direct naar inhoud van 8.1 Vooroverleg
Plan: Herziening delen Maaspoort-Oud Empel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002143-1401

8.1 Vooroverleg

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan 'Herziening delen Maaspoort-Oud Empel' toegezonden aan:

  • 1. Provincie Noord-Brabant, Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving;
  • 2. VROM-Inspectie, Regio Zuid;
  • 3. Rijkswaterstaat Noord-Brabant;
  • 4. Waterschap Aa en Maas.

  • 1. Provincie Noord-Brabant, Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving
  • a. Delen van het plangebied zijn onderdeel van het cultuurhistorisch vlak 'Koornwaard'. In strijd met artikel 7.4 van de Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant zijn de cultuurhistorische waarden niet in de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Groen' opgenomen.

Aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Groen' is toegevoegd dat de als zodanig bestemde gronden zijn bestemd voor 'behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden'. In de omschrijving van de andere bestemmingen die onderdeel zijn van het cultuurhistorisch vlak is 'behoud van cultuurhistorische waarden' gewijzigd in 'behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden'.

  • b. De provincie is van mening dat verschillende kenmerken zoals beschreven in CHW2010 maar deels of onvoldoende zijn beschermd via de omgevingsvergunning. In het afwegingskader van de omgevingsvergunning is sprake van het inrichtingsplan natuur en landschap maar niet van cultuurhistorische waarden.

De bestemming 'Agrarisch met waarden' is in het ontwerpbestemmingsplan afgestemd op de overeenkomstige bestemming in andere bestemmingsplannen van de gemeente 's-Hertogenbosch. De gronden met deze bestemming zijn aangeduid als 'cultuurhistorisch waardevol gebied', dat wil zeggen bestemd voor behoud, herstel en ontwikkeling van de landschapswaarden in het algemeen en voor cultuurhistorisch waardevolle gebieden in het bijzonder. In het omgevingsvergunningenstelsel van de bestemming Natuur is opgenomen dat sprake moet zijn van een inrichtingsplan voor natuur, landschap en cultuurhistorie en dat de omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden slechts toelaatbaar zijn als de landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast.

  • 2. Vrom-Inspectie, Regio Zuid / 3. Rijkswaterstaat Noord-Brabant
  • a. In de externe-veiligheidsparagraaf geeft de gemeente 's-Hertogenbosch aan dat de Maas als gevolg van beperkte transportintensiteiten ter hoogte van 's-Hertogenbosch geen PR-contour kent. Dit is onjuist. De VROM-Inspectie verwijst naar het ontwerp Basisnet Water dat eind 2008 aan de Tweede Kamer is aangeboden. De VROM-Inspectie verzoekt om het bestemmingsplan op grond van het bovenstaande te actualiseren.

In de paragraaf over externe veiligheid in het ontwerpbestemmingsplan wordt verwezen naar het ontwerp Basisnet Water. De Maas wordt hierin aangeduid als een belangrijke vaarweg waarover frequent vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Gebleken is dat bij de Maas de plaatsgebonden risicocontour niet buiten de waterlijn komt. Hiermee wordt ter plaatse van (beperkt) kwetsbare objecten voldaan aan het wettelijk vereiste basisbeschermingsniveau.

  • b. Rijksweg A59 loopt door het plangebied. Op dit moment zijn er geen plannen voor verbreding van deze rijksweg maar dat kan in de toekomst veranderen. Namens de wegbeheerder wijst de VROM-Inspectie er op dat investeringen in de rijksweg naar verwachting een (nog) lagere prioriteit krijgen als, door bouwplannen dicht langs deze weg, de ruimte voor wegverbredingen beperkt is en daardoor de kosten van toekomstige wegverbredingen hoger worden. Daarom verzoekt de VROM-Inspectie, met verwijzing naar de Structuurvisie Ruimte, om een vrijwaringszone van 35 meter vanuit de kant van de huidige weg aan te houden. Dit, om toekomstige wegverbredingen niet onmogelijk dan wel onmogelijk duur te maken. De VROM-Inspectie verzoekt om deze vrijwaringszone aan te geven op de verbeelding en om in de regels op te nemen dat:
    • 1. binnen deze zone geen bouwwerken zijn toegestaan die een toekomstige uitbreiding van de rijkswegen kunnen belemmeren;
    • 2. voor de vrijwaringszone geldt dat nieuwe ontwikkelingen slechts kunnen plaatsvinden na een verklaring van geen bezwaar van de wegbeheerder.

Aan de vrijwaringszone kan bijvoorbeeld wel de bestemming 'Groen' of 'Natuur' worden toegekend. De VROM-Inspectie verzoekt ook om een overlegzone van 75 meter vanuit de kant van de weg op te nemen. Bij nieuwe ontwikkelingen binnen deze zone moet in dat geval overleg worden gevoerd met Rijkswaterstaat om ook toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ruimte en mobiliteit goed elkaar te blijven afstemmen.

Rijksweg A59 ligt niet in het plangebied. In de strook van 35 meter vanuit de kant van de A59 zijn de gronden bestemd voor Natuur en Water. In de bestemming Natuur zijn - buiten het bouwvlak bij de eendenkooi - geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. In de bestemming Water zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding toegestaan. Omdat in de strook van 35 meter vanuit de kant van de A59 sowieso niet of nauwelijks bouwmogelijkheden zijn, is (de aanduiding van) een vrijwaringszone niet nodig. In de strook van 75 meter vanuit de kant van de A59 zijn de gronden bestemd voor Natuur, Water en Recreatie. In de bestemming Recreatie zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot 3 meter hoog toegestaan. Vanwege de beperkte bouwmogelijkheden is ook (de aanduiding van) een overlegzone niet nodig. In de bestemming Recreatie is echter ook een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor een gebouw voor maatschappelijke en/of recreatieve voorzieningen. De afwijkingsbevoegdheid ligt voor een klein deel in de strook van 75 meter vanuit de kant van de A59. Daarom is aan de afwijkingsbevoegdheid de voorwaarde verbonden dat het bevoegd gezag overleg pleegt met de beheerder van de rijksweg A59.

  • a. Op 22 december 2009 is het Nationaal Waterplan vastgesteld. Dit plan geeft in hoofdlijnen aan welk beleid het rijk in de periode 2009-2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon drinkwater en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiervoor worden genomen. Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van de Waterwet en heeft op basis van de Wet ruimtelijke ordening de status van 'structuurvisie'. De VROM-Inspectie verzoekt om de toelichting hierop aan te passen.

Aan de toelichting op het ontwerpbestemmingsplan is de paragraaf 'Nationaal Waterplan' toegevoegd met een korte beschrijving van dat plan.

  • b. De begrenzing van het waterbed komt niet overeen met de begrenzing op de kaarten behorende bij de Beleidsregels grote rivieren (Bgr). Op 17 december 2009 zijn de meest recente kaarten in werking getreden. Ik verzoek u dan ook de begrenzing aan te passen.

In het ontwerpbestemmingsplan is de begrenzing van de dubbelbestemming 'Waterstaat- Waterstaatkundige functie' aangepast aan de meeste recente kaarten bij de Beleidsregels grote rivieren. Ook de toelichting op de Beleidsregels grote rivieren is hierop aangepast.

  • c. In de toelichting op de Beleidsregels grote rivieren wordt een relatie gelegd met de Wet beheer rijkswaterstaatwerken. Het 'natte' deel van de Wet beheer rijkswaterstaatwerken is opgegaan in de Waterwet. De inspectie verzoekt om de toelichting hierop aan te passen.

In het ontwerpbestemmingsplan is de toelichting op de Beleidsregels grote rivieren ook hierop aangepast: 'Wet beheer rijkswaterstaatwerken' is gewijzigd in 'Waterwet'.

  • d. De Maas maakt deel uit van het basisrecreatietoervaarnet. De VROM-Inspectie verzoekt om aan de betekenis van de aanduiding 'vaarweg' binnen de bestemming 'Water' recreatievaart toe te voegen.

Aan de regels met betrekking tot de aanduiding 'vaarweg' is 'recreatievaart' toegevoegd.

3. Waterschap Aa en Maas

  • a. Een deel van het plangebied is volledig (als beschermingsgebied natte natuurparel) of beperkt hydrologisch beschermd op de basis van de Keur van Waterschap Aa en Maas. Deze gebieden zijn op de verbeelding aangeduid als 'Natuur' met uitzondering van een gebiedje ten zuiden van de Noorderplas dat is bestemd als 'Recreatie' in plaats van 'Natuur'. Het waterschap verzoekt dit ook te wijzigen in 'Natuur'.

Het bestemmingsvlak van de bestemming Natuur is met het bedoelde gebied uitgebreid.

  • b. Vanwege de directe relatie met de Keur verzoekt het waterschap ook aan te geven dat voor een omgevingsvergunning advies bij het waterschap moet worden ingewonnen.

Het omgevingsvergunningenstelsel in de bestemming 'Natuur' dient ter bescherming van het behoud, herstel en ontwikkeling van aldaar voorkomende of daaraan eigen natuurwaarden en landschappelijke waarden. De belangen van het waterschap in het kader van de Keur worden met een watervergunning gewaarborgd.

  • c. Het waterschap adviseert ten aanzien van de leggerwatergangen voor keurzones een (signalerings)aanduiding in de verbeelding op te nemen. Hiermee kan het onderhoud door het waterschap aan de watergangen beter worden gewaarborgd.

In het plangebied liggen geen (keurzones rond) leggerwatergangen.

  • d. Voor de meeste bestemmingen zijn in de bestemmingsomschrijving 'water en waterhuishoudkundige voorzieningen' opgenomen. Voor een aantal bestemmingen is dit niet het geval. Het waterschap gaat ervan uit dat hierin een bewuste keuze is gemaakt. Voor zover dit niet het geval is, adviseert zij dit te controleren voor de bestemmingen 'Agrarisch-Agrarisch bedrijf' (artikel 3), 'Horeca' (artikel 7) en 'Maatschappelijk' (artikel 8).

Hoewel de aanleg van water of waterhuishoudkundige voorzieningen in de bestemmingen 'Agrarisch-Agrarisch bedrijf' (artikel 3), 'Horeca' (artikel 7) en 'Maatschappelijk' (artikel 8) onwaarschijnlijk is, zijn water en waterhuishoudkundige voorzieningen in de omschrijving van deze bestemmingen als aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen opgenomen.

  • e. In het kader van beheer en onderhoud verzoekt het waterschap om bij de bouw- en inrichtingswerkzaamheden op het perceel Empelse Schans 2 erop toe te zien dat het onderhoud van de leggerwatergang ongehinderd door het waterschap kan worden voortgezet.

Op het perceel Empelse Schans 2 zijn geen bouw- en inrichtingswerkzaamheden voorgenomen.