direct naar inhoud van 5.9 Cultuurhistorie
Plan: Coudewater
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002161-1501

5.9 Cultuurhistorie

Het klooster Coudewater, ook wel Mariënwater genaamd, werd in 1434 gesticht. In dit dubbelklooster leefden de kloosterlingen volgens de wet van de Heilige Birgitta van Zweden, tevens patroonheilige. Nadat in 1629 de mannelijke bewoners gedwongen werden het klooster te verlaten, bleef het nog tot 1713 in gebruik als vrouwenklooster.

Na het vertrek van de nonnen uit het klooster werden de gebouwen verkocht en gedeeltelijk gesloopt. Een deel van de resterende gebouwen werd omgevormd tot een buitenplaats/landgoed. Van de verschijningsvorm van het landgoed is weinig bekend. Op de kadastrale kaart van 1825 is te zien dat het een inrichting in landschapstijl zal hebben gehad. De huidige waterpartij ten westen van het hoofdgebouw maakte hier deel van uit. Uit deze negentiende eeuwse periode is ook nog een voormalige ijskelder bewaard.

Het landgoed is diverse malen van eigenaar verwisseld. In 1870 werd het aangekocht door E. van den Bogaert en L. Pompe. Het landgoed, dat 37 hectaren groot was, bestond toen uit een koestal, een remise, een paardenstal en een boerderij met groentekassen. De nieuwe eigenaren vestigden er een zwakzinnigengesticht. Ten behoeve daarvan werd er veel nieuwbouw gerealiseerd. Zo verrees achter het hoofdgebouw een gebouw waarvan de begane grond als centrale keuken werd ingericht. De eerste verdieping richtte men in als kapel ten behoeve van de katholieke patiënten. Verder verrezen er een gasfabriek en verschillende werkplaatsen voor de patiënten. Voor de verplegers werden aan de kapel vleugels gebouwd die als klooster dienden.

In de loop der tijd werden als gevolg van de groei van het aantal patiënten en andere inzichten in verpleging en behandeling nieuwe panden bijgebouwd, terwijl andere verbouwd en gesloopt werden. Het stratenpatroon werd daarbij ook uitgebreid dan wel (deels) aangepast. Hoewel de meeste van de huidige gebouwen dateren uit de (late) negentiende en twintigste eeuw stamt het middelste deel van het hoofdgebouw nog grotendeels uit de vijftiende of vroege zestiende eeuw. Naast het hoofdgebouw liggen de voormalige directeurswoning (De Wetering, 1882), de voormalige damesvilla (De Loofert, 1903), de voormalige herenvilla (Villa Milla de Campen, 1910), en het voormalige klooster en kapel (Emma, 1940).

Het middeleeuws klooster en kapel, het hoofdgebouw, de directeurswoning en beide villa's zijn rijksmonumenten. Aan de Peter de Gorterstraat ligt de begraafplaats van Coudewater. Op deze begraafplaats zijn twee grafmonumenten aanwezig die eveneens rijksmonument zijn.

De huismeesterswoningen Berlicumseweg 9-11 en 13 en de panden aan de Peter de Gorterstraat 2 en 7 staan te boek als gemeentelijk monument.

Monumenten

Op de volgende afbeelding zijn de rijks- en gemeentelijke monumenten weergegeven. Vanwege de leesbaarheid is ervoor gekozen de begraafplaats op de afbeelding weer te geven in plaats van de twee grafmonumenten op de begraafplaats.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002161-1501_0025.jpg"

Afbeelding 23: overzicht rijks- en gemeentelijke monumenten

Hierna wordt per monument kort beschreven wat de cultuurhistorische waarde van het monument is en mede in relatie tot het landgoed Coudewater.

Hoofdgebouw:

Het hoofdgebouw vormt de historische kern van het gehele landgoed. Het gebouw wordt, nadat het in 1870 een nieuwe functie als psychiatrisch ziekenhuis heeft gekregen, verbouwd en uitgebreid met een tweetal zijvleugels. Het omringende park in landschapsstijl, met waterpartij en ijskelder blijft gehandhaafd.

Klooster en kapel (Emma):

De cultuurhistorische waarde van het klooster en de kapel blijkt uit de gaafheid van de hoofdvorm en grote delen van de interieurs evenals de herkenbaar bewaard gebleven oorspronkelijke opzet in een landschappelijke omgeving. De kapel heeft architectuur- en kunsthistorische waarden vanwege het architectonisch ontwerp en de detaillering van de interieurs en de inventaris.

Villa Milla de Campen:

Het gebouw is in cultuurhistorisch opzicht waardevol vanwege het belang van de typologie voor de ontwikkeling van patiëntenpaviljoens. Het gebouw bezit architectuurhistorische waarden vanwege het ontwerp, de bijzondere ornamentiek (o.a. de kopgevels, traptoren en terrassen) en de afwisselende detaillering.

Het gebouw is een markant onderdeel van de historische bebouwing aan de Berlicumseweg. Verder is het gebouw belangrijk vanwege de historische functioneel-ruimtelijke relatie met de omliggende groenvoorzieningen en wegen. Tot slot is het gebouw van belang wegens de bewaard gebleven oorspronkelijke opzet in een landschappelijke setting met terrassen en gazons.

De directeurswoning (de Wetering):

De woning met traptoren is van belang geweest voor de typologische ontwikkeling van het herenhuis. Het gebouw bezit architectuurhistorische waarden vanwege het ontwerp en de bijzondere ornamentiek (o.a. de kappen). Het gebouw is van belang vanwege de gaafheid van de architectonische hoofdvorm en elementen van het interieur en de bewaard gebleven oorspronkelijke opzet in een landschappelijke setting met belendend koetshuis. Tenslotte is het gebouw van belang vanwege de in Nederland zeer zeldzame Duitse dakpannen.

Villa De Loofert:

Het gebouw bezit architectuurhistorische waarden vanwege het ontwerp, de bijzondere ornamentiek (o.a. de terrassen) en de afwisselende detaillering (o.a. de vensterpartijen). Het gebouw is een markant onderdeel van de historische bebouwing aan de Berlicumseweg. Verder is het gebouw belangrijk vanwege de historische functioneel-ruimtelijke relatie met de omliggende groenvoorzieningen, wegen en waterloop. Het gebouw is van belang vanwege de gaafheid van de hoofdvorm, het interieur en de bewaard gebleven oorspronkelijke opzet in een landschappelijke setting met terrassen en gazons.

Grafmonumenten:

Op de begraafplaats hebben twee grafmonumenten de status van rijksmonument. Het tweetal grafmonumenten bezit cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de herinneringscultus ter nagedachtenis aan de stichters van Coudewater; als bijzondere uitdrukking van de grafcultuur binnen de geestelijke gezondheidszorg en als uitdrukking van de rooms-katholieke emancipatie. De twee grafmonumeten bezitten tezamen met de rest van de begraafplaats en de overige tot Coudewater behorende objecten ensemblewaarden als essentieel onderdeel van een historisch gegroeid ensemble in de geestelijke gezondheidszorg.

Daarnaast zijn de beide grafmonumenten cultuurhistorisch waardevol vanwege de situering op een plek in de noordoostelijke hoek van het terrein, die verbonden is met de verdere uitleg van het complex. Verder zijn de twee grafmonumenten een markant onderdeel van de historische bebouwing aan de Peter de Gorterstraat. Tot slot zijn zij van cultuurhistorisch belang vanwege de gaafheid.

De Ordenkaart

Vanuit cultureel en historisch oogpunt gezien is niet alles van evenveel 'waarde': sommige straten en panden hebben een langere historie, hebben een bijzondere schoonheid en/of zijn uniek en kenmerkend voor een bepaalde periode. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen is het van belang om hier zorgvuldig mee om te gaan. Als hulpmiddel is een zogenaamde 'ordenkaart' opgesteld van de architectonische en stedenbouwkundige kwaliteiten van het gebied. De kracht van de kaart ligt in de samenhang tussen architectuur enerzijds en stedenbouw anderzijds. De ordenkaart heeft een signalerende functie. Op het moment dat het voornemen bestaat om ingrepen in de bebouwde omgeving van de wijk te doen plaatsvinden, is er inzicht in de aanwezigheid van panden met een bijzondere of monumentale architectuur.

Voor de architectonische kwaliteiten van aanwezige gebouwen zijn de volgende categorieën op de ordenkaart opgenomen:

  • eerste en tweede orde: beschermde (rijks- en gemeentelijke) monumenten, panden met monumentale architectuur en panden met een nadrukkelijke architectonische verbijzondering;
  • derde orde of na 1960: panden met architectonische meerwaarde en panden met een architectuur die kenmerkend is voor de betreffende periode.

Afbeeling 24 toont de ordenkaart. Hierop is te zien welke panden een bijzondere kwaliteit hebben Deze panden hebben op de verbeelding een conserverende bestemming gekregen, waarbij het bouwvlak om de bestaande bebouwing is gelegd. Op deze wijze wordt voorkomen dat de kwaliteit van panden geschaad kan worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002161-1501_0026.jpg"

Afbeelding 24: Ordenkaart