| Plan: | Citadellaan - Willem van Nassaulaan |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | projectbesluit |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002129-1401 |
Onderstaand beleid voor integraal waterbeheer en de toepassing ervan in het bouwplan zijn opgesteld na samenspraak met het Waterschap Aa en Maas, in het kader van het watertoetsoverleg. Integraal waterbeheer beoogt een duurzaam en veerkrachtig watersysteem waarbij kansen worden benut en functies zoveel mogelijk worden gecombineerd. De beleidsdoelen voor integraal waterbeheer zijn door de gemeenteraad op 14 juli 2009 vastgesteld in de nota Waterstad 's-Hertogenbosch. Het is een visiedocument dat is onderschreven door de verschillende actoren op het gebied van water in en rondom de stad. De nota beschrijft de wijze waarop 's-Hertogenbosch een mooi, robuust en klimaatbestendig watersysteem zal houden, nu en in de toekomst.
Het waterbeheerplan van het Waterschap Aa en Maas uit 2010 beschrijft de hoofdlijnen voor het te voeren beleid voor de periode 2010-2015, met een doorkijk naar 2027. Hierin zijn acht uitgangspunten geformuleerd:
In ruimtelijke plannen van de gemeente 's-Hertogenbosch worden bovenstaande uitgangspunten zoveel mogelijk meegenomen in de planvorming.
Huidige situatie
De bodemgesteldheid van de locatie van het bouwplan is beschreven in paragraaf 3.10. Wat betreft het oppervlaktewater ligt de locatie in het afwateringsgebied 'De Muntel'. Binnen en grenzend aan de locatie zelf liggen geen watergangen. Aan de zuidzijde van De Muntel bevindt zich de huidige stadsgracht: de rivier Aa. De waterstand in deze rivier is meestal 2,20 meter +NAP maar kan bij extreme regenval en hoge Maaswaterstanden - eens in ongeveer 100 jaar - oplopen tot circa 5,00 meter +NAP. Het grondwater bevindt zich op circa 3,0 meter beneden maaiveld maar door regionale kwel fluctueert dit peil sterk. De locatie ligt in een infiltratiegebied maar niet in een grondwaterbeschermingsgebied. Het huishoudelijk afvalwater afkomstig van de bestaande bebouwing is aangesloten op het gemengde rioleringsstelsel. Dit gemengde stelsel stamt uit 1979 en is nog niet aan vervanging toe.
Toepassing integraal waterbeheer in het bouwplan
De locatie van het bouwplan is momenteel voor circa 70% bebouwd. Het resterende oppervlak is verhard met stoeptegels en klinkers. Omdat de locatie in een dichtbebouwd gebied met weinig groenzones ligt, zijn de kansen voor water(berging) er relatief gering. Met het bouwplan neemt het verharde oppervlak toe met 1.164 m2, wat leidt tot een waterbergingsopgave van 46 m3.
In het licht van de doelstelling om hydrologisch neutraal te ontwikkelen wordt het bestaande verharde oppervlak afgekoppeld van de riolering, zodat met het bouwplan de locatie ten aanzien van haar waterhuishouding nagenoeg zelfvoorzienend kan worden. De locatie wentelt met het bouwplan zo haar waterbergingsopgave niet of nauwelijks meer af op haar omgeving. Het afkoppelen van deze 2.526 m2 verharding zorgt volgens de HNO-tool voor een extra waterbergingsopgave van 38 m3. De totale bergingsopgave komt daarmee op 84 m3, afgerond 90 m3.
De waterbergingsopgave van afgerond 90 m³ wordt opgelost door een infiltratievoorziening onder de parkeerplaatsen waarin het hemelwater dat op de daken valt, wordt opgevangen. Voor meer heftige buien kan een overstort op het gemengde rioleringsstelsel worden gebruikt of berging op straat tussen de stoepranden. In het bouwplan wordt het hemelwater gescheiden van het huishoudelijk afvalwater. Dit water wordt naar de infiltratievoorziening gebracht, waar het grotendeels zal infiltreren. Er wordt een overloop aangelegd, afgestemd op het te verwachten hemelwateraanbod. In de toekomst kan een gescheiden hemelwaterafvoer op de overloop worden aangesloten. In de nieuwe situatie zal het huishoudelijk afvalwater worden afgevoerd via het gemeentelijke gemengde rioleringsstelsel.
Om vervuiling van het (grond)water te voorkomen dienen de contactoppervlakken geen uitlogende materialen te bevatten (bijvoorbeeld zinken dakgoten).