direct naar inhoud van Artikel 18 Waterstaat - Waterkering
Plan: Herziening delen Maaspoort-Oud Empel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002143-1401

Artikel 18 Waterstaat - Waterkering

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterkering, met dien verstande dat het belang van waterkering prevaleert boven de andere daar voorkomende bestemmingen.

18.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van waterkering;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • c. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan ten behoeve van andere bestemmingen voor zover deze met de bestemming Waterstaat - Waterkering samenvallen.
18.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2 onder c voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn slechts toelaatbaar als de waterkerende functie en/of het waterkerende vermogen van de waterkering niet onevenredig worden aangetast, rekening houdend met de Beleidsregels grote rivieren;
  • b. het bevoegd gezag wint vooraf schriftelijk advies in van de beheerder van de waterkering.
18.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik van gronden en gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
18.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 18.4 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.