingsplangebied moeten ook de overige cultuurhistorische aspecten zoals historisch geografische elementen in het bestemmingsplan worden betrokken. De gemeente 's-Hertogenbosch heeft hiertoe voor de hele gemeente een inventarisatie van zichtbare cultuurhistorische elementen/relicten laten uitvoeren.7 Op basis van de inventarisatie is een aantal belangrijke cultuurhistorische gebieden en structuren onderscheiden. Deze vormen samen de cultuurhistorische hoofdstructuur van de gemeente en dienen bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen te worden meegenomen en meegewogen. De gemeente is ook voornemens om de cultuurhistorische inventarisatie uit te werken in een cultuurhistorisch beleid. Vooruitlopend hierop is voor bestemmingsplan Buurtschap Kruisstraat bekeken welke cultuurhistorische elementen van belang zijn. Hieronder volgt een korte toelichting per onderdeel van de cultuurhistorische hoofdstructuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002304-1401_0020.png"

Afbeelding 7.10 De cultuurhistorische inventarisatiekaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in het oranje de globale grens van het bestemmingsplangebied Buurtschap Kruisstraat.

7.7.1 Buurtschap Kruisstraat

Binnen het plangebied Buurtschap Kruisstraat is één onderdeel van de cultuurhistorische hoofdstructuur aanwezig, namelijk de Kruisstraat.

De Kruisstraat

De Kruisstraat maakt onderdeel uit van de dijk Orthen–Bruggen–Kruisstraat die feitelijk de zuidelijke grens van de Beerse Maas vormt en vermoedelijk al dateert uit de 14e eeuw. De dijk fungeerde nog lang als waterkerende dijk. De wielen ter hoogte van natuurgebied De Herven geven een goede aanwijzing dat dit niet altijd even vanzelfsprekend was. Ter hoogte van plangebied Buurtschap Kruisstraat valt het oorspronkelijke dijklichaam niet samen met de Kruisstraat zelf. De dijk lag net ten noorden van de doorgaande weg en plaatselijk zijn nog dijkrestanten zichtbaar. De meeste bebouwing bevond zich tussen de dijk en de weg. Een groot aantal boerderijen ligt op terpen.

Relatie met aangrenzende gebieden: De Kruisstraat zet zich in oostelijke richting voort buiten de gemeentegrens. Naar het westen toe sluit het aan op de bebouwde kom van Rosmalen maar is daar nog wel herkenbaar als oude doorgaande route waarlangs zich lintbebouwing bevindt. Naar het noorden toe grenst de Kruisstraat aan het laaggelegen en open overlaatgebied. Het overlaatgebied Beerse Maas wordt ruwweg begrensd door de Kruisstraat in het zuiden en de Hertogswetering in het noorden. Vanwege de functie als overlaat is het gebied tot en met de Tweede Wereldoorlog vrijwel onbebouwd gebleven. Op historische kaarten zijn ten westen van het plangebied wel verschillende eendenkooien zichtbaar. Om de stroom van het water zo min mogelijk te belemmeren waren geen heggen of houtwallen aanwezig. In de jaren '50 van de vorige eeuw heeft, nadat de Beerse Overlaat buiten werking was gesteld in het gebied ruilverkaveling plaatsgevonden. Daarbij zijn percelen samen gevoegd en zijn verspreid boerderijen gebouwd. Zowel rond de boerderijen als langs enkele doorgaande wegen is beplanting aangebracht.

Naar het zuiden toe grenst het aan het essencomplex Sprokkelbosch dat een nauwe relatie heeft met de Kruisstraat. Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat dit gebied al in de IJzertijd bewoond is geweest. Vervolgens lijkt er pas weer sprake van bewoning vanaf de 18e eeuw. Dit laatste is vooral opmerkelijk omdat algemeen wordt aangenomen dat het essencomplex van Sprokkelbosch e.o. is ontstaan vanaf de 13e eeuw door regelmatige bemesting van de akkers met een mengsel van mest en heideplaggen. De bemesting was noodzakelijk omdat de zandgrond van nature niet vruchtbaar genoeg was. Vanwege een bevolkingstoename vanaf de 13e eeuw was de druk op de landbouwgrond hoog was waardoor permanent gebruik van de akkers cruciaal was. Het akkerperceel breidde zich bovendien uit over de oude woonplaatsen heen. De bebouwing verschoof hierdoor naar de randen van de akkers. Door de bemesting ging het maaiveld van de akkers geleidelijk omhoog zodat er sprake is van 'bolle akkers'. De opkomst van de kunstmest aan het einde van de 19e eeuw maakte een einde aan de noodzaak van de plaggenbemesting. Voor het essencomplex van het Sprokkelbosch geldt dat de randen van het complex weliswaar relatief hoog liggen maar dat het centrale deel van het gebied juist relatief laag ligt. Het is de vraag of de grote hoogteverschillen in het huidige maaiveld samenhangen met het oorspronkelijke reliëf van het dekzand in de ondergrond of dat er sprake is van menselijk ingrijpen. Op historische kaarten uit de 19e eeuw is duidelijk te zien dat de grote, laaggelegen percelen in gebruik zijn als hakhoutbos. Dit verklaart ook de naam Sprokkelbosch.

Naar het oosten toe grenst de Kruisstraat aan het industrieterrein Kruisstraat.

Hoofdstuk 8 Juridisch bestuurlijke aspecten

Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en regels en is voorzien van een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de verbeelding en de regels.

In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het beleid en de planuitgangspunten zijn verwoord in de planregels. Zo wordt een toelichting gegeven op het juridische systeem en op afzonderlijke bestemmingen.

8.1 Planmethode

Het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat 2016' heef tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor het gebruik en het bouwen van gronden en bouwwerken binnen het plangebied. Het plan is een beheerplan. De gebruiks- en bouwmogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan zijn zoveel als mogelijk overgenomen.

Bij het opstellen van voorliggend bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten. Gestreefd wordt naar uniformering en standaardisering van bestemmingen en regels. Hiervoor is aansluiting gezocht bij andere gemeentelijke bestemmingsplannen.

In paragraaf 8.2 wordt inhoudelijk ingegaan op de afzonderlijke bestemmingen binnen het bestemmingsplan.

8.2 Opzet van de planregels

De regels van het bestemmingsplan zijn als volgt ingedeeld:

  • Hoofdstuk 1. Inleidende regels. De inleidende regels lichten de begrippen toe die in de regels voorkomen en ook de wijze van meten die moet worden gehanteerd.
  • Hoofdstuk 2. Bestemmingsregels. De bestemmingsregels geven voor elke bestemming een omschrijving van de bestemming, bouwregels, nadere eisen, specifieke gebruiksregels en afwijkingsmogelijkheden.
  • Hoofdstuk 3. Algemene regels. De algemene regels bevatten algemene - voor alle of meerdere bestemmingen geldende - regels.
  • Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotregel(s). De overgangsregels bevatten de regels van het overgangsrecht. De slotregel is de titel van het bestemmingsplan.  
8.2.1 Inleidende regels

De artikelen in deze paragraaf hebben betrekking op de toepassing van de bestemmingsplanregels. In artikel 1 wordt een omschrijving van de in de regels gehanteerde begrippen gegeven. Artikel 2 geeft de meet- en rekenwijze aan. Deze bepalingen gelden voor alle bestemmingen. De bepalingen, die verplicht gesteld zijn en opgenomen in de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012), zijn overgenomen in de regels.

8.2.2 Bestemmingsregels

Hieronder wordt een korte toelichting gegeven op de bestemmingsregels.

Bestemming Agrarisch

De bestemming Agrarisch is het onbebouwde agrarisch gebied. Doel is het behouden van een visueel open karakter van het landschap.

Binnen de bestemming zijn geen bouwvlakken gelegen en mag niet worden gebouwd. Er dient een vergunning te worden aangevraagd voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden, geen gebouwen zijnde. Het betreft dan bijvoorbeeld het beplanten van gronden met houtgewas. Voor het uitvoeren van normaal onderhoud/gebruik hoeft geen vergunning te worden aangevraagd.

Bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf

Binnen het plangebied zijn twee agrarische bedrijven aanwezig. Deze agrarische bedrijven zijn middels deze bestemming positief bestemd.

De bebouwingscontouren zijn vastgelegd in bouwvlakken. De bebouwingscontouren zijn echter dusdanig vastgelegd dat daarmee voldaan wordt aan de eisen zoals gesteld in de provinciale verordening. Uitbreiding is voor de agrarische bedrijven in dit gebied niet mogelijk vanwege het 'slot op de muur'.

Naast de agrarische hoofdactiviteit bevat het plan een afwijkingsregeling voor nevenactiviteiten, zoals recreatief nachtverblijf, agrarische verwante bedrijvigheid en niet-agrarische bedrijvigheid.

Voor de bedrijven aan de Kruisstraat 30B en Kruisstraat 52 zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen ten behoeve van woningbouw. In 2006 is voor het perceel aan de Kruisstraat 42, een voormalig agrarisch bedrijf, al gebruik gemaakt van deze wijzigingsbevoegdheid.

Bestemming Bedrijf

De binnen het plangebied voorkomende bedrijven die qua schaal en uitstraling niet met de woonfunctie verenigbaar zijn, zijn opgenomen in deze aparte bedrijfsbestemming. De bestaande bedrijfsbebouwing heeft de bestemming 'Bedrijf'. Verdere uitbreiding is en blijft nagenoeg onmogelijk. Dit heeft diverse oorzaken: de maat en schaal van de bebouwing heeft een limiet bereikt wat betreft milieucontouren of wat betreft het parkeren op eigen terrein. Gezorgd moet worden dat er geen sprake is van overlast voor de buurt.

De bedrijfswoningen hebben een aparte functieaanduiding omdat ze qua verschijningsvorm zeer divers zijn, maar ieder afzonderlijk wel bepalend zijn voor het buurtschap.

In het bestemmingsplan Kruisstraat is door de provincie goedkeuring onthouden op de voorzijde van de percelen die op dat moment de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden' hadden. Voor deze vlakken is de bestemming 'Voortuin', afkomstig uit het bestemmingsplan uit 1979 nog geldend. In dit bestemmingsplan hebben deze vlakken alle de specifieke functieaanduiding 'Tuin' gekregen binnen de bestemming Bedrijf. Op deze manier wordt gewaarborgd dat opslag op desbetreffende strook is uitgesloten.

Bestemming Bedrijf - Nutsvoorziening

Binnen de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' zijn de nutsvoorzieningen ondergebracht. Er zijn binnen het plangebied twee nutsvoorzieningen aanwezig die een zeer beperkte omvang hebben.

Bestemming Gemengd

In het onderhavige plangebied is de bestemming Gemengd aanwezig voor het perceel Grintweg 7A. Er is voor deze bestemming gekozen, omdat binnen deze bestemming meerdere functies zijn toegelaten: bedrijven, detailhandel en dienstverlening.

Binnen deze bestemming is bedrijfsbebouwing en maximaal één bedrijfswoning toegestaan. Zowel de bedrijfsbebouwing als de bedrijfswoning zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan. Binnen het bouwvlak is de plaats van de bedrijfswoning expliciet geregeld.

Aan de straatzijde van het perceel is in het vigerende plan de aanduiding 'opslag uitgesloten' opgenomen. Het is niet toegestaan om de straatzijde van het perceel te gebruiken als opslag- of stallingsplaats van het aanwezige bedrijf. In verband met de eenduidigheid is 'opslag uitgesloten' vervangen door 'Tuin', zodat deze in overeenstemming is met de overige aanduidingen binnen het bestemmingsplan. Van toepassing blijft dat dat het niet is toegestaan om de straatzijde van het perceel te gebruiken als opslag- of stallingsplaats van het aanwezige bedrijf. Er mag overigens wel geparkeerd worden door bezoekers van het bedrijf en de bedrijfswoning. Er mag daar ook geparkeerd worden door de bewoners van de bedrijfswoning, mits de te parkeren auto's er niet staan ten behoeve van bedrijfsactiviteiten (alleen voor privégebruik).

Bestemming Groen

Binnen deze bestemming is enkel een structuurbepalende groenvoorziening in het buurtschap opgenomen. Deze dient als buffer voor de sportvoorziening die in het zuidwestelijke gedeelte van het plangebied is gelegen.

Binnen deze bestemming mogen geen bouwwerken worden gebouwd. Wel mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met een hoogte van maximaal 3,50 meter.

Bestemming Horeca

Er zijn drie horecagelegenheden in het plangebied gelegen. Het gaat om een café en een specialiteitenrestaurant die zich onder hetzelfde dak bevinden aan de kruising van de Kruisstraat - Grintweg met adres Kruisstraat 38. Schuin tegenover het restaurant bevindt zich een kleine snackbar, tevens gelegen aan de Kruisstraat. Voor de cafetaria is uitsluitend categorie 2 toegestaan. Voor het café en restaurant is horeca van categorie 2 en 3 toegestaan.

Horeca van categorie 2 is het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse (restaurantbedrijf, waaronder ook worden verstaan lunchrooms, eethuizen, bistro's, automaten, broodjeszaken en dergelijke). Horeca van categorie 3 is een bedrijf dat is gericht op het ter plaatse verstrekken van dranken, waaronder feestzalen.

Op de verbeelding is bij beide percelen een bouwvlak opgenomen waarbinnen gebouwen zijn toegestaan. Het bouwvlak mag voor het perceel op de hoek Kruisstraat - Grintweg volledig worden bebouwd. Het bouwvlak aan de Kruisstraat, de cafetaria, mag voor 80% worden bebouwd.

Bestemming Maatschappelijk

De voormalige school gelegen aan de Kruisstraat 29 heeft de bestemming Maatschappelijk. De school is echter in 2014 gesloten. Op dit moment wordt gezocht naar een passende invulling voor het pand.

De bestemming Maatschappelijk is ruim geformuleerd. Mogelijkheden zijn gelegen in educatieve doeleinden, maatschappelijke dienstverlening, religieuze doeleinden en sociaal-culturele en maatschappelijke doeleinden.

Bestemming Sport

Binnen deze bestemming zijn de aanwezige sportvelden met het clubhuis opgenomen. Het huidige gebruik zal ook in de toekomst gehandhaafd blijven.

Op de verbeelding is een bouwvlak opgenomen waarbinnen het clubhuis is toegestaan. De maximale bouwhoogte bedraagt 4 meter.

In de bestemming Sport is daarnaast een afwijkingsbevoegdheid meegenomen voor het onder voorwaarden toestaan van maatschappelijke voorzieningen binnen deze bestemming.

Bestemming Verkeer

Deze bestemming bevat het gehele plangebied dat niet te categoriseren valt onder de overige bestemmingen. De bestemming 'Verkeer' regelt in hoofdzaak de wegen en paden in het plangebied.

Binnen de bestemming zijn geen bouwvlakken gelegen. Het is enkel mogelijk een bouwwerk, geen gebouw zijnde te realiseren ten behoeve van de bestemming. De voorwaarden hiervoor zijn opgenomen in de regels.

Bestemming - Wonen

Deze bestemming omvat het overgrote deel van het plangebied. Binnen deze bestemming is de woonfunctie de hoofdfunctie. Per bouwvlak is de woningtypologie en de maximale goot- en bouwhoogte aangegeven. Het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd.

De afstanden tot de zijdelingse perceelsgrenzen mogen niet minder bedragen dan aan beiden zijden drie meter voor vrijstaande woningen en voor halfvrijstaande woningen aan één zijde drie meter.

Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten zijn binnen deze bestemming toegestaan als ondergeschikte functie aan de hoofdfunctie. Hierbij zijn de voorwaarden opgenomen dat maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning gebruikt mag worden tot ten hoogte van in totaal 50 m². Daarnaast dient degene die de woning uitvoert, de bewoner van de woning te zijn en mag er geen detailhandel plaatsvinden. Het is enkel toegestaan om lichte bedrijfsactiviteiten uit te voeren die niet onder een inrichting vallen als bedoeld in de Wet milieubeheer. Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gehandhaafd.

Daarnaast zijn aan het wonen gerelateerde ondergeschikte functies als parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en dergelijke ook toegestaan.

Iedere woning in het buurtschap Kruisstraat moet worden voorzien van een kap.

Binnen deze bestemming is uit het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat' een aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen ten behoeve van woningbouw, waar in de afgelopen tien jaar nog geen gebruik van is gemaakt. Deze ontstane rechten zijn in het bestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat 2016' opnieuw meegenomen.

Dubbelbestemmingen - Waarde - Archeologie 1, Waarde - Archeologie 2 en Waarde - Archeologie 3

Het bestemmingsplan heeft een regeling opgenomen ter bescherming van de te verwachten archeologische waarden in drie verschillende dubbelbestemmingen. De regeling is gedifferentieerd per archeologische verwachtingszone. Waar de verwachtingswaarde hoger is, worden strengere eisen gesteld aan het uitvoeren van werkzaamheden onder maaiveld.

Er zijn drie dubbelbestemmingen opgenomen waarbij een verschillende oppervlaktemaat en/of diepte geldt.

Dubbelbestemming   Minimale oppervlakte   Minimale diepte  
Waarde – Archeologie 1   25 m²   0,5 meter  
Waarde – Archeologie 2   50 m²   0,5 meter  
Waarde – Archeologie 3   100 m²   0,5 meter  
8.2.3 Algemene regels

In de algemene regels zijn de anti-dubbeltebepaling, de algemene bouwregels en gebruiksregels alsmede de algemene afwijkingsregels opgenomen. Deze bepalingen gelden voor het gehele bestemmingsplan.

8.2.4 Overgangs- en slotbepaling(en)

In dit hoofdstuk zijn tot slot de algemene, overgans- en slotregels opgenomen, die voor het gehele bestemmingsplan gelden.

Hoofdstuk 9 Economische uitvoerbaarheid

In het kader van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de financieel-economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan te worden aangetoond. Voorliggend bestemmingsplan is met name een beheersplan. Het plan biedt echter ook ruimte voor nieuwe ontwikkelingen middels een wijzigingsbevoegdheid. Deze ontwikkelingen vinden plaats op particulier eigendom en op particulier initiatief. Kostenverhaal als bedoeld in artikel 6.12 Wro is hierbij aan de orde. Voor zover deze ontwikkelingen haalbaar zijn en in dit bestemmingsplan worden genoemd, worden tenminste voor de start van de ruimtelijke procedure voor de betreffende ontwikkeling een afzonderlijke anterieure overeenkomst afgesloten. In dat geval zijn deze ontwikkelingen voor de gemeente kosten neutraal.

Gesteld kan worden dat de ruimtelijke planvorming zoals neergelegd in dit bestemmingsplan in financieel-economisch opzicht haalbaar c.q. uitvoerbaar is.

Hoofdstuk 10 Inspraak en vooroverleg

10.1 Inleiding

Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van de Inspraakverordening voor iedereen ter inzage gelegd vanaf 21 maart tot en met 2 mei 2016. Tijdens deze periode is op 28 april een pro forma inspraakreactie ingediend door Van Helvoort, namens de Familie van Schaijk, woonachtig op Kruisstraat 52. Deze is op 13 mei aangevuld met inhoudelijke gronden.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 4 juli tot en met 15 augustus 2016 ter inzage gelegen. In deze periode is één zienswijze tegen het plan ingediend door Mureau Advies, namens de Familie van Schaijk, woonachtig op Kruisstraat 52. De zienswijze is op 17 augustus bij ons binnen gekomen. Ondanks dat de zienswijze als niet-ontvankelijk wordt gezien vanwege het buiten de tijd indienen, wordt het bouwvlak van het agrarisch bedrijf ambtshalve aangepast naar hetgeen positief bestemd is.

10.2 Vooroverleg

In het kader van het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan Buurtschap Kruisstraat 2016 toegezonden aan:

  • Provincie Noord-Brabant

Het voorontwerpbestemmingsplan Buurtschap Kruisstraat 2016 geeft de Provincie Noord-Brabant geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

Voor kennisgeving aangenomen.

  • Waterschap Aa en Maas

Het waterschap geeft aan geen opmerkingen te hebben op het voorontwerpbestemmingsplan Buurtschap Kruisstraat 2016.

Wel vermeld het waterschap dat zij geconstateerd hebben dat op sommige plekken in de directe omgeving van het plangebied de gemiddeld hoogste grondwaterstand op 40 cm of zelfs nog ondieper onder het maaiveld ligt. Mocht het in de nabije toekomst tot uitbreidingen komen, dan is dit met het gegeven dat aan de noordzijde van het plangebied kleigrond ligt, belangrijk om hiermee rekening te houden.

Voor kennisgeving aangenomen.

10.3 Inspraak

Insprekers maken bezwaar tegen het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan ter plaatse van het agrarisch bedrijf aan de Kruisstraat 52. Graag zien zij een viertal opties toegevoegd aan het bestemmingsplan.

  • a. Insprekers willen een wijzigingsbevoegdheid voor een bouwvlak van 5.000 m² 'bedrijf (art. 5)', waarbinnen een bedrijfsruimte kan worden gerealiseerd.

Reactie gemeente:

In het bestemmingsplan is reeds in artikel 4, concreet in artikel 4.6.1 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waardoor de Agrarisch – Bedrijf omgezet kan worden naar 'Bedrijf'. In dit artikel zijn voorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan om medewerking te krijgen van burgemeester en wethouders. Onder 'm' is onder andere opgenomen dat het nieuwe bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 0,5 ha. Bij een agrarisch-technisch hulpbedrijf of een agrarisch verwant bedrijf mag de oppervlakte van het nieuwe bestemmingsvlak nooit meer bedragen dan 1,5 ha (onder n). Het bouwvlak wat op dit moment in het bestemmingsplan is vastgelegd, bedraagt circa 4.150 m².

In het gesprek tussen de gemeente en de inspreker is op 28 april jl. tevens de vraag gesteld om nevenactiviteiten mogelijk te maken binnen de bestemming 'Agrarisch'. Hierbij is onder andere gesproken over de mogelijkheid om bedrijfsmatige activiteiten zoals opslag te verrichten naast het agrarische bedrijf. Een wijzigingsbevoegdheid biedt in dit geval geen uitkomsten, omdat de bestemming 'Agrarisch' op dat moment moet worden omgezet naar de bestemming 'Bedrijf'. Om een tussenoplossing te bieden is artikel 4.5.1. toegevoegd, waardoor met een omgevingsvergunning afgeweken kan worden ten behoeve van nevenactiviteiten mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden. In bijlage 3 zijn daarvoor een limitatief aantal nevenactiviteiten weergegeven, zoals statische opslag / stalling.

Er wordt reeds aan de inspraakreactie voldaan omdat deze wijzigingsbevoegdheid al was opgenomen in het plan. Artikel 4.6.1 is in die zin verduidelijkt dat in sub a is opgenomen dat de agrarische bedrijfsvoering beëindigd moet zijn om de wijzigingsbevoegdheid toe te laten passen. Daarnaast is een artikel 4.5.1. toegevoegd waarin bedrijfsmatige nevenactiviteiten onder voorwaarden zijn toegestaan.

  • b. Insprekers willen een wijzigingsbevoegdheid voor verblijfsrecreatie naar 10 eenheden (op 500 m²) in plaats van de thans toegestane 5 eenheden op 250 m²

Reactie gemeente:

Abusievelijk is in het voorontwerpbestemmingsplan 'Buurtschap Kruisstraat 2016' de regeling met betrekking tot recreatief nachtverblijf opgenomen uit het bestemmingsplan 'Buitengebied noord en Kloosterstraat'. Omdat buurtschap Kruisstraat onder stedelijk gebied valt, is het beleidskader hotels en particuliere logiesaccomodaties van toepassing, dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 22 september 2015 met reg. nr. 4604985 (enkel bestemmingsplan buitengebied is van het beleid uitgesloten).

De beleidsregels zijn doorvertaald naar een afwijkingsmogelijkheid met betrekking tot een bed en breakfast zoals weergegeven in het ontwerpbestemmingsplan onder artikel 4.5.3. De regeling houdt in dat een vergunning verleend kan worden voor maximaal 35% van het bewoonde oppervlak dat ingericht mag worden voor de voorziening, met een maximum van zes slaapplaatsen (beperkt publieksaantrekkend). Hiermee sluit het bestemmingsplan aan op het beleidskader. In dit kader wordt het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid voor 10 eenheden met een maximum van 500 m² niet aanvaardbaar geacht.

  • c. Insprekers willen een wijzigingsbevoegdheid voor een minicamping van maximaal 25 standplaatsen

Reactie gemeente:

De gemeente acht een mini-camping op deze locatie niet gewenst. Dit vanwege de bestaand stedelijke structuur van het lint en de verkavelingsopzet van de bebouwing in de buurtschap. Een mini-camping is een forse ingreep wat vraagt voor veel ruimte voor parkeren en voorzieningen op locatie. Een initiatief als deze zorgt ook voor een verkeerstoename. Daarnaast heeft een camping negatieve effecten voor aangrenzende kavels. Hierbij moet gedacht worden aan geluidsoverlast en privacy problemen. Een mini-camping is in het bestaand stedelijk gebied waar buurtschap Kruisstraat onder valt, niet gewenst. Dit zou anders zijn wanneer we het hebben over het buitengebied, waar er sprake is van een dermate openheid dat een mini-camping in de meeste gevallen niet overlastgevend is.

  • d. Insprekers willen een wijzigingsbevoegdheid voor staking van het agrarisch bedrijf, met sloop van de opstallen en herbouw van ten minste 5 woningen in plaats van de thans benoemde 3 wooneenheden

Reactie gemeente:

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het niet gewenst om vijf nieuwe woningen te bouwen bij beëindiging en sloop van het agrarisch bedrijf, om diverse redenen:

  • De wijzigingsbevoegdheid die voor het perceel geldt is niet zomaar ad-hoc/ willekeurig gekozen. Het is een resultaat van een uitgebreide stedenbouwkundige, landschappelijke en cultuurhistorische analyse die is uitgevoerd tijdens het opstellen van het bestemmingsplan Kruisstraat in 2006. Tijdens het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan Buurtschap Kruisstraat 2016 is geconstateerd dat de verdichting in de loop der tijd steeds meer is toegenomen. Meer verdichting dan de wijzigingsbevoegdheid die maximaal drie woningen mogelijk maakt, is niet wenselijk. De afwisseling van massa versus ruimte, de diverse spontane doorzichtlijnen naar het achterliggende landschap, de dichtheid van de bebouwingsstructuur van het historische dijklint staan onder druk. Dat wil zeggen dat de toename van extra bebouwing (naast hetgeen al is vastgelegd in de wijzigingsbevoegdheden uit 2006) niet de bedoeling is en niet de opgave is voor dit gebied. Voor dit gebied is kwaliteitsverbetering het uitgangspunt: versterken van zichtlijnen, van landschappelijke structuren en van spontane organische groei van de bebouwingsstructuur langs het lint.
  • De bebouwingslint is in de loop der tijd geleidelijk verdicht en een verdere verdichting wordt absoluut niet wenselijk geacht. Er moet ruimte worden behouden tussen de bebouwing. Dit is een essentieel karakter van de het bebouwingslint. Openheid en bebouwing wisselen elkaar af en doorzichtlijnen zijn op verschillende locaties aanwezig.
  • Oriëntatie op de weg en relatie van de bebouwing met de weg is belangrijk. De woningen moeten zich oriënteren aan de het lint en sterke relatie met de ontsluitingsweg behouden.
  • Het perceel is te smal voor de situering van vijf woningen en kan een forse bebouwingswand niet verdragen. In het geldend beleid is mogelijkheid gegeven om twee woningen te bouwen in ruil voor totale sloop van alle bedrijfsgebouwen en opstallen of behouden van de huidige bebouwing met hierin de situering van drie woning. Dit is het maximale van wat we verantwoord vinden voor deze locatie.

Naast de inhoudelijke beantwoording van de inspraakreactie wil de gemeente inspreker nog wijzen op het beleidskader voormalige agrarische bedrijfslocaties (VAB), dat naar alle waarschijnlijkheid op 12 juli 2016 door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Het bestemmingsplan bevat reeds een aantal mogelijkheden voor nevenactiviteiten/hergebruik. Het beleidskader beschrijft op welke wijze invulling kan worden gegeven aan een nieuwe functie en welke aspecten daarbij een rol spelen. Van belang is dat de initiatiefnemer in een vroeg stadium in gesprek gaat met de gemeente om te kijken naar de mogelijkheden.