direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd
Plan: Eikendonk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002133-1501

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlening;
  • b. kantoren;
  • c. ambachtelijke bedrijvigheid;
  • d. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel (dh)';
  • e. horecabedrijf in de categorie 2, zoals genoemd in de bij deze regels als bijlage behorende Staat van horeca-activiteiten, met vloeroppervlakte van maximaal 80m2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2 (h=2)';
  • f. horecabedrijf in de categorie 2 en/of 3, zoals genoemd in de bij deze regels als bijlage behorende Staat van horeca-activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3 (h=3)';
  • g. maatschappelijke voorzieningen tot maximaal 80m2 ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk (m)';
  • h. detailhandel op de verdieping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - op verdieping (sdh - dov)';
  • i. wonen;
  • j. autostalling en bergingen ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage (pg)';
  • k. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen, erven en terreinen;

met dien verstande dat de functies als genoemd onder a tot en met f uitsluitend zijn toegelaten op de begane grond.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.

4.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak en in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd;
  • b. bouwvlakken mogen voor 100% worden bebouwd, tenzij anders aangegeven in de bestemming;
  • c. de bouwhoogte zoals aangeduid in de bestemming, mag niet worden overschreden;
  • d. de goothoogte zoals aangeduid in de bestemming, mag niet worden overschreden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal woningen op de verdiepingen niet meer bedragen dan aangeduid in de bestemming;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals ten dienste van een fietsenberging en dergelijke, buiten het bouwvlak alleen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m2 per bouwperceel; de bouwhoogte van deze gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • b. terrein- en erfafscheidingen mogen vanaf de voet gemeten maximaal 1 meter hoog zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen.
4.2.4 Bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bepalingen zoals opgenomen in 8.2.3, 8.2.4, 8.4.2 en 8.4.3 zijn ten behoeve van de woonfunctie van overeenkomstige toepassing.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de situering van het laden en lossen op het perceel.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Ontheffing met betrekking tot de parkeervoorzieningen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 4.2.1, mits:

  • a. de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien; en
  • b. de situering van de parkeerplaatsen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.
4.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Als met het plan strijdig gebruik wordt in ieder geval bedoeld het gebruik van de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag wijkt bij een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 4.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.