Plan: | Molenhoekpassage |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002192-1401 |
Al sinds langere tijd wordt getracht om te komen tot een herstructurering en een verbetering van de kwaliteit van de Molenhoekpassage en de directe omgeving. Deze plannen zijn gebaseerd op een verbetering en modernisering van de winkelpassage en een herinrichting en efficiënter gebruik van het parkeerterrein. Echter ook de niet afgeronde en rommelige situatie aan de westzijde van de Slauerhoffstraat ter plaatse van de kringloopwinkel en de gronden van autobedrijf Coppens, zijn aanleiding geweest om te studeren op een verbetering van de stedenbouwkundige situatie. In dat verband is reeds in het bestemmingsplan Molenhoek-Sparrenburg van 2000 de mogelijkheid opgenomen om het bestemmingsplan te wijzigen teneinde te komen tot een betere stedenbouwkundige afronding. Met de verschillende eigenaren in het gebied kon echter geen overeenstemming worden bereikt over een integraal plan.
De gemeente heeft in 2010 het initiatief genomen om de verschillende partijen met elkaar in contact te brengen. Dit overleg heeft uiteindelijk geleid tot een nieuw plan waarbij de Molenhoekpassage wordt gemoderniseerd en (beperkt) wordt uitgebreid. Ook het parkeerterrein zal worden heringericht. Verder kan ter plaatse van de huidige kringloopwinkel een nieuwe supermarkt worden gebouwd en kunnen 10 appartementen en 8 grondgebonden woningen worden gebouwd.
Omdat deze ontwikkeling in strijd is met het geldende bestemmingsplan 'Molenhoek - Sparrenburg - A59' dient een nieuw bestemmingsplan te worden opgesteld.
Het plangebied ligt centraal in de wijk Molenhoek in Rosmalen. Het plangebied wordt begrensd door:
Afbeelding 1 Overzicht plangebied
Het aan dit bestemmingsplan voorafgaande bestemmingsplan is "Molenhoek - Sparrenburg - A59". "Molenhoek - Sparrenburg - A59" is vastgesteld op 28 februari 2012 en is op 19 juni 2012 in werking getreden.
Afbeelding 2 Uitsnede verbeelding bestemmingsplan "Molenhoek - Sparrenburg - A59"
Het plangebied ligt centraal in de wijk Molenhoek, één van de uitbreidingswijken (jaren 60-70 van de vorige eeuw) van Rosmalen. Het gebied ligt tussen de Marie Koenenstraat, de Slauerhoffstraat, de Oude Baan en de Huygensstraat. De Oude Baan is een historische route die nu fungeert als gebiedsontsluitingsweg; de overige straten zijn erftoegangswegen.
Het winkelcentrum ligt in een wijk met voornamelijk eengezinswoningen. Aan de Oude Baan staat individuele woonbebouwing, bestaande uit vrijstaande en halfvrijstaande woningen, die onderling een grote variatie vertonen. Aan de Marie Koenenstraat en Huygensstraat is sprake van voornamelijk halfvrijstaande woningen en enkele vrijstaande woningen. Aan de Slauerhoffstraat staan voornamelijk rijwoningen. De bebouwingshoogte van alle eengezinswoningen is twee lagen met een kap.
Het grootste deel van het plangebied wordt ingenomen door het winkelcentrum Molenhoekpassage en het bijbehorende parkeerterrein. De Molenhoekpassage is een overdekt winkelcentrum met verschillende winkels, waaronder bijvoorbeeld een Albert Heijn, een bakker, slager en een boekhandel.
Grenzend aan de Molenhoekpassage ligt een loods die in gebruik is als kringloopwinkel. Ten zuiden hiervan, aan de Slauerhoffstraat staat een bedrijfspand (garage), die wordt gebruikt voor de verkoop van auto's. Aan de Oude Baan ligt een woning.
Afbeelding 3 Plangebied met bestaande bebouwing
De wijk Molenhoek heeft een rechthoekige verkavelingsstructuur. Het plangebied is onderdeel van deze structuur. Opvallend is dat het winkelcentrum een tamelijk eenzijdige oriëntatie heeft, namelijk op de Huygensstraat. Aan deze zijde bevindt zich de hoofdentree van het winkelcentrum en er is sprake van een enigszins transparante gevel waarbij de winkels zichtbaar zijn. Het parkeren vindt vrijwel volledig plaats op het grote parkeerterrein. Deze is bovendien alleen vanaf de Huygensstraat bereikbaar. Er is geen toegang vanaf de Slauerhoffstraat naar het parkeerterrein. Hierdoor is er een minder goede aansluiting op het gebied ten oosten van de Slauerhoffstraat.
Afbeelding 4 Eenzijdige oriëntatie Molenhoekpassage
Aan de Slauerhoffstraat manifesteert het winkelcentrum zich veel meer als een achterkant. Het winkelcentrum heeft hier een dichte gevel waarlangs het laden en lossen plaatsvindt. Het winkelcentrum is hier toegankelijk vanaf een kleine onopvallende entree.
Afbeelding 5 Hoofdentree aan de Huygensstraat en laad- en losstrook langs de gevel aan de Slauerhoffstraat
Huygensstraat
De Molenhoekpassage heeft zijn hoofdentree aan het grote parkeerterrein liggen. Hoewel er sprake is van een duidelijke voorkant, oogt de gevel van het winkelcentrum gedateerd. De ruimtelijke impact van het winkelcentrum op de woningen aan de Huygensstraat is niet groot vanwege de grote open ruimte van het parkeerterrein, in combinatie met de geringe hoogte van het winkelcentrum (5,5 meter). Daarnaast is het parkeerterrein groen ingebed in de omgeving door een groene rand met bomen in de Huygensstraat en Marie Koenenstraat.
Afbeelding 6 Hoofdentree Molenhoekpassage aan het grote parkeerterrein
Afbeelding 7 Groene rand rondom parkeerterrein Molenhoekpassage (zicht vanuit Huygensstraat)
Buiten het plangebied liggen aan de Huygensstraat appartementen en eengezinswoningen. Dit zorgt ervoor dat het winkelcentrum onderdeel uitmaakt van een woonmilieu.
Afbeelding 8 Woningen en appartementen aan de Huygensstraat
Afbeelding 9 Woningen en appartementen aan de Huygensstraat
Direct naast de kringloopwinkel, ligt een winkelpand met daarboven maisonnettes. Samen met de Molenhoekpassage zorgt het voor een begrenzing van het grote parkeerterrein. Het pand vormt in maat en schaal een schakel tussen het winkelcentrum en de kleinschaliger woningen ten zuiden hiervan.
Afbeelding 10 Winkelpand met maisonnettewoningen aan de Huygensstraat
Het pand bestaat uit drie lagen, waarbij de derde laag ten opzichte van de voorgevel is teruggelegd met een schuine afdekking aan deze zijde. Hierdoor ontstaat er in schaal een goede overgang naar de omringende bebouwing in de Huygensstraat.
Marie Koenenstraat
Ter hoogte van de Marie Koenenstraat is de gevel van het winkelcentrum volledig dicht en ligt deze bijna pal aan de straat. Toch is het straatbeeld hier nog acceptabel omdat er een dichte groenstrook direct langs de gevel ligt. Het groen onttrekt de gevel grotendeels aan het zicht, waardoor er eerder sprake is van een 'groene' straat dan van een achterkantsituatie.
Afbeelding 11 Groen langs de gevel van het winkelcentrum in de Marie Koenenstraat
Afbeelding 12 Groene afscherming parkeerterrein en gevel winkelcentrum
Slauerhoffstraat
Ten opzichte van het woonmilieu aan de Huygensstraat, heeft de Slauerhoffstraat veel meer een bedrijfsmatig en ontoegankelijk karakter. Hier bevinden zich de achterkant van het winkelcentrum met laad-en losruimte, de achterkant van de kringloopwinkel, een dichte bosschage en een garagebedrijf.
Afbeelding 13 Rommelige uitstraling bebouwing aan Slauerhoffstraat en Oude Baan
Een groot gedeelte van de gevel aan de Slauerhoffstraat is dicht, waardoor deze zich manifesteert als een achterkant. De gevel bepaalt hier sterk het straatbeeld omdat het groen niet tegen de gevel aan ligt zoals in de Marie Koenenstraat. Het gebied heeft hier een onaantrekkelijke en rommelige uitstraling. Langs de gevel wordt kriskras geparkeerd en her en der staan pallets opgesteld.
Afbeelding 14 Zij-ingang Molenhoekpassage aan de Slauerhoffstraat
Ten zuiden hiervan ligt de kringloopwinkel met een dichte bosschage en autogarage Coppens die qua functie en in zijn verschijningsvorm niet past bij het aangrenzende woonmilieu.
Afbeelding 15 Autobedrijf Coppens
Oude Baan
Langs de Oude Baan ligt woonbebouwing met hiernaast een braakliggend terrein, waardoor er een open plek in de lintbebouwing van de Oude Baan ontstaat. De situatie is hier als het ware 'onaf'.
Afbeelding 16 Oude Baan: open plek in het lint
De Oude Baan is de belangrijkste (gebieds)ontsluitingsweg langs het plangebied. De ontsluiting van het winkelcentrum verloopt voornamelijk via de Huygensstraat, waar het belangrijkste parkeerterrein is gelegen; de Slauerhoffstraat heeft een heel beperkte functie. Dit blijkt uit de notitie Verkeersgeneratie Molenhoekpassage (rapportage Goudappel Coffeng d.d. 22 april 2014), waarin op basis van het verkeer- en vervoermodel in combinatie met het gebruik van kentallen is gerekend: in de Huygensstraat rijden nu per etmaal maximaal zo'n 4.000 motorvoertuigen; in de Slauerhoffstraat zijn dat er circa 950.
Het laden en lossen vindt buiten het pand van de supermarkt plaats.
De inrichting van de parkeervoorzieningen is niet overzichtelijk; het is lastig om te zien waar zich eventueel vrije plaatsen bevinden. Dit leidt tot zoekverkeer en onoverzichtelijke situaties. De inrichting van het zuidelijk deel van het parkeerterrein aan de Huygensstraat is onder de maat: het is niet duidelijk waar wel en waar niet geparkeerd mag worden. De beschikbare ruimte wordt hierdoor niet optimaal benut.
Afbeelding 17 Onoverzichtelijk parkeerterrein
Rondom het plangebied is op diverse plekken groen aanwezig. In de Slauerhoffstraat, ten zuiden van de Molenhoekpassage, ligt een bosje met iepen en esdoorns. Aan de andere kant van de straat zijn groenvakken aanwezig (met daartussen parkeren) met bomen en onderbegroeiing. Kleinere groenstroken met kleinere bomen zijn aanwezig tussen de straat en de laad- en losruimte van de Molenhoekpassage en op de erfgrens van het terrein van autobedrijf Coppens.
Het overige groen is gebonden aan de straten. In de Huygensstraat is een brede middenberm aanwezig met een haag en enkele bomen. Het parkeerterrein van de Molenhoekpassage wordt hier omlijst met een berm met kastanjes. De Marie Koenenstraat heeft een groene invulling met hagen en verschillende kleinere bomen. Het parkeerterrein zelf kent geen enkele groene invulling, maar is redelijk ingebed in het groen van de omliggende straten.
Ten behoeve van dit bestemmingsplan is een bomeneffectanalyse opgesteld die als bijlage bij dit bestemmingsplan is gevoegd. Hierin staat een uitgebreide analyse van de aanwezige bomen in het plangebied. In paragraaf 4.3 wordt nader ingegaan op de wijze waarop de bomen en het groen in het plan worden ingepast.
Op 13 maart 2013 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu het vaststellingsbesluit van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) ondertekend. Daarmee is het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid zoals uiteengezet in de SVIR van kracht geworden. Het Rijk benoemt 13 nationale belangen; hiervoor is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Deze belangen zijn gelijkwaardig aan elkaar en beïnvloeden elkaar onderling.
Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten (nationaal belang 13)
Het Rijk is verantwoordelijk voor een goed systeem van ruimtelijke ordening inclusief zorgvuldige, transparante ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Dat betekent dat het systeem zo ingericht moet zijn dat integrale planvorming en besluitvorming op elk schaalniveau mogelijk is en dat bestaande en toekomstige belangen goed kunnen worden afgewogen. Gebruikswaarde, toekomstwaarde en belevingswaarde zijn hier onderdeel van. Het gaat dan zowel om belangen die conflicteren als belangen die elkaar versterken. Bij nieuwe ontwikkelingen, aanleg en herstructurering moet in elk geval aandacht zijn voor de gevolgen voor de waterhuishouding, het milieu en het cultureel erfgoed. Vraaggericht programmeren en realiseren van verstedelijking door provincies, gemeenten en marktpartijen is nodig om groei te faciliteren, te anticiperen op stagnatie en krimpregio’s leefbaar te houden. Ook dient de ruimte zorgvuldig te worden benut en overprogrammering te worden voorkomen. Om beide te bereiken wordt een ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6, lid 2 Bro).
De ladder voor duurzame verstedelijking werkt met de volgende opeenvolgende stappen:
De voorgenomen herstructurering van de Molenhoekpassage sluit aan bij de uitgangspunten van de 'ladder voor duurzame verstedelijking':
De gemeente wil blijven voorzien in de (toekomstige) woningbehoefte. Er wordt voor de komende jaren ingezet op een woningproductie met een bandbreedte van 500 tot 800 per jaar, met een (na te streven) gemiddelde van 700 woningen per jaar. Dit streven zal vooral in de komende jaren veel inspanning van alle partijen vragen. De bouw van 18 woningen past in dit programma.
Zoals gemotiveerd in de nota detailhandel 2011 voorziet de beperkte uitbreiding van het winkelcentrum in een lokale behoefte en moet deze tevens worden bezien in het kader van de noodzakelijke modernisering en herinrichting van de winkelpassage.
De voorgenomen ontwikkeling betreft een herstructurerring in het bestaand stedelijk gebied.
Met de herstructurering van de Molenhoekpassage en omgeving wordt een verbetering van de sociale en fysieke leefomgeving bewerkstelligd. Geconcludeerd wordt dat in onderhavige situatie sprake is van een duurzame stedelijke ontwikkeling.
Op 1 oktober 2010 hebben de Provinciale Staten de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) voor de provincie Noord-Brabant vastgesteld. Deze visie is geactualiseerd in februari 2014. De SVRO bevat de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie Noord-Brabant en vormt de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. Eén van deze instrumenten is de provinciale verordening. In de Verordening Ruimte zijn de kaderstellende elementen uit de SVRO vertaald in concrete regels die van toepassing zijn op (gemeentelijke) bestemmingsplannen.
In de structuurvisie is het hoofddoel een zorgvuldiger gebruik van de ruimte. Dit beleid is gericht op de versterking van de stedelijke structuur en het open houden van het landelijke gebied. Daartoe zijn stedelijke en landelijke regio's aangewezen. De gemeente 's-Hertogenbosch is onderdeel van de stedelijke regio Waalwijk-'s-Hertogenbosch-Oss (Waalboss). In de structuurvisie is de lagenbenadering als methode wederom gehanteerd. De nadruk ligt, net als in het Streekplan 2002, op het belang van de 'onderste lagen' -met name water-, zuinig ruimtegebruik, beeldkwaliteit en van grensoverschrijdend denken en handelen.
Om tot een zorgvuldiger ruimtegebruik te komen, wordt gekozen voor de zogenaamde lagenbenadering. Dit betekent dat ruimtelijke ontwikkelingen worden afgestemd op de draagkracht van het watersysteem en de bodem, op de waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie, en aansluiten op de mogelijkheden van de infrastructuur. Daarnaast wordt een zuinig ruimtegebruik nagestreefd. Gepleit wordt om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden van de bestaande bebouwde ruimte (opnieuw) en deze beter te benutten. Compacte bouwwijzen, zowel in de hoogte als in de diepte, bieden tal van mogelijkheden het gebruik van de ruimte te intensiveren en nieuw ruimtebeslag te voorkomen en te beperken.
Op de Structurenkaart van de Structuurvisie is het plangebied aangeduid als 'bestaand stedelijk gebied'. Bij de opgave voor wonen en werken wordt het accent sterker verlegd naar de te ontwikkelen kwaliteiten, de inzet op herstructurering en het beheer van het bestaand stedelijk gebied. De herstructurering van het plangebied en de daarbij behorende ontwikkeling van detailhandel en woningbouw sluiten op deze uitgangspunten aan.
Met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening die in juli 2008 in werking is getreden is het vastleggen van het provinciale beleid en het doorvertalen daarvan naar een lager bestuursniveau, veranderd. In de provinciale structuurvisie wordt het provinciale beleid vastgelegd. Daarnaast worden in de provinciale verordening instructieregels opgenomen waarmee de binding van de lagere overheden aan het provinciale beleid juridisch kan worden vastgelegd. De Verordening Ruimte is op 17 december 2010 vastgesteld en op 1 maart 2011 in werking getreden. De verordening is in februari 2014 geactualiseerd.
In de verordening is het plangebied aangemerkt als stedelijk concentratiegebied binnen bestaand stedelijk gebied. Binnen het als zodanig aangewezen stedelijk gebied is de gemeente in het algemeen vrij – binnen de grenzen van andere wetgeving – om te voorzien in stedelijke ontwikkeling.
In het onderhavig bestemmingsplan wordt de nieuwbouw van woningen mogelijk gemaakt. Blijkens artikel 3.5 van de Verordening ruimte dient de toelichting bij een bestemmingsplan dat voorziet in nieuwbouw van woningen een verantwoording te bevatten over de wijze waarop de afspraken die daaromtrent in het regionaal ruimtelijk overleg zijn gemaakt worden nagekomen en dient gemeld te worden hoe de beoogde nieuwbouw zich verhoudt tot deze afspraken en tot de beschikbare harde plancapaciteit.
De bouw van de woningen past binnen de afspraken zoals deze gemaakt zijn in het regionale overleg.
De Verordening stelt geen specifieke regels voor de uitbreiding van detailhandelsvoorzieningen.
Conclusie: de ontwikkeling is niet in strijd met de provinciale Verordening ruimte.
Met de invoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) d.d. 1 september 2007 en de modernisering van de monumentenzorg (MoMo) behoren nieuwe bestemmingsplannen te omschrijven hoe omgegaan dient te worden met cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplangebied. Ten behoeve van het bestemmingsplan 'Molenhoekpassage' is door SO/BAM een cultuurhistorische paragraaf opgesteld waarin de cultuurhistorische achtergronden en kenmerken van dit plangebied worden toegelicht.
Het bestemmingsplangebied ligt landschappelijk gezien op een zogenaamde dekzandrug. Deze dekzandrug, die vanaf 's-Hertogenbosch met onderbrekingen doorloopt via Rosmalen naar Oss, is in feite een soort zandduin die is gevormd in de laatste ijstijd. Naar het zuiden en zuidoosten loopt de dekzandrug geleidelijk af en spreken we van zones met dekzandwelvingen of van een dekzandvlakte. Over de bodemkundige kenmerken van het plangebied is weinig informatie bekend, want een groot deel is vanwege de aanwezige bebouwing niet bodemkundig gekarteerd. Op basis van de bodemkundige informatie uit de directe omgeving kan echter worden afgeleid dat in het gehele plangebied hoofdzakelijk sprake is (of is geweest) van hoge zwarte enkeerdgronden. Dit betekent dat er sprake is van een door mensen opgebracht cultuurdek van minstens 50 cm dikte. Deze ophoging is geleidelijk ontstaan door de bemesting van de akkers met een mengsel van dierenmest en heideplaggen. Deze vorm van bemesting zorgde dus niet alleen voor een verhoging van de vruchtbaarheid maar ook voor een verhoging van het maaiveld. Omdat het plangebied inmiddels vrijwel volledig bebouwd is, is onduidelijk of in de ondergrond nog intacte bodems te verwachten zijn.
Afbeelding 18 De landschapskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in blauw de globale grens van het bestemmingsplangebied. 1. Dekzandrug, 2. Historische kern.
De dekzandrug waarop het plangebied ligt is door zijn relatief hoge ligging altijd een aantrekkelijke locatie voor bewoning geweest. Gezien de ouderdom van de dekzandruggen kan deze bewoning teruggaan tot het Laat-Paleolithicum (vanaf circa 15.000 jaar geleden), maar sporen uit deze periode liggen goed verborgen in de diepere ondergrond en zijn dan ook nog maar weinig bekend in de gemeente 's-Hertogenbosch. Hoewel de bewoning in het plangebied in theorie vele millennia kan omvatten, zijn uit het plangebied geen archeologische waarnemingen bekend. Het ontbreken van waarnemingen en vondsten wil overigens niet zeggen dat er ook weinig archeologische resten te verwachten zijn. Vermoedelijk liggen veel archeologische waarden nog goed beschermd onder een dikke akkerlaag verborgen. Tijdens een opgraving aan de Oude Baan/Molenstraat ten westen van het plangebied werden geen archeologische sporen aangetroffen. De oorspronkelijke bodemlagen waren verstoord door latere grondwerkzaamheden (zie nr. 373 op bovenstaande afbeelding).
Op de kadastrale kaart uit het begin van de 18e eeuw is in het bestemmingsplangebied geen bewoning zichtbaar. Ten noorden van het plangebied is een kleine kern van bebouwing aanwezig. Deze zone is ook op de bovenstaande afbeelding aangegeven met de rode contour.
Ten westen van het plangebied is ook nog een molen aanwezig. Het betreft een standerdmolen aan de Molenstraat (nr. 363 op bovenstaande afbeelding). De standerdmolen dateert uit het midden van de 18e eeuw en is nu nog steeds zichtbaar langs de Molenstraat.
In 2008 is een archeologische verwachtingskaart opgesteld voor het deel van de gemeente buiten de middeleeuwse stadskern van 's-Hertogenbosch. De archeologische verwachtingskaart bevat niet alleen de reeds bekende archeologische vindplaatsen, maar geeft ook een overzicht van de gebieden waar archeologische vindplaatsen verwacht kunnen worden; de zogenaamde verwachtingsgebieden. Gebieden waar de kans op het aantreffen van archeologie hoog is, worden aangeduid als gebieden met een hoge archeologische verwachting. Verder wordt nog een onderscheid gemaakt in gebieden met een middelhoge en gebieden met een lage archeologische verwachting. Of er ook daadwerkelijk archeologische vindplaatsen aanwezig zijn moet archeologisch onderzoek uitwijzen, maar de verwachtingsgebieden geven al wel aan in welke mate men met mogelijke archeologische resten rekening moet houden. Voor deze kaart is gebruik gemaakt van de meest gedetailleerde en beschikbare bodemkundige en geo(morfo)logische gegevens, zodat de archeologische verwachtingszones zo gedetailleerd mogelijk zijn begrensd.
De dekzandrug, die in het gehele plangebied ligt, is aangemerkt als een zone met een hoge archeologische verwachting. Deze zone is echter ook de meest bebouwde zone en het is de vraag in hoeverre de ondergrond door deze nieuwbouw is verstoord. De aanwezigheid van het dikke, oude cultuurdek kan wellicht als een beschermende laag hebben gediend. Op de dekzandruggen kunnen in theorie vindplaatsen vanaf het Laat-Paleolithicum worden aangetroffen. De archeologische vindplaatsen uit de periode Laat-Paleolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen bevinden zich in het dekzandgebied in de top van het dekzand. Deze top bevindt zich naar verwachting, afhankelijk van het dekzandreliëf en de dikte van een plaggendek of bouwvoor, rond 0,5 m beneden het maaiveld. Sporen uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd kunnen aan of direct onder het maaiveld voorkomen of op enige diepte in het plaggendek.
Voor het hele plangebied geldt dat door (oudtijdse) ontzandingen, regulier grondgebruik en grootschalige ruilverkavelingen sterke verstoringen van de ondergrond zullen hebben plaatsgevonden. Met name hogere dekzandkoppen zijn hierbij vaak sterk aangetast, waardoor van de archeologische vindplaatsen alleen nog dieper ingegraven grondsporen bewaard zijn gebleven. Op de flanken van de dekzandkoppen kunnen echter nog wel intacte vindplaatsen aanwezig zijn. In gebieden die zijn afgedekt door een plaggendek kunnen vindplaatsen in de top van het dekzand verstoord zijn geraakt door de eerste aanleg van de akkers. De geleidelijke ophoging zal echter na verloop van tijd tevens als een beschermende buffer voor bodemingrepen zoals ploegen hebben gefungeerd, zodat onder het plaggendek nog relatief intacte bewoningssporen zijn te verwachten.
Afbeelding 19 De archeologische verwachtingskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in blauw de globale grens van het bestemmingsplangebied. 1. Zone met een hoge verwachting, 2. Historische kern. Ter hoogte van het nummer 363 bevindt zich de standerdmolen.
De archeologische verwachtingskaart vormt de basis voor het archeologiebeleid van de gemeente. Dit beleid is in juni 2010 vastgesteld. Ten behoeve van het beleid zijn voor archeologische waarden en archeologische verwachtingsgebieden binnen de gemeentegrenzen specifieke eisen of voorwaarden opgesteld en verwerkt tot een archeologische beleidskaart. De zones met een hoge en middelhoge archeologische verwachting zijn op de beleidskaart vertaald in zones waar verspreide nederzettingen en grafvelden uit de prehistorie, Romeinse tijd en Middeleeuwen aanwezig zijn (al dan niet afgedekt door een recent ophogingspakket).
In de archeologische beleidsnota van de gemeente is aangegeven dat bij het opstellen van een bestemmingsplan zal worden bekeken in hoeverre de zones met een hoge en middelhoge verwachting nader kunnen worden uitgewerkt door het uitvoeren van aanvullend archeologisch onderzoek. Ten behoeve van dit bestemmingsplan is ook bekeken in hoeverre de bestaande verwachting nader is te specificeren. Voor het oostelijke deel van het plangebied is een archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat in twee zones nog een intacte bodemopbouw aanwezig is. Op basis hiervan is de kans groot dat er nog waardevolle en behoudenswaardige archeologische resten in de ondergrond aanwezig zijn. Aanvullend onderzoek zal moeten uitwijzen of dit ook daadwerkelijk het geval is. In de rest van het onderzochte gebied wordt de archeologische verwachting naar laag bijgesteld. Naar verwachting zijn hier door bodemverstoring geen intacte archeologische waarden meer te verwachten. Voor het westelijke deel van het plangebied blijft de hoge archeologische verwachting zoals die op de archeologische verwachtingskaart is aangegeven, gehandhaafd. Voor deze zone wordt in het bestemmingsplan een dubbelbestemming Waarde Archeologie opgenomen. Bij toekomstige ingrepen in deze zone, zal worden bekeken of archeologisch onderzoek noodzakelijk is en zo ja, in welke vorm.
Uitgaande van de archeologische beleidskaart zijn voor het plangebied de uitgangspunten weergegeven in de legenda. In zijn algemeenheid geldt dat, indien tijdens werkzaamheden geïsoleerde, zogenaamde 'losse' archeologische vondsten worden gedaan, men wettelijk verplicht is dergelijke vondsten te melden aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Ook de gemeentelijk archeoloog wordt in dit geval op de hoogte gebracht.
Afbeelding 20 De archeologische beleidskaart met legenda van de gemeente 's-Hertogenbosch met in blauw de globale grens van het bestemmingsplangebied.
In het plangebied bevinden zich geen bouwhistorische en cultuurhistorische waarden.
De gemeente 's-Hertogenbosch heeft zijn ambities voor de komende jaren in beeld gebracht in de vorm van een Ruimtelijke StructuurVisie. Deze Ruimtelijke StructuurVisie is een raamwerk en een gids voor de ruimtelijke activiteiten en investeringen van burgers, bedrijven, instellingen en overheid in de komende jaren. De visie bestrijkt de periode tot 2010 en geeft een doorkijk naar 2020.
In de Ruimtelijke StructuurVisie (RSV) is de lagenbenadering van het streekplan nader uitgewerkt. Nieuwe ontwikkelingen zullen worden afgestemd en getoetst op de specifieke onderlagen van een gebied en de laag van infrastructuur.
De Ruimtelijke StructuurVisie is bedoeld om richting te geven aan de eigen stedelijke ambities, voorzover ruimtelijk relevant. Daarmee is het een paraplunota en een integratiekader voor de ruimtelijke gevolgen van deze ambities van de verschillende sectorale nota's.
De Ruimtelijke StructuurVisie is ook toetsingskader en leidraad voor ruimtelijke plannen van de gemeente, zoals structuurvisies en bestemmingsplannen.
De belangrijkste aandachtspunten/onderdelen uit de StructuurVisie zijn:
Rosmalen maakt in de Ruimtelijke Structuurvisie deel uit van de oostelijke Rosmalense vleugel. Voor de ontwikkeling van deze vleugel zijn uitgangspunten opgesteld waarvan een aantal van toepassing zijn op het plangebied (of de directe omgeving) van dit bestemmingsplan.
De belangrijkste staan hierna beschreven:
Op 28 januari 2014 heeft de gemeenteraad de Ruimtelijke Structuurvisie geactualiseerd. Deze actualisatie bevat geen wijzigingen betreffende de Molenhoekpassage en omgeving ten opzichte van de structuurvisie 2003.
Het bestemmingsplan 'Molenhoekpassage' is niet in strijd met het beleid uit de Ruimtelijke Structuurvisie.
De ambitie voor het woonbeleid van 's-Hertogenbosch is opgenomen in de Nota Wonen 2012:
het creëren van een evenwichtige woningmarkt met een gedifferentieerd en aantrekkelijk aanbod van woningen en woonmilieus zodat mensen naar tevredenheid in onze stad kunnen wonen en leven. Er wordt gestreefd naar een stad waar voldoende, betaalbare en passende woningen zijn en voldoende keuzemogelijkheden in gevarieerde en sterke buurten waarin mensen zich thuis kunnen voelen.
Deze ambitie is in de nota Wonen 2012 uitgewerkt in 4 speerpunten van beleid: voldoende woningen, betaalbaar wonen, passend wonen, in sterke en vitale buurten.
De Nota Wonen laat duidelijk de veranderingen in de woningmarkt zien die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. Over de volle breedte is te zien dat de woningmarkt en de woningbouw een moeilijke periode door maken. De Nota Wonen 2012 gaat dan ook uit van een nieuwe realiteit in de woningmarkt, waarbij er van uit wordt gegaan dat de komende periode gekenmerkt wordt door een lagere woningproductie. Vanuit deze veranderende context op de woningmarkt en de veranderende gemeentelijke positie en sturingsmogelijkheden, is het woonbeleid voor de komende jaren vastgelegd in de Nota Wonen 2012.
Ondanks deze problemen op de woningmarkt zijn in de nota Wonen 2012 ambities opgenomen m.b.t. de woningproductie. 's-Hertogenbosch is namelijk een aantrekkelijke gemeente om in te wonen; dat blijkt uit de Atlas Nederlandse steden. De gemeente wil deze positie behouden, want wonen is een essentieel goed. Uit de laatste bevolkingsprognose van de provincie blijkt bovendien dat het inwonertal van 's-Hertogenbosch ook de komende decennia blijft groeien; daarvoor zijn nieuwe woningen nodig. Tevens heeft 's-Hertogenbosch op het gebied van de woningbouw een regionale taakstelling. Woningproductie is van groot belang voor een goede werking van de woningmarkt, maar is tevens een economische en werkgelegenheidsfactor van betekenis.
Belangrijkste uitgangspunt in de Nota Wonen is dat de problemen op de woningmarkt alleen gezamenlijk kunnen worden aangepakt; samen met bouwbedrijven, woningcorporaties, maatschappelijke organisaties en met inwoners en bedrijven uit de stad.
Om de ambitie m.b.t. de woningproductie in deze moeilijke marktsituatie te kunnen realiseren, neemt de gemeente een positieve en proactieve houding in t.o.v. (kansrijke) initiatieven op het gebied van woningbouw. Dit gebeurt door (binnen wettelijke kaders) meer ruimte te bieden en meer flexibiliteit en maatwerk te leveren bij bouwplanontwikkeling. Dus meer aandacht voor de markt van vraag en aanbod, omdat het juist meebewegen met de dynamiek van de markt perspectief kan bieden. Het is dan van belang dat marktpartijen met creatieve en realistische oplossingen komen om de lokale woningmarkt vooruit te helpen.
De beleidsinzet van de gemeente m.b.t. woningbouw is dan als volgt:
De herstructurering / uitbreiding van de Molenhoekpassage in Rosmalen past binnen de ambities van de Nota Wonen 2012 en past binnen de regionale taakstelling.
In de Nota Detailhandel 's-Hertogenbosch 2011 wordt de gemeentelijke visie op detailhandel weergegeven.
Doel van het detailhandelsbeleid is randvoorwaarden te creëren voor behoud en versterking van de Bossche winkelstructuur. Uitgangspunten van het detailhandelsbeleid zijn:
Diverse ontwikkelingen in de afgelopen jaren, in combinatie met op stapel staande plannen, maakten het noodzakelijk om voor de gehele gemeente 's-Hertogenbosch een nieuwe visie op de detailhandel vast te stellen.
Voor de gehele gemeente is over detailhandel het volgende afgesproken:
In de Nota is over de Molenhoekpassage het volgende opgenomen:
"Met de beoogde verplaatsing van de Aldi naar de Molenhoekpassage kan de beleidsmatige ruimte, die in 2006 al was gegeven voor uitbreiding/ modernisering van het centrum en vergroting van de Albert Heijn supermarkt, nu op integrale wijze vorm worden gegeven. Dit maakt het winkelgebied completer en dus aantrekkelijker voor de consument. Dat er bij de private partijen tegelijkertijd een opgave ligt voor vergroting van het parkeerareaal spreekt voor zich.
Mede door de uitbreiding verandert de positie van de Molenhoekpassage in de winkelstructuur van buurtwinkelcentrum in (klein) wijkwinkelcentrum. Het accent blijft niettemin liggen op het boodschappen doen; non-food zaken zijn, ook na de uitbreiding, slechts in beperkte mate vertegenwoordigd. In de verhouding tot het (stadsdeel-)centrum in de Kom is dat voor beide centra positief, vanwege de ten dele verschillende bezoekmotieven: boodschappen doen - recreatief winkelen. De positie van wijkwinkelcentrum doet recht aan de grootte van het verzorgingsgebied. Dat werd feitelijk buurtoverstijgend met het wegvallen van de supermarkten in Sparrenburg en Maliskamp een aantal jaren geleden. Bovendien vormt de spoorlijn ’s-Hertogenbosch-Nijmegen een soort afscheiding tussen het noordelijke en het zuidelijke deel van Rosmalen. Uit de dorpen oostelijk en zuidelijk van Rosmalen bindt het centrum eveneens de nodige koopkracht".
Inmiddels is het niet meer zeker dat de supermarkt locatie aan de Raadhuisstraat (ca 600 m2) zal verdwijnen. Daarbij is geen directie strijdigheid met de detailhandelsnota, omdat in de nota detailhandel is vastgelegd dat de Molenhoekpassage wordt opgewaardeerd van buurtcentrum naar een klein winkelcentrum met de nadruk op food.
In het Beleidsplan Horeca is aangegeven dat de mogelijkheden voor uitbreiding van het horeca-aanbod in de wijken buiten de binnenstad beperkt zijn. De bestaande horecabedrijven moeten in staat worden geacht aan de potentiële vraag te kunnen voldoen.
Voor het bestemmingsplan 'Molenhoekpassage' wordt een consolidatiebeleid gevoerd. Er worden geen vestigingsmogelijkheden voor nieuwe horecabedrijven geboden.
De mobiliteit van mensen en goederenvervoer groeien sterk. De grootschalige ontwikkelingen in de stad versterken die groei nog verder. De bereikbaarheid - en daarmee ook leefbaarheid en verkeersveiligheid - van 's-Hertogenbosch vragen aandacht. De gemeenteraad heeft een koers uitgezet in de vorm van de Koersnota Hoofdinfrastructuur 's-Hertogenbosch. In 2008 is het Uitwerkingsplan Koersnota Hoofdinfrastructuur vastgesteld.
De kern van de Koersnota Hoofdinfrastructuur is de geformuleerde ambitie met betrekking tot de gemaakte verplaatsingen. Het is de ambitie om het aandeel van de auto terug te brengen van 70% naar 60%. Deze omslag komt ten gunste van het aandeel OV en fiets in de verplaatsingen, die respectievelijk van 7% naar 10% en van 23% naar 30% toenemen in 2015. De insteek van de Koersnota Hoofdinfrastructuur, is als volgt:
Om dit doel te bereiken zijn een aantal uitwerkingsplannen opgesteld, te weten:
Naast bovenstaande uitwerkingsplannen wordt gewerkt aan een uitwerkingsplannen op het gebied van parkeren en transferia. Daarnaast worden twee gebiedsgerichte studies uitgewerkt: oost-west ('s-Hertogenbosch-Rosmalen) en de binnenstad.
De bestaande verkeersvoorzieningen hebben in het bestemmingsplan 'Molenhoekpassage' een verkeersbestemming gekregen. De verkeersbestemming heeft ruime regels, waardoor verkeersmaatregelen, zoals neergelegd in de Koersnota en het uitwerkingsplan in de toekomst mogelijk worden gemaakt.
De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft in de Koersnota Hoofdinfrastructuur een aantal ambities uitgesproken die moeten leiden tot een bereikbare, leefbare en economisch sterk functionerende stad. Eén van de hoofddoelen is dat het aantal autoritten met 10% afneemt. Tijdens de behandeling van de Koersnota in de gemeenteraad op 21 mei 2008 is daar als consequentie voor het fietsverkeer per motie een aan toegevoegd: het aandeel intern fietsverkeer moet groeien van 33% naar 44%. Parallel daaraan moet het extern fietsverkeer stijgen van 7% naar 9%. De planhorizon hiervoor is 2015.
Om deze doelen te bereiken zijn forse maatregelen nodig ter verbetering van de hoofdinfrastructuur voor auto en fiets. Voor de uitwerking van het fietsbeleid wordt in 'Lekker fietsen' ingezet op:
In de nota wordt ingezet op het volgende fietsnetwerk:
Afbeelding 21 In rood zijn de sternetroutes aangegeven.
Het nieuwe hoofdfietsnetwerk kent 7 sternetroutes:
De blauwe routes zijn overige hoofdfietsroutes. De rood gestippelde route is de fietssnelweg ’s-Hertogenbosch-Oss (F59).
De sternetroutes en de overige hoofdfietsroutes lopen weliswaar niet door het plangebied, maar het plangebied is uitstekend per fiets bereikbaar.
Voor ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ordening heeft de gemeente 's-Hertogenbosch een eigen parkeernormenbeleid vastgesteld. Dit beleid is vastgelegd in de nota 'Parkeernormen' (december 2003). De nota geeft aan hoeveel parkeerplaatsen per functie en per stadsdeel gerealiseerd dienen te worden bij nieuwbouw.
In het bestemmingsplan Molenhoekpassage is het beleid uit de Nota Parkeernormen direct vertaald. In paragraaf 4.2 wordt nader op het parkeren ingegaan.
Op 26 januari 2010 stelde de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch het Bomenbeleidsplan vast. Met het Bomenbeleidsplan wil de gemeente haar eigen bomenbestand en dat van derden duurzaam ontwikkelen. In het Bomenbeleidsplan is een belangrijke rol weggelegd voor structurerend groen: waardevol groen dat op stadsniveau functioneert. Gemeente 's-Hertogenbosch wil deze structuren behouden, ontwikkelen en nieuw aanleggen. Het functioneel groen is het groen van de wijken, kantorenparken en bedrijventerreinen. Dit groen is in elke wijk weer anders van opzet. Gemeente 's-Hertogenbosch ziet die differentiatie als een pluspunt en speelt per plek in op de aanwezige kwaliteiten.
Gemeente 's-Hertogenbosch streeft naar een evenwichtige leeftijdsopbouw in haar bomenbestand waarbij kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit. Ze onderscheidt bomen in drie categorieën:
Bij grotere ruimtelijke ontwikkelingen (waarvoor het bestemmingsplan wordt aangepast of een projectbesluit wordt genomen), wordt voorgeschreven dat er vanaf het begin rekening wordt gehouden met bestaand groen. Bomen dienen zoveel mogelijk behouden te blijven. Groen en bomen dienen meegenomen te worden in de diverse stappen in de planvorming. Afwegingen ten aanzien van groen worden inzichtelijk gemaakt en kunnen bij de besluitvorming door het bestuur integraal worden meegewogen. Het boombelang wordt in de procedures geborgd door de inzet van een gemeentelijke bomendeskundige die van initiatief tot uitvoering het boombelang in de gaten houdt. Ook wordt een bomeninventarisatie opgesteld en indien nodig een bomeneffectanalyse. Per project worden, indien nodig, afspraken gemaakt over herplant en / of compensatie.
Alle bomen die niet behoren tot monumentale bomen of structuren, zijn sfeerbomen. De bomen in het plangebied van het bestemmingsplan Molenhoekpassage vallen onder de categorie 'Sfeerbomen'. Gemeentelijke en particuliere sfeerbomen zijn kapvergunningsplichtig vanaf een omtrek van meer dan 1 meter. Aan de kapvergunning kunnen voorwaarden worden verbonden voor herplant en compensatie.
Voor het bestemmingsplan Molenhoekpassage is een bomeneffectanalyse opgesteld. Deze is beschreven in hoofdstuk 4.
In het bestemmingsplan 'Molenhoekpassage' worden de functie en het gebruik van de gronden en de maatvoering van de bebouwing geregeld. Het bestemmingsplan vormt de basis voor de stedenbouwkundige opzet van de wijk. De architectonische verschijningsvorm wordt gewaarborgd door middel van een welstandsnota. In de welstandsnota van de gemeente 's-Hertogenbosch, zijn per bebouwingstype welstandscriteria opgenomen.
Met de twee genoemde beleidsstukken, het bestemmingsplan en de welstandsnota, wordt zowel de stedenbouwkundige opzet als de architectonische verschijningsvorm vastgelegd in een beleidskader. Nieuwe (omgevingsvergunningplichtige) bouwplannen dienen zowel aan het bestemmingsplan als aan de welstandsnota te worden getoetst.
De nieuwe ontwikkeling biedt de kans om een integraal ruimtelijk en economisch plan te maken dat leidt tot een sterke kwaliteitsverbetering voor de buurt. Het plan gaat uit van uitbreiding en modernisering van de winkelpassage, versterken van het winkelaanbod met een supermarkt en een herinrichting en efficiënter gebruik van het parkeerterrein. Daarnaast komen er nieuwe woningen in de vorm van appartementen boven de supermarkt en grondgebonden woningen aan de Slauerhoffstraat en Oude Baan. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken worden de kringloopwinkel, het garagebedrijf aan de Slauerhoffstraat en de bestaande woning op de hoek van de Oude Baan en Slauerhoffstraat gesloopt.
Met de beoogde ontwikkeling kan de beleidsmatige ruimte, die in 2006 al was gegeven voor uitbreiding en modernisering van het centrum en vergroting van de Albert Heijn supermarkt, nu op integrale wijze vorm worden gegeven. Dit maakt het winkelgebied completer en dus aantrekkelijker voor de consument.
De ambitie van het plan is om het bestaande gebied, met een enigszins rommelige en gedateerde uitstraling, te transformeren naar een aantrekkelijk en goed functionerend winkelgebied met goede verkeers-en parkeervoorzieningen. Daarnaast is er de wens om het gebied meer een woonkarakter te geven door nieuwe woningen en appartementen te realiseren langs de Slauerhoffstraat en de Oude Baan.
Een belangrijke ingreep is het verbeteren van de toegankelijkheid van het gebied door een nieuwe verbinding te maken tussen de Huygensstraat en de Slauerhoffstraat. Hierdoor wordt de routing van en naar het winkelcentrum verbeterd, wat leidt tot minder zoekverkeer rond het winkelcentrum. Tegelijkertijd krijgt het parkeerterrein een andere indeling ten opzichte van de bestaande situatie, waardoor deze veel overzichtelijker wordt en daardoor beter zal functioneren. De herinrichting levert ook meer parkeerplaatsen op. Het laden en lossen vindt in de nieuwe situatie plaats in een inpandige laad-en los ruimte.
Afbeelding 22 Nieuwe verbinding winkelcentrum en afronding Slauerhoffstraat en Oude Baan met woningen
Afbeelding 23 Ruimtelijke afronding
De Molenhoekpassage wordt gemoderniseerd en krijgt een uitbreiding aan de zuid- en oostzijde van het gebouw met een nieuwe entree en een inpandige laad- en losruimte. Ook intern vindt er een verbouwing plaats en krijgen diverse winkelunits een andere grootte en ligging.
De bestaande hoofdentree en de gehele gevel aan het grote parkeerterrein krijgen een facelift en worden uitnodigend en representatief vormgegeven. De gevel wordt hier rechtgetrokken waardoor er een duidelijke afbakening van het parkeerterrein plaatsvindt.
Afbeelding 24 Impressie nieuwe hoofdentree Molenhoekpassage
Ook ter plaatse van de nieuwe verbinding tussen de Huygensstraat en de Slauerhoffstraat wordt de gevel rechtgetrokken. In deze gevel komt de nieuwe entree te liggen. Ten opzichte van de bestaande entree aan de zijkant krijgt deze een meer prominente functie. Het wordt een volwaardige entree die goed toegankelijk is vanuit de buurt.
Inpandig vormt een passage de schakel tussen de twee entrees en het parkeerterrein en is er sprake van een duidelijke routing. De nieuwe entree ligt schuin tegenover de entree van de nieuwe supermarkt, zodat er tussen beide gebouwen een goede winkelrouting mogelijk is. Langs beide gevels ligt een voetgangersgebied. Hier komen ook nieuwe plekken waar de fiets gestald kan worden.
Afbeelding 25 Entrees winkelcentrum en nieuwe supermarkt
De Molenhoekpassage breidt daarnaast nog uit richting de Slauerhoffstraat. Het brutovloeroppervlak van de Albert Heijn wordt ongeveer 400 m2 vergroot. Het laden en lossen wordt hier in de nieuwe situatie inpandig opgelost.
Afbeelding 26 Impressie toekomstige Molenhoekpassage
De nieuwe supermarkt zal het huidige winkelaanbod in de Molenhoekpassage versterken. Het vervallen pand, waarin zich de kringloopwinkel bevindt, wordt gesloopt en er is sprake van een te behalen ruimtelijke kwaliteitswinst door de nieuwbouw van een representatief pand.
De nieuwe supermarkt ligt ten zuiden van de Molenhoekpassage, naast het bestaande pand (Gall&Gall) met daarboven maisonnettes aan de Huygensstraat. Het wordt in dezelfde rooilijn gelegd als het aangrenzende pand en zorgt daarmee voor een vanzelfsprekende ruimtelijke afronding. Daarnaast zal het gebouw qua hoogte ook hierop aansluiten. Dit betekent dat er appartementen bovenop de supermarkt worden gerealiseerd in twee bouwlagen. De appartementen zijn georiënteerd op de Slauerhoffstraat zodat deze een woonkarakter krijgt.
De nieuwe supermarkt wordt 1120 m² groot. De entree ligt ter hoogte van het grote parkeerterrein en is zodanig gepositioneerd dat deze vanuit hier goed zichtbaar en bereikbaar is. Een luifel die de hoek omgaat siert het pand aan de noordwestzijde en biedt bovendien bescherming tegen weersinvloeden. Ter hoogte van de entree wordt ruimte gereserveerd voor winkelwagentjes en fietsen.
Het laden en lossen van de supermarkt vindt plaats via de Slauerhoffstraat. Het laden en lossen wordt inpandig opgelost, zodat er geen hinder is voor de woningen aan weerszijden van het laad-en los gedeelte en aan de overkant van de straat.
Om in de Slauerhoffstraat een woonmilieu tot stand te brengen, zoals ook in de Huygensstraat, worden hier appartementen en grondgebonden woningen gerealiseerd.
Boven de supermarkt komen 10 appartementen in twee woonlagen. Op de eerste en tweede verdieping hebben deze appartementen een balkon aan de Slauerhoffstraat. Dit gebouw is in maat en schaal vergelijkbaar met het aangrenzende pand met winkels en daarboven maisonnettewonignen
Behalve de appartementen komen er langs de Slauerhoffstraat nog vier grondgebonden rijwoningen. Deze zijn als het ware een voortzetting van de woningen aan de overzijde. De grondgebonden woningen liggen in het verlengde van de gevel van de nieuwe supermarkt.
Afbeelding 27 Nieuwe woningen langs Slauerhoffstraat en Oude baan
Het parkeren van deze woningen en van de appartementen en van het personeel van de nieuwe supermarkt vindt plaats op het hierachter gelegen eigen terrein. Dit terrein is niet openbaar toegankelijk.
Het braakliggend terrein langs de Oude Baan krijgt een invulling met halfvrijstaande of vrijstaande woningen, aansluitend op de typologie van dit bebouwingslint. Hiermee wordt de open plek in de lintbebouwing van de Oude Baan opgevuld. De nieuwe woning op de hoek Oude Baan-Slauerhoffstraat krijgt behalve naar de Oude Baan ook een oriëntatie op de Slauerhoffstraat.
Afbeelding 28 Stedenbouwkundig plan en inrichtingsplan Molenhoekpassage
Ten gevolge van het initiatief zullen de verkeersstromen in en rond het plangebied veranderen, enerzijds omdat de nieuwe functies extra verkeer genereren, anderzijds doordat het verkeer op een andere wijze zal worden afgewikkeld.
De wegenstructuur rond de Molenhoekpassage wordt aangepast door het realiseren van een verbinding tussen de parkeervoorzieningen aan de kant van de Huygensstraat met die aan de kant van de Slauerhoffstraat. Door deze aanpassingen wordt de toegankelijkheid vergroot en wordt de routing verbeterd, wat leidt tot minder zoekverkeer rond het winkelcentrum.
Afbeelding 29 Nieuwe routing verkeer
Ten behoeve van onderhavig bestemmingsplan zijn de huidige en te verwachten verkeersstromen in en rond het plangebied in beeld gebracht (zie bijlage, memo Goudappel Coffeng: Verkeersgeneratie Molenhoekpassage, 22 april 2014). Op basis van kencijfers, afkomstig uit diverse CROW-publicaties, is de extra verkeersgeneratie ten gevolge van het initiatief bepaald.
Zoals aangegeven leidt de uitbreiding van het winkelcentrum tot extra verkeer, maar ook de nieuwe inrichting van het gebied heeft gevolgen. Ten gevolge van de aanpassingen in de verkeersstructuur en de situering van de nieuwe functies (met name de nieuwe supermarkt) is in de nieuwe situatie sprake van een andere verdeling van het verkeer dan in de huidige situatie: sommige wegvakken worden drukker bereden, terwijl op andere wegvakken juist minder motorvoertuigbewegingen zullen plaatsvinden. Zo zullen op de Slauerhoffstraat (zuidelijk deel, nabij de aansluiting met de Oude Baan) de etmaalintensiteiten toenemen van circa 950 motorvoertuigen naar circa 1.580 motorvoertuigen per etmaal. Dit is dus een toename van circa 630 auto's per etmaal; dit lijkt een grote toename, maar met circa 1.580 motorvoertuigen per etmaal blijft de Slauerhoffstraat een rustige erftoegangsweg (in de bijlage met het akoestisch onderzoek wordt dit een buurtontsluitingsweg genoemd).
Op de Huygensstraat (zuidelijk deel, nabij de aansluiting met de Oude Baan) zal de etmaalintensiteit ongeveer gelijk blijven met circa 4.430 motorvoertuigen per etmaal. Dat zelfde geldt voor de Huygensstraat ten noorden van de nieuwe verbindingsweg tussen de Huygensstraat en de Slauerhoffstraat (van 3.405 motorvoertuigen per etmaal naar 3.090 motorvoertuigen per etmaal) en de Marie Koenenstraat (van 700 motorvoertuigen per etmaal naar 785 motorvoertuigen per etmaal).
Concluderend is de enige significante verkeertoename te voorzien in het zuidelijk deel van de Slauerhoffstraat. Ondanks deze toename, die een logisch gevolg is van de nieuwe inrichting, blijft de Slauerhoffstraat een rustige erftoegangsweg.
Wat betreft het laden en lossen zal de bestaande supermarkt een inpandige laad-/losruimte krijgen aan de Slauerhoffstraat. Ten opzichte van de bestaande situatie, waarbij het laden en lossen op het buitenterrein plaatsvindt, betekent dit voor de geluiduitstraling naar omliggende bebouwing een verbetering van de akoestische situatie. Het laden en lossen op de huidige locatie is ook vanuit verkeersoverwegingen niet gelukkig omdat op het kruispunt Slauerhoffstraat, Marie Koenenstraat, Felix Timmermanslaan vaak terug uit ingestoken wordt naar de laad en loslocatie. Bij het terug uit rijden naar de nieuwe overdekte laad en loslocatie, dient alleen rekening gehouden te worden met verkeer in de Slauerhoffstraat. Het laden en lossen van de nieuwe supermarkt gebeurt eveneens inpandig.
Alle wegen rondom het plangebied staan open voor alle verkeer. Er zijn dus vier verschillende aanvoer-straten:de Huygensstraat, de Marie Koenenstraat, de Slauerhoffstraat en de Felix Timmermansstraat. Alle wegen vallen binnen het 30 km/u gebied. Er zijn voor de bevoorrading in principe 4 routes denkbaar.
Afbeelding 30 Route 1: Huygensstraat, Marie Koenenstraat, Slauerhoffstraat
Afbeelding 31 Route 2A: Huygensstraat, verbinding parkeerterrein, Slauerhoffstraat
Afbeelding 32 Route 2B: Huygensstraat, verbinding parkeerterrein, Slauerhoffstraat (met herinrichting Slauerhoffstraat)
Afbeelding 33 Route 3: Slauerhoffstraat
Afbeelding 34 Route 4: Felix Timmermanslaan, Slauerhoffstraat
Overigens zijn op deze routes nog varianten denkbaar.
Deze routes zijn getoetst op het bestaan van beperkingen met betrekking tot verkeerstechnische eisen, Geluidhinder en Luchtverontreiniging. De toetsing bestond uit het beoordelen of het gebruik van één enkele route (worst-case-scenario) leidt tot overschrijding van wettelijke normen. Uit de toetsing is gebleken dat dit niet het geval is. Er behoeven derhalve geen aanvullende verkeersmaatregelen getroffen te worden in de vorm van aparte verkeersbesluiten.
In overleg met belanghebbenden uit de directe omgeving is gekeken naar de meest wenselijke voorkeursroute. De genoemde bevoorradingsroutes zijn beoordeeld. Getoetst is op de onderdelen afgelegde weglengte (vooruit rijden en achteruit rijden), trillingen, gehinderde woningen, potentiele conflictsituaties, kosten, ruimtelijke kwaliteit en draagvlak. De gewenste voorkeursroute maakt onderdeel uit van de afsprakenset met de beheerscommissie bestaande uit vertegenwoordigers van eigenaren van het Winkelcentrum, ondernemersorganisatie, wijkraad en gemeente.
In totaal wordt circa 6659 m² bvo aan detailhandelsvoorzieningen in het bestemmingsplan gebied gerealiseerd. Voor de bepaling van de parkeernorm wordt uitgegaan van de gemeentelijke Nota Parkeernormen 2003. In deze nota worden verschillende normen gehanteerd voor het kernwinkelapparaat, stadsdeelcentra, wijkwinkelcentra en buurtwinkelcentra. De Bossche binnenstad is aan te merken als kernwinkelapparaat, terwijl de Helftheuvelpassage en het centrum van Rosmalen moeten worden beschouwd als stadsdeelcentra. De Molenhoekpassage dient gelet op de omvang en het karakter van het voorzieningenpakket (voornamelijk food) te worden aangemerkt als een wijkwinkelcentrum. Voor een wijkwinkelcentrum wordt in de nota Parkeernormen een norm gehanteerd van 3,5 parkeerplaats per 100 m² bvo. Totaal zijn voor de winkelvoorzieningen 233 parkeerplaatsen benodigd. Voor de 8 huidige appartementen en 10 nieuwe appartementen zijn 26 parkeerplaatsen benodigd en voor de 8 te bouwen grondgebonden woningen zijn 12 parkeerplaatsen nodig. De totale parkeerbehoefte is daarmee 271 parkeerplaatsen.
Van deze benodigde parkeerbehoefte bevinden zich 35 parkeerplaatsen op eigen terrein. Het grootste deel hiervan ligt op het parkeerterrein achter de nieuwe supermarkt en nieuwe woningen. Dit parkeerterrein is bestemd voor de bewoners hiervan en voor het personeel van de nieuwe supermarkt. Het wordt een afgesloten parkeerterrein en is niet toegankelijk voor bezoekers van de Molenhoekpassage.
Dit betekent dat er in het openbaar gebied nog 236 parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden (271-35) om te voldoen aan de parkeernorm. Voor de parkeerbalans wordt verwezen naar bijlage 2 en 3 bij de toelichting.
In het bestemmingsplan is als regel opgenomen dat voor de bestemmingen Centrum en Gemengd, waarbinnen de detailhandels voorzieningen kunnen worden gerealiseerd, voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd en gehandhaafd blijven. Op die wijze is voldoende gewaarborgd dat bij verbouwingen of ongewenst gebruik de parkeerbalans niet verstoord wordt. Daarbij dient te worden opgemerkt dat zowel het parkeerterrein als de winkels particulier eigendom zijn.
De parkeervoorzieningen ten behoeve van de bezoekers van de winkels bevinden zich grotendeels op de hoek van de Marie Koenenstraat en Huygensstraat. Het grote parkeerterrein wordt ten opzichte van de bestaande situatie anders ingedeeld en daarmee veel overzichtelijker. Dit leidt tot minder zoekverkeer.
Afbeelding 35 Bestaande situatie parkeren (links) en nieuwe situatie parkeren (rechts)
Een ruimtelijke kwaliteitswinst wordt geboekt door het toepassen van hoogwaardige bestrating en het toevoegen van een boomstructuur. De overzichtelijkheid en de veiligheid wordt ook verhoogd door een duidelijk onderscheid (door middel van de materiaal- en kleurkeuze) tussen het voetgangersgedeelte/verblijfsruimte enerzijds en de ruimte voor rijden en parkeren anderzijds.
Afbeelding 36 Nieuwe situatie parkeren met meer overzicht
Daarnaast worden langs de nieuwe verbindingsweg en ten westen van de nieuwe supermarkt extra parkeervoorzieningen gerealiseerd. Door de verbindingsweg tussen de Huygensstraat en de Slauerhoffstraat worden de parkeervoorzieningen verbonden. Dit zal zoekverkeer buiten het winkelcentrum minimaliseren.
Het aantal parkeerplaatsen dat in het openbaar gebied wordt gerealiseerd is vergroot naar 272 parkeerplaatsen. Op deze wijze worden voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd.
De ruimtelijke ontwikkeling van de Molenhoekpassage heeft effecten op de bomen en het groen in de directe omgeving van het plan. Om deze effecten in beeld te brengen is een bomeneffectanalyse (BEA) opgesteld, die als bijlage bij dit bestemmingsplan is gevoegd. In totaal zijn 73 bomen en twee boomvakken beoordeeld. Van de 73 bomen zijn er 18 kapvergunningplichtig.
Afbeelding 37
In de bomeneffectanalyse (BEA) is onderzocht wat de actuele kwaliteit en levensverwachting is van de bomen en wat het effect is van de voorgenomen plannen op de bomen. Op basis van hiervan is door de gemeente een integrale afweging gemaakt welke bomen gehandhaafd en ingepast kunnen worden en welke gekapt moeten worden. In totaal worden circa 40 bomen ingepast en circa 33 bomen verwijderd. Hiervan zijn 7 te verwijderen bomen kapvergunningplichtig. De kapvergunningplichtige bomen worden gecompenseerd binnen het plangebied en één boom wordt gecompenseerd buiten het plangebied, in het plantsoen ten westen van de Huygensstraat.
In de bomeneffectanalyse worden een aantal categorieën gehanteerd voor het beoordelen van de invloed van de voorgenomen werkzaamheden op de bomen: neutraal, lichtnegatief, negatief en zeer negatief. Wanneer de beoordeling neutraal is, betekent dit dat de boom gehandhaafd kan blijven door het toepassen van algemene boombeschermingsmaatregelen. Bij een lichtnegatieve beoordeling zijn de bomen ook te handhaven, maar zijn daarvoor specifieke boombeschermingsmaatregelen nodig. Indien de beoordeling negatief is beïnvloedt het plan de levensverwachting van de boom negatief. De boom kan mogelijk gehandhaafd worden, maar dit betekent dat het plan aangepast moet worden of dat de bomen tijdens de uitvoeringswerkzaamheden voldoende moeten worden beschermd. Bij een zeer negatieve beoordeling is het niet mogelijk de bomen in te passen.
Hieronder volgt een samenvatting van de beoordeling van de bomen uit de bomeneffectanalyse en de afweging die op basis hiervan is gemaakt om de bomen te handhaven of te kappen.
Neutraal
De invloed van de plannen op de bomen langs de Huijgensstraat en de Oude Baan die buiten de bestemmingsplangrens liggen, is neutraal. Er vinden geen directe werkzaamheden in de nabijheid van deze bomen plaats. Indien nodig zullen er tijdens de uitvoering maatregelen worden getroffen om deze bomen te beschermen, conform de adviezen in de BEA.
Afbeelding 38
Lichtnegatief
De herinrichting van de parkeerplaats Molenhoek en de nieuwbouw van het winkelcentrum Molenhoekpassage is licht negatief voor de bomen in de berm tussen de Huygensstraat en het grote parkeerterrein en voor de bomen in de berm langs de Marie Koenenstraat. De beoordeling is licht negatief als gevolg van kans op aanrijden van de stamvoet en mogelijke bodemverdichting tijdens de uitvoering. Hierdoor kan schade ontstaan als gevolg van parasitaire schimmels of er kan wortelschade ontstaan.
De gemeente wil deze bomen in het plan handhaven. Zij zorgen voor een wenselijke groene afscheiding van het parkeerterrein en het winkelcentrum met de omliggende woningen. Dit betekent dat bij de verdere planvorming en in de besteksfase rekening gehouden moet worden met boombeschermingsmaatregelen (weergegeven in de BEA) tijdens de uitvoering.
Afbeelding 39
Negatief
Een aantal bomen zijn negatief beoordeeld. Het gaat daarbij om bomen ter hoogte van de oostelijke nieuwbouw van de Molenhoekpassage (de nieuwe inpandige laad-en losruimte), de bomen op het eigen (afgesloten) parkeerterrein achter de nieuwe supermarkt en de bomen op de kavel op de hoek Oude Baan/Slauerhoffstraat.
De bomen ter hoogte van de nieuwbouw zijn niet kapvergunningsplichting. Hierover staat in de BEA dat deze bomen mogelijk gehandhaafd kunnen worden indien deze worden gesnoeid met meer dan veertig procent van het kroonvolume en indien beschermingsmaatregelen worden getroffen tijdens de uitvoering. Hoewel het volgens de BEA onzeker is of de bomen voldoende zullen herstellen na snoei, is ervoor gekozen om deze bomen te handhaven. De bomen zorgen net als de bomen langs de Huygensstraat en de Marie Koenenstraat voor een groene afscheiding met het winkelcentrum. Daarnaast zijn in het kader van de beantwoording van de zienswijzen gesprekken geweest met een aantal bewoners die tegenover de nieuwbouw woont. De bewoners hebben aangegeven dat zij grote waarde hechten aan het bestaande groen. Dit betekent dat er tijdens de uitvoering eisen gesteld zullen worden om de bomen voldoende te beschermen. Indien na de uitvoering blijkt dat de bomen het toch niet overleven worden deze bomen gecompenseerd en zullen op dezelfde locatie, in overleg met de bewoners, nieuwe bomen worden geplant in hetzelfde aantal en dezelfde handelsmaat.
Op het eigen parkeerterrein achter de nieuwe supermarkt staan vier bomen in een rij tegen de erfgrens met particuliere kavels aan de Huygensstraat. Zij vormen een scherm richting deze woningen. Deze bomen zijn niet kapvergunningplichtig. Verder staan er nog twee bomen in het midden van het parkeerterrein, waarvan één boom kapvergunningplichtig is.
De bomen op de rand van het eigen parkeerterrein (tegen de erfgrens met de kavels aan de Huygensstraat) zijn volgens de BEA mogelijk inpasbaar mits een aangepaste werkwijze wordt gehanteerd, in verband met kans op bodemverdichting en wortelschade. Een aanvullend onderzoek is hiervoor noodzakelijk. Omdat het inrichtingsplan technisch nog verder moet worden is uitgewerkt (hoogteligging, afwatering e.d.), is nu nog niet duidelijk of de bomen daadwerkelijk in te passen zijn. Uitgangpunt bij de verdere uitwerking is wel om deze bomen te handhaven. Indien bij de uitwerking blijkt dat dit niet haalbaar is, zullen op delfde plek nieuwe bomen als groenscherm worden teruggeplant.
Twee bomen staan midden op het nieuwe parkeerterrein. Deze zijn volgens de BEA inpasbaar als er met de inrichting van dit parkeerterrein rekening wordt gehouden met de exacte locatie van de bomen. De gemeente heeft hier een afweging in gemaakt en is tot de conclusie gekomen dat de voorgestelde indeling van het parkeerterrein het meest efficiënt is en bovendien nodig om het parkeren op eigen terrein op te lossen. Dit betekent dat de bomen, gezien de ligging ten opzichte van de parkeervakken, niet inpasbaar zijn. Eén boom is kapvergunningplichtig. Hiervoor geldt conform het bomenbeleidsplan een herplantplicht. Deze herplantplicht zal nader worden geconcretiseerd bij de aanvraag van de kapvergunning.
In de BEA is aangegeven dat de bomen op de woonkavel Oude Baan/Slauerhoffstraat onvoldoende kunnen uitgroeien. De geplande nieuwbouw staat te dicht op de bomen. Niet alleen is dit een beperking voor de toekomstige groei van de bomen, mogelijk zijn ook klachten te verwachten van de nieuwe bewoners. Inpassing is alleen mogelijk indien de bomen tijdens de werkzaamheden worden beschermd. De gemeente vindt in dit geval de te nemen maatregelen niet in verhouding staan met de waarde van deze bomen. Eén boom vormt een uitzondering vanwege zijn grote omvang. Deze boom is ook kapvergunningplichtig. Uitgangspunt is om deze boom in het plan in te passen, onder voorbehoud van de instemming van de toekomstige bewoners. Indien deze boom toch gekapt wordt, geldt dat deze gecompenseerd zal moeten worden.
Afbeelding 40
Zeer negatief:
Een zeer negatieve beoordeling krijgen de bomen die staan tussen de huidige kringloopwinkel en het winkelpand met maisonnettewoningen aan de Huygensstraat en de bomen in het bosje aan de Slauerhoffstraat. Daarnaast nog één boom ter hoogte van de nieuwe entree van het grote parkeerterrein.
De bomen die onderdeel uitmaken van het bosje aan de Slauerhoffstraat, staan geprojecteerd in de footprint van de geplande nieuwbouw en in het aan te leggen parkeerterrein. De nieuwbouw kan niet worden gerealiseerd indien deze bomen gehandhaafd worden. Omdat de bomen in bosverband staan is het niet mogelijk om enkele bomen in te passen in het parkeerterrein, vanwege een aanzienlijke verandering in windbelasting. De bomen tussen de kringloopwinkel en het winkelpand kunnen ook niet gehandhaafd worden omdat een deel hiervan in de footprint van de nieuwbouw ligt en de overige bomen op minder dan 1 meter vanaf de toekomstige nieuwbouw.
Drie bomen tussen de kringloopwinkel en aangrenzende winkelpand zijn kapvergunningplichtig. Deze bomen vormen een groen scherm tussen de maisonnettewoningen en de kringloopwinkel. Mede op verzoek van de bewoners van de maisonnettewoningen zal dit groene scherm teruggebracht worden in de nieuwe situatie als afscherming richting de Aldi met appartmenten. Dat betekent dat deze bomen op dezelfde locatie worden gecompenseerd.
Hoewel het bosje maar twee kapvergunningplichtige bomen heeft en uit flora en fauna onderzoek is gebleken dat deze nauwelijks waarde heeft, hecht de gemeente wel waarde aan het groene straatbeeld. Daarom zullen op ongeveer dezelfde locatie circa 5 nieuwe bomen worden teruggeplant ter hoogte van de nieuwe parkeerplaatsen tegenover de appartementen. Deze bomen worden geplant in een groene berm tussen het parkeerterrein en de Slauerhoffstraat, zodat de parkeerplaatsen groen ingepast worden. Daarnaast komen er circa 15 nieuwe bomen op het grote parkeerterrein voor de Molenhoekpassage. Deze krijgt daarmee een groenere en meer aantrekkelijke uitstraling dan in de huidige situatie. Het parkeren vindt straks plaats tussen de bomen.
Afbeelding 41 impressie bomen op parkeerterrein
Langs de Huygensstraat staat een rij kastanjes in de berm aan de rand van het grote parkeerterrein. Hiervan wordt één boom gekapt ten behoeve van de nieuwe entree naar het parkeerterrein. Deze boom is kapvergunningplichtig en zal gecompenseerd worden. Compensatie vindt plaats door nieuwe bomen te planten in de middenberm van de Huygensstraat. Ze worden gesitueerd op de open plekken tussen de bestaande bomen waardoor de groenstructuur hier wordt versterkt.
Afbeelding 42
Zoals elders aangegeven in deze toelichting is het van groot belang dat de Molenhoekpassage en omgeving opnieuw wordt ingericht. De gemeente onderkent daarbij dat bestaand groen verdwijnt. Voor zover daarvoor een kapvergunning vereist is worden de bomen ter plaatse gecompenseerd. Maar ook een belangrijk gedeelte van het overige groen dat verdwijnt wordt gecompenseerd. Verder worden, conform het bomenbeleidsplan, tijdens de bouw maatregelen getroffen om de te handhaven bomen te beschermen.
Op deze wijze wordt een goed evenwicht gevonden tussen de herontwikkeling van het gebied en het behoud van het groene karakter.
Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien de beleidsvelden naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ontwikkeling dient onderzocht te worden welke milieuaspecten daarbij een rol kunnen spelen. Het is daarbij van belang eventuele hinder en gevaar te voorkomen. Daarbij is het gebied waarbinnen het plan zich bevindt van belang. In een gebied met industrieel karakter zal hinder en gevaar vaak voorkomen worden door het aanhouden van afstanden. In een gebied met een menging van functies ten gunste van een grotere levendigheid, wordt de toelaatbaarheid meestal op een andere manier beschouwd. Bedrijven zijn in dergelijke gemengde situaties vaak ook anders van aard dan op bedrijventerreinen. In alle gevallen dient hinder en gevaar zo veel als redelijkerwijs mogelijk voorkomen te worden en dienen bedrijven nog voldoende ruimte te hebben om hun bedrijfsactiviteiten binnen de aanvaardbare normen te kunnen blijven uitvoeren.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met geluidsbronnen en de eventuele hinder of overlast daarvan voor mensen. De beschouwing van het aspect geluid in ruimtelijke plannen vindt zijn grondslag vooral in de Wet geluidhinder. Daarnaast vindt de beoordeling zijn grondslag in de Wet milieubeheer en in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op grond van een goed woon- en leefklimaat. Het aspect geluid kent voor een aantal bestemmingen (zoals wonen) in combinatie met een aantal typen geluidsbronnen een wettelijk kader die van belang zijn bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Zo zijn in de Wet geluidhinder voor woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen grenswaarden opgenomen voor industrielawaai, wegverkeerlawaai en spoorweglawaai. Voor andere geluidsbronnen al dan niet in combinatie met andere bestemmingen bestaan geen specifieke wettelijke kaders. Toch zal ook dan, afhankelijk van de specifieke situatie en ontwikkelingen, soms een akoestische afweging nodig zijn, dit in het kader van een 'goede ruimtelijke ordening'.
Met onderhavig plan wordt uitbreiding van een bestaande supermarkt als ook de bouw van een nieuwe supermarkt (Aldi) mogelijk gemaakt. Hiertoe zal een bestaande kringloopwinkel alsook een autogaragebedrijf verdwijnen. Bij de bestaande supermarkt zal een voorziening worden getroffen om inpandig te kunnen laden en lossen. Dit zal de optredende hinder als gevolg van laad- en losactiviteiten - die momenteel nog buiten nabij woningen plaatsvinden - doen wegnemen. Ook de nieuwe supermarkt zal worden voorzien van een inpandige laad- en lossluis om hinder als gevolg van laad- en losactiviteiten tegen te gaan. Met het plan zullen ook een aantal nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen worden gerealiseerd in de vorm van appartementen (boven geplande Aldi) en een aantal grond gebonden woningen. Voor zowel de nieuwe als bestaande geluidsgevoelige bestemmingen is geluid afkomstig van het te wijzigen winkelcentrum relevant. Geluid afkomstig van vanwege het wegverkeer (A59 en Oude baan) is alleen relevant voor nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen (woningen, appartementen) binnen het plangebied. De beide geluidsaspecten zijn beschouwd.
Wegverkeerslawaai
Zoals gezegd maakt onderhavig bestemmingsplan de oprichting van een aantal geluidsgevoelige objecten in de vorm van grondgebonden woningen en appartementen mogelijk. In de Wet geluidhinder (Wgh) is vastgesteld dat indien nieuwe geluidgevoelige objecten zijn voorzien binnen de invloedssfeer van (weg)verkeerslawaai, een geluidsonderzoek uitgevoerd dient te worden bij vaststelling of herziening van het bestemmingsplan. Het plangebied valt binnen de invloedssfeer van zowel de Oude baan alsook van de A59. In een geluidsonderzoek is derhalve de geluidsbelasting op de gevels van de nieuwe geluidsgevoelige objecten bepaald en getoetst aan de grenswaarden die in de Wgh zijn gesteld. Ondanks dat 30 km/h wegen buiten de Wgh vallen, zijn deze in het kader van een 'goede ruimtelijke ordening' ook beschouwd in het onderzoek naar de geluidsbelasting. Het betreffende geluidsonderzoek (Rapport akoestisch onderzoek "Molenhoekpassage te Rosmalen", Croonen, 28 december 2012, RA001-0252201-01A) maakt onderdeel uit van de ter inzage liggende stukken.
Conform de Wet geluidhinder geldt voor gemeentelijke wegen (Oude baan) voor nieuwbouwwoningen een voorkeursgrenswaarde van 48 dB en een maximale grenswaarde van 63 dB. Voor Rijkswegen (A59) geldt eenzelfde voorkeursgrenswaarde van 48 dB, echter een lagere maximale grenswaarde van 53 dB. De gemeente 's-Hertogenbosch streeft naar een zo goed mogelijk woon- en leefklimaat ter plaatse van woningen, passend bij het type gebied van de omgeving. Het uitgangspunt daarbij is dat op de gevels van de te projecteren woningen en andere geluidgevoelige objecten de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor wegverkeer niet wordt overschreden. Indien deze waarde, ondanks het afwegen/nemen van geluidbeperkende maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied overschreden wordt, dient deze overschrijding minimaal te zijn. Voor de woningen kan dan - onder voorwaarden - een hogere geluidswaarde worden verleend. De voorwaarden waaronder een hogere geluidswaarde wordt verleend staan beschreven in de vast gestelde "Nota hogere grenswaarde geluid gemeente 's-Hertogenbosch" (Nota). De voorwaarden zijn afhankelijk van de mate van overschrijding van de voorkeursgrenswaarde en het gebied waarin zich het geluidsgevoelig object (woning) bevindt. Het ambitieniveau bij een woning is namelijk afhankelijk van het gebied waarin een woning zich bevindt. Zo geldt voor een redelijk stil buitengebied een andere ambitiewaarde dan voor een stedelijke binnenstad of rumoerig gebied langs een spoor.
Binnen het plangebied worden 8 grondgebonden woningen en 10 appartementswoningen mogelijk gemaakt (in 2 bouwlagen boven de Aldi). Uit het geluidsonderzoek naar wegverkeer blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de gevel van 5 nieuwe woningen (4 aan de Oude baan en 1 aan de Slauerhoffstraat) wordt overschreden. Bij de 4 meest zuidelijke woningen aan de Oude baan gaat het om geluidsbelastingen boven 53 dB. Bij de ene nieuwe zuidelijke woning aan de Slauerhoffstraat gaat het om een gevelbelasting van 50 dB. Voor wat betreft de appartementen wordt enkel op de 2e bouwlaag van de appartementen (8,5 meter hoog) de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschreden (met +1 dB). Aangezien bij al deze woningen niet aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan, zijn (conform de Wgh) in eerste instantie geluidsbeperkende maatregelen onderzocht. Het gaat daarbij om maatregelen aan de bron, in het overdrachtsgebied en voor de gevel. Dergelijke maatregelen (zoals minder vrachtverkeer, lagere snelheid, het leggen van stiller asfalt op doorgaande weg, het realiseren van een geluidsscherm langs de Oude baan) zullen om stedenbouwkundige en financiële redenen, alsook vanwege verkeerskundige redenen niet worden genomen. Een hogere waarde dient derhalve te worden verleend om deze woningen te kunnen realiseren. Een hogere waarde zal worden verleend onder voorwaarden, ten gunste van het woon- en leefklimaat bij de woning. De voorwaarden zijn afhankelijk van de mate van de geluidsbelasting en de typering van het woongebied.
Onderhavig gebied kan volgens de Nota worden getypeerd als "stromingszone" waarbij een ambitiewaarde geldt tussen 48 en 53 dB en een bovengrens tussen 58 en 63 dB. Bij 4 van de 8 woningen treden belastingen op boven 53 dB. De optredende waarden zijn verhoogd te noemen, maar liggen onder de maximale grenswaarde van 63 dB voor gemeentelijke wegen. Gezien het geluidsonderzoek bezitten deze 4 woningen tenminste één geluidsluwe gevel, namelijk aan de achterzijde. Deze geluidsluwe gevel sluit aan bij een voorwaarde uit de Nota. Aangezien de geluidsbelasting boven de ambitiewaarde van 53 dB uitkomt, geldt voor deze woningen een indelingsverplichting. Bij de indeling van de woningen dient dan rekening te worden gehouden met de situering van geluidsgevoelige ruimten (zoals slaapkamer en woonkamer) ten opzichte van de belaste gevels. Voor de ene zuidelijke woning aan de Slauerhoffstraat geldt geen indelingsverplichting, echter wel de eis van tenminste één geluidsluwe gevel. Hieraan kan worden voldaan.
Gezien de overschrijding van +1 dB op de gevel van de 2e bouwlaag van de appartementen (8,5 meter hoog) zit hier voor het toekennen van een hogere waarde geen indelingsverplichting aan vast. Wel dient een eventuele buitenruimte (balkon) te voldoen aan de ambitiewaarde van het betreffende gebied, dus tussen 48 en 53 dB. Dit betekent dat een eventueel balkon voor appartementen niet zonder meer aan de hoogst belaste zijde gesitueerd kan worden.
Bij een bestemmingsplanprocedure zal - parallel met het ontwerp van de planwijziging - een hogere waarde procedure doorlopen moeten worden. Voor het vast stellen van één of meerdere hogere waarden is de precieze geluidsbelasting ter plaatse van de te positioneren woningen en appartementen reeds inzichtelijk. Voor een (latere) aanvraag om Wabo-vergunning dient met het ontwerpen van de (geluidsbelaste) woningen en appartementen zowel het geluidsonderzoek (voor de hoogte van de belasting) als de "Nota hogere grenswaarde geluid gemeente 's-Hertogenbosch" (voor de voorwaarden) ter hand worden genomen. Op basis hiervan dient de geluidssituatie geoptimaliseerd te worden ten gunste van het woon- en leefklimaat.
Bedrijvigheid
Bedrijven en milieuzonering
In het algemeen dient bij de planontwikkeling rekening te worden gehouden met de milieuzoneringen van bestaande en toekomstige bedrijven. Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de door de VNG-Handreiking "Bedrijven en milieuzonering". Hierin wordt per bedrijfssoort aangegeven van welke milieu-invloed (in de vorm van geur, stof, geluid en gevaar) kan worden uitgegaan en met welke indicatieve afstand tot woningen rekening moet worden gehouden om eventuele hinder te voorkomen. Een scheiding van milieubelastende en milieugevoelige functies met behulp van milieuzonering is in een omgeving van sterk milieubelastende activiteiten (zware bedrijven) zonder meer noodzakelijk. Te denken valt dan aan een woonomgeving nabij een industrieterrein. Echter, is hier sprake van een gebied met een mix van de functies wonen, werken en winkels. Het plangebied kan derhalve gekenmerkt worden als een gebied met "functiemenging". Volgens de VNG-Handreiking zijn dorpskernen en winkelcentra schoolvoorbeelden van gebieden waar functiemenging wordt nagestreefd, bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen. In gebieden zoals de Molenhoekpassage met functiemenging zijn aan te houden afstanden niet gebruikelijk. De toelaatbaarheid van de milieubelastende functies (hier met name winkels) in gebieden met functiemenging wordt beoordeeld aan de hand van drie ruimtelijk relevante milieucategorieën, namelijk A, B en C, waarbij C de zwaarste milieucategorie is. Overigens gaat het bij bedrijven in dit soort gebieden (A, B of C) om bedrijven met een lage milieucategorie en geen industrieel karakter. In onderhavig gebied Molenhoekpassage bevinden zich enkel bedrijfsmatige activiteiten van veelal het type A en ten hoogste B. De meeste bedrijven betreffen detailhandel voor particulieren vallen onder het lichtste type A, de supermarkten vallen onder categorie B. Type B is toelaatbaar in een gemengd gebied, mits bouwkundig afgescheiden van woningen. Dat is hier het geval. Op basis van de "Staat van bedrijfsactiviteiten functiemenging" zou kunnen worden verondersteld dat de aanwezige bestaande en geplande nieuwe activiteiten toelaatbaar zijn in deze omgeving.
Indien toch zou worden gekeken naar de aan te houden richtafstand van deze bedrijfsactiviteiten uitgaande van de typering 'gemengd gebied', betekent dit dat de richtafstand voor categorie 1 bedrijven (de meeste detailhandel, evenals de supermarkt) 0 meter dient te worden aangehouden. Aan deze afstanden kan worden voldaan. Op basis van de VNG publicatie is er vanwege deze aanwezige bedrijven voldoende borging van het beschermingsniveau ter plaatse van de te projecteren woningen. Overigens dienen zowel de bestaande als nieuwe bedrijven zonder meer te voldoen aan de direct geldende (geluids)normen uit het Activiteitenbesluit, dat hinder bij omliggende woningen moet voorkomen en een goed woon- en leefklimaat moet waarborgen.
Aangezien de geplande ontwikkeling binnen de Molenhoekpassage consequenties heeft op het gebied van geluid, is dit - als aanvulling op het bovenstaande - nader onderzocht. Hierbij is zowel de gewijzigde situatie van de bestaande supermarkt als geluidsituatie van een nieuwe supermarkt relevant en dus onderzocht. Ook is uit zorgvuldigheid de situatie van de parkeerplaats beschouwd, aangezien meer bezoekers (met auto) worden verwacht.
Industrielawaai
Onderhavig plan maakt de realisatie van een nieuwe supermarkt met bovenliggende woningen mogelijk, alsook de herinrichting en uitbreiding van de bestaande parkeervoorziening en het vervangen van de laad- en losplaats bij een bestaande supermarkt door een overkapte, inpandige variant. Deze ontwikkelingen hebben consequenties op de geluidsbelastingen in de omgeving en is daarom voor het nemen van dit besluit onderzocht. (Akoestisch onderzoek ontwikkelingen winkelcentrum Molenhoekpassage Rosmalen, Anteagroup, 22 mei 2014, nummer 0252201.01, revisie 01). Doel van het akoestisch onderzoek is inzicht te geven in de akoestische situatie ten behoeve van het vast te stellen bestemmingsplan.
Nieuwe supermarkt (Aldi)
Het rijden met winkelwagentjes is een maatgevende bron voor de geluidsbelasting vanwege de nieuwe supermarkt. De locatie waar deze winkelwagentjes worden gestald en afgenomen is hierbij een belangrijk uitgangspunt. In het geluidsonderzoek zijn hiertoe 3 mogelijke locaties onderzocht om de verschillen tussen de stallocaties duidelijk te maken. Op basis van de gehanteerde uitgangspunten liggen de hoogst berekende geluidbelastingen voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau op de appartementswoningen Huygensstraat 16-34 en de nieuwbouwappartementen boven de Aldi. Deze hoogste waarden treden op deze woonlocaties op voor alle 3 de stallocaties. Stallocatie 1 zorgt in de dagperiode voor een hoogste geluidbelasting van 55 dB(A) ter plaatse van de nieuw te bouwen appartementen boven de Aldi. In de avondperiode is de belasting eveneens het hoogst met 54 dB(A). Locatie 2 resulteert in de dagperiode voor een dezelfde geluidsbelastingen op de beoogde appartementen boven de Aldi. Locatie 3 resulteert in een hoogste geluidbelasting van 56 dB(A) op de gevel van de bestaande appartementen aan de Huygensstraat 16-34 in de dagperiode en een belasting van 55 dB(A) in de avondperiode. (In de nachtperiode vinden er geen relevante activiteiten plaats en leveren daarom geen noemenswaardige gevelbelastingen op.) Stallocatie 1 geniet de voorkeur, aangezien deze locatie over het geheel gezien in de laagste gevelbelastingen resulteert. Aangezien uit de berekeningen blijkt dat de geldende geluidsnormen (van respectievelijk 50/45/40 dB(A) in de dag/avond/nachtperiode) worden overschreden, is tevens onderzocht welke maatregelen nodig zijn om te kunnen voldoen aan de geldende geluidsnormen. In de praktijk blijkt dat het gebruik van kunststof winkelwagentjes, alsook een gladde ondergrond een stuk minder lawaai maakt dan de traditionele ijzeren winkelwagentjes rijdend op een klinker-achtige bestrating. Uit onderhavig onderzoek blijkt dat enkel het effect van stille (kunststof) winkelwagentjes of enkel de aanleg van een gladde ondergrond niet afdoende blijkt te zijn om te kunnen voldoen aan de daarvoor geldende geluidsnormen. Alleen met het treffen van beide maatregelen (dus stille winkelwagens én gladde ondergrond) kan worden voldaan aan de geldende geluidsnormen ter plaatse van de gevoelige objecten (appartement woningen). Dit is in onderhavig geluidsonderzoek inzichtelijk gemaakt. In de gebruiksregels van het bestemmingsplan is daarom gesteld dat de supermarkt deze maatregelen dient te treffen. Middels deze maatregelen kan de supermarkt voldoen aan de geluidgrenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau welke gelden op grond van het Activiteitenbesluit. Overigens mag een supermarkt ook andere geluidsreducerende maatregelen te kiezen, indien (vooraf) wordt aangetoond dat daarmee ook kan worden voldaan aan de geldende geluidsnormen.
Tevens wordt opgemerkt dat bij het ontwerp van de nieuwe supermarkt rekening wordt gehouden met de positie en type (en eventuele afscherming) van de luchtbehandelingsinstallatie ten opzichte van de nieuw te bouwen woningen teneinde te kunnen voldoen aan het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau welke geldt op grond van het Activiteitenbesluit.
Piekgeluiden (maximale geluidniveaus) van de nieuwe supermarkt treden op vanwege het laden en lossen van vrachtwagens én het in elkaar schuiven van winkelwagentjes. Optredende piekgeluiden met betrekking tot het laden en lossen en gebruik van winkelwagentjes zijn conform het geldende Activiteitenbesluit in de dagperiode vrijgesteld van geluidsnormen. Echter zijn deze optredende piekgeluiden wel inzichtelijk gemaakt in het kader van 'goede ruimtelijke ordening'. Ook om deze te toetsen aan de geldende geluidsnormering in de avond en nachtperiode, aangezien piekgeluiden dan niet zijn vrijgesteld van geluidsnormering.
In onderhavig plan vindt het laden en lossen van vrachtverkeer inpandig plaats. Vanwege deze voorziening zijn deze geluiden buiten de laad- en lossluis niet meer waarneembaar en daarom ook niet beschouwd. De piekniveaus vanwege het laden en lossen worden daarom enkel veroorzaakt door het remmen en optrekken van vrachtwagens. Uit de berekeningen blijkt dat de piekgeluiden van de vrachtwagens ten behoeve van het laden en lossen ten hoogste 81 dB(A) bedraagt. Deze geluidbelasting is berekend ter plaatse van de nieuw te bouwen appartementen boven de supermarkt Aldi. De optredende piekgeluiden voor laad- en losactiviteiten zijn in de dagperiode vrij gesteld van geluidsnormering. De reden hiervoor is dat in de praktijk blijkt dat overschrijdingen van de piekgeluiden door laad- en losactiviteiten gedurende de dagperiode in het algemeen niet tot hinder leiden. Desondanks hebben we ze wel inzichtelijk gemaakt en beschouwd. Gezien het karakter van het plangebied; een bestaand winkelgebied met een menging van woon- en winkelfuncties, het gegeven dat het feitelijke laden en lossen inpandig plaats zal vinden, de optredende piekgeluiden enkel in de dagperiode én met een lage frequentie (slechts 3 maal per dag) plaatsvinden, worden deze geluiden voor de appartementswoningen in deze bestaande winkelomgeving acceptabel gevonden.
Optredende piekgeluiden van winkelwagentjes zijn in principe alleen relevant bij het in elkaar schuiven en uit elkaar trekken van winkelwagentjes. In voorliggend plan is sprake van een overkapping voor de winkelwagentjes. Hiermee wordt het piekgeluid gedempt (tot circa 10 dB(A)). Ook deze piekgeluiden zijn in de dagperiode vrijgesteld van geluidsnormering, maar wel inzichtelijk gemaakt in het kader van 'goede ruimtelijke ordening' alsook om deze te toetsen aan de geluidsnormering in de avond en nachtperiode (aangezien voor de piekgeluiden dan wel geluidsnormen gelden.) De optredende piekgeluiden zijn voor de 3 stalplaatsen van winkelwagentjes beschouwd. Hieruit blijkt dat locatie 1 resulteert in een maximaal piekniveau van 61 dB(A) op de achtergevel van de appartementswoning Huygensstraat 16-34. Dit niveau is echter zonder rekening te hebben gehouden met een afschermende werking (van -10dB(A)) door de geplande overkapping. Op locatie 2 resulteren de winkelwagentjes in een piekniveau van maximaal 70 dB(A) op zowel de nieuwbouw appartementen boven de Aldi als op de voorzijde van de appartementswoning Huygensstraat 16-34. Locatie 3 is met een piekniveau van 72 dB(A) op de voorzijde van de appartementswoning Huygensstraat 16-34 de meest ongunstige locatie voor het stallen van de winkelwagentjes. Geconcludeerd kan worden stallocatie 1 de laagste piekniveau's oplevert als gevolg van de winkelwagentjes. Rekening houdend met een afschermende werking van -10 dB(A) kan overigens op alle 3 locaties worden voldaan aan de gangbare geluidsnormen zoals die gelden voor piekniveaus.
De geluidbelasting vanwege vrachtverkeer van en naar de nieuwe supermarkt, de zogenaamde "indirecte hinder", is in voorliggend onderzoek inzichtelijk gemaakt. Deze bedraagt ten hoogste 39 dB(A) op een woning aan de Oude Baan 26. Hiermee wordt, hoewel formeel niet van toepassing, voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) op grond van de Circulaire geluidhinder veroorzaakt door wegverkeer van en naar de inrichting.
Bestaande supermarkt
De wijzigingen van de bestaande supermarkt hebben betrekking op het realiseren van een inpandige laad- en losruimte. Ten opzichte van de huidige situatie, waarbij het laden en lossen op het buitenterrein direct nabij woningen plaatsvindt , betekent dit voor de geluiduitstraling naar de omliggende woningen een forse verbetering. Aangezien het laden en lossen inpandig plaatsvindt, worden de piekgeluiden nu enkel nog veroorzaakt door het remmen en optrekken van de vrachtwagens. Deze worden gezien het karakter van het gebied, periode waarin ze plaatsvinden (dagperiode) en optredende frequentie in de reeds bestaande situatie acceptabel gevonden.
De geluidbelasting vanwege het vrachtverkeer van en naar de bestaande supermarkt, de zogenaamde 'indirecte hinder', is eveneens onderzocht. Hierbij zijn 4 mogelijke routes van vrachtwagens (door omliggende straten) voor de bevoorrading van de bestaande supermarkt bekeken. De geluidsbelasting bedraagt ten hoogste 46 dB(A) in de routerings-variant waarbij het bevoorradend verkeer via het parkeerterrein en de Huygenstraat rijdt. Hoewel formeel gezien niet van toepassing, blijft de geluidbelasting voor alle 4 onderzochte routeringen beneden de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) op grond van de Circulaire geluidhinder veroorzaakt door wegverkeer van en naar de inrichting.
Parkeerterrein
Op het parkeerterrein zijn formeel gezien geen geluidgrenswaarden van toepassing. Toch zijn ook de parkeeractiviteiten in het kader van 'goede ruimtelijke ordening' onderzocht en beschouwd. De berekende geluidbelasting voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau vanwege vervoersbewegingen op het parkeerterrein bedraagt in de dagperiode ten hoogste 58 dB(A) etmaalwaarde op de appartementswoning Huygensstraat 16-34 en 56 dB(A) op de nieuw te bouwen appartementen boven de Aldi. In de avondperiode is de geluidsbelasting op de beide appartementswoningen 1 dB(A) minder dan in de dagperiode. Om een goed vergelijk te maken tussen de bestaande en nieuwe situatie rondom dit winkelcentrum is ook de bestaande geluidsituatie onderzocht. De huidige geluidsbelasting op de appartementswoning Huygensstraat 16-34 als gevolg van het parkeerterrein betreft in de dagperiode 57 en avondperiode 56 dB(A). Het verschil met de reeds bestaande situatie is +1 dB(A). Dit verschil is gering te noemen, mogelijk niet waarneembaar. Geconcludeerd kan worden dat de nieuwe situatie van de parkeerplaats niet tot een significante verslechtering leidt ten opzichte van de reeds bestaande geluidsituatie. Daarbij merken we op dat de eigenlijke voorgevel van de appartementswoningen aan de Huygensstraat zich achter een afgeschermd trappenhuis bevindt, dan wel achter een galerij met glasplaten die het geluid op de eigenlijke voorgevel grotendeels zal tegen houden. De feitelijke belasting op deze gevel zal hierdoor dus lager zijn dan berekend. Aangezien het accent van de activiteiten op het parkeerterrein in hoofdzaak in de dagperiode ligt en het karakter van de omgeving van het plangebied een gemengd gebied is, waar functiemenging van wonen, winkelen en parkeren plaatsvindt, worden deze geluidniveaus in deze reeds bestaande situatie, ook in de vernieuwde situatie acceptabel gevonden.
De maximale geluidbelasting (piekniveaus) vanwege geluidbronnen op het parkeerterrein (dichtslaande autoportieren) bedraagt in de dag- en avondperiode voor zowel de bestaande situatie, als de plansituatie ten hoogste 75 dB(A) op zowel de appartementswoning Huygensstraat 16-34 als op de nieuw te bouwen appartementen boven de Aldi. Door de herinrichting van het parkeerterrein neemt het maximale geluidniveau ter plaatse van appartementswoningen op een aantal plekken toe, terwijl op andere plaatsen sprake is van een afname. Op de appartementswoning Huygensstraat 16-34 blijft de geluidsbelasting dezelfde, dus verslechterd hiermee de situatie niet. Zoals gezegd zijn voor piekniveaus vanwege het parkeerterrein geen geluidnormen van toepassing. Gezien de aard van de omgeving, de bestaande situatie (winkelcentrumgebied) waarin dezelfde hogere geluidniveaus worden berekend en de aanwezigheid van andere parkeergelegenheden nabij de bestaande woningen (waarbij dezelfde piekgeluiden optreden), de afschermende glazen wand en trappenhuis voor de maatgevende appartementswoningen aan de Huygensstraat, worden deze geluidsniveaus acceptabel gevonden. Het is praktisch ook niet mogelijk deze piekgeluiden als gevolg van het dichtslaan van autodeuren niet of anders te laten plaatsvinden, aangezien de parkeervoorzieningen - ook in de nieuwe situatie - in voldoende mate aanwezig dienen te zijn in dit bestaande winkelcentrumgebied.
Ook de geluidbelasting vanwege het verkeer van en naar de parkeerplaats, de zogenaamde "indirecte hinder" is beschouwd. Hierop zijn geen wettelijke geluidnormen van toepassing, maar om de resultaten te kunnen duiden zijn deze vergeleken met de toetswaarden ingevolge de Circulaire geluidhinder veroorzaakt door wegverkeer van en naar een inrichting (bedrijf). De geluidbelasting vanwege verkeer van en naar het parkeerterrein bedraagt zowel in de huidige situatie als in de nieuwe situatie ten hoogste 58 dB etmaalwaarde. Deze waarde is berekend op de woning aan de Huygenstraat 42. De geluidbelasting is hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde op grond van de Circulaire geluidhinder. De berekende geluidbelasting komt echter niet boven de maximale etmaalwaarde van 65 dB(A). Uit de resultaten blijkt tevens dat de geluidbelasting in de plansituatie op beoordelingspunten waar een hogere waarde dan de voorkeursgrenswaarde is berekend, niet toeneemt ten opzichte van de huidige situatie. Dit betekent dat er voor deze woningen geen sprake is van een verslechtering van de geluidsituatie als gevolg van onderhavig plan.
Cumulatie van geluid
Conform de Wro is beoordeeld of er sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Hiervoor zijn geen normen aangegeven. Om toch een beoordeling te maken, wordt veelal gebruik gemaakt van een geleidende schaal in het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, in stappen van 5 dB, waarbij minder dan 48 dB als 'goed' wordt beschouwd, 48-53 dB 'voldoende', 53-58 dB 'matig', 58-63 dB 'onvoldoende', en boven 63dB 'slecht'. Zoals gezegd wordt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau beschouwd. Hiertoe worden alle relevante geluidsbelastingen bij elkaar opgeteld, dus: geluid als gevolg van de gewijzigde bestaande en nieuwe supermarkt, het parkeerterrein met winkelwagens en vervoersbewegingen, de geluidsbelastingen als gevolg van verkeer van en naar het parkeerterrein alsook het berekende wegverkeerslawaai van relevante omliggende wegen (A59 en Oude baan). Piekgeluiden worden in de beoordeling niet meegenomen, omdat die een ander beoordelingsregime kennen.
Voor alle omliggende geluidsgevoelige objecten is de gecumuleerde geluidsbelasting in beeld gebracht, zowel voor de bestaande situatie als de nieuwe situatie. Over het geheel gezien is er op de meeste woningen nauwelijks een significant verschil berekend in de gecumuleerde geluidsbelasting tussen de bestaande en nieuwe situatie. De verschillen tussen bestaand en nieuw liggen tussen over het geheel tussen -0,1 en +2 dB. Enkel op de appartementswoningen aan de Huygensstraat 16-34 is er een toename van +3 dB berekend. Los van de appartementswoningen aan de Huygensstraat, ligt de gecumuleerde geluidswaarde in de nieuwe situatie tussen 47 en 58 dB. Het woon- en leefklimaat is hier als redelijk tot matig te betitelen. Dit woon- een leefklimaat is passend te noemen voor een winkelcentrum waarbij de functies van wonen en winkels zich gemend bevinden. Opgemerkt wordt dat de gecumuleerde geluidsituatie over het geheel bekeken niet significant verslechterd gezien de minimale berekende verschillen. Gelet op de appartementswoningen aan de Huygensstraat 16-34 ligt de bestaande gecumuleerde geluidwaarde tussen 58 en 61 dB. Deze neemt als gevolg van de ontwikkelingen toe, waarbij de waarde tussen 59 en 62 dB komt te liggen. Deze toename is met +3dB het hoogst op de appartementswoning Huygensstraat 16. Deze toename is vanzelfsprekend het gevolg van de geplande wijzigingen die plaatsvinden in dit winkelcentrumgebied. De komst van een nieuwe supermarkt (Aldi) en uitbreiding van de bestaande supermarkt zal gepaard gaan met een toename van bezoekers en daarmee toename aan personen, verkeer en geluidsbelasting. Door het treffen van diverse redelijke geluidreducerende maatregelen hebben we deze toename - ook op andere posities rond het winkelcentrum - tot een minimum trachtten te beperken. Zo wordt de bestaande supermarkt voorzien van een inpandige laad- en lossluis om de bestaande hinder als gevolg van het buiten laden en lossen weg te nemen. Ook de nieuwe supermarkt (Aldi) wordt voorzien van een inpandige laad en lossluis. Om het optredend geluid als gevolg van winkelend publiek met winkelkarretjes te doen laten afnemen, zullen de beide supermarkten gebruik moeten maken van stille (kunststof) winkelwagentjes. Daarbij zal met de inrichting van het parkeerterrein een gladde ondergrond moeten worden toegepast dat optredend geluid door het rijden met (stille) winkelwagentjes nog eens flink zal reduceren. Ook zijn diverse opstelplaatsen van winkelwagentjes beschouwd, waarbij een meest gunstige variant (op gebied van geluidsuitstraling naar woningen) naar voren is gekomen. Daarbij zullen de opstelplaatsen van winkelwagentjes overkapt worden, die (piek)geluiden afkomstig van de winkelwagens zullen hierdoor (met 10 dB) gedempt worden. Deze geluidsreducerende maatregelen zijn genomen om de gewenste ontwikkeling in dit winkelcentrum mogelijk te kunnen maken en hinder zo veel als redelijk te voorkomen. Hierbij is getracht om over het geheel een zo minimaal mogelijke toename in geluidsbelasting te laten plaatsvinden, met name op de hoek Marie Koenenstraat - Slauerhoffstraat een aanzienlijke verbetering te realiseren via een nieuwe inpandige laad- en lossluis. Ten aanzien van de verhoogde gecumuleerde geluidbelasting op de appartementswoning Huygensstraat 16 merken we op dat de eigenlijke voorgevel van de woning zich achter een afgeschermd trappenhuis bevindt, alsook een soort galerij met glasplaten die het geluid op de eigenlijke voorgevel grotendeels tegen zal houden en dus in de praktijk lager zal zijn dan berekend.
Gezien de reeds bestaande situatie van dit levendige, drukke (rumoerige) winkelcentrumgebied, de redelijke maatregelen die getroffen zullen gaan worden om overlast en hinder tot een minimum te beperken, dan wel de situatie op punten te verbeteren, de minimale verschillen (over het geheel) tussen de bestaande en nieuwe situatie, alsook het gegeven dat de gevel van de maatgevende woning zich achter een afschermende galerij met glasplaten bevindt, vinden we de optredende geluidsbelasting in dit winkelgebied, waarbij de functies van wonen en winkelen al jaren bestaan, acceptabel en toelaatbaar.
Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege handelingen met gevaarlijke stoffen. De handelingen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag, de productie, als op het transport van gevaarlijke stoffen. Uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het plangebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen wanneer bij een ontwikkeling (beperkt) kwetsbare objecten worden toegestaan. (Beperkt) kwetsbare objecten zijn o.a. woningen, scholen, ziekenhuizen, hotels en restaurants. In het kader van dit plan is daartoe bekeken of er in of in de nabijheid van het plangebied sprake is van dergelijke risicovolle activiteiten met gevaarlijke stoffen.
De externe veiligheidsrisico's dienen te worden beoordeeld op 2 maatstaven, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).
Het plaatsgebonden risico (PR) is een maat voor de veiligheid op een bepaalde locatie bij een risicobron. Het PR is de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats zou verblijven, overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het PR geldt een wettelijke grenswaarde; de kans op overlijden op een plek met een verblijfsfunctie mag niet groter zijn dan eens in de miljoen jaar. De wettelijke grenswaarde van het PR wordt uitgedrukt in een PR-afstand (contour). Buiten die PR-contour is het risico lager dan de wettelijke norm.
Het groepsrisico (GR) is een maat voor de veiligheid voor grote groepen mensen binnen een bepaald gebied van een risicobron (bijvoorbeeld een bedrijf of het spoor). Het GR is de kans dat als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen in één keer een grote groep personen (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) tegelijk slachtoffer wordt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het GR bestaat geen harde wettelijke norm, maar een zogenaamde oriëntatiewaarde. In het Rijksbeleid wordt ernaar gestreefd dat het GR niet groter wordt dan de oriëntatiewaarde van 1. Dit betekent dat de kans op een ongeluk met 10 slachtoffers maximaal eens in de 10.000 jaar mag plaatsvinden; de kans op een ongeluk met 100 slachtoffers maximaal eens per 1.000.000 jaar mag plaatsvinden, enzovoort. Voor het bepalen van het GR wordt gekeken naar het aantal mensen binnen het invloedsgebied van een risicobron.
Risicobronnen
Op enige afstand van het plangebied ligt een hoge druk gastransportleiding. Deze transportleiding heeft een werkdruk van 40 bar en een diameter van 12 inch. De leiding heeft een plaatsgebonden risicocontour welke op de leiding is gelegen (dus 0 meter). Het invloedsgebied van deze leiding bedraagt 140 meter waarbinnen het groepsrisico dient te worden beschouwd. Het onderhavige plangebied ligt buiten zowel de PR-contour alsook buiten het invloedsgebied.
Aan de Molenstraat bevindt zich een tankstation met daarbij verkoop en opslag van LPG. De PR-contour van dit tankstation met LPG bedraagt 110 meter. Het invloedsgebied waarbinnen het GR dient te worden beschouwd bedraagt 150 meter. Het plangebied valt buiten zowel het invloedsgebied als de PR-contour van dit LPG-tankstation.
Op zo'n 350 meter ten noorden van het plangebied bevindt zich het spoor met daarover transport van onder andere gevaarlijke stoffen. Uit een berekening van het plaatsgebonden risico vanwege het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor, uitgevoerd ten behoeve van een andere ruimtelijke ontwikkeling, volgt dat er géén PR (van 10-6 per jaar) buiten het spoortracé optreedt. Het wettelijk vereiste niveau van basisbescherming wordt hiermee geboden. Vanuit het PR is er derhalve geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Op basis van de berekeningen met de (door Prorail vrij gegeven) prognosecijfers 2007 blijkt dat zowel in de huidige situatie als de toekomstige situatie het GR voor dit spoortraject onder de oriëntatiewaarde ligt. In het algemeen is een verantwoording van het GR nodig bij een significante toename van het GR als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling binnen het invloedsgebied van een transportas of als de oriëntatiewaarde van het GR reeds overschreden wordt (dus groter is/wordt dan 1). In de 'Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (CRvgs) wordt echter gesteld dat buiten een afstand van 200 meter van een transportas het geen zin meer heeft om ruimtelijke maatregelen af te wegen. Overigens heeft de gemeente 's-Hertogenbosch in haar vast gesteld “uitvoeringskader externe veiligheid” gekozen om voor transportassen uit te gaan van een ruimer (dan 200 meter) beoordelingsgebied, namelijk 325 meter waarbinnen de volledige verantwoording van het groepsrisico van toepassing is. Los van het gegeven dat de oriënterende waarde van het GR zowel voor nu als in de toekomst hier niet wordt overschreden, ligt onderhavig plangebied verder dan 325 meter van het spoor, zodat (in overleg met de regionale brandweer) is besloten dat in het kader van de verantwoording voor ruimtelijke ontwikkelingen in een gebied buiten 325 meter van een transportas in ieder geval geen eisen vanuit externe veiligheid meer worden gesteld. Voor ruimtelijke ontwikkelingen van beperkte omvang geldt dat buiten de 200 meter geen advies meer benodigd is. Aan beide criteria wordt voldaan.
In de directe omgeving van het plangebied zijn verder geen andere relevante risicovolle bronnen aanwezig. Gesteld kan worden dat het aspect externe veiligheid geen belemmeringen vormt voor realisatie van het voorgenomen plan.
Bij lucht gaat het enerzijds om de productie van luchtverontreiniging als gevolg van nieuwe plannen – waarop de luchtkwaliteitseisen van de Wet Milieubeheer van toepassing zijn – als om de zorg van kwetsbare functies in luchtbelaste zones uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening.
Kleine projecten en ruimtelijke plannen, waarvan duidelijk is dat deze door vrijwel geen of een beperkte toename aan verkeer niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit, hoeven niet getoetst te worden aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Dit is geregeld in het “Besluit niet in betekenende mate bijdragen (NIBM)”. De grens NIBM voor de stoffen PM10 (fijnstof) en NO2 ligt vanaf 1 augustus 2009 op 1,2 mìcrogram/m3. De grens waarbij een plan als gevolg van extra verkeer niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit ligt op meer dan 1400 vervoersbewegingen (auto's) per etmaal.
Uit een luchttoets (Croonen Adviseurs, 19 juni 2013, kenmerk RL001-0252201-01B) blijkt dat het plan vanwege een beperkte toename aan verkeersbewegingen niet in betekenende mate zal bijdragen in een verslechtering van de luchtkwaliteit. Het plan hoeft daarom wettelijk niet te worden getoetst aan de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Los hiervan, is de plaatselijke luchtkwaliteit wel beschouwd. Ter plaatse van het plangebied liggen de concentraties voor zowel NO2 als PM10 met minder dan 35 microgram/m3 (jaargemiddeld) ruim onder de geldende grenswaarden (van 40 microgram/m3). Ten aanzien van luchtkwaliteit zijn er voor dit plan geen belemmeringen.
Algemeen
Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Marie Koenstraat, aan de oostzijde door de Slauerhoffstraat, aan de zuidzijde door de Oude Baan en aan de westzijde door de Huygenstraat. In het noordelijk deel ligt de molenhoekpassage en in het zuidelijk deel een kringloopwinkel, een garagebedrijf en een woonhuis. De herontwikkeling richt zich voornamelijk op de zuidzijde van het plangebied en betreft een uitbreiding met winkelruimten waarboven zich appartementen bevinden, parkeerplaatsen en grondgebonden woningen. Ten behoeve van het realiseren van het plan zal in beperkte mate grondverzet plaatsvinden. Op basis van de door de gemeente vastgestelde Bodemfunctieklassekaart geldt voor het plangebied de functieklasse Wonen. Op locaties met een gevoelig gebruik (wonen met tuin) en bij aanvoer van grond zal de kwaliteit van deze grond minimaal moeten voldoen aan de klasse “Wonen”.
Bodemkwaliteit
Bodemkwaliteitskaart
In deze kaart is de gemeente opgedeeld in een aantal zones met een milieuhygiënisch vergelijkbare bodemkwaliteit. De zones zijn opgesteld door te kijken naar de ontwikkeling van wijken, het ontstaan van gebieden en de resultaten van de bodemonderzoeken. Het plangebied is gelegen binnen de zone “Wonen voor 1970” waar blijkt dat dat de grond overwegend zeer licht verontreinigd is met zware metalen, PAK's, PCB's en minerale olie. In het grondwater is over het algemeen sprake van een zeer lichte verontreiniging met zware metalen, vluchtige organische chloriden en aromaten.
Molenhoekpassage
In het verleden is in de noordelijk gelegen Molenhoekpassage op een tweetal locaties een chemische wasserij gevestigd geweest. Uit verschillende onderzoeken (2008 tot heden) is gebleken dat als gevolg van deze activiteit een ernstige grondwaterverontreiniging met VOCL is ontstaan. De pluim van de verontreiniging strekt zich uit in noordelijke richting en stroomt hiermee af van het plangebied. Een beschikking ingevolge de Wet bodembescherming voor de sanering van de betreffende pluim is op dit moment in procedure. De VOCL-verontreiniging heeft geen negatieve gevolgen voor de voorgenomen ontwikkeling. Omgekeerd heeft het infiltreren van hemelwater ter plaatse van de parkeerplaatsen geen effecten op de verontreinigingscontour.
Parkeerterrein
Op het zuidelijk gedeelte van het huidig parkeerterrein was vroeger een ondergrondse brandstoftank met afleverzuil gelegen. Als gevolg van het morsen van benzine bij het afleveren ervan is destijds een niet onaanzienlijke bodemverontreiniging ontstaan, welke bij een sanering in 2003 geheel is verwijderd.
Kringloopwinkel (Molenhoekpassage 24-26)
De grond onder het pand is onderzocht en daarbij zijn geen verhoogde gehalten in de grond aangetroffen. In het grondwater is een zeer lichte overschrijding met kwik aangetroffen.
De bovengrond rondom het pand is licht verontreinigd met lood, zink, PAK en PCB's. Plaatselijk (bijmenging met puin en kooldeeltjes) is de grond matig verontreiniging met PAK. Gebleken is dat deze verontreiniging beperkt van omvang is. In de ondergrond en het grondwater zijn geen verhoogde gehalten aangetroffen.
Braakliggend terrein (Slauerhoffstraat)
Oostelijk van de kringloopwinkel ligt een terrein van circa 1,5 ha. Uit onderzoek blijkt dat de boven- en ondergrond licht verontreinigd zijn met zware metalen, PAK, kwik en minerale olie. Plaatselijk is een sterke verontreiniging met PAK aangetroffen. De verontreinigkern wordt ingeschat op circa 8 m3.
Garagebedrijf (Slauerhoffstraat 7, Oude Baan 22-24)
In het zuidoostelijk gedeelte van het plangebied bevindt zich een garagebedrijf en een woning met daarnaast een braakliggend terrein.
In het verleden zijn hier meerdere onderzoeken uitgevoerd. Uit deze onderzoeken is gebleken dat de bovengrond overwegend licht verontreinigd is met zware metalen, PAK en minerale olie. Bij het garagebedrijf is plaatselijk een matig tot sterk verontreinigd met minerale olie aangetroffen. Verder is er een aanwijzing dat er sprake is van een licht verhoogd gehalte aan organochloorverbindingen.
In het grondwater is een lichte overschrijding van een aantal zware metalen aangetroffen.
Recent is het hele terrein nogmaals onderzocht. Ter plaatse van het bedrijfsterrein zijn voornamelijk licht verhoogde gehaltes aan zware metalen, PAK, minerale olie, PCB en OCB aangetoond. Plaatselijk is een sterk verhoogd gehalte aan DDT gemeten, De omvang is nog niet bekend. Hier dient nader onderzoek naar plaats te vinden.
Daarnaast is de in het verleden aangetroffen sterke verontreiniging met minerale olie nog niet geheel in kaart gebracht. In oostelijke en noordoostelijke richting zijn nog matig verhoogde gehaltes aan minerale olie aangetoond. Aangenomen mag worden dat de omvang beperkt zal zijn. Om dit te bevestigen is nader onderzoek noodzakelijk zodra de opstallen zijn verwijderd.
De tweede (matige) olie verontreiniging is ingekaderd. Hierbij is enkel nog sprake van licht verhoogde gehalte minerale olie.
Ter plaatse van het overige perceel zijn geen noemenswaardige verontreinigingen gemeten. Deze voldoet reeds aan de bestemming wonen.
Bodemgeschiktheid
De bodem binnen het plangebied is overwegend geschikt voor het beoogde gebruik. Plaatselijk zal nog een beperkt nader onderzoek moeten plaatsvinden om de omvang van de puntverontreinigingen met DDT en minerale olie in te kaderen. Omdat de bodemkwaliteit ter plaatse niet voldoet aan de functie wonen, dienen de verontreinigingen in het kader van de beoogde herontwikkeling te worden verwijderd. Afhankelijk van de omvang ervan en of er al dan niet sprake is van een geval van verontreiniging kan deze sanering plaatsvinden o.b.v. een melding conform het Besluit uniforme saneringen of een door het bevoegde gezag goedgekeurd plan van aanpak.
Alhoewel de twee verschillende verontreinigingen met PAK geen risico's opleveren en om milieutechnische redenen niet behoeft te worden afgegraven, kan het zijn dat deze om fysieke redenen toch moet worden verwijderd. Geadviseerd wordt om de betreffende verontreinigingen dan separaat te ontgraven en af te voeren.
Wettelijke regelingen
In het kader van de Woningwetwet en de bouwverordening dient ten behoeve van afgifte van een omgevingsvergunning (onderdeel bouwen) een bodemtoets plaats te vinden.
Op basis van de aanwezige bodemonderzoeken kan een dergelijke vergunning onder voorwaarden worden verleend. De voorwaarden hebben betrekking op het verrichten van een aanvullend en nader onderzoek nadat de opstallen zijn gesloopt en het verwijderen van de aanwezige verontreinigingen ten einde de locatie geschikt te maken voor het beoogde gebruik.
De vaststelling van de aanwezigheid van bodemverontreiniging, de saneringsnoodzaak en de wijze waarop de sanering dient te worden uitgevoerd is geregeld in de Wet bodembescherming. Zoals eerder is aangegeven kan saneringsaanpak plaatsvinden o.b.v. een eenvoudige procedure conform het Besluit uniforme saneringen.
Grondverzet en –afvoer zal overeenkomstig het gestelde in het Besluit bodemkwaliteit moeten geschieden. In 2013 is voor de gehele gemeente 's-Hertogenbosch een Bodemkwaliteitskaart vastgesteld, waarbij beheerzones worden aangegeven met een gelijksoortige bodemkwaliteit. Conform de “Vrijstellingsregeling Grondverzet” is het mogelijk om binnen een dergelijke zone vrijelijk met grond te schuiven zonder dat daarvoor een partijkeuring en melding als gevolg van het Besluit hoeft plaats te vinden.
Als er in het plangebied een open WKO wordt gerealiseerd of t.b.v. de bouw gebronneerd gaat worden, moet er rekening worden gehouden met noordelijk gelegen VOCl-verontreiniging. Tevens zal hiertoe, voor zover relevant, een vergunning ingevolge de Waterwet moeten worden aangevraagd.
Conclusie
Aan de hand van de onderzoeksgegevens blijkt dat de bodem binnen het plangebied grotendeels geschikt is voor het beoogde gebruik. Plaatselijk zal echter de bovengrond moeten worden verwijderd c.q. gesaneerd om de kwaliteit te laten voldoen aan de klasse “Wonen”.
Op voorhand mag aangenomen worden dat deze maatregelen geen effect hebben op de financiële haalbaarheid van het bestemmingsplan en voorts de uitvoerbaarheid ervan niet in de weg staan.
In ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen, is in het kader van de uitvoerbaarheid inzicht gewenst in de aanwezigheid van beschermde soorten en gebieden. Daartoe is voor dit bestemmingsplan een quick scan verricht om te bezien of er strijdigheden zijn met de Flora- en faunawet en/of Natuurbeschermingswet en of een aanvraag of ontheffing noodzakelijk is. Dit rapport van Croonen adviseurs van 23 november 2012 is als bijlage bij deze toelichting gevoegd. Uit de quick scan blijkt dat de planontwikkeling mogelijk alleen een betekenis heeft voor de huismus en de gierzwaluw. Geadviseerd wordt daarom een vervolgonderzoek te doen naar de aanwezigheid van deze soorten om het effect van aantasting en verstoring te kunnen inschatten. Daartoe is door Croonen op 5 augustus een nader onderzoek uitgebracht (zie bijlage). Daarbij is gebleken dat er in het plangebied geen aanwijzingen zijn gevonden voor broedgevallen van huismus en gierzwaluw. Er zijn daarom geen belemmeringen te verwachten ten aanzien van de Flora- en faunawet.
Ruimte maken voor water: dat is de kern van het waterbeleid voor de 21e eeuw. Met de ondertekening van de Startovereenkomst Waterbeheer op 14 februari 2001 door Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen, werd de watertoets van toepassing verklaard op ruimtelijke plannen. Vanaf 1 november 2003 is deze juridisch verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro). De watertoets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Het doel van de watertoets is het evenwichtig meewegen van de waterbelangen in het planvormingsproces. Hierbij wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. Zowel waterkwantiteits- als waterkwaliteitsaspecten zijn daarbij belangrijk. Kansen worden benut en functies zoveel mogelijk gecombineerd.
De beleidsdoelen voor integraal waterbeheer zijn door de gemeente vastgesteld in het Waterplan 2 (2009). Hierin staat het voornemen in ’s-Hertogenbosch een mooi, robuust en klimaatbestendig watersysteem te ontwikkelen voor nu en in de toekomst. In het Waterstructuurplan (2012) is het hemelwaterbeleid vastgelegd en zijn het watersysteem en de uitgangspunten per wijk beschreven.
De afspraken uit de watertoets worden in een waterparagraaf vastgelegd. Deze waterparagraaf is tot stand gekomen via het digitale watertoetspakket van waterschap Aa en Maas, aangevuld met het hemelwaterbeleid in het Waterstructuurplan van gemeente ’s-Hertogenbosch (2012).
De uitgangspunten bij het toetsen van ruimtelijke plannen zijn:
Aan de hand van deze waterparagraaf wordt toegelicht hoe het waterbeleid is vertaald naar waterhuishoudkundige inrichting in dit bestemmingsplan.
Het beleid van de gemeente ’s-Hertogenbosch voor wat betreft de waterhuishouding sluit aan op het landelijke en provinciale beleid. Tot dit doel is samen met de waterpartners (Waterschap Aa en Maas, Waterschap De Dommel en Brabant Water) het waterplan ‘Waterstad ’s-Hertogenbosch’ en het waterstructuurplan ‘s-Hertogenbosch opgesteld. Aansluitend is door de gemeente ’s-Hertogenbosch het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2014 opgesteld.
Het waterplan dient als koepelplan voor alle waterzaken en als gezamenlijke wateragenda voor de komende jaren. Hiermee is een doelmatige samenhang van het waterbeleid en de verschillende landelijke en stedelijke waterprojecten gecreëerd. Het belangrijkste uitgangspunt is het creëren van een robuust, klimaatbestendig en mooi watersysteem, waarbij nieuwe ontwikkelingen geen belemmering mogen vormen voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water in het deelstroomgebied. Daarnaast is het van belang dat bij inpassing wordt voorkomen dat afwenteling op andere delen van het deelstroomgebied plaatsvindt. Het waterstructuurplan geeft hierbij het uitvoeringsbeleid om het watersysteem van ’s Hertogenbosch tot na 2050 robuust, mooi en klimaatbestendig te maken. Het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan omvat het beleid van de gemeente ’s-Hertogenbosch ten aanzien van het stedelijk afvalwater, het afvloeiende hemelwater en het grondwater, en draagt als zodanig, is samenhang met het Waterplan, bij aan de waterbrede opgaven.
Rosmalen ligt grotendeels op de opgestuwde dekzandrug op de overgang van het Brabants dekzand naar de rivierklei. Hierbij is vanwege de hoge ligging, de zandige bodem en lage grondwaterstanden weinig oppervlaktewater aanwezig. De planlocatie zelf ligt op een maaiveldniveau van circa 5,3m + NAP (www.ahn.nl), waarbij de gemiddelde hoogste grondwaterstand zich bevindt op een diepte van 100cm onder maaiveld en de gemiddelde laagste grondwaterstand 200cm onder maaiveld (Wateratlas Noord-Brabant). De bodemsamenstelling van het terrein bestaat globaal uit de grondsoort matig fijn zand, deze gronden zijn geclassificeerd als een duinvaaggrond.
Om inzicht te verkrijgen in de doorlatendheid (k-waarde) van deze gronden is door Oranjewoud een infiltratieonderzoek verricht. De rapportage, d.d. 3 juni 2013 is als bijlage opgenomen. Hierna zijn de conclusies en bevindingen vermeld. Voor het infiltratieonderzoek zijn zes boringen verricht op een diepte van 0,5 tot 1,0 meter, waarna middels de omgekeerde boorgatmethode (Spreadscheet) de doorlatendheid is berekend. Aansluitend is de doorlatendheid van de bodem middels twee peilbuizen nader onderzocht. Hierbij is de falling head-methode (programma fallhead) toegepast. Op basis van de onderzoeksresultaten is naar voren gekomen dat de doorlatendheid van de bodem ‘goed doorlatend’ tot ‘zeer goed doorlatend’ is. Derhalve kan bij infiltratieberekeningen uitgegaan worden van een k-waarde van 5 m/dag.
Door de gemeente ’s-Hertogenbosch is aansluitend een klimaatscan verricht. Hieruit is naar voren gekomen dat tijdens hevige neerslagsituaties er overlast aanwezig is bij de Molenhoekpassage. Het hemelwater van het parkeerterrein stroomt namelijk af richting het winkelcentrum. Deze situatie is ongewenst en dient derhalve bij het voorliggend initiatief verholpen te worden.
De voorgenomen ontwikkeling betreft de herinrichting en uitbreiding van de Molenhoekpassage, in combinatie met de realisatie van acht grondgebonden woningen. Om een indicatie te geven van de benodigde berging is de verhouding tussen het verhard oppervlak in de huidige en de toekomstige situatie weergegeven. Hierbij is uitgegaan van de bebouwingsmogelijkheden die in het stedenbouwkundig inrichtingsplan, d.d. mei 2013, worden geboden. Het te projecteren watersysteem dient de neerslag adequaat op te kunnen vangen in een situatie, die statisch gezien éénmaal per 10 jaar voorkomt (T=10+10%). Eveneens dient bij een neerslagsituatie van éénmaal per 100 jaar (T=100+10%) geen wateroverlast te ontstaan op eigen terrein of bij derden.
De voorgestane ontwikkeling van het plangebied zal naar verwachting een toename van het verhard oppervlak van circa 1.390 m2 (1.775 m2 – 385 m2) tot gevolg hebben. Met behulp van het rekeninstrument Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen is de benodigde ruimte voor een bergingsvoorziening bepaald. De parameters die gebruikt zijn om deze ruimte te bepalen en de uitkomsten van deze berekening zijn als bijlage toegevoegd. Op basis van deze berekening dient een bergingsvoorziening met een inhoud van 55 m3 gerealiseerd te worden voor een neerslagsituatie die statistisch eens in de tien jaar (T=10+10%) voorkomt.
Het bestaand verhard oppervlak bedraagt circa 15.315 m2. Afgezien van een gedeelte van de Molenhoekpassage, met een omvang van circa 4.415 m2, wordt in principe het totaal bestaand verhard oppervlak gerenoveerd/heringericht. Dit vertaalt zich naar een oppervlakte van circa 10.900 m2. Conform het beleid van de gemeente ’s-Hertogenbosch wordt bij een herinrichting van het bestaand verhard oppervlak, dat wordt gerenoveerd, een aanvullende minimale waterbergingsopgave van 15 mm per m2 op eigen terrein gehanteerd. Op basis van deze doelstelling dient een bergingsvoorziening met een inhoud van circa 163,5 m3 (10.900 m2 x 0,015 m per m2) gerealiseerd te worden.
De totale waterbergingsopgave bedraagt derhalve 218,5 m3.
De benodigde berging van het hemelwater wordt bij voorkeur gerealiseerd middels de toepassing van innovatief groen, zoals gras- of vegetatiedaken, of middels een bovengrondse waterbergingsvoorziening, vanwege de beleving en het onderhoudsgemak. De toepassing van vegetatiedaken alsmede de realisatie van een bovengrondse waterbergingsvoorziening worden zowel financieel als ruimtelijk bij het voorliggend initiatief niet haalbaar geacht.
Derhalve wordt geadviseerd om de benodigde berging door middel van een infiltratieriool te realiseren. Het hemelwater wordt opgevangen waarna deze (vertraagd) kan infiltreren in de ondergrond. Hierdoor wordt zowel het gemeentelijk rioleringssysteem ontlast alsmede de grondwaterstand op peil gehouden. In het geval van een extreme neerslagsituatie is een (nood)overloop aanwezig naar het gemeentelijk rioolstelsel zodat er geen wateroverlast optreedt op eigen terrein of bij derden. Het bestaande risico op hemelwateroverlast bij hevige neerslag wordt aangepakt door het parkeerterrein van de Molenhoekpassage na renovatie op afschot te leggen richting de Oude Baan. Bij een bui tot T=10 +10 % wordt dit afstromend hemelwater op het terrein geborgen. Het afschot dient dus als noodoverloop tijdens hevige neerslag. Het grondwater vormt, met een diepte van 1,0 m onder maaiveld, geen beperkende factor voor het plan.
De uiteindelijke situering en maatvoering van het infiltratieriool wordt in een later stadium, in overleg met het Waterschap en de gemeente, nader bepaald. Op basis van het rekeninstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen kan echter wel reeds een indicatie gegeven worden van de benodigde omvang van deze voorziening. Indien de diameter van het infiltratieriool namelijk een omvang van 400 mm heeft, dan bedraagt het bergend vermogen 1 m3 bij een lengte van 1,6 meter. Op basis van deze uitgangspunten behoeft het infiltratieriool een totale lengte van 349,6 meter (218,5 m3 x 1,6 m) te verkrijgen.
Het stedelijk gebied van de kern Rosmalen is in de bestaande situatie nog grotendeels aangesloten op een gemengd rioolstelsel. De doelstelling van de gemeente is op termijn het bestaande rioolstelsel te vervangen door een gescheiden rioolsysteem voor hemel- en vuilwater. Het rioleringssysteem onder de Oude Baan is reeds vervangen door een gescheiden rioleringssysteem. Met betrekking tot de Slauerhoffstraat, Marie Koenenstraat en Huygensstraat is nog een gemengd rioleringssysteem aanwezig. De aansluiting op het gemeentelijk rioleringssysteem vindt in de huidige situatie plaats via de kortste weg, respectievelijk de Huygensstraat en de Marie Koenenstraat.
De aansluiting op het gemeentelijk rioolsysteem wordt gerealiseerd met een gescheiden rioleringssysteem voor hemel- en vuilwater, waarbij het doel is om de bestaande aansluitingen voor vuilwater te behouden. Aangezien het planvoornemen niet leidt tot een toename van het afvoer van vuilwater mag aangenomen worden dat het bestaande riool voldoende capaciteit heeft om dit afvalwater af te voeren.
Voor het hemelwatersysteem worden nieuwe aansluitingen op het gemeentelijk rioleringssysteem gerealiseerd te worden. Hierbij is eveneens het doel om de aansluitingen via de kortste weg met het gemeentelijk rioleringssysteem te verbinden.
De noodoverlaat van het IT-riool kan aangesloten worden op het gemengde riool van de Huygensstraat. Dan moet er een terugslagklep geplaatst op eigen terrein. Die terugslagklep moet voorkomen dat vuil rioolwater in het IT-riool (met hemelwater) kan stromen en daarmee leidt tot bodemverontreiniging.
Ten behoeve van de waterkwaliteit wordt bij de realisatie van de voorgestelde ontwikkeling bij de aanleg gebruik maken van milieuvriendelijke bouwmaterialen en worden uitloogbare materialen, zoals lood, koper, zink en zacht OVC niet gebruikt, waardoor de uitspoeling van vervuilende stoffen via de bodem naar het oppervlaktewater voorkomen wordt. Deze stoffen kunnen zich namelijk ophopen in het water (bodem)systeem en hebben hierdoor een zeer nadelige invloed op de water(bodem)kwaliteit en ecologie. In het noordelijk deel van het plangebied is echter reeds een bodemverontreiniging met VOCL aanwezig. De gemeente heeft echter aangegeven dat deze verontreiniging geen belemmering vormt met betrekking tot infiltratie van hemelwater in de bodem. Tevens leidt eventuele infiltratie niet tot een verdere verspreiding van deze verontreiniging.
De bovenstaande conclusies en bevindingen worden aan het Waterschap Aa en Maas voorgelegd voor een wateradvies en besproken met gemeente ‘s-Hertogenbosch. Na het verstrekken van het wateradvies wordt de waterparagraaf, indien noodzakelijk, aangepast en definitief gemaakt.
In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het beleid en de planuitgangspunten zijn verwoord in de planregels. Zo wordt een toelichting gegeven op het juridische systeem en op alle afzonderlijke bestemmingen.
Het bestemmingsplan 'Molenhoekpassage' heeft tot doel een juridische-planologische regeling te scheppen voor het bouwen en het gebruik van gronden en bouwwerken binnen het plangebied.
Bij het opstellen van voorliggend bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten. Gestreefd is hierbij naar uniformering en standaardisering van bestemmingen en regels.
De Wet ruimtelijke ordening biedt mogelijkheden voor het opstellen van verschillende bestemmingsplanvormen, van zeer gedetailleerd tot zeer globaal. De planopzet van dit bestemmingsplan is gericht op het mogelijk maken van de nieuwe ontwikkelingen die zijn voorzien en heeft daarmee een ontwikkelgericht karakter. Een en ander komt tot uitdrukking de regels en blijkt ook uit de verbeelding.
Onder paragraaf 7.2 wordt inhoudelijk ingegaan op de afzonderlijke bestemmingen binnen voorliggend bestemmingsplan.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de opzet van de planregels. de afzonderlijke bestemmingen worden hier besproken.
De artikelen in deze paragraaf hebben betrekking op de toepassing van de bestemmingsplanregels. In artikel 1 wordt een omschrijving gegevens van de in de regels gehanteerde begrippen. Artikel 2 geeft de meet- en rekenwijze aan. Deze bepalingen gelden voor alle bestemmingen. De bepalingen welke verplicht zijn en opgenomen zijn in de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012), zijn overgenomen in de regels.
Hieronder volgt per bestemming de omschrijving.
De bestemming 'Centrum' is opgenomen voor het winkelcentrum Molenhoekpassage. Aangesloten is bij het geldend bestemmingsplan. De volgende functies zijn toegelaten: horecabedrijven in categorie 2, detailhandel, kleinschalige maatschappelijke functies, publiek verzorgend ambacht en dienstverlening. Ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats' zijn de gronden uitsluitend bestemd ten behoeve van een inpandige laad- en losplaats voor vrachtverkeer. De gehele bestemming is voorzien van een bouwvlak, waarbinnen bebouwing in de aangegeven goot- en bouwhoogtes is toegestaan.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel. Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn woningen op de verdieping toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats' zijn de gronden uitsluitend bestemd ten behoeve van een inpandige laad- en losplaats voor vrachtverkeer. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' mag uitsluitend een overkapping/luifel worden gebouwd
De gehele bestemming is voorzien van een bouwvlak, waarbinnen bebouwing in de aangegeven goot- en bouwhoogtes is toegestaan. Het deel aan de oostkant waarin appartementen zijn beoogd, mag hoger worden dan aan de westzijde, waar alleen Aldi-markt komt.
Deze gronden zijn primair bestemd voor groenvoorzieningen. Ook aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen zoals openbare verblijfsvoorzieningen, verkeersvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en dergelijke zijn toegestaan. Het is niet toegestaan de gronden te bebouwd. Wel mogen er bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht.
De gronden met deze bestemming zijn primair bestemd voor lokale wegen, fietspaden en hiermee verbandhoudende waterstaatkundige en verkeerskundige werken. Tevens zijn aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen toegestaan zoals groenvoorzieningen, bushaltes/abri's, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, nutsvoorzieningen, bijbehorende verhardingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Onder voorwaarden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Deze gronden zijn primair bestemd voor voorzieningen van verkeer en verblijf. Fiets- en voetpaden, parkeervoorzieningen, verblijfsgebied, verkeer, paden en pleinen en aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen zoals groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen en dergelijke zijn eveneens toegestaan.
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd binnen de aangegeven maatvoeringen. Daarnaast is er een regeling voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde opgenomen.
Het bestemmingsplan maakt in de bestemming 'Wonen' aaneengebouwde woningen mogelijk aan de Slauerhoffstraat. Aan de Oude Baan zijn twee onder één kap woningen of vrijstaande woningen toegestaan. Door deze woningtypologiën te regelen kan sturing worden gegeven aan de ruimtelijke impact op de omgeving. Deze ruimtelijke impact komt tot uiting in het aangeven van het bouwvlak en de bouwmassa (hoogte en situering). De woningdichtheid is van invloed op de parkeerbehoefte en daarmee op de parkeerdruk en de leefbaarheid in de omgeving.
Voor het realiseren van erfbebouwing op zijerven van hoekpercelen is een aparte afwijkingsmogelijkheid in het bestemmingsplan opgenomen. Dit is gedaan omdat hoekpercelen met de daarop aanwezige hoofdbebouwing zeer (beeld)bepalend kunnen zijn voor de bebouwingskarakteristiek van de aanwezige stedenbouwkundige opzet. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat de percelen van twee zijden waarneembaar zijn en de bebouwing bijzonder van aard kan zijn. Verder geldt dat vanuit verkeersveiligheid erfbebouwing op hoekpercelen niet wenselijk kan zijn.
Onder een zijerf wordt verstaan een gedeelte van een perceel gelegen naast een woning en aan een hoek van twee wegen c.q. het openbaar gebied. In het onderstaande figuur wordt met de oranje/bruine kleur het te bebouwen hoekperceel aangegeven in een standaard situatie.
Voorwaarden voor erfbebouwing op hoekpercelen:
Naast de bovenstaande voorwaarden kunnen er nadere eisen worden gesteld aan de minimale afstand van het bijgebouw tot de naar de openbare weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens vanuit stedenbouwkundige opzet van de omgeving, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden en bezonning van de aangrenzende gronden.
Op een hoekperceel is, net als voor woningen die niet op een hoekperceel zijn gelegen, een afwijkingsmogelijkheid in het bestemmingsplan opgenomen om onder voorwaarden voor de voorgevellijn te kunnen bouwen (bijvoorbeeld een erker).
Voorwaarden voor de afwijkingsmogelijkheid:
De maximale oppervlakte van de bebouwing van 25 m² geldt voor het gehele voorerfgebied. Dit betekent dat de oppervlakte van alle bebouwing naast het hoofdgebouw (naast de zijgevellijn) en alle bebouwing voor de voorgevellijn tezamen niet meer dan 25 m² mag bedragen.
De kosten die gemaakt worden bij de uitvoering van de ontwikkeling zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De ontwikkeling heeft voor de gemeente geen negatieve financiële gevolgen. Het bestemmingsplan is hiermee financieel uitvoerbaar.
Wanneer met een bestemmingsplan een bouwplan, zoals gedefinieerd in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, mogelijk wordt gemaakt, dient conform artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan te worden opgesteld. Deze eis geldt niet indien het kostenverhaal anderszins is verzekerd.
Aangezien in voorliggend geval het kostenverhaal is vastgelegd door middel van anterieure overeenkomsten tussen gemeente en initiatiefnemers kan de vaststelling van een exploitatieplan achterwege blijven.
In het kader van de inspraakprocedure heeft het voorontwerp bestemmingsplan Molenhoekpassage vanaf 19 augustus 2013 gedurende 7 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is eenieder in de gelegenheid gesteld mondeling en schriftelijk een zienswijze in te dienen. Tevens is op 16 september 2013 een openbare inspraakavond gehouden in de Kentering waarin het plan is gepresenteerd en de mogelijkheid is geboden vragen te stellen.
Een verslag van de inspraakavond is als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan gevoegd.
Hieronder wordt ingegaan op de vragen zoals die tijdens de inspraakavond zijn gesteld. Verder wordt ingegaan op de schriftelijke zienswijzen.
a. Mondelinge en schriftelijke zienswijzen inspraakavond 16 september
1.Mondeling:
1.1. Zijn er voldoende invalideparkeerplaatsen in het plan?
Reactie: Ja, er zijn voldoende mindervalidenplaatsen in het plan. Het CROW gaat in haar publicatie ASVV 2012 uit van 1 aangepaste parkeerplaats (=mindervalidenplaats) per 50 gewone parkeerplaatsen. Dit betekent dat er op het terrein van de Molenhoekpassage 5 mindervalidenparkeerplaatsen worden aangelegd.
1. 2. Wordt de nieuwe verbindingsweg een of tweerichtingsverkeer
Reactie: De nieuwe verbindingsweg wordt twee richtingsverkeer.
1. 3. Wordt voetpad Huygenstraat/parkeerterrein gehandhaafd?
Reactie: Het voetpad langs de Huygensstraat/parkeerterrein wordt niet gehandhaafd. Er is met de nieuwe en efficiëntere parkeerindeling geen ruimte meer over voor een voetpad aan de straatzijde van het parkeerterrein. Daarom zal er een nieuw voetpad worden aangelegd langs de rijbaan van de Huygensstraat aan de kant van de groenstrook ter hoogte van de woningen 9 t/m 23 ter voorkoming van haaks parkeren in het groen en ter compensatie van het vervallen van het huidige voetpad langs het grote parkeerterrein. Een tweede voetgangersroute loopt langs de winkels van de Molenhoekpassage.
1. 4. Wat zijn de gevolgen van het invoeren van het betaald parkeren voor dit winkelcentrum?
Reactie: De gemeenteraad heeft in 2004 besloten om betaald parkeren in het centrum van Rosmalen in te voeren zodra de centrumvoorzieningen daar zijn gerealiseerd. Betaald parkeren komt daar dan in de plaats van het huidige parkeerregime (de blauwe zone). Het winkelgebied in het Rosmalense centrum krijgt de kwalificatie 'stadsdeelcentrum', omdat de functie, het voorzieningenniveau en de aantrekkingskracht van dit centrum van een heel andere orde van grootte is dan van bijvoorbeeld de Molenhoekpassage (wijkwinkelcentrum). Daarom verwacht de gemeente niet dat invoering van betaald parkeren in het stadsdeelcentrum leidt tot een verschuiving naar wijkwinkelcentra.
2. Schriftelijk:
2.1 L. Steenbakkers – Ter Beek en L. ter Beek, Felix Timmermanslaan 24
Zienswijze: Toename van de verkeersdrukte vanwege de Hoef en parkeeroverlast door invoering betaald parkeren in centrum. Ontsluiting de Hoef via Van Roestellaan. Er wordt te hard gereden in Timmermanslaan. Bevoorrading AH niet via Timmermanslaan.
Toename van de verkeersdrukte vanwege de Hoef en ontsluiting Hoef via de Deken van Roestellaan
Reactie: De opmerkingen in relatie tot het plan de Hoef zijn beantwoord in het kader van de inspraak van het Uitwerkingsplan de Hoef-Zuid.
Zienswijze: Inspreker verwacht parkeeroverlast doordat in het centrum van Rosmalen betaald parkeren wordt ingevoerd.
Reactie: zie de beantwoording van de gelijkluidende zienswijze onder mondeling (1.4).
Zienswijze: Inspreker is van mening dat de snelheid in de Felix Timmermanslaan met grote regelmaat fors wordt overschreden en verzoekt om in het brede gedeelte van de straat drempels aan te leggen of een versmalling o.i.d. Daarnaast rijden de vrachtauto's veel harder dan de toegestane 30 km/uur en moet duidelijker worden aangegeven dat het een 30 km-zone is.
Reactie: Het verzoek om drempels te leggen in de Felix Timmermanslaan staat los van de bestemmingsplanprocedure om te komen tot de ontwikkeling van De Molenhoekpassage.
Inmiddels heeft verkeersonderzoek plaats gevonden naar de intensiteit en snelheden in de Felix Timmermanslaan. Daarbij is gebleken dat de maximum snelheid van 30 km/uur regelmatig wordt overschreden. Daarom is het gewenst om verkeersmaatregelen in de vorm van drempels te nemen. Zodra het vanwege de afname van het vrachtverkeer mogelijk is, kunnen drempels worden aangelegd. Deze drempels kunnen niet eerder worden aangelegd vanwege geluidshinder en trillingshinder die zal ontstaan als al het vrachtverkeer nog door de Felix Timmermanslaan rijdt. Dit kan mogelijk schade aanbrengen aan de woningen.
Een ander type maatregel als wegversmallingen zal in dit geval niet werken omdat er vooral sprake is van verkeer in één richting. Pas bij voldoende verkeer in twee richtingen heeft een wegversmalling zin.
Zienswijze: Inspreker wil dat het onmogelijk wordt voor vrachtverkeer om via de Willem Elsschotstraat en de Felix Timmermanslaan naar het laad-en lospunt te gaan (na verbouwing Molenhoekpassage).
Reactie: Het is fysiek niet mogelijk om uitsluitend maatregelen te treffen tegen vrachtverkeer dat gerelateerd is aan de Molenhoekpassage. Het is en blijft van essentieel belang, dat alle percelen langs en via de Willem Elsschotstraat en Felix Timmermanslaan bereikbaar blijven voor verhuiswagens, brandweer en pakketdiensten. Er wordt naar gestreefd om met de winkeliersvereniging afspraken te maken over de routing van het vrachtverkeer na de verbouwing van de Molenhoekpassage zonder dat daarbij gebruik wordt gemaakt van de Willem Elsschotstraat en de Felix Timmermanslaan.
2.2. Ans de Bijl, Gerard Bruningstraat 14
Zienswijze: Inspreker pleit voor het aanbrengen van broedgelegenheid voor de gierzwaluw in de nieuwbouw van de Molenhoekpassage.
Reactie: Deze suggestie wordt besproken met de bouwer. Overigens is dit een aspect dat niet geregeld wordt in het bestemmingsplan.
2.3. T. Bouwer M. Griens, Bilderdijkstraat 9
Zienswijze: Het gepresenteerde plan heeft de voorkeur boven het door de wijkraad gepresenteerde plan om de laad- en losplaats AH te verleggen.
Reactie: Voor kennisgeving aangenomen.
2.4. L. ter Hoeven Cornet, Huygensstraat 30
Zienswijze: De dakhoogte van de commerciële ruimte is 3,5 m hoog. De dakhoogte van ALDI 5.5 m geeft een muur van 2 meter vanuit bestaande appartementen complex Huygenstraat. Er staat een boom achter het dak en die willen we behouden of een andere boom voor terug.
Reactie: Naar aanleiding van de (gelijkluidende) zienswijzen van de bewoners Huygensstraat 28, 30, 32 hebben de gemeente en de bouwer van de Aldi met appartementen, een gesprek gehad met deze drie bewoners (d.d. 6 januari 2014). Zorgpunt van de bewoners is het toekomstige uitzicht vanuit de eigen woning richting de Aldi met appartementen. De gemeente en bouwer hebben drie maatregelen voorgesteld die ervoor zorgen dat de privacy gewaarborgd wordt en waarbij er een groen uitzicht ontstaat.
Uit de bomeneffectanalyse is gebleken dat de bestaande bomen naast de commerciële ruimte niet gehandhaafd kunnen worden. De bewoners willen deze, vanwege het groene uitzicht graag terug.
Tussen de Aldi en de commerciële ruimte met woningen zullen daarom nieuwe bomen worden teruggeplant. De soortkeuze zal erop gericht zijn dat de bomen zoveel mogelijk als een groen scherm gaan werken en het zicht op de appartementen en de Aldi ontnemen. Te denken valt aan zogenaamde vormbomen zoals lindes of beukhagen, omdat deze een relatief dichte kroon hebben en gemakkelijk in model te houden zijn. Er is afgesproken het voorstel voor de bomen verder uit te werken en daarna opnieuw te bepspreken met de bewoners.
Behalve een groen scherm van bomen zal ook de bouwhoogte van de Aldi op de verbeelding van het bestemmingsplan worden aangepast van 5,50 naar 5 meter. Op deze manier wordt het hoogteverschil tussen de Aldi en de hoogte van de commerciële ruimte (met daarop de entrees naar de woningen) verminderd. In de gevel van de Aldi komen verder nog enkele raampartijen. Het hoogteverschil van circa 1,5 meter dat hiermee ontstaat, is aanvaarbaar in relatie tot de afstand tussen de twee panden (5.85 m) en de groene afscherming hiertussen.
Op de bijgevoegde schetstekening is te zien hoe de overgang tussen de woningen en de Aldi wordt vormgegeven.
Tot slot zijn de plattegronden van de nieuwe appartementen aangepast om de privacy verder te waarborgen: de balkons en woonkamers zijn verplaatst en krijgen een oriëntatie op de Slauerhoffstraat. In studie is nog of er een bak met beplanting kan worden aangebracht op het dak ter hoogte van de nieuwe appartementen, zodat ook de nieuwe bewoners een groen uitzicht hebben.
2.5. D. van Linder-Sylva, Huygensstraat 28
Zienswijze: Aanpassing Aldi vanwege hoogte. Tevens bestaande aaciaboom handhaven
Reactie: zie de beantwoording van de gelijkluidende zienswijze onder 2.4
2.6. A. Huisman. Huygensstraat 32
Zienswijze: Aanpassing Aldi vanwege hoogte. Teven bestaande acaciaboom handhaven.
Reactie: zie de beantwoording van de gelijkluidende zienswijze onder 2.4
2.7. C. Hermans Marie Koenenstraat 6
Zienswijze: Inspreker vindt dat de Marie Koenenstraat veel te smal is voor vrachtverkeer en levensgevaarlijk voor kleine kinderen die naar school gaan. Daarbij merkt inspreker op dat als er een vrachtwagen langskomt het licht in huis wegvalt.
Reactie: Ongevallen met kleine schoolgaande kinderen in de Marie Koenenstraat ten gevolge van vrachtverkeer zijn bij politie en gemeente niet bekend. Dit ondanks het feit dat de Marie Koenenstraat al jarenlang gebruikt wordt door vrachtverkeer dat gerelateerd is aan de Molenhoekpassage. Er zijn derhalve geen objectieve redenen om vrachtverkeer in deze straat om die reden te verbieden.
Tussen de as van de rijbaan van de Marie Koenenstraat en de gevel van huisnummer 6 ligt een afstand van 8,70 meter.
2. 8. W. F. Graafmans, Huygensstraat 8
Zienswijze: Welk maatschappelijk belang wordt gediend?
Reactie: Zoals in de toelichting van het bestemmingsplan is onderbouwd is het huidige winkelcentrum verouderd, functioneert de parkeervoorziening niet voldoende en is er sprake van een rommelige en stedenbouwkundig onafgeronde situatie aan de westzijde van de Slauerhoffstraat. Het bestemmingsplan voorziet in een verbetering van de situatie op deze punten.
2.9. P. de Leeuw Jacq Perkstraat 75
Zienswijze: Winkelcentrum leidt tot meer verkeersbewegingen, is het huidige en toekomstige aantal verkeersbewegingen in beeld gebracht? Toename leidt tot afname woongenot (planschade)
Reactie: De uitbreiding van het buurtwinkelcentrum heeft gevolgen voor de verkeerssituatie in de omgeving. Deze situatie is onderzocht; de toekomstige en de bestaande situatie zijn in kaart gebracht en vergeleken. Hieruit blijkt dat er een beperkte toename van verkeer zal optreden.
De gegevens hierover kunt u terugvinden in de bijlagen bij het bestemmingsplan (intensiteiten Molenhoek 4 juni en Verkeersgeneratie Molenhoekpassage) en in de toelichting van het bestemmingsplan (paragraaf 4.2 Verkeer en parkeren).
De stelling over afnemend woongenot wordt niet onderschreven door de gemeente. Het plan gaat uit van modernisering van de winkelpassage, het versterken van het winkelaanbod en een herinrichting en efficiënter gebruik van het parkeerterrein. De omgeving wordt aantrekkelijker door de sloop van de bestaande rommelige panden als de kringloopwinkel en het garagebedrijf. Het gebied krijgt meer een woonkarakter door hiervoor in de plaats nieuwe woningen te realiseren langs de Slauerhoffstraat en Oude Baan.
2.9. A. Spierings Huygensstraat 7
Zienswijze: Nieuwe uitrit op hoek Marie Koenenstraat / Huygensstraat is zeer gevaarlijk. Er is kans op filevorming bij dit knooppunt. De lichten van koplampen schijnen in mijn woning. Onduidelijkheden bij uitrit nieuwe straat op Huygensstraat. Ook nu al geregeld bijna botsingen en echte aanrijdingen op hoek bij Gall&Gall-Huygensstraat. Er is weinig aandacht voor voetgangers op parkeerterrein
Reactie: Op deze locatie wordt voorzien in een nieuwe en extra aansluiting van het parkeerterrein om het parkeerterrein zo efficiënt mogelijk te kunnen laten functioneren.
De aansluiting ligt weliswaar dicht op de Marie Koenenstraat, maar de intensiteiten op de Marie Koenenstraat zijn laag. Bewust is, ook in deze 30 km/uur-zone, gekozen voor een gelijkwaardige aansluiting met de Huygensstraat. Dat wil zeggen: aan bestuurders (ook fietsers) van rechts dient voorrang gegeven te worden. Dat betekent bijvoorbeeld, dat verkeer op de Huygensstraat, rijdend in de richting van de PC Hooftstraat, voorrang moet geven aan het verkeer dat via de nieuwe aansluiting het parkeerterrein verlaat. Het is echter niet de verwachting, dat daardoor filevorming ontstaat op de Huygensstraat, die tot enig gevaar of overlast leidt.
Filevorming op het parkeerterrein, omdat uitrijdend verkeer voorrang moet geven aan verkeer op de Huygensstraat, is evenmin problematisch. Dat wachtende verkeer heeft aan de zuidzijde van het parkeerterrein een goed alternatief.
Het moeten afremmen en voorrang verlenen aan verkeer van rechts binnen een 30 km/uur-zone, kan niet als zeer gevaarlijk worden bestempeld, nu dat een wettelijk voorgeschreven gedragsregel is. Er is ook geen reden om aan te nemen, dat men zich op dit punt massaal niet aan de verkeersregels zal houden.
In de nieuwe situatie wordt de bestaande rijbaan niet verlegd. Gezien de huidige lage beplanting tussen deze rijbaan en de woning Huygensstraat 7 is, ondanks de afstand van circa 32 meter, naar verwachting in de huidige situatie al sprake van enige lichthinder. Door de huidige haag langs het grasveld wat hoger te laten groeien, conform de situatie bij de woningen 9 t/m 23, is lichthinder ten gevolge van de nieuwe aansluiting eenvoudig af te wenden.
Langs de zuidkant van het parkeerterrein voorziet het plan in een nieuwe kortsluiting voor alle verkeer tussen de Huygensstraat en de Slauerhoffstraat. Het gehele winkelcomplex, inclusief de kortsluiting en beide genoemde straten liggen binnen een bestaande 30 km/uur-zone. Daarom wordt geadviseerd om de aansluiting van de nieuwe kortsluiting op zowel de Huygensstraat als de Slauerhoffstraat vorm te geven als een gelijkwaardige zijweg. Daarmee ontstaan twee nieuwe gelijkwaardige T-kruisingen, waar aan bestuurders van rechts komend, voorrang verleend dient te worden. Een dergelijke vormgeving en inrichting is conform de landelijke richtlijnen voor de inrichting van 30 km/uur-zones.
Op parkeerterreinen worden automobilisten zo gauw zij uitstappen, voetgangers. Het is niet gebruikelijk en ook niet zinvol om op parkeerterreinen aansluitend aan elke parkeerplaats trottoirs te leggen. Immers op veel plaatsen zouden die doorsneden worden door rijbanen.
2.10. M. Loos- Follen Huygensstraat 12
Zienswijze: Trottoirs in de Huygensstraat opnemen. De bovenste toegang tot het parkeerterrein verplaatsen naar het midden, om verkeeronveilige situaties te voorkomen. Betaald parkeren in het centrum kan de toeloop vergroten.
Reactie: Zie ook de beantwoording hierboven. Voorts is in het plan voorzien in de aanleg van een trottoir langs de rijbaan van de Huygensstraat aan de kant van de groenstrook ter hoogte van de woningen 9 t/m 23 ter voorkoming van haaks parkeren in het groen en ter compensatie van het vervallen van het huidige trottoir langs het grote parkeerterrein.
De gemeenteraad heeft in 2004 besloten om betaald parkeren in het centrum van Rosmalen in te voeren zodra de centrumvoorzieningen daar zijn gerealiseerd. Betaald parkeren komt daar dan in de plaats van het huidige parkeerregime (de blauwe zone). Het winkelgebied in het Rosmalense centrum krijgt de kwalificatie 'stadsdeelcentrum', omdat de functie, het voorzieningenniveau en de aantrekkingskracht van dit centrum van een heel andere orde van grootte is dan van bijvoorbeeld de Molenhoekpassage (wijkwinkelcentrum). Daarom verwacht de gemeente niet dat invoering van betaald parkeren in het stadsdeelcentrum leidt tot een verschuiving naar wijkwinkelcentra.
2.11. P.L.M. Gommers Chopinlaan 12
Zienswijze: Verbindingssstraat A.Haldistraat noemen.
Reactie: De suggestie wordt voor kennisgeving aangenomen.
b. Schriftelijke zienswijzen.
1. Joyce Olthuis – Kasbergen, Huygensstraat 16
Zienswijze: Privacy. Vanwege nieuwbouw ALDI met appartementen verlies van privacy op het huidige dakterras. Momenteel uitzicht op groen. Het huidige prettige uitzicht op het groen gaat verdwijnen.
Reactie: evenals met de bewoners van Huygensstraat 28, 30 en 32, is ook door gemeente en bouwer gesproken met de bewoner van Huygensstraat 16 (d.d. 6 januari 2014). Ten aanzien van het eerste onderdeel van de zienswijze hebben gemeente en bouwer hetzelfde afgesproken als met de andere bewoners. Vandaar dat voor de beantwoording hiervan wordt verwezen naar de beantwoording van de gelijkluidende zienswijze onder 2.4 mondelinge en schriftelijke zienswijzen inspraakavond 16 september.
Zienswijze: Geluidshinder van fietsen- en winkelwagenstalling. Momenteel is er geen hinder van de kringloopwinkel en het autobedrijf. Door de fietsenstalling en de winkelwagenstalling (naast mijn dakterras) zal geluidhinder toenemen. Ook uit uw akoestisch onderzoek blijkt dat op mijn locatie een tolerantiegrens wordt overschreden.
Uit het geluidsonderzoek blijkt inderdaad dat bij gebruik van de standaard winkelwagentjes de geluidniveaus op de appartementwoning verhoogd zijn. Omdat het gebruik van de winkelwagens binnen de milieuregels van de inrichting valt, zal de supermarkt echter verplicht zijn om zich te houden aan de geldende geluidsnormen. Er zijn verschillende maatregelen denkbaar, zoals een andere locatie voor de winkelwagens, het gebruik van stillere winkelwagentjes (van kunststof),een egale ondergrond of het toepassen van een overkapping. In het gesprek is afgesproken dat de gemeente hier een voorstel voor zal doen en dat deze met belanghebbenden zal worden besproken. Dit voorstel zal dus moeten voldoen aan de geldende geluidsnormen. Voor wat betreft de fietsenstalling zal worden bekeken of deze meer noordelijk (richting de algemene parkeerplaats) kan opschuiven, zodat eventueel geluid van de fietsenstalling niet direct het dakterras inkomt. Of er zal een overkapping worden toegepast. Dit zal met belanghebbenden worden besproken.
Zienswijze: Flora en faunaonderzoek. In de omgeving zijn eekhoorns aanwezig. Dat is niet vermeld in het flora en fauna rapport, maar zou daarin moeten terugkomen.
Reactie: Het projectgebied is onderzocht op het voorkomen van beschermde soorten. Hierbij is de eekhoorn niet waargenomen. Ook zijn er geen sporen aangetroffen. Dit wil niet zeggen dat in het bosje nooit een eekhoorn kan komen. Op basis van het onderzoek wordt aangenomen dat er hier geen vaste verblijfplaats is en dat de eekhoorn dit alleen gebruikt als onderdeel van zijn leefgebied. Het effect van het kappen betekent ten hoogste dat dit deel van het leefgebied minder geschikt wordt voor de eekhoorn. Er blijft elders in de wijk voldoende leefgebied voor de eekhoorn over.
Zienswijze: Parkeerproblematiek rond eigen parkeerplaats en bergruimte. Met de huidige drukte komt het regelmatig voor dat wordt geparkeerd op mijn eigendom (bij pin automaat Rabo bank). Bij toenemende drukte neemt de overlast van illegaal parkeren op mijn parkeerplaats toe. Gemeente moet maatregelen nemen om overlast te beperken. Ook wordt gebruik van bergruimte beperkt door toenemende drukte (laden en lossen Kruidvat achter het pand).
Reactie: Elke eigenaar heeft het recht om volledig te kunnen beschikken over zijn of haar eigendom. Daarbij behoort ook de mogelijkheid om maatregelen te treffen teneinde de eigen rechten te waarborgen. Een particuliere parkeerplaats is eenvoudig voor eigen gebruik te reserveren door middel van een beugel met slot.
Door de toename van het aantal parkeerplaatsen, wordt mogelijk het illegaal gebruik van privé parkeerplaatsen teruggedrongen.
De beperking van de toegang naar de particuliere berging is in eerste instantie een aangelegenheid tussen twee particulieren. Een bestemmingsplan kan daarin niet voorzien.
Zienswijze: Fijn stof. De bestemmingsplanwijziging maakt het mogelijk dat er een nieuwe supermarkt komt. De nu al extreem drukke locatie wordt hiermee alleen maar drukker. Meer verkeersbewegingen houdt meer fijnstof in. Hierdoor is het zeer aannemelijk dat de hoeveelheid schadelijke stoffen op mijn dakterras, fors zal stijgen. Hier zou ik graag een onderzoek vanuit de gemeente naar willen. Hierbij wil ik aangeven dat ik de conclusie van uw onderzoek niet deel. Het lijkt mij noodzakelijk mijn specifieke situatie in ogenschouw te nemen gezien de unieke ligging van mijn terras.
Reactie: Over het algemeen klopt het dat een toename aan verkeer resulteert in een toename van bijvoorbeeld fijnstof. Uit de uitgevoerde luchtberekening blijkt dat de toename in concentraties van de relevante stoffen (fijnstof en stikstofdioxide) ruim onder de 1,2 microgram/m3 ligt en dus minimaal te noemen is. Hiermee is de bijdrage als gevolg van het plan “niet in betekenende mate” te noemen. Uw conclusie dat de concentraties van deze stoffen fors stijgen delen wij dus niet. Volgens de Wet hoeft bij dergelijke minimale toenames in concentraties geen uitgebreid luchtonderzoek te worden uitgevoerd. Overigens blijkt uit de beschikbare luchtgegevens dat de huidige concentraties van fijnstof en stikstofdioxide in dit gebied ruim onder de daarvoor geldende grenswaarden liggen. Als gevolg van het plan zal de luchtsituatie niet significant wijzigen.
Tijdens het overleg is door belanghebbenden gevraagd om in beeld te brengen of de bouw van de Aldi met appartementen gevolgen heeft voor de bezonning op de woning en het dakterras.
De gemeente heeft dit onderzocht. Daarbij is gekeken naar de bezonning in verschillende periodes van het jaar en op verschillende tijdstippen. De bezonningsdiagrammen zijn gemaakt voor 21 maart, 21 juni, 21 september en 21 december om 10.00 uur, 13.00 uur, 16.00 uur en 18.00 uur. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de nieuwbouw geen effect heeft de bezonning van de woning en het appartement.
Bijgevoegd een impressie van 21 december om 10.00 (kortste dag van het jaar).
2. Stichting wijkraad Molenhoek.
Zienzwijze: Routing bevoorradend vrachtverkeer. Route van vrachtwagencombinaties naar laad- en lospunt van AH dient bepekt te worden via een nieuwe verbindingsstraat op het parkeerterrein.
Reactie: Op basis van een aantal argumenten heeft de gemeente er voor gekozen om de bevoorrading met grotere vrachtwagens niet plaats te laten vinden via de nieuwe verbindingsweg. De wijkraad bepleit die route in combinatie met een verplaatsing in zuidelijke richting van de nog te bouwen inpandige laad- en losruimte van de Albert Heijn én een combinatie met een verlegging van de Slauerhoffstraat. De argumenten betreffen de volgende aspecten:
Zienswijze: Bevoorrading alleen tussen 7.00 en 19.00
Reactie: Een detailhandelsvestiging zoals een supermarkt valt onder het “Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer”. Dit Besluit bevat diverse milieunormen. Een supermarktbedrijf is verplicht zich aan deze normen te houden. Hierin zijn ook geluidsnormen opgenomen voor laad- en losactiviteiten op het terrein en in de onmiddellijke nabijheid van de supermarkt. Hierbij hoort onder andere het dichtslaan van autoportieren, het optrekken en remmen van vrachtwagens al dan niet met veiligheidsignalering etc. Het laden en lossen en de aanverwante activiteiten behoren tot de inrichting, en moeten dus aan de geluidsnormen voldoen. In de dagperiode (tussen 07:00 en 19:00 uur) zijn piekgeluiden bij laad- en losactiviteiten uitgesloten van de geluidsnorm. In de avond- en nachtperiode moet dit wel worden meegenomen in de norm. In het geluidsrapport is berekend wat de laad- en losactiviteiten voor piekgeluiden zullen veroorzaken op de omliggende woningen. Hieruit blijkt dat de norm voor piekgeluiden in de avond- en nachtperiode zullen worden overschreden. Het laden en lossen van vrachtwagens zal dus enkel in de dagperiode kunnen plaatsvinden. Overigens kunnen wij het aantal vrachten en daarmee vrachtwagens dat in de dagperiode langs komt niet inperken, indien zij gewoon voldoen aan de daarvoor geldende geluidsnorm voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau.
Zienswijze: geen wachtend vrachtverkeer.
Reactie: De gemeente onderkent dat wachtende vrachtwagens met draaiende koelinstallaties hinderlijk kunnen zijn wanneer dit voor woningen plaatsvindt. Over het wel/niet wachten, alsook het wel/niet in werking hebben van een koelinstallatie op een vrachtwagen op een bepaalde openbare weg hebben wij echter geen zeggenschap. Dit valt buiten onze bevoegdheid. Ook bestaan hier geen geluidsnormen voor.
Als een vrachtwagen in de onmiddelijke nabijheid van de inrichting staat te wachten en het duidelijk is toe te rekenen aan het (willen) laden en lossen, dient deze te voldoen aan de milieunormen van de inrichting, kan er gehandhaafd worden of kunnen er maatregelen worden voorgeschreven waarmee het geluidsniveau omlaag wordt gebracht.
De gemeente zal de supermarktondernemers verzoeken dit anders te doen en hierover goede en duidelijke afspraken te maken. Dit zou onderdeel kunnen zijn van het overleg tussen de wijk en de winkeliers.
Zienswijze: Aanvullende maatregelen routing vrachtverkeer. Opnemen van de routering in het bestemmingsplan (voorwaardelijke gebruiksregeling) en omgevingsvergunningen. Een en ander kan ook geregeld worden in anterieure overeenkomsten en er kunnen bindende afspraken worden gemaakt met huurders / winkeliers.
Reactie: Hierboven is reeds gemotiveerd aangegeven dat de routering via Chr Huijgensweg, Marie Koenenstraat en Slauerhoffstraat de voorkeur verdient. Een nadere regeling van de routering in het bestemmingsplan is niet gewenst omdat dit het beste kan plaatsvinden in de verkeersregelgeving. Verder dient in periodiek overleg met alle betrokkenen bezien en geëvalueerd te worden of de routering voldoet en/of andere maatregelen getroffen dienen te worden.
Zienswijze: Plaatsing verkeersborden waar nodig met een verbod voor vrachtverkeer naar/van winkelcentrum (bv. in Felix Timmermanslaan)
Reactie: Het is wettelijk niet mogelijk om een vrachtwagenverbod alleen van kracht te laten zijn voor vrachtwagens die gerelateerd zijn aan de winkelpassage. Voor een algeheel vrachtwagenverbod in een of meer straten, ontbreekt voldoende noodzaak. Bouwinvest zal zich inspannen om in overleg met de winkeliers afspraken te maken over bevoorradingstijden, routes en verkeersgedrag van de betrokken chauffeurs. Overigens is het plaatsen van verkeersborden geen aspect dat in een bestemmingsplan geregeld kan worden.
Zienswijze: Parkeerverbod langs Huygensstraat (zuid) en Slauerhofstraat (zuid):
Reactie: Dit verbod houdt verband met de bepleite vrachtwagenroute over de kortsluitingsweg. Los daarvan worden eventuele parkeerverboden, vanwege kostenconsequenties op handhavingsgebied, pas ingesteld naar gebleken behoefte in de praktijk. Overigens is deze bestemmingsplanprocedure niet bedoeld om verkeersmaatregelen tot stand te brengen. De wetgever heeft daarvoor in de Wegenverkeerswetgeving een andere procedure bedoeld. Overigens is het instellen van een parkeerverbod geen aspect dat in een bestemmingsplan geregeld kan worden.
Zienswijze: Eventuele aanpassing van Huygensstraat op Oude Baan, als dat nodig is voor indraaiende vrachtverkeer (o.a. vanwege smalte van de Huygensstraat ter plaatse van de middengeleiders in de Oude Baan)
Reactie: Er is thans voldoende ruimte voor het vrachtverkeer. Dit aspect is meegenomen bij de herinrichting van de Oude Baan. Overigens is dit geen aspect dat in een bestemmingsplan geregeld kan worden.
Zienswijze: Verplaatsing laad en losplaats AH conform tekening Bouwinvest
Reactie: Hierboven is reeds een motivering gegeven voor de situering van de nieuwe laad- en loslocatie aan de Slauerhoffstraat.
Zienswijze: Eventueel verleggen van Slauerhoffstraat (zie tek.)
Reactie: Hierboven is reeds ingegaan op dit aspect.
Zienswijze: Aantal parkeerplaatsen. Door de beoogde uitbreiding van de parkeervoorzieningen komen er in het plangebied en directe omgeving in totaal ca 323 p.p., waarvan ca 285 openbaar en ca 38 niet openbaar. Voor ca 6650 m2 bvo blijft dit boven de gemeentelijke norm. Het geplande aantal parkeerplaatsen zoals opgenomen in de inrichtingschets en verwoord in de plantoelichting, moet in principe voldoende zijn.
Reactie: De inspraakreactie op dit onderdeel wordt voor kennisgeving aangenomen.
Zienswijze: Verdere maatregelen ivm parkeren
Reactie: zie eerder antwoord over parkeerverboden in het algemeen.
Reactie: zoals eerder aangegeven wordt voorzien in de aanleg van een trottoir aan de straatzijde van de groenstrook ter hoogte van de woningen Huygensstraat 9 t/m 23.
Reactie: zie vorig antwoord
Reactie: het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast.
Reactie: jaarlijks wordt het gemeentelijk strooiplan gepubliceerd. Onder andere hoofdwegen, busroutes en hoofdfietspaden hebben hierin prioriteit. In principe worden woonstraten vanuit milieu- en kostenoverwegingen niet gestrooid. Bovendien ligt in dit geval de eerste verantwoordelijkheid voor de gladheidsbestrijding bij de terreineigenaren. Overigens is dit een aspect wat niet in een bestemmingsplan wordt geregeld
Reactie: parkeren op zodanig wijze dat de inrit van andere parkeerplaatsen niet gebruikt kan worden, is verboden en dus strafbaar. Overigens is dit een aspect wat niet in een bestemmingsplan wordt geregeld
Zienswijze: Het minimum aantal parkeerplaatsen en max aantal m2 bvo dient juridisch geborgd te worden. Daarbij dient tevens de vestiging van een megasupermarkt voorkomen te worden door binnen de bestemming Centrum het maximum aantal m2 bvo ook per afzonderlijke winkelvestiging te regelen.
Reactie: Hoofdstuk 2.2.2. Parkeren van de toelichting van het bestemmingsplan is aangepast. In totaal wordt circa 6659 m2 bvo aan detailhandelvoorzieningen in het bestemmingsplan gebied gerealiseerd. Voor de bepaling van de parkeernorm wordt uitgegaan van de gemeentelijke Nota Parkeernormen 2003. In deze nota worden verschillende normen gehanteerd voor het kernwinkelapparaat, stadsdeelcentra, wijkwinkelcentra en buurtwinkelcentra. De Bossche binnenstad is aan te merken als kernwinkelapparaat, terwijl de Helftheuvelpassage en het centrum van Rosmalen moeten worden beschouwd als stadsdeelcentra. De Molenhoekpassage dient gelet op de omvang en het karakter van het voorzieningenpakket (voornamelijk food) te worden aangemerkt als een wijkwinkelcentrum. Voor een wijkwinkecentrum wordt in de nota Parkeernormen een norm gehanteerd van 3,5 pp per 100 m2 bvo.
In het bestemmingsplan is als regel opgenomen dat voor de bestemmingen Centrum en Gemengd, waarbinnen de detailhandels voorzieningen kunnen worden gerealiseerd, voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd en gehandhaafd blijven. Daarbij dient te worden opgemerkt dat zowel het parkeerterrein als de winkels eigendom zijn van Bouwinvest. Op die wijze is voldoende gewaarborgd dat bij verbouwingen of ongewenst gebruik de parkeerbalans niet verstoord wordt.
In de Nota detailhandel 2011 is als uitgangspunt opgenomen om de vestiging van mega supermarkten tegen te gaan. Daarom is in de regels voor de bestemming centrum een bepaling opgenomen dat individuele winkelvestigingen geen groter oppervlakte mogen hebben dan 3000 m2.
Zienswijze: Toekomstige ontwikkelingen en monitoring: centraal punt via een transparante registratie vragen wensen klachten ivm functioneren van het winkelcentrum. Daarover periodiek overleg met betrokkenen: gemeente, winkeliers en omwonenden. Tevens dienen daarbij tellingen van de verkeersintensiteiten, parkeerbezetting en herkomst van de bezoekers te worden uitgevoerd.
Reactie: De monitoring en de andere in deze zienswijze genoemde aspecten betreffen het toekomstige beheer en de handhaving van dit bestemmingsplan vallen buiten de regeling van dit bestemmingsplan. Voor het toekomstige beheer van het winkelcentrum, het parkeerterrein en de directe omgeving van het winkelcentrum zal periodiek overleg plaatsvinden tussen de wijkraad, de omwonenden, de eigenaren van het winkelcentrum, de winkeliers en de gemeente. Daarbij kunnen alle beheersactpecten besproken worden.
Zienswijze: Wijkraad wil zienswijze graag mondeling toelichten
Raectie: Er heeft op 27 november een afzonderlijk gesprek plaatsgevonden met de wijkraad, Bouwinvest en Hoedemakers.
3. A Veen, Huygensstraat 15
Zienswijze: Ondergrondse afvalcontainers op een centrale plek situeren voor betere doorstroming van verkeer op parkeerterrein. Huidige situering zorgt voor een belemmering van de doorstroming op en naar parkeerterrein door auto's die komen inleveren en vrachtauto's die komen ledigen
Reactie: In overleg met de Afvalstoffendienst is gekozen voor ondergrondse containers voor glas en plastic. Die geven een prettiger straatbeeld en hebben een veel grotere capaciteit. Maar ook voor deze containers geldt, dat zij voor de kraanwagen van de Afvalstoffendienst goed bereikbaar moeten zijn. Gekozen is voor locaties die daaraan voldoen en tevens zorg dragen voor een evenwichtige spreiding over het totale betrokken winkelgebied. De wagens van de Afvalstoffendienst komen 's ochtends vroeg om te ledigen, wanneer het nog niet druk is met bezoekers. Verder gaat de gemeente ervan uit dat bezoekers eerst hun auto op het terrein parkeren en vervolgens het glas en plastic naar de containers brengen en daarmee de doorstroom niet frustreren.
Ten aanzien van het eerder gepresenteerde plan heeft de gemeente ervoor gekozen om de glascontainers nog meer te spreiden: in plaats van twee glascontainers op elke hoek bij de ingang vanaf de Huygensstraat , wordt er telkens één glascontainers geplaatst. Dit betekent dus dat er ter hoogte van elke toegang aan de Huygensstraat één ondergrondse glascontainer en één ondergrondse plastic container komt te staan. De andere twee glascontainers komen nabij de ingang aan de Slauerhoffstraat. De precieze plek hiervan wordt bepaald bij de verdere uitwerking van het inrichtingsplan.
4. Molenhoek Omwonenden
Zienswijze: Verkeersstromen van winkelend publiek toeleverende bedrijven scheiden. Bevoorrading van vrachtwagens tbv AH dient vloeiender te verlopen. Vrachtverkeer via Willem Elsschotsstraat en Timmermanslaan daarna door Slauerhoffstraat weg (doorgaande laad en losplek, niet terugsteken).
Reactie: Inpandig laden en lossen is uitgangspunt voor beide supermarkten. Gezien de bouwkundige inrichting en de interne organisatie van de magazijnen, is het niet mogelijk om in te rijden en door te rijden in dezelfde richting. Vandaar dat de route Willem Elsschotsstraat, Timmermanslaan en Slauerhoffstraat niet mogelijk is. Bovendien is het gemeentelijke uitgangspunt om verkeer voor het winkelcentrum zo min mogelijk door de woonwijk te laten rijden. daarom heeft het de voorkeur om het verkeer via de Oude Baan, Chr. Huygensstraat en Marie Koenenstraat te laten rijden en niet via de Willem Elsschotstraat, Felix Timmermanslaan. De route is Oude Baan-Huyggensstraat-Marie Koenenstraat-Slauerhoffstraat. Achteruit insteken (de laadklep zit achter) is dus noodzakelijk, maar is, vanwege verkeersveiligheid, qua lengte zoveel mogelijk beperkt. Met deze routering worden de verkeersstromen van winkelend publiek en toeleverende bedrijven zoveel mogelijk gescheiden .
Zienswijze: Hoe groot is de totale omvang van het BVO?
Reactie: In de parkeerberekeningen zijn alle gebouwen meegenomen binnen het plangebied, maar ook Gall en Gall en de Kruidvat en de woningen die erboven zitten.
Programma nu
3912 m2 BVO aan te verhuren ruimtes in de Molenhoekpassage
931 m2 BVO Gall&Gall, Kruidvat
samen dus 4843 m2 BVO functie wijkwinkelcentrum)
8 woningen boven winkelpand Gall@Gall
706 m2 opslagloods, huidige kringloopwinkel
Woning oude Baan 24
360 m2 garagebedrijf Coppens
Programma toekomstig
Straks 6659 m2 BVO aan functie wijkwinkelcentrum (excl. inpandig laden en lossen),
Bijna 700 m2 uitbreiding Molenhoekpassage,
1120 m2 nieuwe winkel,
Uitgangpunten:
1. 4608(4758 m2-150m2 BVO BPF (uitbreiding is 696 m2 BVO) *
2. 1120 m2 BVO Aldi **
3. 931 m2 BVO v. Zoggel
4. 8 appartementen v. Zoggel
5. 10 appartementen boven Aldi, categorie middelduur
6. 8 woningen langs Oude Baan en Slauerhoffstraat, categorie duur
7. autobedrijf Coppens vervalt
8. bestaande woning met parkeerplaatsen Oude Baan 24 vervalt
9. loods/kringloopwinkel vervalt
Zienswijze: Is het genoemde aantal parkeerplaatsen (272) inclusief de ca. 30 niet- openbaar toegankelijke plaatsen voor de Aldi en betreffende bewoners?
Reactie: De genoemde 272 parkeerplaatsen:
Zienswijze: Kan het overige winkelpersoneel Molenhoekpassage ook gebruik maken van het niet-openbare parkeerterrein? Of is voor dit personeel elders een voorziening te realiseren?
Reactie: Het personeel van de Molenhoekpassage kan géén gebruik maken van het niet openbare parkeerterrein. Deze zijn namelijk bestemd voor Aldi personeel, de appartementen en de aanliggende nieuw te bouwen rijwoningen. In de parkeernorm wordt overigens ook rekening gehouden met personeelsparkeren, dus een oplossing elders is in dat opzicht niet nodig. Het Aldi personeel zou dus in principe op het openbare parkeerterrein mogen parkeren. Om de parkeerdruk verder te verlichten is er echter voor gekozen dit op eigen terrein te realiseren.
Zienswijze: Wordt betaald parkeren door de Gemeente e.a. nu of in de toekomst overwogen?
Reactie: De gemeenteraad heeft in 2004 besloten om betaald parkeren in het centrum van Rosmalen in te voeren zodra de centrumvoorzieningen daar zijn gerealiseerd. Betaald parkeren komt daar dan in de plaats van het huidige parkeerregime (de blauwe zone). Het winkelgebied in het Rosmalense centrum krijgt de kwalificatie 'stadsdeelcentrum', omdat de functie, het voorzieningenniveau en de aantrekkingskracht van dit centrum van een heel andere orde van grootte is dan van de Molenhoekpassage (wijkwinkelcentrum). Betaald parkeren wordt daarom niet overwogen in de Molenhoekpassage. Bovendien zou in dat geval de kans groot zijn dat veel auto's in de wijk zelf gaan parkeren, waardoor hier vergunning parkeren zou moeten worden ingevoerd. Dit is niet gewenst.
Zienswijze: Wordt verplichte rijrichting overwogen op de smalle rijstroken v/h parkeerterrein?
Reactie: Verplichte rijrichting wordt niet overwogen op de rijstroken van het parkeerterrein. De breedte van de rijbaan is zes meter. Dit is voldoende om elkaar te passeren. Een andere plaats van de toegangen en een andere indeling van het parkeerterrein zorgen er bovendien voor dat er een betere doorstroming is.
Zienswijze: Wordt parkeerterrein aangemerkt als 'Eigen terrein' ter voorkoming van hangjeugd e.d.?
Reactie: Hoewel het plaatsen van enkele bordjes: “eigen terrein” het overwegen waard is, valt te betwijfelen of daarmee hangjeugd wordt voorkomen. Voor het toekomstige beheer van het winkelcentrum, het parkeerterrein en de directe omgeving van het winkelcentrum zal periodiek overleg plaatsvinden tussen de wijkraad, de omwonenden, de eigenaren van het winkelcentrum, de winkeliers en de gemeente. Daarbij kunnen alle beheersactpecten besproken worden.
Zienswijze: Hoe is het laden en lossen bij Albert Heijn geregeld? Volledig inpandig? Voldoende groot?
Reactie: Het laden en lossen voor Albert Heijn wordt volledig inpandig georganiseerd. Dit geldt ook voor de Aldi. Hiervoor is 150 m2 gereserveerd. De ruimte voor laden en lossen is voldoende groot gedimensioneerd. Hier past een grote vrachtwagencombinatie geheel in.
Zienswijze: De 8 parkeerplaatsen aan de oostzijde zullen veelal geblokkeerd worden door L&L vrachtwagens van Albert Heijn. Zijn deze desondanks meegenomen in de 272 parkeerplaatsen?
Reactie: De 8 parkeerplaatsen zijn meegenomen in de parkeerbalans. Het laden en lossen van Albert Heijn vindt inpandig plaats. Blokkeren van de 8 parkeerplaatsen vindt daarmee alleen plaats ten tijde van het inrijden van het laad en loshof. Bij de inrichting van het parkeerterrein zullen ook laad en losplaatsen worden aangegeven. Wellicht dat een aantal van de 8 parkeerplaatsen in dat geval zo worden bestemd.
Zienswijze: Komt er een eenduidige en bindende wegbegeleiding voor vrachtwagens en toeleveranciers naar de L&L stations van de winkeliers?
Reactie: Er komt geen bindende wegbegeleding of verplichte route van en naar de winkels. In principe zijn alle openbare wegen te gebruiken. In de praktijk zullen vrachtauto's via de Slauerhoffstraat naar de Oude Baan gaan. Neuzen van vrachtauto's in expeditie AH zijn namelijk al die kant op gericht.
Zienswijze: Waar zijn de fietsenstallingen gepland en wat is hun capaciteit?
Reactie: De fietsenstallingen zijn gepland aan weerszijden van de hoofdentree van de Molenhoekpassage, langs de Slauerhoffstraat nabij de nieuwe entree van de Molenhoekpassage en ter hoogte van de nieuwe entree van de Aldi. De totale capaciteit is ongeveer 55 fietsenrekken. Op het inrichtingsplan is dit indicatief weergegeven. Bij de verdere uitwerking van het inrichtingsplan zullen de plaatsen definitief worden bepaald.
Zienswijze: Waar worden buiten de winkelwagentjes opgesteld?
Reactie: Nabij de ingang van de Aldi is een stalling voor circa 150 winkelwagentjes gepland.
Naast de zuidelijke ingang van de Molenhoekpassage is een stalling voor circa 75 winkelwagentjes en op het
parkeerterrein voor de hoofdingang van de Molenhoekpassage is voor in totaal circa 300 winkelwagentjes een
opstelplek voorzien.
Zienswijze: In welke capaciteit en op welke plaatsen voorziet het onderhavige ontwerp van de glas-, plastic- en kledingcontainers?
Reactie: In overleg met de Afvalstoffendienst is gekozen voor ondergrondse containers voor glas en plastic. Die geven een prettiger straatbeeld en hebben een veel grotere capaciteit. Met een sensor wordt bijgehouden wanneer deze vol zitten, zodat tijdig kan worden geledigd. Voor deze containers geldt, dat zij voor de kraanwagen van de Afvalstoffendienst goed bereikbaar moeten zijn. Gekozen is voor locaties die daaraan voldoen en tevens zorg dragen voor een evenwichtige spreiding over het totale betrokken winkelgebied. De wagens van de Afvalstoffendienst komen 's ochtends vroeg om te ledigen, wanneer het nog niet druk is met bezoekers. Verder gaat de gemeente ervan uit dat bezoekers eerst hun auto op het terrein parkeren en vervolgens het glas en plastic naar de containers brengen en daarmee de doorstroom niet frustreren. De gekozen plekken zijn goed bereikbaar vanaf het parkeerterrein.Ten aanzien van het eerder gepresenteerde plan heeft de gemeente ervoor gekozen om de glascontainers nog meer te spreiden: in plaats van twee glascontainers op elke hoek bij de ingang vanaf de Huygensstraat , wordt er telkens één glascontainers geplaatst. Dit betekent dus dat er ter hoogte van elke toegang aan de Huygensstraat één ondergrondse glascontainer en één ondergrondse plastic container komt te staan. De andere twee glascontainers komen nabij de toegang aan de Slauerhoffstraat. De precieze plek hiervan wordt bepaald bij de verdere uitwerking van het inrichtingsplan.
Zienswijze: Blijven de groenvoorzieningen aan de Slauerhoffstraat, Marie Koenenstraat en Huygensstraat onaangetast conform het onderhavige ontwerp?
Reactie: De bomen in de berm Huygensstraat, Marie Koenenstraat en Slauerhoffstraat worden gehandhaafd. Eén boom wordt gekapt ter hoogte van de nieuwe entree aan de Huygensstraat. Deze wordt gecompenseerd door nieuwe bomen te planten in de berm tegenover de woningen aan de Huygensstraat. Verder wordt het bosje aan de Slauerhoffstraat ter hoogte van de kringloopwinkel gekapt. Daarvoor komen nieuwe bomen terug ter hoogte van het nieuwe parkeerterrein aan de Slauerhoffstraat (voor de appartementen). Daarnaast worden er nieuwe bomen geplant op het grote parkeerterrein voor de Molenhoekpassage.
Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 4.3 van het bestemmingsplan, waarin uitgebreid wordt ingegaan op de inpassing van de bomen en het groen.
Zienswijze: Er dient een stoep voor voetgangers langs de Huygensstraat te komen om de oversteek over het parkeerterrein naar de winkelpassage, te bereiken.
Reactie: Er wordt een nieuw voetpad worden aangelegd langs de rijbaan van de Huygensstraat aan de kant van de groenstrook ter hoogte van de woningen 9 t/m 23 ter voorkoming van haaks parkeren in het groen en ter compensatie van het vervallen van het huidige voetpad langs het grote parkeerterrein.
Zienswijze: Behoort de verbindingsweg tussen de Huygensstraat en de Slauerhoffstraat tot het nieuwe parkeerterrein of is het een openbare weg inclusief straatnaam?
Reactie: De “verbindingsweg” loopt over private grond en wordt daarmee geen openbare weg. Wel is de weg voor iedereen toegankelijk: maar het is een 'voor het openbaar verkeer openstaande weg', waar alle verkeersregels gelden. Omdat deze weg in een 30 km-zone ligt, is deze maximumsnelheid hier ook van toepassing.
Daarom wordt geadviseerd om de aansluiting van de nieuwe kortsluiting op zowel de Huygensstraat als de Slauerhoffstraat vorm te geven als een gelijkwaardige zijweg. Daarmee ontstaan twee nieuwe gelijkwaardige T-kruisingen, waar aan bestuurders van rechts komend, voorrang verleend dient te worden. Een dergelijke vormgeving en inrichting is conform de landelijke richtlijnen voor de inrichting van 30 km/uur-zones.
Zienswijze: Er dient een tweezijdig parkeerverbod aan de Huygensstraat te komen danwel een voorziening om het parkeren op de gazons onmogelijk te maken.
Reactie: Parkeerverboden worden vanwege kostenconsequenties op handhavingsgebied, pas ingesteld naar gebleken behoefte in de praktijk. Zoals in vraag 14 is beantwoord zal er in de berm van de Huygensstraat een trottoir worden aangelegd, ter voorkoming van het parkeren.
Zienswijze: Welke regels gelden er voor reclameuitingen op het dak van de Molenhoekpassage?
Reactie: De gemeente heeft hiervoor Reclamecriteria (reclamecriteria s-Hertogenbosch 2010). Deze staan verwoordt in de gemeentelijk welstandsnota, te vinden op internet. Het gaat dan om de reclamecriteria voor winkelconcentratiegebieden.
In de ontwikkelopdracht aan de architect is overigens de herinrichting van de reclameuitingen opgenomen.
5. J. Kersten en M. Bloemendaal Slauerhoffstraat 4
Zienswijze: Een aantal jaren geleden was de uitpandige laad-en losruimte niet rommelig, nu staan er her en der pallets. Voor ons geen argument om alles inpandig op te lossen. ls het weer netjes wordt is voor ons de uitbreiding niet nodig. Bestaande groen handhaven. Nieuwe laad en losplek komt erg dicht naar Slauerhoffstraat toe. Deze uitbreiding beperken tot ca. 7 meter, dan blijft er voor groen en burgers meer ruimte over
Reactie: op 6 januari is er een overleg geweest met insprekers,de gemeente en bouwinvest om de zienswijze te bespreken en op 20 december 2013 heeft er nog een overleg met bouwinvest plaatstgevonden.
Daarbij is gesproken over het ontwerp en maatvoering van de gevel en over de inpassing van het bestaande groen. De gemeente heeft aangegeven dat met het inpandig laden en lossen een verbetering voor de omgeving zal worden gerealiseerd. Enerzijds zal de geluidhinder vanwege het laden en lossen voor een belangrijk gedeelte verdwijnen, maar ook zal de rommelige situatie die meestal ontstaat bij het laden en lossen nu aan het zicht worden onttrokken. Insprekers hebben daarbij ook aangegeven waarde te hechten aan het bestaande groen en bomen, vanwege het uizicht vanuit de woning. Daarom is ervoor gekozen om deze bomen te handhaven. Dit betekent dat er tijdens de uitvoering eisen gesteld zullen worden om de bomen voldoende te beschermen. Indien na de uitvoering blijkt dat de bomen het toch niet overleven worden deze bomen gecompenseerd en zullen op dezelfde locatie, in overleg met u, nieuwe bomen worden geplant in hetzelfde aantal en dezelfde handelsmaat.
De groenstrook wordt ten opzichte van de bestaande situatie nog uitgebreid in zuidelijke richting. Op deze manier onstaat er een groen scherm over de volledige lengte van de gevel.
6. A. Timmermans. Marie Koenenstraat 14
Zienswijze: Bevoorradingsverkeer AH en Aldi via nieuwe verbindingsweg en aanpassing Slauerhoffstraat.
Zie beantwoording wijkraad over dit onderdeel onder 2.
Zienswijze: Geen op elkaar wachtende vrachtwagens.Geen op volle kracht werkende koelinstallaties in de 30 km / uur zone .
Reactie:
De gemeente onderkent dat wachtende vrachtwagens met draaiende koelinstallaties hinderlijk kunnen zijn wanneer dit voor woningen plaatsvindt. Over het wel/niet wachten, alsook het wel/niet in werking hebben van een koelinstallatie op een vrachtwagen op een bepaalde openbare weg hebben wij echter geen zeggenschap. Dit valt buiten onze bevoegdheid. Ook bestaan hier geen geluidsnormen voor.
Als een vrachtwagen in de onmiddelijke nabijheid van de inrichting staat te wachten en het duidelijk is toe te rekenen aan het (willen) laden en lossen, dient deze te voldoen aan de milieunormen van de inrichting, kan er gehandhaafd worden of kunnen er maatregelen worden voorgeschreven waarmee het geluidsniveau omlaag wordt gebracht.
De gemeente zal de supermarktondernemers verzoeken dit anders te doen en hierover goede en duidelijke afspraken te maken. Dit zou onderdeel kunnen zijn van het overleg tussen de wijk en de winkeliers.
Zienswijze: Parkeernorm. Uitgegaan moet worden van een norm van 4 ipv 3. Overmaat aan parkeren zal omslaan in een tekort bij invoeren betaald parkeren in centrum.
Reactie: Er is een parkeernorm gehanteerd die past bij dit (buurt)winkelcentrum, te weten 3. 5 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo. De veronderstelling dat een norm van 3 is gehanteerd, is dus niet juist. De stelling dat een overmaat aan parkeren zal omslaan in een tekort bij invoering van betaald parkeren in het centrum van Rosmalen wordt niet gedeeld door de gemeente. Het winkelgebied in het Rosmalense centrum krijgt de kwalificatie 'stadsdeelcentrum', omdat de functie, het voorzieningenniveau en de aantrekkingskracht van dit centrum van een heel andere orde van grootte is dan van bijvoorbeeld de Molenhoekpassage (wijkwinkelcentrum). Daarom verwacht de gemeente niet dat invoering van betaald parkeren in het stadsdeelcentrum leidt tot een verschuiving naar wijkwinkelcentra.
Zienswijze: Opruimen van zwerfafval moet worden verhoogd.
Reactie: dit betreft een beheersaspect dat valt buiten het bereik van het bestemmingsplan.
Zienswijze: Waar komen koelventilatoren in nieuwe plan en kunnen ze verplaatst worden, zo niet dan geluiddscherm. Verbeteren van geluidsoverlast van ventilatoren op dak van het winkelcentrum
Reactie: De exacte locaties van de koelventilatoren zijn nog niet bekend. Ook is nog niet bekend welk merk en type er door het bedrijf gekozen gaat worden. Dit zal nader uitgewerkt worden met het bouwplan. In ieder geval valt een detailhandel - zoals een supermarkt - onder de milieuregels van het “Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer”. Dit Besluit bevat diverse milieunormen, zo ook geluidsnormen. Een supermarktbedrijf is verplicht zich aan deze normen te houden (om hinder en milieuschade tegen te gaan). Voor het wijzigen en vestigen van een bedrijf zal later ook een milieumelding moeten worden ingediend. Met het indienen van een milieumelding zal via een (aangepast) geluidsrapport aangetoond moeten worden dat (en hoe) wordt voldaan aan de geluidsnormen op de omliggende gevels van woningen. Indien koelventilatoren (of andere installaties) zorgen voor een overschrijding van de geldende geluidsnormen, zullen door het bedrijf maatregelen of voorzieningen getroffen moeten worden. Opgemerkt wordt dat dit aspect valt buiten het bereik van dit bestemmingsplan.
Zienswijze: Winkelwagens vervangen door winkelwagens met kunststofwielen ivm geluidsoverlast
Reactie: Uit het geluidsonderzoek blijkt dat bij het gebruik van standaard winkelwagentjes de geldende geluidsnormen op een aantal woningen worden overschreden. Het geluidsonderzoek laat ook zien dat bij gebruik van stillere winkelwagentjes (van kunststof) rijdend op een meer egale ondergrond kan worden voldaan aan de geldende geluidsnormen. Aangezien een supermarkt verplicht is zich te houden aan de geluidsnormen van het “Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer”, zal het maatregelen moeten toepassen om hieraan te voldoen. Overigens worden de standplaatsen voor winkelwagentjes overkapt. Hiermee worden eventuele optredende piekgeluiden bij het in elkaar schuiven van de winkelwagentjes gedempt/voorkomen. Verder wordt opgemerkt dat dit aspect valt buiten het bereik van het bestemmingsplan.
7. J van Zoggel
Zienswijze: Als eigenaar van de locatie Huygensstraat 24-26 (Gall en Gall, Kruidvat) ben ik positief over de plannen zoals die er zijn. Toch heb ik een punt van bezwaar, zoals de parkeerplaatsen (zover als ik op de tekening kan zien) nu zijn getekend kunnen de auto's recht voor de ingang van de winkels in mijn pand parkeren. Ik verzoek u er rekening mee te houden dat voor de ingang van de winkels vrij blijft.
Voorts wijs ik u erop dat er een erfdienstbaarheid (van mij) rust op het weggetje voor mijn pand, namelijk dat dit open moet blijven i.v.m. vrije doorgang.
Reactie: in overleg met de eigenaar van het parkeerterrein is afgesproken dat er een vrije ruimte behouden zal worden voor voetgangers van tenminste 1,20 meter tussen de parkeervakken en het winkelpand met Gall en Gall en Kruidvat. Tevens zal er nog een voetpad worden aangelegd tussen de parkeervakken, ongeveer ter hoogte van de entree naar de Kruidvat. Op deze manier blijft de ingang van de winkels vrij en zijn deze goed toegankelijk.
8. Stichting Boom & Bosch
Zienswijze: De stichting Boom en Bosch vindt de toelichting op het Bomenbeleidsplan te algemeen en mist in de toelichting onder 3.3.6.1 een verwijzing naar de opgestelde Bomen Effect Analyse die voortkomt uit het Bomenbeleidsplan
Reactie: De toelichting is aangepast in die zin dat in Hoofdstuk 3.Beleidskaders een verwijzing is gemaakt naar de voor dit plan opgestelde Bomen Effect Analyse. In 4. 3 van de toelichting wordt verder op de BEA in gegaan.
Zienswijze: In de BEA komen een aantal concrete suggesties een aanbevelingen naar voren. Het is echter onduidelijk of deze zijn meegenomen in het ontwerp. De afwegingsgronden, om bomen wel of niet op te nemen in het definitieve ontwerp , worden onder 4.3 onvoldoende benoemd. Dan gaat het o.a. om het inpassen van 17 bomen, waarop het ontwerp volgens Cobra negatief uitwerkt, maar die door aanpassingen in het ontwerp wel kunnen worden gehandhaafd en de vraag waarom er geen aanvullend groeiplaatsonderzoek heeft plaatsgevonden. De centrale vraag is wat er met al deze adviezen is gedaan en of er nog een aanvullend groeiplaatsonderzoek wordt uitgevoerd.
Reactie: Paragraaf 4.3 is ingrijpende aangepast. Daarbij wordt meer in detail ingegaan op de BEA voor wat betreft de inventarisatie en waardering van de in het plangebied aanwezige bomen, de consequenties van de planontwikkeling op de bomen en hoe hier mee wordt omgegaan. In de BEA wordt beschreven voor welke bomen de planontwikkeling een neutraal, licht negatief, negatief en zeer negatief effect heeft. In de BEA worden ook aanbevelingen gedaan voor elke categorie. In de aangepast toelichting wordt per categorie een gemotiveerde afweging gemaakt hoe, per categorie, met de bomen wordt omgegaan.
Zienswijze: Voor het plan wordt onder andere een waardevolle paardenkastanje aan de Huygensstraat gekapt. Onduidelijk is hoe deze boom wordt gecompenseerd. Dat geldt overigens ook voor de overige te kappen bomen. Graag meer inzicht in terug te planten boomsoort en handelsmaat van de te compenseren bomen?
Reactie: De te kappen paardenkastanje aan de Huygensstraat is kapvergunningplichtig. Het voornemen bestaat om de boom te compenseren met 2 bomen in de directe nabijheid in de groenstrook aan de overzijde van de Huygensstraat. Daartoe is in het plantsoen voldoende ruimte. De exacte afweging over de vorm van compensatie vindt plaats in het kader van de kapvergunning. Met de kapvergunning wordt ook geborgd dat de compensatie ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
Zienswijze: De aanslag op het groen langs de Slauerhoffstraat is groot. Zo verdwijnt het complete bosje naast het huidige kringloopbedrijf aan de zuidzijde van het winkelcentrum. Wij verwachten dat het college de compensatie van het beeldbepalende bosje beter in het bestemmingsplan gaat borgen door de te compenseren bomen binnen de openbare ruimte terug te planten en niet uit te gaan van vrijwillige medewerking van particulieren. Dat geldt overigens ook voor de drie grote bomen op het terrein van Coppens.
Reactie: Voor wat betreft de kapvergunningplichtige boom in het groengebied langs de Slauerhoffstraat, wordt de compensatie geregeld en geborgd in het kader van de kapvergunning. De nieuw te planten bomen op deze locatie zijn vastgelegd op de inrichtingstekening van bijlage 1 van de anterieure overeenkomst.
Zienswijze: Verlies aan oppervlakte groen (bosje) wordt niet gecompenseerd door de rood voor groen constructie toe te passen. Het wordt minder groen voor de wijk door kap bosje en meer parkeerplaatsen (rood) en daar komt feitelijk niets voor terug. Hoe denkt het college het verlies aan m2 groen te compenseren in de wijk, Rosmalen, of elders binnen de gemeente?
Reactie: Conform het bomen beleidsplan is compensatie verplicht voor kapvergunningplichtige bomen. In dit bestemmingsplan zijn de uitgangspunten voor deze compensatie aangegeven. De concrete regeling van de compensatie en de borging ervan gebeurt bij de verlening van de kapvergunning.
Voor de overige bomen in het bestemmingsplan is conform de uitgangspunten van het bomen beleidsplan gezocht naar een zo goed mogelijke inpassing van het groen.
Zienswijze: De stichting Boom en Bosch roept het college op om op basis van de Bomen Effect Analyse heldere keuzes te maken over het handhaven en inpassen van bomen binnen het plangebied en deze afwegingen te motiveren. Compenseren van bomen betekent garanties inbouwen dat door herplant de beeldkwaliteit zal worden hersteld. Wij zijn voor heldere afspraken over compensatie en zien deze graag concreet uitgewerkt en op papier gesteld. Graag meer inzicht in terug te planten boomsoort en handelsmaat van de te compenseren bomen? In het plan zitten nu teveel open eindjes als het gaat over compensatie van de te kappen bomen .
Reactie: Met dit bestemmingsplan zijn de uitgangspunten zoals die zijn neergelegd in het bomen beleidsplan gevolgd. De kapvergunningplichtige bomen die vanwege de planontwikkeling moeten verdwijnen zullen worden gecompenseerd. Tijdens de werkzaamheden zullen maatregelen worden getroffen om de te handhaven bomen afdoende te beschermen. De niet kapvergunningplichtige bomen die eveneens moeten verdwijnen zullen voor een belangrijk gedeelte worden gecompenseerd op de beide parkeerterreinen. Deze compensatie is vastgelegd in de inrichtingstekening die hoort bij de anterieure overeenkomst. Met de kapvergunningen kunnen meer gedetailleerde voorschriften worden gesteld met betrekking tot de herplantverlichtingen (kwaliteit en soort van de bomen, locatie etc.). Verder zullen in de uitvoerings- en bestekfase voorwaarden worden gesteld voor het behoud en bescherming van de te handhaven bomen.
9.Provincie
Geef de bestaande Aldi locatie een andere bestemming dat geeft een kwaliteitsimpuls van de detailhandelsstructuur die verder reikt dan de Molenhoekpassage
Reactie: de gemeente kan instemmen met de reactie van de provincie. De reactie wordt bij de verdere planvorming van het centrum van Rosmalen meegenomen.