Plan: | Buitengebied noord en Kloosterstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002152-1401 |
Het komgebied is een grootschalig agrarisch productiegebied. In het gebied zijn, gezien de overige deelgebieden, relatief veel agrarische bedrijven aanwezig. In het gebied zijn in het verleden veel agrarische bedrijven ingeplaatst (verplaatst t.b.v. stedelijke uitbreiding). Het gebied grenst aan woongebied de Groote Wielen. Beide gebieden staan, zeker bij toekomstige uitbreidingen, op gespannen voet met elkaar. In de Rosmalense polder is de oorspronkelijke slagenverkaveling, hoewel minder fijnmazig, nog altijd herkenbaar. Opvallend is de duidelijk in het gebied te herkennen hoofdrichting: oostwestgerichte ontginningsassen met loodrecht daarop de verkaveling en verbindingswegen.
Actuale natuur en landschapswaarden
De Rosmalense polder maakt onderdeel uit van de Beerse Overlaat en bestaat uit zogenaamde komgronden. Kenmerkend is de openheid van de polder. Het landgebruik is vooral agrarisch en relatief intensief. Door het gebied lopen watergangen en een wetering. De agrarische bedrijven liggen verspreid door de polder en zijn indien van toepassing landschappelijk ingepast met streekeigen beplanting zoals es, populier, noot, els etc. De wegen zijn recht en soms voorzien van een laanbeplanting. De Rosmalense polder vormt samen met de aanliggend polders langs de Maas een groot poldergebied met zijn eigen kenmerkende eigenschappen.
In een landbouwgebied als de Rosmalense Polder zien we vooral weidevogels. Soorten als de Wulp, grutto, kievit, gele kwikstaart. Deze soorten maken gebruik van de agrarische percelen maar ook van de ruigere delen in de polder en de omgeving.
Floristische waarden vinden we vooral in de sloten en in de bermen en andere ruigere stukken. Door het intensieve gebruik van de agrarische percelen komen waardevolle flora hier zeer beperkt voor.
In de sloten is het voorkomen van planten vooral afhankelijk van de waterkwaliteit. De waterkwaliteit wordt vooral gekenmerkt door een voedselrijke situatie ten gevolge van de landbouwactiviteiten in de polder. Toch zijn er op enkele plekken ook kwelindicatoren als holpijp en dotterbloem te vinden. De natuurwaarde van bermen en ruigere stukken zijn relatief groot. Dit komt vooral omdat de rest van de polder intensief bewerkt wordt. De ruigere stukken worden daarom dankbaar gebruikt door insectensoorten, broedvogels etc. De gemeente houdt hier bewust rekening met deze waarde door uitgesteld te maaien.
Nabij de boerderijen zullen soorten als de steenuil, vleermuizensoorten en boerenzwaluwen voorkomen. Deze zijn gebonden aan bomen en gebouwen en maken gebruik van het omliggende cultuurlandschap.
De Hoefgraaf is een wetering die ook een functie als ecologische verbindingszone (EVZ) heeft. Deze is voor een groot deel al aangelegd door middel van een strook langs de wetering die is inrgericht als natuur. Ook zijn er twee stapstenen aanwezig, als kleine natuurgebiedjes langs de Hoefgraaf. De EVZ is gericht op soorten die afhankelijk zijn van moeras en water. Er zijn poelen aangelegd welke dienen als voortplantingsplaats voor amfibieen als de kamsalamander. Onbekend is of deze al in de poelen zitten. Wel zijn er soorten als de rietgors, blauwborst en rietzanger in de rietkragen aanwezig. De sloten en de wetering bevatten vis en vormen in het cultuurland een belangrijke broedplek voor moerasvogels.
Ten slotte heeft de Rosmalense polder een belangrijke functie als overwinterings en foerageergebied voor moerasvogels en roofvogels. Hoewel dit geen beschermde waarden zijn is dit toch van belang voor deze soortgroepen.