Plan: | Meerendonk, deel 5 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002191-1401 |
Woongebied Meerendonk bevindt zich van oorsprong binnen de invloedsfeer van het gebied van de Dommel en de Aa. Binnen dit gebied bevindt zich vermoedelijk een tweetal geomorfologische eenheden: dekzandruggen en een beekoverstromingsvlakte. De dekzandruggen vormden de hoogste delen van het landschap en waren hierdoor voor bewoning het meest geschikt. De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) geeft voor het plangebied een middelhoge verwachting om archeologische resten aan te treffen. De archeologische verwachtingenkaart voor het gebied buiten de historische stadskern van de gemeente 's-Hertogenbosch geeft voor het gebied een hoge verwachting. Op basis van het landelijk ARCHIS-archief zijn geen gegevens bekend van oude vondstmeldingen in dit gebied. Wel zijn direct ten zuiden van de A2 gegevens bekend met betrekking tot bewoning in de prehistorie (bewoning uit de Vroege en Late IJzertijd en een grafmonument uit de Midden Bronstijd) en uit de late middeleeuwen (het klooster op de Eikendonk).
Het onderzoeks- en adviesbureau BAAC heeft een inventariserend veldonderzoek (IVO) uitgevoerd in het woongebied Meerendonk (BAAC, De Meerendonk.Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven, BAAC-project 06.178, november 2006). Hierbij zijn in totaal vijf proefsleuven gegraven, twee van zuidwest naar noordoost en drie van noordwest naar zuidoost. Het onderzoek heeft nauwelijks archeologische resten opgeleverd. In het onderzoeksgebied bevinden zich enkele lage zandkopjes waarbij in tenminste één geval sprake is van aftopping (mogelijk zandwinning of egalisatie). De zandkopjes bevatten geen archeologische sporen of vondsten. Alle sleuven vertoonden laagten waarin sprake was van veengroei. Uit de top van het veen in sleuf 2 komt een fragment vuursteen waarvan niet duidelijk is of het door de mens bewerkt is. Opvallend is dat er geen aardewerk is gevonden. Voor wat betreft de Nieuwe Tijd valt op te merken dat het onderzoeksterrein in een innundatiegebied lag en daarom voor bewoning ongeschikt was.
In het plangebied worden geen archeologische waarden verwacht. Een vervolgonderzoek is niet nodig.