direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Buitengebied noord en Kloosterstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002152-1401

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Structuurvisie
3.3.1.1 Ruimtelijke Structuurvisie Stad tussen Stromen (2003)

In juni 2003 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de 'Ruimtelijke Structuurvisie' vastgesteld. Deze Ruimtelijke Structuurvisie heeft als onder-titel 'Stad tussen Stromen'. In deze ruimtelijke structuurvisie is de aandacht primair gericht op twee soorten stromen, te weten: 'groene' stromen die bepalend zijn voor de identiteit en duurzaamheid van 's-Hertogenbosch, en 'rode' stromen die zorgen voor de vitaliteit van de stad. Daarbij moeten ruimtelijke knelpunten in de stad worden opgelost terwijl tegelijkertijd nieuwe kansen ontstaan. De duurzame groenblauwe stromen door de stad, die worden gevormd door Dommel, Aa en Dieze, moeten de interne samenhang en de karakteristieke stedelijke structuur gaan versterken. De 'ondergrond' van water, bodem en cultuurhistorische relicten vormen de basis voor de duurzame ruimtelijke structuur en bepalen bijgevolg het kader voor duurzame veranderingen met behoud van de eigen Bossche identiteit. De hoofdinfrastructuur, essentieel voor de economische, technologische en sociaal-economische vitaliteit van de stad, wordt optimaal benut zonder de interne samenhang van de stad te belemmeren.

Deze visie geeft de gewenste toekomstige ruimtelijke hoofdstructuur van 's-Hertogenbosch weer, die is ontstaan door de duurzame structuur en de vitale structuur samen te voegen.

Op de ruimtelijke cascokaart van de structuurvisie zijn deze uitgangspunten voor dit gedeelte van het buitengebied als volgt vertaald:

Rosmalense Polder: groen consolidatiegebied, open landschap, stedelijke / regionale waterberging (gebied direct ten noord oosten van De Groote Wielen), landbouwontwikkeling (het gebied zoals dat als LOG is opgenomen in het reconstructieplan) en een gebied voor uitbreiding van wonen (De Blokken).

Hondsberg: groen consolidatiegbied, kleinschalig waardevol landschap.

Kloosterstraat: groen consolidatiegebied, open waardevol landschap. Het gebied bij de Meerse Plas is gereserveerd als uitbreiding voor bedrijvigheid.

3.3.1.2 Actualisatie structuurvisie 2012

Momenteel wordt gewerkt aan een actualisatie van de structuurvisie. Deze nieuwe structuurvisie zal in 2013 worden vastgesteld. In deze nieuwe structuurvisie wordt het volledig afzien of verkleining van het landbouwontwikkelingsgebied als uitgangspunt genomen.

Verder wordt een onderscheid gemaakt tussen groene consolidatie gebieden en groene transformatie gebieden.

3.3.1.2.1 Groene consolidatiegebieden

In groengebieden met een accent op 'consolidatie' is het beleid gericht op het behouden en versterken van de bestaande natuur- en landschapskwaliteit. Voorbeelden van dit soort gebieden zijn het Bossche Broek, de Moerputten, de Heinis en Hooge Heide. De maatregelen bij deze gebieden zijn:

  • Natuur- en landschapsbeheer
  • Kleinschalige natuurbouw
  • Aanleg recreatieve routes en voorzieningen
  • Verbrede landbouw
  • Rood voor groen
3.3.1.2.2 Groene transformatiegebieden

In groengebieden met een accent op 'transformatie' is het beleid gericht op het realiseren van nieuwe natuur- en landschapswaarden van formaat. Voorbeelden van dit soort gebieden zijn de Diezemonding, Landschapspark Zuid-Willemsvaart en de Vughtse Gement. Ook het uiterwaardengebied de Koornwaard ondergaat met de  uitmonding van het nieuwe kanaal en de sanering van de vuilstort een transformatie.  Maatregelen die daarbij horen zijn bijvoorbeeld:

  • Grootschalige omvorming van landbouw naar natuur;
  • Realisatie van nieuw stelsel van recreatieve routes en voorzieningen;
  • Volledige herinrichting van het watersysteem;
  • Rood voor groen op de schaal van het landschap.
3.3.1.3 Landbouwontwikkeling

In het plangebied is sprake van enkele grote intensieve veehouderijen. Dit zijn vrijwel allemaal vleesvarkenshouderijen van ca. 5.000-6.000 vleesvarkens. Tevens zijn er enkele grootschalige melkveehouderijen in het oostelijke plangebied aanwezig. In de toekomst kan het aantal grote intensieve veehouderijen in de gemeente licht toenemen. Grote intensieve varkenshouderijen zullen zijn geconcentreerd op bestaande bouwkavels ten oosten van de stad, mogelijk in een nog te ontwikkelen LOG (Landbouw Ontwikkelingsgebieden). Vooral het aantal dieren van al aanwezige, economisch rendabele, intensieve veehouderijen zal in de toekomst toenemen door de nieuwste geur reducerende technieken als luchtwassers.

Door vergaande schaalvergroting van intensieve veehouderij en een gewijzigd geurbeleid is een spanningsveld ontstaan tussen de gewenste verstedelijking en de ontwikkeling van het LOG ten oosten van De Groote Wielen. Realisering van dit LOG dreigt een goede stedelijke ontwikkeling te gaan verstoren, zowel van het vierde kwadrant van De Groote Wielen als van een mogelijk aan te leggen nieuwe wijk De Bunders. Ook beperkt het de mogelijkheid van de ontwikkeling van het lint Kruisstraat / Heeseind. De eventuele aanleg van een regionaal waterbergings- en waterzuiveringsgebied ten oosten van deze stadsuitbreiding wordt hierdoor bemoeilijkt. Bovendien vormt de schaalvergroting van de bedrijven een bedreiging van de karakteristieke openheid van de Maaskantpolder rond de Hoefgraaf.

Verkleining van het LOG is onvermijdelijk. Omzetting van (een deel van ) het gebied in verwevingsgebied met bedrijfsgericht maatwerk en met een maximale grootte van 1,5 ha lijkt het meest haalbaar. In het kader van zowel de actualisering van het regionaal uitwerkingsplan Waalboss 2009, alsook de Verordening Ruimte en het Ontwerp Structuurvisie Ruimte van de provincie is sterk aangedrongen op herbezinning van dit LOG in het Reconstructieplan Maas en Meierij.

3.3.2 Nota van uitgangspunten buitengebied 2007

In de nota van uitgangspunten voor het Buitengebied van december 2007 zijn voor de verschillende deelgebieden strategische doelen geformuleerd. Voor de Rosmalense polder (komgebied) luidt het doel: vertaling van de doorwerking van het reconstructieplan Maas en Meierij ten aanzien van de ontwikkeling van de intensieve veehouderij op duurzame locaties in het verwevingsgebied en agrarische bedrijven in het landbouwontwikkelingsgebied, behalve de gebieden Maasoevers en de Blokken die zoekgebieden zijn in het kader van de Discussienota Werk- en Woonlocaties. Ruimte bieden voor de ontwikkeling van nevenactiviteiten en verbrede landbouw, behalve in het landbouwontwikkelingsgebied en de zoekgebieden Maasoevers en de Blokken.

Voor het Sprokkelbosch, dat onderdeel uitmaakt van het deelgebied De Hooge Heide, is als strategisch doel geformuleerd: op basis van de gemeentelijke visie Hooge Heide de integratie tussen stad en land en het gebied als stedelijk uitloopgebied verder ontwikkelen met specifieke uitgangspunten voor de ontwikkeling in Sprokkelbosch, de Boszone Hooge Heide en de Landgoederenzone.

In de nota worden verder nog als bebouwingsconcentratie aangewezen de gebieden Hondsberg en Kruisstraat west en oost. Binnen deze bebouwingsconcentraties zijn verruimde ontwikkelingen mogelijk.

Hondsberg. Het streefbeeld voor de Hondsberg is dat de besloten zones in het bebouwingscluster verder kunnen worden verdicht of voor sanering/herbouw in aanmerking komen. Verdichting kan worden toegelaten daar waar de karakteristiek niet wordt aangetast. Bij verdichting van bebouwing hoeft niet alleen aan woningbouw te worden gedacht. Mogelijk kan ook (kleinschalige) bedrijvigheid ontwikkeld worden. De locatie is hiervoor aantrekkelijk gelegen nabij de kern en bosgebieden. Storende elementen of harde confrontaties als bedrijvigheid op de grens met het landschap dienen landschappelijk ingepast te worden door opgaande beplanting. Hierdoor wordt het contrast met de open akker versterkt. Oorspronkelijk in het gebied aanwezige houtwallen kunnen worden versterkt danwel teruggebracht.

Kruisstraat. Het streven is de open lintbebouwing tussen de kernen te handhaven. Karakteristieke elementen als bebouwingsterpen dienen gehandhaafd te blijven en de bijbehorende voorruimtes vrijwaren van ontwikkeling. Ook is het wenselijk de bestaande karakteristieke doorzichten naar het open landschap te handhaven en te vrijwaren van ontwikkeling. Storende elementen, zoals grote loodsen, dienen landschappelijk ingepast te worden met beplanting. Op voormalige agrarische bedrijfslocaties kunnen agrarische of argrarisch verwante functies overwogen worden. Dit past bij de bestaande menging van functies in het gebied. Het lint is daarbij tevens gunstig gelegen als ontsluitingsweg in het gebied.

Gelet op de discussie rondom de woon- werklocaties is het gebied Kloosterstraat niet opgenomen in de nota van uitgangspunten.

3.3.3 Groene Delta

Gemeenten (waaronder 's-Hertogenbosch), provincie, waterschappen en natuur- en landbouworganisaties hebben op 16 januari 2008 de samenwerkingsovereenkomst voor De Groene Delta ondertekend. Met de ondertekening wordt aan de hand van een concreet uitvoeringsprogramma de komende drie jaar 9 miljoen euro geïnvesteerd in groene projecten in en rondom 's-Hertogenbosch.

Het doel van De Groene Delta is te komen tot een samenhangend geheel van waardevolle water- en groengebieden in en rond de stad. Tegelijkertijd ontstaat daarmee een aantrekkelijk recreatiegebied voor de inwoners uit 's-Hertogenbosch en omgeving. De Groene Delta rust daarbij op vijf pijlers: natuur, water, landschap & cultuurhistorie, recreatie & landbouw. De realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is één van de hoofddoelen van De Groene Delta. Binnen De Groene Delta ligt de prioriteit bij het Bossche Broek, de Gement en de Moerputten. Tevens worden er diverse wandelroutes, ecologische verbindingszones en kleine landschapselementen aangelegd. Een aantal initiatieven kunnen mogelijk worden gemaakt op basis van het nieuwe bestemmingsplan, voor het overige zal een aparte planologische procedure worden gevolgd indien noodzakelijk.

3.3.4 Discussienota woon- en werklocaties

In de discussienota woon- en werklocaties (2007) zijn de deelgebieden De Blokken en Sprokkelbosch-oost (onderdeel van het plangebied Noord) benoemd als zoeklocaties voor grondgebonden woningbouw. Ook is in deze nota een heroverweging voor het bedrijventerrein Kloosterstraat beschreven. De aanduiding van dit gebied als toekomstig bedrijventerrein was al in een groot aantal nota's en studies opgenomen, zoals het uitwerkingsplan van het streekplan in 2002. De gemeenteraad heeft in januari 2009 een aantal moties aangenomen, waarin de gemeenteraad zich heeft uitgesproken over de discussienota. De locatie Sprokkelbosch - oost wordt vanwege de landschappelijke waarde afgewezen als nieuwbouwlocatie voor woningen. De raad heeft aangegeven dat nieuwbouw van 400 woningen (vanaf 2015) in de locatie noord-oosthoek (4e kwadrant) van De Groote Wielen wenselijk is. De raad heeft ook het gebied De Blokken als mogelijke locatie voor de bouw van nieuwe woningen genoemd. Over werklocaties spreekt de raad uit dat het gebied van Kloosterstraat niet meer in aanmerking komt voor te ontwikkelen bedrijventerrein.

3.3.5 Waterplan

Het doel van het Waterplan "Waterstad 's-Hertogenbosch" (14 juli 2009) is het bereiken van een veilig en een duurzaam watersysteem in en om 's-Hertogenbosch, waarbij zo goed mogelijk aan de wensen van alle belanghebbenden tegemoet wordt gekomen. Het Waterplan betreft een koepelplan voor alle waterzaken. Het gaat daarbij om de gewenste inrichting en het beheer van oppervlaktewater en grondwater, als ook om de afvoer van hemelwater en afvalwater.

Het Waterplan omvat het gemeenschappelijk beleid van gemeente en de waterschappen. Dit gemeenschappelijke beleid moet leiden tot een klimaatbestendig, robuust en mooi watersysteem in de Groene Delta. De bijdragen aan energiebesparing vanuit het watersysteem zijn verkend met het oog op de doelstelling om in 2050 als stad klimaatneutraal te zijn. Ambities zijn hierbij verwoord naar beleid op hoofdlijnen. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGrp) is het beleid ten aanzien van afvalwater, regenwater en grondwater verder uitgewerkt.

Het waterplan bevat een uitvoeringsprogramma met concrete projecten. Dit uitvoeringsprogramma is aan de hand van de volgende tien speerpunten samengesteld:

  • per deelgebied een visie op het watersysteem (waterstructuurplan);
  • gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef helderheid in taken partijen (NBW);
  • klimaatsadaptieve stadsontwikkeling;
  • water maakt 's-Hertogenbosch mooi;
  • visie op de ondergrond;
  • actieve participatie in regionale ontwikkelingen;
  • benutten van kansen in het watersysteem voor de energieneutrale stad;
  • uitvoeren van maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan;
  • uitvoeren overige maatregelen uit de waterprogramma's van het gebiedsproces;
  • werken aan water in West (de schop in de grond).

In hoofdstuk 7 'Waterparagraaf' worden de belangrijkste beleidsuitgangspunten voor het plangebied genoemd. Ook wordt hier ingegaan op de wijze waarop met water wordt omgegaan op de ontwikkelingslocaties.