direct naar inhoud van 5.10 Cultuurhistorie
Plan: Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002150-1401

5.10 Cultuurhistorie

5.10.1 De ordenkaart

De inventarisatie van de wijk Noord beperkt zich tot de bebouwing van na 1965. In concreto tot de gebiedsdelen Orthen en Orthen-links. Hierbij is in grote lijnen gebruik gemaakt van een ordeningsmethode die in Amsterdam is opgezet voor een aantal laat negentiende en twintigste eeuwse wijken in die stad. In het kort houdt deze methode in dat alle panden in een wijk worden geordend op basis van hun architectuur. Onderscheiden worden vijf orden:

  • vijfde orde: panden met een architectuur die ingrijpend is verstoord danwel geen specifieke waarde vertegenwoordigd;
  • vierde orde: panden met een architectuur die kenmerkend is voor de betreffende periode;
  • derde orde: panden met een architectonische meerwaarde;
  • tweede orde: panden met een nadrukkelijke architectonische verbijzondering;
  • eerste orde: beschermde monumenten en panden met monumentale architectuur.

Deze inventarisatiemethode is meer gericht op een zo objectief mogelijke vaststelling van de bestaande architectonische kwaliteit dan op het in kaart brengen van eventueel bestaande monumentale waarden. Expliciet betekent dit, dat bouwhistorische, sociaal- en cultuurhistorische aspecten geen rol spelen in het ordeningsproces. Stedenbouwkundige kwaliteiten zijn wel een criterium, vooral met het oog op het uiteindelijke doel van de ordening: het inzichtelijk maken van stedenbouwkundige patronen. De architectonische kwaliteit van individuele panden kan worden versterkt door een stedenbouwkundig ensemble waarvan zij deel uitmaken. De stedenbouwkundige kwaliteiten binnen een wijk zijn geordend in zones.

  • vijfde orde: stedenbouwkundige structuur of ruimte zonder kwaliteit;
  • vierde orde: stedenbouwkundige structuur of ruimte met voor de betreffende periode kenmerkende kwaliteit;
  • derde orde: stedenbouwkundige structuur of ruimte met een kwalitatieve meerwaarde;
  • tweede orde: stedenbouwkundige structuur of ruimte met een bijzondere kwaliteit;
  • eerste orde: hoogwaardige stedenbouwkundige structuur of ruimte die de status heeft van beschermd stadsgezicht, of deze status zou moeten krijgen.

De inventarisatiemethode leidt tot een kaartbeeld waarin de stedenbouwkundige samenhang van de gebouwen in de verschillende categorieën goed tot uiting komt. Zo vormt de ordenkaart een welstandskaart die verder gaat dan de kwaliteit van afzonderlijke panden. Om de werkbaarheid van de kaart ten behoeve van toekomstige bestemmingsplannen te vergroten is tevens een kaartbeeld vervaardigd waarin de panden uit de eerste en de tweede orde zijn samengevoegd. De panden uit de overige orden zijn eveneens in één categorie ondergebracht waardoor de monumenten en de panden met een bijzondere architectuur sterker afsteken tegen de overige bebouwing. De ordenkaart is opgenomen in bijlage 2.

De ordenkaart heeft een signalerende functie. Op het moment dat het voornemen ontstaat om ingrepen in de bebouwde omgeving van de wijk te doen plaatsvinden, is er inzicht in de aanwezigheid van panden met een bijzondere of monumentale architectuur.

De ordenkaart is samengesteld na een verkenning van de wijk. Naast het in het veld categoriseren van de architectuur, is ook het daktype van de panden in de wijk geïnventariseerd. De nokrichting en de kapvorm van panden die ondergebracht zijn in de eerste vier orden, is op de kaarten weergegeven. Voor zover bekend zijn bouwjaren en de namen van de architecten van de verschillende panden bijeen gezocht. Deze informatie is in het kaartbeeld verwerkt.

5.10.2 Beknopte geschiedenis van Orthen

Orthen, thans een wijk van 's-Hertogenbosch, was in het verleden een zelfstandig dorp. Uit historische bronnen blijkt zelfs dat Orthen ouder is dan de stad 's-Hertogenbosch.

In de IJzertijd en de Romeinse Tijd moet het gebied rond Orthen al bewoond zijn geweest. Waar de naam Orthen vandaan komt, is niet geheel duidelijk. Eén van de theorieën is dat Orthen is afgeleid van 'Orduynen'. Dat komt dan van oord-duinen, een oord wat op een uitloper van de duinen zou zijn gesticht. Om geen last van het rivierwater te hebben, werden in het verleden nederzettingen op hoge en dus droge zandruggen gesticht.

De eerste schriftelijke vermelding van Orthen dateert uit 815. In een oorkonde schonk ene Alfer zijn bezittingen aan de abdij in het Duitse Lorsch. Deze bezittingen bestonden uit gronden liggende onder meer in Empel, Orthen, Rosmalen en Engelen. Orthen werd nogmaals genoemd in 850 toen ene Runfridus bezittingen, onder meer visvijvers te Orthen, wederom aan de abdij van Lorsch schonk.

Na verloop van tijd kwam Orthen in het bezit van Hendrik III, die tussen 1063 en 1079 graaf van Leuven was. Orthen werd toen als volgt omschreven: 'het landgoed Orthen met het daaraan verbonden personeel, erven, gebouwen en weiden, in kultuur gebrachte en woest gronden en de daarbij behorende jachtrechten, wateren en viswaters; alsmede de opbrengsten van dit alles'.

De toenmalige bevolking van Orthen hield zich dus voornamelijk bezig met landbouw en veeteelt, daarnaast zal ook de visserij een belangrijke rol in haar bestaan hebben gespeeld.

De oudste kaart waarop Orthen voor komt is van de hand van Jacob van Deventer en dateert uit 1545. Orthen is hierop afgebeeld als een dorp bestaande uit verspreide bebouwing waarin twee bewoningskernen zijn te onderscheiden. In het noorden ligt het eigenlijke Orthen met de kerk aan een dijk (later Orthense Maasdijk genaamd).

Hoe oud deze dijk is, die op kaarten ook wel werd aangeduid als 'Zeedijk', is niet duidelijk. Vermoedelijk bestond ze al grotendeels in de veertiende eeuw. De dijk vindt zijn aanvang nabij Orthen en loopt in oostelijke richting naar Rosmalen. Ter hoogte van Bruggen zet de dijk zich voort richting Kruisstraat en Nuland.

Het is niet bekend wanneer er voor het eerst een kerk in Orthen heeft gestaan, in ieder geval stond er een kerk in 1185, bij de stichting van 's-Hertogenbosch. Deze oudste kerk, tot 1413 de moederkerk van 's-Hertogenbosch, stond in de buurt van de huidige San Salvatorkerk. Tijdens de verschillende belegeringen van de stad 's-Hertogenbosch werd de kerk regelmatig verwoest.

De geschiedenis van het dorp Orthen is altijd nauw verweven geweest met de vestingstad 's-Hertogenbosch. Het dorp lag niet alleen in het schootsveld van 's-Hertogenbosch, maar ook in het inundatiegebied van de vesting. Kortom, Orthen had het in oorlogstijd zwaar te verduren.

Zo werd het dorp in 1505, 1512 en 1524 geheel door de Geldersen verwoest. Er moet daarna flink gebouwd zijn, want in 1526 telde Orthen alweer 61 huizen. Ook de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) bracht de Orthenaren veel ellende. In 1583 vluchtten alle inwoners van Orthen, op een paar hutbewoners na, naar 's-Hertogenbosch waar ze 25 jaar zouden verblijven. Na het beleg van 's-Hertogenbosch in 1629, waarbij de stad werd ingenomen, stonden er in Orthen alleen nog maar de kerk en vier huizen overeind. Maar het kon nog erger. Bij de inval in Nederland van de Fransen onder Lodewijk XIV werden in 1672 alle dijken in Orthen afgegraven, terwijl in 1673 de kerk en alle huizen werden afgebroken. De afgegraven grond werd naar de stad 's-Hertogenbosch vervoerd om daar de versterkingen mee op te hogen. Nadien waren de Orthenaren genoodzaakt hun huizen weer op te bouwen op de Dorpsdijk (Herven, Ketsheuvel en Orthen). Het aanzicht van Orthen veranderde hiermee: het dorp kreeg het karakter van een lintbebouwing langs de Orthense dijk en Engelse dijk naar het noorden (Hedel en Engelen), en langs de Ketsheuvel en Herven naar het oosten (Rosmalen).

Naast oorlogsgeweld werd het dorp ook een aantal maal getroffen door branden. In 1857 werden 17 woningen door brand verwoest. In 1886 brak er wederom brand uit waaraan de Sint Lambertuskerk, pastorie en 10 woningen ten prooi vielen. In de jaren daarna steeg het aantal inwoners en huizen langzaam. Tot 1945 is Orthen een klein dorp gebleven.

Bij de plannen voor de aanleg van de spoorlijn 's-Hertogenbosch naar Utrecht besloot men het tracé dwars door Orthen te laten lopen. De spoorlijn werd in 1867 aangelegd waarvoor er dertien woningen werden gesloopt. De eigenaars van deze woningen kregen een flinke vergoeding, hiermee bouwden zij nieuwe woningen. Een boerderij met het jaartal 1867 op de voorgevel herinnert daar nog aan.

Na de Tweede Wereldoorlog gaat Orthen een nieuwe fase in waarbij planmatige hele buurten werden bijgebouwd. In eerste instantie wordt vlak na de oorlog ten noorden van de begraafplaats een aantal noodwoningen gebouwd. Eind jaren veertig wordt vervolgens een terrein opgehoogd waarop in de loop van de vijftiger jaren woningen en winkels verrezen. Op datzelfde terrein wordt in de jaren 1955-1956 de San Salvatorkerk gebouwd.

Vrijwel direct na het gereedkomen van voornoemde uitbreiding werden plannen gemaakt voor een verdere uitbreiding, eveneens in noordelijke richting. Het betrof de bouw van een nieuwe wijk bestaande uit 300 tot 325 woningen waarvan 10 woningen met winkels. De wijk zou uit twee delen bestaan. In het zuidelijke deel zouden (rijtjes)huizen worden gebouwd voor arbeiders en middenstanders, terwijl in het noordelijke deel (vrijstaande) woningen voor de betere gesitueerden zouden verrijzen. De bebouwing in dit noordelijk deel werd verwezenlijkt in 1965 en later. Omdat het tijdens het veldonderzoek niet duidelijk werd welke panden vóór en ná 1966 waren gebouwd, zijn alle panden van deze uitbreiding in het onderzoek meegenomen.

Opvallend is dat beide buurten van elkaar worden gescheiden door een brede groenstrook. Dit terrein mocht niet bebouwd worden daar hier hoogspanningsleidingen lopen.