direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd
Plan: Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002150-1501

Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, niet zijnde volumineuze detailhandel;
  • b. dienstverlening;
  • c. kantoren;
  • d. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van openbare dienstverlening (bijvoorbeeld een politiebureau), onderwijs, kinderdagverblijven, naschoolse opvang, bibliotheken, (para)medische voorzieningen, wijk- en buurtcentrum, praktijkruimtes en verenigingsleven met uitzondering van verenigingen/clubs waarvan redelijkerwijs (geluids)overlast te verwachten is zoals: auto- en motorclubs, schietverenigingen, carnavalsverenigingen en sportverenigingen niet zijnde denksportverenigingen en ondergeschikte horeca;
  • e. wonen in de vorm van woningen, niet zijnde woonwagens, en bijzondere woonvoorzieningen al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2' tevens voor horecabedrijven tot en met categorie 2 van de bij deze regels als bijlage behorende Staat van Horeca-activiteiten;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3' tevens voor horecabedrijven tot en met categorie 3 van de bij deze regels als bijlage behorende Staat van Horeca-activiteiten;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' zijn woningen en bijzondere woonvoorzieningen niet toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgesloten' is detailhandel niet toegestaan;
  • j. speelvoorzieningen;
  • k. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen, erven en terreinen;

met dien verstande dat de functies als genoemd onder a tot en met d, f en g uitsluitend zijn toegelaten op de begane grond.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.

7.2.2 Hoofdgebouwen

Binnen deze bestemming mogen hoofdgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak dat op de verbeelding is aangegeven;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij een maximum bebouwingspercentage is aangeduid, in dat geval mag het bouwvlak met de aanduiding van het maximum bebouwingspercentage worden bebouwd tot het betreffende percentage per bouwperceel;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
7.2.3 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen in de vorm van aan- of uitbouwen van het hoofdgebouw of in de vorm van vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen in de vorm van aan- of uitbouwen van het hoofdgebouw of in de vorm van vrijstaande bijgebouwen zijn toegestaan binnen het bouwvlak en binnen het achtererfgebied;
  • b. voor bijgebouwen in het bouwvlak gelden de regels van artikel 7.2.2;
  • c. voor bijgebouwen in het achtererfgebied, niet zijnde het bouwvlak, zijn de regels in 20.2.3 onder d van overeenkomstige toepassing.
7.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 1 meter voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn, vanaf de voet gemeten;
    • 2. 2 meter voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, vanaf de voet gemeten;
    • 3. 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de situering van het laden en lossen op het perceel.
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Afwijken met betrekking tot de parkeervoorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 7.2.1, mits:

  • a. de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien; en
  • b. de situering van de parkeerplaatsen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.
7.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'oppervlakte (m2) 350' mag de gezamenlijke vloeroppervlakte van detailhandel en dienstverlening niet meer bedragen dan 350 m2, met dien verstande dat:
    • 1. het vloeroppervlak van detailhandel mag niet meer bedragen dan 200 m2
  • b. gebruik van ruimten binnen de woning en in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. maximaal 35% van de oppervlakte van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen, tot ten hoogste in totaal 50 m2 mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van het bepaalde in sub c.
    • 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • 3. vergunningplichtige of meldingsplichtige activiteiten ingevolge de wet milieubeheer zijn niet toegestaan;
    • 4. er mag geen detailhandel plaatsvinden.