direct naar inhoud van 12.1 Overleg
Plan: Buitengebied noord en Kloosterstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002152-1401

12.1 Overleg

12.1.1 Provincie Noord Brabant

Bij brief van 4 juli 2012 heeft de provincie een een reactie gegeven.

  • Bevordering van de ruimtelijke kwaliteit.

Het bouwen van een zwembad buiten het bouwvlak of bestemmingsvlak is in strijd met artikel 2.1. van de VR.

Commentaar:

Artikel 24.2 is komen te vervallen.

In de flexibiliteitsbepalingen is de kwaliteitsverbetering van het landschap als vereiste opgenomen. Verzocht wordt om in de toelichting aan te vullen met een nadere verantwoording van de verbetering van het landschap.

Commentaar:

Met name in de gebiedsbeschrijvingen van paragraaf 9.4. van de toelichting van het bestemmingsplan is een beschrijving gegeven van de kwaliteiten van de diverse deelgebieden van dit bestemmingsplan. Deze beschrijvingen bieden een goed handvat om ontwikkelingen te toetsen en te begeleiden. Voor het Sprokkelbosch gebied is een afzonderlijke structuurvisie opgesteld deze biedt een nog meer uitgewerkt toetsingskader. Voor het gebied Kloosterstraat wordt momenteel in samenwerking met de gemeente St Michielsgestel een plan voorbereid om de ecologische verbindingszone in het kader van de Groene Delta nader gestalte te geven.

Het ontwerp bestemmingsplan is verder aangevuld met een cultuurhistorische paragraaf en een daaraan gekoppeld toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

  • Ecologische hoofdstructuur

Aangedrongen wordt om alle gerealiseerde EHS/natuur als Natuur te bestemmen. Voor onderdelen van de EHS die zijn bestemd als Agrarisch, Water en Sport is geen adequate wijzigingsregeling naar de bestemming Natuur. Ook beschermingsregeling noodzakelijk middels en opname in de doeleindenomschrijving en een omgevingsvergunningstelsel.

In art 20 dient te worden opgenomen dat het zoekgebied voor de ecologische verbindingszone een breedte heeft van 25 m.

Commentaar:

De EHS in het plangebied betreft een perceel in de Rosmalense Polder en een poel in het midden van het motorcrossterrein aan de Meerse Plas. Beide terreinen moeten worden beschouwd als gerealiseerde EHS. In het ontwerp bestemmingsplan is hieraan de bestemming Natuur gegeven. Door de toevoeging van de bestemming Natuur is ook de in overige bestemmingen opgenomen wijzigingsregeling naar Natuur, mogelijk geworden.

Het zoekgebied voor ecologische verbindingszone is gelegen langs de Hoefgraaf en de Hertogswetering. Voor beide stroken is in het ontwerpbestemmingsplan de dubbelbestemming Waarde EVZ opgenomen. Bebouwing is binnen deze bestemming niet mogelijk terwijl middels een omgevingsvergunningstelsel het aanbrengen van verhardingen groter dan 100 m2 aan regels is gebonden.

  • Groenblauwe Mantel

Ten aanzien van de flexibilteitsbepalingen betreffende de groenblauwemantel is de voorwaarde opgenomen voor een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschapswaarde. Een nadere verantwoording ontbreekt echter in de toelichting.

Wijziging van Agrarisch Bedrijf naar een agrarisch-technisch en/of gerelateerd bedrijf binnen de GBM is strijdig met artt 11.6 en 11.7 van de VR voor zover het bestemmingsvlak groter is dan 5.000 m2 en hogere milieucategorie dan 2 bevat.

Commentaar:

In de toelichting van het bestemmingsplan is onder Hoofdstuk 9 een planbeschrijving gegeven per deelgebied. De toelichting is aangepast voorzover het betreft de GBM.

De regeling betreffende de agarisch-technische en/of gerelateerde bedrijven is aangepast conform de Verordening ruimte.

  • Cultuurhistorie

In het deelgebied Kloosterstraat en het deelgebied Noord zijn de cultuurhistorische waarden zoals die in de Verordening ruimte zijn opgenomen als cultuurhistorische vlakken, niet opgenomen en niet beschermd.

Bovendien wordt de gebiedsaanduiding cultuurhistorisch-landschappelijke waarde van art 3 op de verbeelding gemist.

Commentaar:

Met de invoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) d.d. 1 september 2007 en de voorgenomen modernisering van de monumentenzorg (MoMo) behoren nieuwe bestemmingsplannen te omschrijven hoe omgegaan dient te worden met cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplangebied. Ten behoeve van het bestemmingsplan Buitengebied Noord en Kloosterstraat is door de gemeente opdracht gegeven aan BAAC om een nader onderzoek naar deze aspecten te doen. De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in het aangepaste hoofdstuk 8 van de toelichting.

In de toelichting is een nadere inventarisatie van de in de verordening algemeen aangeduide cultuurhistorische waarden gedaan en is een specifieke afweging gemaakt naar de te beschermen waarden. Daarbij is er niet voor gekozen om voor het betreffende gebied een algemene aanduiding cultuurhistorisch vlak op de verbeelding op te nemen.

- Voor de Rosmalense Polder is vooral van belang de openheid omdat het een voormalig overlaat gebied is geweest. Bebouwingsmogelijkheden in het gebied zijn beperkt tot de bouwblokken. Dit is op de verbeelding en in de regels vastgelegd. Voor overige cultuurhistorische kwaliteiten zoals bestaande sloten, verkaveling en wegen bestaat geen aanleiding om te veronderstellen dat deze zullen worden aangetast. Mede gelet op het belang om de regelgeving tot het noodzakelijke te beperken is er daarom niet voor gekozen om hier beschermende regels voor op te nemen.

- Er is een bestemming agrarisch met waarden opgenomen op grond waarvan met name in Sprokkelbosch en Kloosterstraat, cultuurhistorisch waardevolle elementen middels een omgevingsvergunning worden beschermd;

- Enkele specifieke cultuurhistorische elementen zijn middels een specifieke aanduiding of bestemming nader beschermd.

  • Intensieve veehouderij

De in het plangebied aanwezige nertsenfokkerij dient als intensieve veehouderij te worden aangeduid.

In art. 3.4.1. dient de voorwaarde te worden opgenomen dat binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren, met uitzondering van een voliére voor scharrelkippen en legkippen.

In art 3.4.1 dient ten aanzien van een duurzame locatie een verantwoording met betrekking tot zuinig ruimtegebruik te worden opgenomen.

Commentaar:

De betreffende locatie is aangeduid met de specifieke aanduiding intensieve veehouderij nertsenfokkerij.

Art 4.2.1.is conform de Verordening ruimte aangepast.

  • Geiten en schapenhouderijen

In het bestemmingsplan dient een bijzondere vorm van veehouderij, zijnde geiten- en schapenhouderijen te worden opgenomen met een regeling die tegemoet komt aan de Verordening ruimte art 9.6. Hervestiging of omschakeling dient daarbij te worden uitgesloten.

In art 4.2.1.d dient de term intensief te worden geschrapt en de peildatum dient te worden aangepast aan art 9.6. VR.

Het verzoek tot uitbreiding van de geitenhouderij aan de Kerkdijk 12 is in strijd met de VR.

Commentaar:

De regeling betreffende de schapen- en geitenhouderijen is aangepast conform de provinciale reactie. Zoals aangegeven in de inspraak paragraaf is het verzoek tot uitbreiding van de geitenhouderij aan de Kerkdijk 12 afgewezen.

  • Niet-agrarische activiteiten buiten bestaand stedelijk gebied

Conform art 11.1.2 dient in art. 4.4.1. een voorwaarde te worden opgenomen betreffende de noodzaak van bedrijfswoningen.

Commentaar:

Art. 4.4.1. is conform de verordening aangevuld.

Conform art 11.1.3 a stelt de voorwaarde dat bij de bouw van een vervangende woning, de overtollige bebouwing dient te worden gesloopt. Art 12.4.2. van het bestemmingsplan dient daarop te worden aangepast.

Commentaar:

Art. 12.4.2. van het bestemmingsplan is conform de verordening aangevuld.

Art 1.63 van de begripsbepaling (ruimte voor ruimte regels) dient te verwijzen naar de Beleidsregel ruimte voor ruimte 2006 in plaats van het streekplan 2002.

Commentaar:

Art 1.63 is aangepast.

  • Retrospectieve toets

Voor het toepassen van het principe van zorgvuldig ruimtegebruik is het nodig om inzicht te hebben in welke ontwikkelingen het plan mogelijk maakt ten opzichte van vigerende planologische regelingen. Gevraagd wordt om inzicht te geven in de planologische aanvaardbaarheid van alle relevante (functie) veranderingen. Bij streekproefsgewijze controle viel op:

- bij de opgenomen woonbestemmingen ontbreekt het aantal toegestane woningen;

- voor een aantal percelen is de planologische situatie gewijzigd. Gevraagd wordt om daar inzicht in te geven. Het betreft de volgende percelen: Heeseindseweg 10, Eerste Hoefsteeg 5, Grintweg 19, Rosmalensedijk 10, Rosmalensedijk 4, Sprokkelboschstraat 2a.

Commentaar:

In het geldende bestemmingsplan buitengebied is geregeld dat per bouwperceel één woning is toegestaan. Deze regeling is in het nieuwe bestemmingsplan overgenomen.

Heeseindseweg 10. Dit bouwblok is vergroot doordat de reeds aanwezige mestsilo binnen het bouwvlak is gebracht. Dit sluit aan bij de nieuwe definitie van bouwvlak zoals die door de provincie in de provinciale Verordening ruimte is geïntroduceerd en zoals die ook in dit bestemmingsplan is overgenomen. Overigens is om deze reden voor meerdere percelen het bouwvlak uitgebreid.

Eerste Hoefsteeg 5. Het huisnummer Eerste Hoefsteeg 5 is niet bekend. Wel zijn voor de percelen Eerste Hoefsteeg 7 (vastgesteld 16 maart 2010), 6 (vastgesteld 22 januari 2008) en 9 (vastgesteld 22 januari 2008) met afzonderlijke procedures tot wijziging van het bestemmingsplan de bouwvlakken vergroot.

Grintweg 19. Ook voor het perceel Grintweg 19 is met een wijziging van het bestemmingsplan het bouwvlak vergroot (vastgesteld 6 april 2010).

Rosmalensedijk 10. Voor dit perceel is op 25 januari 2000 met toepassing van art 19 WRO jo 50 lid 8 WW een bouwvergunning verleend voor een woning met 2 bedrijfsgebouwen. Deze bouwvergunning is niet verwerkt in het geldende bestemmingsplan Buitengebied. Het nieuwe bestemmingsplan wordt aangepast op de bestaande bouwvergunning en de bestaande situatie.

Rosmalensedijk 4. Het betreft hier een agrarische bedrijfsbeëindiging. De eigenaar heeft verzocht de mogelijkheid te bieden om hier een bedrijfsbestemming te leggen conform art 11.6 lid 1 van de provinciale Verordening ruimte. Wijzigingsbevoegdheid opnemen dat wijziging naar Bedrijf eerst zal worden toegepast als aan voorwaarden van PV is voldaan.

Sprokkelboschstraat 2a. In het geldende bestemmingsplan Buitengebied zijn aan de oostzijde van de Sprokkelboschstraat 3 bouwpercelen opgenomen, waar op elk bouwperceel één woning kan worden gerealiseerd. Ten aanzien van de percelen Sprokkelboschstraat 2 en 2a zijn deze bestaande rechten overgenomen. Op de locatie Sprokkelboschstraat 2b is een woning met een manege aanwezig. Voor deze manege is met toepassing van art 19 WRO een bouwvergunning verleend. Deze situatie is in dit bestemmingsplan vastgelegd.

12.1.2 Waterschap De Dommel

Reactie: Aanwezige bebouwing in Kloosterstraat is niet aangesloten op verbeterd gescheiden rioolstelsel.

Commentaar: de betreffende passage uit de toelichting is geschrapt.

Reactie: In de waterparagraaf graag een korte toelichting op de aanwezigheid van het waterbergingsgebied en de beschermingszone natte natuurparel.

Commentaar: Voor het gebied zoals dat in de provinciale verordening Ruimte is aangeduid als waterbergingsgebied is in het bestemmingsplan een dubbelbestemming waterberging opgenomen. op deze wijze is het bergingsgebied voldoende beschermd.

In de toelichting van het bestemmingsplan is onder 4.1 nader ingegaan op de "natte" kwaliteiten van Kloosterstraat. Overigens bestaat de aanduiding natte natuurparel niet in de provinciale verordening Ruimte, maar is een groot gedeelte van het gebied aangeduid als groenblauwe mantel.

Reactie: graag de voorgestelde definitie voor water- en waterhuishoudkundige voorzieningen overnemen.

Commentaar: de definitie is overgenomen.

Reactie: Verzocht wordt om voor het reserveringsgebied waterberging, een beschermingsregime waterstaat- waterbergingsgebied op te nemen.

Commentaar: Artikel 5.3 van de provinciale Verordening ruimte voorziet in een regeling voor de bescherming van reserveringsgebieden voor waterberging. Dit bestemmingsplan is een conserverend plan waarin geen nieuwe ontwikkelingen of bebouwing is toegestaan. Op deze wijze wordt een reservering voor een eventuele waterberging niet in gevaar gebracht. Verder voorziet het bestemmingsplan niet in één van de onder art 5.3 lid 2 van de verordening genoemde ontwikkelingen in het reserveringsgebied. Een beschermingsregime voor een waterbergingsgebied, is voor een reserveringsgebied daarom niet noodzakelijk.

Reactie: Leggerwatergang DO 264 volledig als water bestemmen.

Commentaar: verzoek wordt overgenomen.

Reactie:Bosschebaan (N617) heeft een waterkerende functie, verzocht wordt dit als dubbelbestemming over te nemen.

Commentaar: verzoek wordt overgenomen.

Reactie: Verzocht wordt om de kade langs de A2 als dubbelbestemming meenemen, als bescherming van het Bossche Broek.

Commentaar: De bedoelde kade ligt buiten het bestemmingsplan gebied.

12.1.3 Waterschap Aa en Maas

Reactie: Verzocht wordt om de riooltransportleiding in het bestemmingsplan mee te nemen.

Commentaar: het verzoek wordt overgenomen.

Reactie: Verzocht wordt om in het bestemmingsplan het reserveringsgebied waterberging aan te geven.

Reactie: Artikel 5.3 van de provinciale Verordening ruimte voorziet in een regeling voor de bescherming van reserveringsgebieden voor waterberging. Dit bestemmingsplan is een conserverend plan waarin geen nieuwe ontwikkelingen of bebouwing is toegestaan. Op deze wijze wordt een reservering voor een eventuele waterberging niet in gevaar gebracht. Verder voorziet het bestemmingsplan niet in één van de onder art 5.3 lid 2 van de verordening genoemde ontwikkelingen in het reserveringsgebied. Een beschermingsregime voor een waterbergingsgebied, is voor een reserveringsgebied daarom niet noodzakelijk.

Reactie: Leggerwaterlopen. Verzocht wordt om in het bestemmingsplan, naast de leggerwaterlopen, een vrijwaringsstrook van 5 meter op te nemen ten behoeve van het beheer en onderhoud van de waterlopen.

Commentaar: De vrijwaringsstroken zijn al voldoende beschermd middels de keur van het waterschap. De gemeente probeert de regeldichtheid in bestemmingsplannen zoveel mogelijk te beperken en dubbele regelingen tegen te gaan. In het bestemmingsplan wordt daarom geen regeling voor de vrijwaringsstroken opgenomen.