Plan: | Meerendonk, deel 5 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002191-1401 |
In de Ruimtelijke Structuurvisie 's-Hertogenbosch 2003 'Stad tussen stromen' is het stedelijk gebied van 's-Hertogenbosch opgedeeld in stedelijke vleugels, gescheiden van elkaar door 'groenblauwe slingers', gebaseerd op de ligging van 's-Hertogenbosch in de samenvloeiing van de Aa, de Dommel en de Maas. De zuidoostelijke 'Gestelse vleugel' die zich uitstrekt van de binnenstad tot de grenzen van de gemeente Sint-Michielsgestel is de kleinste vleugel en is matig stedelijk ontwikkeld: hij wordt doorsneden door de Zuid-Willemsvaart, de stadsring en de A2. Woongebied Meerendonk is onderdeel van deze vleugel.
Het wat achteraf gelegen gebied Meerendonk werd bij de totstandkoming van de Ruimtelijke StructuurVisie vrij extensief gebruikt en werd, vanwege de ligging van het gebied dichtbij de binnenstad, de stadsring en binnen de ruit van snelwegen rond de stad, kansrijk gevonden voor verdere verstedelijking. Intensivering en verdichting zijn nu de uitgangspunten bij de aanpak van het gebied. De Ruimtelijke StructuurVisie wil voor het gebied Meerendonk een mix van wonen, kantoren, bedrijven, sport en recreatie en stedelijke voorzieningen. Langs het kanaal wordt een stedelijke verbindingsas ontwikkeld waardoor de relatie met de binnenstad wordt verbeterd.
De belangrijkste uitgangspunten in de Ruimtelijke StructuurVisie voor de Meerendonk zijn:
De nieuwe woningen en de wijkspeelplaats maken deel uit van het nieuwe woongebied Meerendonk. De ontwikkeling van het nieuwe woongebied sluit aan op rijks- en provinciaal beleid en gemeentelijk ruimtelijke-ordeningsbeleid. De woningen dragen bij aan de ontwikkeling van de nieuwe stedelijke verbindingsas langs de Zuid-Willemsvaart en aan meer functionele en ruimtelijke samenhang in de zuidoostelijke Gestelse vleugel, in de Gestelse buurt en in woongebied Meerendonk zelf.
In de 'Gemeentelijke visie woongebied Meerendonk' die de gemeente 's-Hertogenbosch in november 2007 opstelde, zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd voor de ontwikkeling van woongebied Meerendonk:
Na de bouw van de eerste 76 woningen in woongebied Meerendonk dragen ook de geplande twee-aaneenwoningen en geschakelde woningen langs de nieuwe Henriette R. Holstlaan bij aan een meer gedifferentieerd en gevarieerd woningaanbod in deze buurt (zie paragraaf 2.2.5). Deze woningen maken het gebied aantrekkelijk voor diverse woongroepen en leefstijlen. Hetzelfde geldt voor de wijkspeelplaats, mede als onderdeel van de water- en groenstructuur, ten behoeve van zowel de bestaande Gestelse buurt als het nieuwe woongebied.
Op 18 december 2007 stelde de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de nota van uitgangspunten vast voor bestemmingsplan Zuid. In deze nota wordt de omgeving van de Gestelseweg en het kanaal aangeduid als dynamisch beheergebied. De gemeente 's-Hertogenbosch wil er het aanbod van woningen en woningtypen uitbreiden, zodat bewoners meer mogelijkheden krijgen om in hun eigen wijk wooncarrière te maken. Het gaat in de Gestelse buurt vooral om de bouw van woonzorgprojecten en zorgwoningen. Conform de nota van uitgangspunten wordt in de Meerendonk verder de mogelijkheid gecreëerd voor de realisatie van een school en maatschappelijke voorzieningen ten dienste van de buurt zoals een ontmoetingsruimte en voorzieningen voor ouderen.
De uitbreiding van de Gestelse buurt wordt gekoppeld aan een structurele verbetering en opwaardering van de bestaande buurt, waarbij één ruimtelijk samenhangend geheel dient te ontstaan. Gelet op wat de 'Gemeentelijke visie woongebied Meerendonk' stelt ten aanzien van de uitbreiding van de Gestelse Buurt, zijn voor de ontwikkeling van woongebied Meerendonk de volgende randvoorwaarden geformuleerd:
Op 17 mei 2011 stelde de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch bestemmingsplan 'Zuid' vast. Het plan is sinds 29 augustus 2011 onherroepelijk. In bestemmingsplan 'Zuid' zijn de eerste twee delen van woongebied Meerendonk positief bestemd: 76 eengezinswoningen in aansluiting op de Gestelse Buurt en een Brede Bossche School (BBS Nieuw Zuid). Met de bouw van twee-aaneenwoningen en geschakelde woningen wordt verder invulling gegeven aan de nota van uitgangspunten.
Op 9 september 2008 stelde de gemeenteraad het beeldkwaliteitsplan 'Meerendonk - uitbreiding Gestelse buurt 1e fase' vast. Samen met de gemeentelijke Welstandsnota biedt het Beeldkwaliteitsplan burgers en marktpartijen informatie over de criteria en uitgangspunten die de Welstandscommissie bij haar adviezen hanteert. Nadat in de 'Gemeentelijke visie woongebied Meerendonk' en in de 'Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Zuid' globaal regels zijn gegeven voor de uitbreiding van de Gestelse buurt, worden in het beeldkwaliteitsplan meer inhoudelijke beeldkwaliteitseisen geformuleerd om richting te geven aan de ontwikkeling van bouwplannen. De welstandscriteria die aan het einde van het beeldkwaliteitsplan zijn toegevoegd maken een welstandsbeoordeling mogelijk, ook in de beheerfase na de ontwikkeling van de bouwplannen. De algemene welstandscriteria (in de gemeentelijke Welstandsnota) zijn daarvoor te algemeen en te weinig gedetailleerd.
Een bouwplan voor de nieuwe woningen moet zowel aan het bestemmingsplan worden getoetst als aan redelijke eisen van welstand, i.c. het beeldkwaliteitsplan 'Meerendonk - uitbreiding Gestelse buurt 1e fase'.
Ten tijde van de aanbieding van dit bestemmingsplan ter vaststelling door de gemeenteraad in haar vergadering van 9 oktober 2012 lag in de raadsvergadering van 11 september 2012 de vaststelling van de Nota Wonen 2012 voor. Conform deze nota streeft de gemeente naar een evenwichtige woningmarkt met voldoende, goede, betaalbare en passende woningen, nu en in de toekomst, en naar sterke en leefbare buurten waar mensen zich thuis voelen. In het licht van de economische omstandigheden ten tijde van de vaststelling en de verwachte groei van het inwonertal is de ambitie geformuleerd om de positie van 's-Hertogenbosch als een van de aantrekkelijkste woonsteden te behouden. Tot 2030 moeten nog zo'n 9.800 woningen worden toegevoegd.
De problemen op de woningmarkt ten tijde van de vaststelling van de nota kunnen alleen gezamenlijk worden aangepakt, samen met bouwbedrijven, woningcorporaties, maatschappelijke organisaties en met inwoners en bedrijven uit de stad: het belangrijkste uitgangspunt van de Nota Wonen 2012. In de nota zijn vier speerpunten geformuleerd: voldoende woningen bouwen, inzetten op betaalbaar wonen én op passend wonen en het maken van sterke en leefbare buurten. De vier speerpunten zijn vertaald in een aantal concrete doelen, waaronder:
Het bestemmingsplan staat twee-aaneenwoningen en geschakelde woningen toe. De woningen worden verkocht in het duurdere segment. Deze woningen leveren in de eerste plaats een bijdrage aan de woningproductie. In de tweede plaats wordt met deze woningen het woningaanbod in het nieuwe woongebied verder verbreed, zowel in prijsklassen als in woningtypen. In het nieuwe woongebied zijn inmiddels al 76 rijtjeswoningen gebouwd in verschillende prijsklassen. Tussen deze woningen en de nieuwe woningen zullen in de driehoek tussen de Henriette R. Holstlaan, de Louis Couperuslaan en het Marcellus Emantspad starterswoningen worden gebouwd. Ten noorden van BBS Nieuw Zuid zijn (zorg)appartementen geprojecteerd.
Op 24 januari 2002 stelde de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de nota 'Ruimte voor jongeren in 'eigen domein' onderdeel Buiten Spelen' vast. De nota biedt het beleidskader voor buitenspelen in de gemeente 's-Hertogenbosch op de daarvoor formeel bestemde plekken in de openbare ruimte. Per wijk is/wordt hiervoor een wijkspeelplan opgesteld dat inzicht geeft in de verschillende speelplekken die in een wijk voor de verschillende leeftijdsgroepen gerealiseerd moeten worden. Daarbij wordt onder andere rekening gehouden met de bevolkingssamenstelling naar leeftijd en met de reeds aanwezige speelplekken in de wijk.
Voor wat betreft de speelplekken wordt onderscheid gemaakt in verschillende leeftijdscategorieën, aangezien elke categorie haar eigen behoeften en beperkingen heeft. Er wordt rekening gehouden met jonge kinderen van 0-6 jaar (spelen tot 100 meter van de eigen woning), met schoolkinderen van 6-12 jaar (spelen tot 400 meter van de eigen woning) en jongeren van 12-18 jaar (spelen tot circa 1000 meter van de eigen woning). Bij de uitgevoerde inventarisatie is een speelplek ingedeeld in één van de bovengenoemde leeftijdscategorieën, indien zich daar een speeltoestel bevindt dat geschikt is voor de overeenkomende leeftijdscategorie. Iedere speelplek is vervolgens voorzien van een cirkel, behorende bij de leeftijdscategorie, zodat een duidelijk beeld ontstaat van de spreiding van de speelplekken in de wijk.
Een wijkspeelplaats is een speelplek op een hoger schaalniveau. Het is een herkenbare plek in de buurt met een eigen identiteit. De wijkspeelplaats heeft speel- en ontmoetingsvoorzieningen voor jonge kinderen, schoolkinderen en jongeren. Voor schoolkinderen en jongeren is een wijkspeelplaats de belangrijkste en vaak ook de enige speelplek in de buurt. Bij de inrichting van een wijkspeelplaats wordt hiermee rekening gehouden: zoveel mogelijk verschillende spelvormen (bewegen, fantasiespel) komen aan bod en overdekte picknicksets bieden een voorziening om elkaar te ontmoeten. De wijkspeelplaats biedt ook een ontmoetingsmogelijkheid voor volwassenen. Dit kan in de vorm van een jeu-des-boulesbaan of bankjes.
De nota 'Ruimte voor jongeren in 'eigen domein', onderdeel Buiten Spelen' is voor de wijken Zuid en Oost uitgewerkt in het Wijkspeelplan Zuid oost. In de bestaande situatie was in de Meerendonk, aan de achterzijde van de Albert Verweijstraat, een speelplek voor 12- tot 18-jarigen gesitueerd. Met de bouw van de eerste 76 woningen in het nieuwe woongebied moest deze speelplek verdwijnen. In het wijkspeelplan is compensatie in de vorm van een wijkspeelplaats aangekondigd. Dit bestemmingsplan maakt de aanleg van deze wijkspeelplaats mogelijk.
In het verlengde van de nota ‘s-Hertogenbosch Bereikbaar uit maart 2000 sprak de gemeenteraad zich op 21 mei 2008 uit over ambities en wensen ter bevordering van de bereikbaarheid van stad, wijken en regio. Op 13 mei 2009 stelde de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de 'Koersnota Hoofdinfrastructuur' vast met daarin een analyse van en oplossingsrichtingen voor bestaande en toekomstige knelpunten. De ambitie van de 'Koersnota Hoofdinfrastructuur' is om het autogebruik terug te dringen ten gunste van het openbaar vervoer en de fiets. Van direct of indirect belang voor woongebied Meerendonk zijn de volgende toekomstige ontwikkelingen:
De ambities voor de fiets zijn verwoord in de Koersnota en in de uitwerking ervan in de nota 'Lekker Fietsen!'. Het belangrijkste doel is het verhogen van het fietsgebruik en het fietscomfort. Dit gebeurt veelal met fysieke maatregelen. In de nota zijn ook de belangrijkste fietsroutes vastgelegd. In woongebied Meerendonk zelf liggen geen fietsvoorzieningen die onderdeel zijn van het hoofdfietsroutenetwerk. De Gestelseweg is in de omgeving de belangrijkste fietsroute en onderdeel van het hoofdfietsroutenetwerk. Een andere belangrijke route is de Zuiderparkweg. De Zuiderparkweg vervult een belangrijke functie op wijkniveau en leidt naar woongebied Meerendonk.
In paragraaf 5.1 is beschreven hoe woongebied Meerendonk, in het bijzonder de nieuwe woningen en de wijkspeelplaats, wordt ontsloten voor auto en fiets.
De gemeentelijke Bouwverordening schrijft voor dat 'indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte moet zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort'. Op 9 december 2003 stelde de raad van 's-Hertogenbosch hiertoe de nota 'Parkeernormen, inclusief een methode voor het berekenen van het aantal parkeerplaatsen met behulp van de parkeerbalans' vast. Met behulp van de parkeerbalans kan een evenwicht worden gevonden tussen de vraag naar parkeerplaatsen aan de ene kant en de kwaliteit van de openbare ruimte aan de andere kant.
In de regels van dit bestemmingsplan wordt bepaald dat parkeervoorzieningen in voldoende mate op eigen terrein moeten worden gerealiseerd en gehandhaafd. Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen, als de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien en de situering van de parkeerplaatsen (in het openbaar gebied) het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast. Een bouwplan voor de nieuwe woningen moet, al dan niet met gebruikmaking van deze afwijking, aan deze regels voldoen.