Plan: | Buitengebied noord en Kloosterstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002152-1401 |
Om bij bestemmingsplannen nieuwe bedrijfsmatige functies op milieuhygiënische aspecten te beschouwen wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Onder milieuzonering wordt verstaan een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven of inrichtingen en anderzijds milieugevoelige gebieden zoals woonwijken. Om het begrip hanteerbaar te maken wordt gebruik gemaakt van de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' van de VNG. De inhoud van de milieuzonering wordt bepaald aan de hand van drie bouwstenen, te weten richtafstandenlijst, omgevingstypen en functiemenging. In de richtafstandenlijst zijn bedrijven opgenomen, ingedeeld in milieucategorieën, waarbij per bedrijf is aangegeven wat de afstand tot een rustige woonwijk dient te zijn. Deze afstanden kunnen als basis worden gehanteerd, maar zijn indicatief. Er kan, afhankelijk van het omgevingstype, worden afgeweken van deze richtafstanden. Bij het omgevingstype 'gemengd gebied' kunnen de afstanden uit de richtafstandenlijst bijvoorbeeld met één afstandstap worden verminderd. Tenslotte geeft de Staat van Bedrijfsactiviteiten voor een functiemenging een overzicht van bedrijfsactiviteiten die vanuit oogpunt van hinder en gevaar goed inpasbaar zijn in gebieden met functiemenging, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. In het algemeen wordt in een nieuwe situatie door middel van het aanbrengen van een zonering tussen bedrijvigheid en woonbebouwing de eventuele overlast ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zo laag mogelijk gehouden. De publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' van de VNG is derhalve enkel bedoeld als hulpmiddel voor milieuzonering bij nieuwe ontwikkelingen. Hierbij dienen nieuwe bedrijven een passende locatie te krijgen in de nabijheid van woningen of nieuwe woningen worden op een verantwoorde afstand gesitueerd van bedrijven. De VNG-publicatie is niet bedoeld om bestaande situaties te beoordelen. Als op een bepaalde locatie bestaande woningen in de nabijheid van bestaande bedrijven liggen, dan is het niet de bedoeling om met genoemde VNG-publicatie de aanvaardbaarheid te toetsen.
Onderhavige plangebied – de Rosmalense polder en Kloosterstraat - wordt gekenmerkt door met name agrarische bedrijvigheid. Verspreid over het buitengebied bevinden zich tevens een aantal agrarisch ondersteunende en niet-agrarische bedrijven. Het onderhavige bestemmingsplan buitengebied is conserverend van aard en maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk anders dan de voortzetting van het reeds bestemde, huidige en/of vergunde gebruik. Een lijst van de aanwezige bedrijven/inrichtingen is opgenomen in de toelichting van dit bestemmingsplan. In relatie tot de reeds bestaande/vergunde situatie en rechten wordt ter plaatse van de Blokkenweg 4a, Kerkdijk 8 en 12 een “intensieve” agrarische bedrijfsbestemming opgenomen. Het agrarisch bedrijf aan de Blokkenweg 4a houdt sinds tientallen jaren in hoofdzaak varkens. De beide agrarische bedrijven aan de Kerkdijk houden sinds jaren geiten. Zowel het houden van varkens als geiten zijn “intensieve” agrarische activiteiten. De drie genoemde bedrijven zijn in werking volgens de daarvoor afgegeven bouw- en milieuvergunningen. Voor de geitenhouderijen gelden specifieke beperkende maatregelen die voortvloeien uit de Provinciale verordening ruimte. Overigens is het hanteren van de VNG-publicatie om de aanvaardbaarheid van deze situaties te toetsen hier niet aan de orde omdat het hier gaat om reeds bestaande en vergunde situaties. Voor dit soort agrarische bedrijvigheid geldt specifieke milieuregelgeving. Deze regels zijn onder meer geformuleerd in de Wet ammoniak en veehouderij, de Wet geurhinder en veehouderij en de Wet milieubeheer. In het kader van milieuvergunningverlening is aan deze regels getoetst. Ook voor overige bedrijven binnen het voorliggende conserverende plan geldt een milieuvergunning of melding Wet milieubeheer die is afgestemd op de huidige bestaande situatie waarbij toetsing aan de VNG-publicatie niet aan de orde is. Bij eventuele nieuwe gevoelige bestemmingen (woningen) en nieuwe bedrijfsmatige activiteiten zal worden getoetst aan de zoneringsafstanden uit de VNG-publicatie. Hiervoor dient dan een afzonderlijke ruimtelijke procedure (buitenplanse ontheffing) te worden doorlopen.