direct naar inhoud van 5.5 Externe veiligheid
Plan: Kom Engelen - Haverleij
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002119-1401

5.5 Externe veiligheid

Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege handelingen met gevaarlijke stoffen. De handelingen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag en de productie, als op het transport van gevaarlijke stoffen. Uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het plangebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico's dienen te worden beoordeeld op het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).

Er moet getoetst worden aan het Bevi en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen wanneer bij een ontwikkeling (beperkt) kwetsbare objecten worden toegestaan. (Beperkt) kwetsbare objecten zijn o.a. woningen, scholen, ziekenhuizen, hotels, restaurants.

Risicovolle activiteiten

In het kader van het plan moet bekeken worden of er in of in de nabijheid van het plan sprake is van risicovolle activiteiten (zoals Bevi-bedrijven, BRZO-bedrijven en transportroutes) of dat risicovolle activiteiten worden toegestaan. Voor het plangebied en de omgeving is beoordeeld of er relevante bronnen van risico aanwezig zijn. In het plangebied vinden geen risicovolle activiteiten plaats. Bovendien lopen er geen PR of GR contouren van risicobedrijven over het plangebied.

Transport buisleidingen

Ten westen van het plangebied ligt op 300 meter een defensieleiding. De PR 10-6 contour is 11 meter. De GR contour is 25 meter. Beide contouren vallen buiten het plangebied.

Vervoer

Vervoer over de weg

Over de rijksweg A59 vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Uit een inventarisatie naar het vervoer van gevaarlijke stoffen in de gemeente 's-Hertogenbosch en berekeningen ten behoeve van het Basisnet Weg is gebleken dat er geen knelpunten met betrekking tot het plaatsgebonden risico zijn rond de genoemde weg in 's-Hertogenbosch. De oriëntatiewaarde van het groepsrisico van de A59 wordt ter hoogte van 's-Hertogenbosch nergens overschreden. Voor de A59 is in het kader van het Basisnet geen veiligheidszone vastgesteld, wat inhoudt dat geen beperkingen worden opgelegd aan ruimtelijke ontwikkelingen in de directe nabijheid van deze wegen.

Van een plasbrandaandachtsgebied is bij deze weg ter hoogte van 's-Hertogenbosch ook geen sprake.

Conform de Circulaire Risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen moet bij ontwikkelingen binnen 200 meter van een route of tracé het groepsrisico beschouwd worden. De A59 ligt op 420 meter afstand van het plan. Dit is dus geen belemmering. Het plangebied valt wel binnen het invloedsgebied (760 meter respectievelijk 950 meter) van de A59. Binnen het plangebied vinden geen ontwikkelingen plaats. Het groepsrisico wordt dus niet beïnvloed. Er hoeft geen onderzoek of verantwoording plaats te vinden. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen waarbij sprake is van een significante toename van het aantal personen, dient aandacht besteed te worden aan het groepsrisico.

Vervoer over spoor

Het plangebied ligt op circa 850 meter van de spoorlijn 's-Hertogenbosch – Utrecht. Er worden geen zeer sterk toxische gassen (GT5 B3) vervoerd. Er worden wel toxische vloeistoffen vervoerd (LT3 D4) vervoerd. Het plangebied ligt voor een deel binnen het invloedsgebied. Uit berekeningen van het plaatsgebonden risico vanwege het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor, volgt dat er geen plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar buiten het spoortracé optreedt. Het wettelijke vereiste niveau van basisbescherming wordt hiermee geboden. Vanuit het plaatsgebonden risico is er derhalve geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan.

Er vinden geen nieuwe ontwikkelingen binnen het plangebied plaats. Er is dus geen toename van de personendichtheid. Op basis van deze gegevens wordt vastgesteld dat er geen toename van het groepsrisico zal optreden. Een nadere invulling van de verantwoordingsplicht is derhalve niet aan de orde.

Vervoer over water

Het plangebied wordt begrensd tot de huidige Dieze/Zuid-Willemsvaart. Hierbij is alleen relevant het vervoer van brandbare vloeistoffen. Het invloedsgebied hiervan bedraagt 25 meter. De huidige Dieze/Zuid Willemsvaart ter hoogte van de gemeente 's-Hertogenbosch kent geen 10-6/jaar plaatsgebonden risicocontour en het groepsrisico is beperkt tot ver onder de oriëntatiewaarde.

In het definitief ontwerp Basisnet Water zijn de Zuid Willemsvaart en de Maas ter hoogte van 's-Hertogenbosch aangemerkt als zogenaamde groene vaarwegen wat inhoudt dat hierover weinig tot geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Voor groene vaarwegen gelden geen beperkingen vanuit het plaatsgebonden risico. Ook is er geen plasbrandaandachtsgebied aangemerkt. Ten aanzien van het groepsrisico is geen verantwoording benodigd vanwege nauwelijks merkbare effecten op het groepsrisico.

De afstand van de Maas tot het bestemmingsplangebied is circa 450 meter. Hierover vindt vervoer van brandbare vloeistoffen (LF1 en 2) en brandbare gassen (GF3) plaats. Het invloedsgebied is respectievelijk 25 meter en 175 meter. Dit invloedsgebied valt buiten het plangebied.

Samenvattend vervoer

In de nabijheid van het plangebied is een aantal transportmodaliteiten voor gevaarlijke stoffen gelegen. Het gaat om de A59, de spoorlijn, de Dieze/Zuid Willemsvaart en de Maas. Deze routes liggen op een ruime afstand van het plangebied. Gelet op deze afstanden gelden er voor wat betreft het PR geen belemmeringen vanuit het transport over het spoor. Voor de Dieze/Zuid-Willemsvaart geldt dat er geen sprake is van een PR-contour buiten de vaarweg. Over de hoofdwegen vindt slechts incidenteel transport van gevaarlijke stoffen plaats. Er is dan ook geen sprake van een PR-contour langs (vaar/spoor)wegen die een belemmering oplevert voor de functies van het plangebied.

Groepsrisico: Er vinden geen nieuwe ontwikkelingen binnen het plangebied plaats. Er is dus geen toename van de personendichtheid. Op basis van deze gegevens wordt vastgesteld dat er geen toename van het groepsrisico zal optreden. Een nadere invulling van de verantwoordingsplicht is derhalve niet aan de orde.