Plan: | Kom Engelen - Haverleij |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002119-1401 |
Het plan is in het kader van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegestuurd aan:
Een schriftelijke reactie is ontvangen van:
Vooroverlegreactie 1
Tennet deelt mee dat binnen het plangebied een 150 kV-bovengrondse hoogspanningsverbinding Waalwijk - 's-Hertogenbosch is gelegen, die is belemmerd met een zakelijk recht van 25 meter ter weerszijden van de hartlijn van de hoogspanningsverbinding. Tennet verzoekt om artikel 22 Leiding - Hoogspanningsverbinding van de regels aan te passen c.q. aan te vullen met voorgestelde teksten. Het gaat om 22.2 (aanpassing), 22.3 en 22.5 sub a (aanvullingen). Tennet verzoekt om zijn belangen binnen de beschermde strook te beschermen, aangezien hij bij de wet is aangewezen als beheerder van de Nederlandse 150 kV en 380 kV-hoogspanningsnet.
Gemeente heeft naar aanleiding van deze reactie de regels van het ontwerpbestemmingsplan, van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding (artikel 22) aangepast en aangevuld conform het verzoek van Tennet.
Vooroverlegreactie 2
Rijkswaterstaat geeft aan voor de (voormalige) (dienst)woningen aan Graaf van Solmsweg 12 en 14 te 's-Hertogenbosch, nabij de sluis Henriëttewaard zich een bijzondere situatie voordoet, omdat nummer 14 op naam van het Ministerie I&M (Rijkswaterstaat) staat en nummer 12 op naam van Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB). Rijkswaterstaat licht toe dat er een bestuurlijke toezegging gedaan is door het bestuur van Rijkswaterstaat dat de huidige bewoners daar mogen blijven wonen tot anders door henzelf gewenst. De voormalige dienst der Domeinen, thans RVOB, heeft hiertoe een huurovereenkomst opgesteld. Een sloop van de woningen is na afloop van bewoning nog wel mogelijk, maar door deze omstandigheid niet in tijd te bepalen. Na beëindiging van bewoning is in beginsel sloop weer noodzakelijk in verband met de bebouwingsvrije vrijwaringszone rond het kanaal. Ook het RVOB verzoekt de bestemming Wonen in stand houden om in de toekomst verhuur of verkoop mogelijk te houden. Rijkswaterstaat verzoekt ook namens RVOB om de bestaande situatie en de huidige bestemming in stand te laten.
Gemeente heeft in het ontwerpbestemmingsplan de twee woningen aan de Graaf van Solmsweg 12 en 14 alsnog bestemd tot 'Wonen'. Het overgangsrecht in een bestemmingsplan is ervoor bedoeld om rekening te houden met bestaande belangen van zowel bestaande bouwwerken als bestaand gebruik. Indien bestaand gebruik van in het plan begrepen gronden wordt beschouwd als strijdig met een goede ruimtelijke ordening, kan dat gebruik onder het overgangsrecht worden gebracht. Dit betekent dat het desbetreffende gebruik van de gronden, hoewel dit niet wordt gezien als het meest wenselijke gebruik, gedurende de planperiode nog wel is toegestaan. Het streven is gericht op beëindiging van dit gebruik en realisatie van de bestemming die aan de gronden is toegekend. Met het overgangsrecht wordt derhalve beoogd een tijdelijke situatie te overbruggen totdat de gewenste bestemming wordt verwezenlijkt. Het is niet bedoeld voor gebruik dat niet binnen de planperiode zal worden beëindigd. Het voor de tweede keer onder het overgangsrecht brengen van deze situatie zou in strijd zijn met de rechtszekerheid en met een goede ruimtelijke ordening. Uit de vooroverlegreactie blijkt namelijk dat niet kan worden aangetoond dat het gebruik als woning binnen de planperiode van 10 jaar zal worden beëindigd.
Vooroverlegreactie 3
a. Waterschap verzoekt de begrenzingen van het bestemmingsplan aan te passen aan de bestemmingsplanbegrenzing van het bestemmingsplan Hoogwater 's-Hertogenbosch (HOWABO).
Het plangebied van het ontwerpbestemmingsplan is aangepast op de planbegrenzing van het bestemmingsplan Hoogwater 's-Hertogenbosch.
b. Waterschap verzoekt ontwikkelingen zoveel mogelijk te kwantificeren. Zij vermeldt daarbij dat indien dit niet mogelijk is, uitgangspunt 4 uit paragraaf 6.2 volstaat. Waterschap benoemt dat voor herstructureringen het hemelwaterbeleid van Waterschap hanteert. Zij zet uiteen dat verhard oppervlak dat is aangesloten op het gemengd rioolstelsel en wordt vervangen door nieuwe verharding dient te worden afgekoppeld. Dit betekent dat deze verharding met 15 mm dient te worden gecompenseerd. Waterschap geeft daarbij aan dat zij HNO conform haar HNO-tool adviseert. Indien sprake is van extra verhard oppervlak ten opzichte van de oorspronkelijke situatie, verzoekt het Waterschap op basis van haar hemelwaterbeleid deze extra oppervlakte aanvullend HNO uit te voeren. Het Waterschap adviseert deze informatie in de toelichting op te nemen.
De tekst van het voorontwerp bestemmingsplan geeft in hoofdstuk 4.1 en 4.2 aan welke "ontwikkelingen" mogelijk zijn. Het betreft functieveranderingsmogelijkheden en bouwmogelijkheden die al zijn toegestaan op basis van het vigerende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan 'Kom Engelen - Haverleij' legt de situatie vast die feitelijk dan wel juridisch-planologisch bestaat. Op dit moment zijn de oppervlakken van deze "ontwikkelingen" nog niet bekend en is het dus ook nog niet mogelijk om de exacte wateropgave vast te stellen. De tekst geeft al wel duidelijk weer dat er bij een toename van het verharde oppervlak een wateropgave ontstaat. In dit stadium volstaat dat.
c. Waterschap merkt op dat de primaire waterkeringen in de regels zijn opgenomen, maar niet in de verbeelding en de toelichting. Zij verzoekt het plan hierop aan te passen. Bovendien verzoekt zij de regionale waterkeringen in het plan op te nemen. Waterschap vraagt voor beide waterkeringen alle zoneringen een dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' in het plan op te nemen.
Gemeente bevestigt dat de primaire waterkeringen in het voorontwerpbestemmingsplan niet op de verbeelding waren opgenomen. Dit was omdat de precieze ligging ervan niet bekend was. De kaarten waren tijdelijk van de site gehaald. De verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan is aangepast door de primaire en regionale waterkeringen met bijbehorende bestemming 'Waterstaat - Waterkering' op te nemen.
d. Waterschap vraagt voor primaire en regionale waterkeringen een wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor beperkte afwijkingen. Daarnaast verzoekt zij binnen de bestemming een bouwverbod met afwijkingsbevoegdheid op te nemen. Tevens meldt zij dat de uitvoering van werken niet rechtstreeks mogelijk mogen worden gemaakt, maar altijd via een omgevingsvergunning. Waterschap verzoekt in dat kader een adviesverplichting voor het Waterschap op te nemen.
Gemeente zal het verzoek om een algemene wijzigingsbevoegdheid niet inwilligen. Een dergelijke algemene wijzigingsbevoegdheid voor "beperkte afwijkingen (gedeeltelijke verleggingen)" is niet objectief begrensd, indien dit niet op een kaart kan worden begrensd (om welk gebied gaat het) en bovendien niet duidelijk is onder welke voorwaarden dit mag plaatsvinden. Een wijzigingsbevoegdheid dient objectief begrensd te zijn. Indien in de toekomst het nodig is om de ligging van de waterkering te veranderen, dient dit met een aparte juridisch-planologische procedure mogelijk te worden gemaakt.
f. Waterschap merkt op dat niet alle leggerwatergangen zijn opgenomen in de verbeeldingen. Zij verzoekt gemeente dit te controleren. Daarnaast verzoekt Waterschap een onderhoudsstrook (beschermingszone) van 5 meter aan beide zijden van de leggerwaterlopen weer te geven met de aanduiding 'vrijwaringszone-watergang' met de opmerking dat deze gronden ter plaatse mede bestemd zijn voor het beheer en onderhoud van de waterloop.
Gemeente heeft aanleiding van dit verzoek de leggerwatergangen gecontroleerd. De leggerwatergangen die nog niet op de verbeelding waren weergegeven met de bestemming 'Water', hebben alsnog de bestemming 'Water' gekregen. Gemeente neemt de onderhoudsstrook niet op op de verbeelding van het bestemmingsplan. Zeker in de bebouwde kom van Engelen is deze tweezijdige strook niet overal beschikbaar. Alle leggerwaterlopen in het gebied zijn eigendom van het Waterschap, voor enkele waterlopen voert de gemeente het beheer en onderhoud uit. Bij de meeste leggerwaterlopen in de gemeente eigenaar van de taluds. Nog belangrijker is echter dat hiervoor geldt hetgeen in de Keur is bepaald.
g. Waterschap verwijst naar de door het Waterschap geplande natuurvriendelijke oevers aan nog nader te bepalen zijde van de leggerwaterloop. Zij verzoekt om voor deze zones 'natuur' in de bestemmingsomschrijving op te nemen, of een wijzigingsbevoegdheid naar natuur. Zij vraagt om hiervoor 10 meter te reserveren (incl. beschermingszone 5 meter).
De gronden waar de geplande natuurvriendelijke oevers zijn ingetekend en die binnen het plangebied van onderhavig bestemmingsplan liggen, hebben de bestemming 'Natuur', dan wel liggen binnen de aanduiding 'ecologische verbindingszone'. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast.
h. Waterschap verzoekt om alle riooltransportleidingen op de verbeelding op te nemen. Zij adviseert de riooltransportleiding inclusief een vrijwaringszone van 3,5 meter aan weerszijden van het hart van de leiding te bestemmen.
Gemeente heeft naar aanleiding van dit verzoek de betreffende gronden voorzien van de dubbelbestemming 'Leiding'.
Vooroverlegreactie 4
a. RWS wijst erop dat de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van kracht is geworden. Zij verzoekt het plan hierop te actualiseren.
De toelichting van het bestemmingsplan is geactualiseerd met een passage over de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
b. Bovendien wijst RWS erop dat het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening in werking is getreden. Zij verzoekt hier een doorvertaling van te geven.
Ook het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening is verwerkt in de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan.
c. RWS verwijst naar de Waterwet - Beleidslijn grote rivieren, die twee sporen van beleid verenigt: Waterwetspoor en ruimtelijk spoor. Zij betoogt dat doorwerking in het ruimtelijk spoor voorkomt het afgeven van omgevingsvergunningen voor activiteiten die op grond van de Waterwet moeten worden geweigerd. RWS zet uiteen dat het om twee afwegingsregimes gaat: stroomvoerend en waterbergend. Zij wijst erop dat een klein deel van het plangebied (ten noorden van de Bokhovense Maasdijk en ten oosten van de Graaf van Solmsweg) als onderdeel van de Maas is aangeduid als "stroomvoerend regime" of "bergend regime". RWS verzoekt ter juridische borging van de beleidsregels de volgende dubbelbestemmingen op te nemen in de regels en verbeelding: "Waterstaat - Stroomvoerend regime" en "Waterstaat - Bergend regime".
Naar aanleiding van dit verzoek zijn voor de betreffende gronden de twee dubbelbestemmingen 'Waterstaat - Stroomvoerend regime' en 'Waterstaat - Bergend regime' opgenomen.
d. RWS wijst erop dat bouwen net als elders in het rivierbed geschiedt voor eigen risico. Het Rijk kan niet aansprakelijk worden gehouden voor eventuele schade. Zij verzoekt dit in de plantoelichting op te nemen.
Deze opmerking is verwerkt in de toelichting van het bestemmingsplan.
e. RWS meldt dat Rijkswaterstaat Dienst Limburg waterbeheerder is van het rivierbed van de Maas. Middels deze reactie verstrekt RWS het préwateradvies.
Voor kennisgeving aangenomen.
Vooroverlegreactie 5.
Provincie heeft zich beperkt tot de vraag hoe het bestemmingsplan zich verhoudt tot de provinciale belangen die op basis van het provinciaal ruimtelijk beleid relevant zijn. Provincie constateert dat het voorontwerpbestemmingsplan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.
Voor kennisgeving aangenomen.